Home Blog Pagina 17

Mats Steenbekkers: twaalf seizoenen trouw aan Alem 1

Wie in Alem opgroeit, kan er eigenlijk niet omheen: je komt vanzelf terecht bij de plaatselijke voetbalvereniging. Voor Mats Steenbekkers (26) is dat niet anders geweest. “Er is verder niet veel meer dan de club, haha. Ik ben vanaf de jeugd actief en eigenlijk nooit meer weggegaan,” vertelt hij met een glimlach. Wat begon als een logische stap voor een jongen uit het dorp, groeide uit tot een voetbalcarrière die al twaalf seizoenen in het eerste elftal van vv Alem telt.

Voetbal als ontspanning

Voor Steenbekkers draait voetbal bovenal om plezier en ontspanning. Drie keer per week het veld op, samen met vrienden trainen en in het weekend strijden om de punten: dat is waar hij het voor doet. “Ik woon inmiddels al een tijdje niet meer in Alem, maar ik kom altijd met veel plezier terug naar het dorp en het sportpark,” zegt hij. De club is voor hem meer dan alleen een plek om te voetballen – het is een tweede thuis.

De kracht van een kleine club

Wat Alem volgens de aanvaller zo bijzonder maakt, is de hechte gemeenschap. Iedereen kent elkaar, van jongs af aan. “Het is mooi dat een kleine club als Alem op eigen kracht zoveel voor elkaar krijgt,” benadrukt hij. Het collectief is daarbij het sleutelwoord. Geen brede selectie, maar een groep die alles samen doet en elkaar door dik en dun steunt. “Dat blijft toch het allerleukste: met je vrienden elke week een balletje trappen.”

Hoogtepunten en zwarte bladzijden

Steenbekkers heeft in twaalf jaar tijd heel wat hoogtepunten meegemaakt. Vooral de promoties springen eruit. Met een jonge lichting stroomde Alem op van de vijfde naar de derde klasse, een prestatie om trots op te zijn. “Het seizoen waarin we 42 punten pakten en zevende werden, was ook bijzonder – volgens mij het beste resultaat ooit voor Alem.” Naast de sportieve mijlpalen bewaart hij warme herinneringen aan de uitjes en activiteiten met het team.

Toch kent zijn loopbaan ook een diep tragisch moment. In 2021 overleed ploeggenoot en vriend Nick de Leeuw onverwacht. “Dat blijft de grootste zwarte bladzijde. Nick was de gangmaker van het team, en we denken nog vaak aan hem. Het is nog altijd een groot gemis.” Het typeert hoe sterk de menselijke kant bij Alem verweven is met het voetbal: vreugde en verdriet worden er samen gedeeld.

Snelle aanvaller met ervaring

Als speler omschrijft Steenbekkers zichzelf als een snelle, technische aanvaller die graag dreiging brengt en zijn ploeggenoten mee wil trekken. Inmiddels behoort hij tot de ervaren krachten binnen de selectie. “We zijn wat oudere jongens kwijtgeraakt, maar er zijn ook nieuwe spelers en jeugd bijgekomen. Het is even wennen, maar er zit veel potentie in. Samen met de andere ervaren gasten probeer ik de nieuwe jongens te helpen en het team op sleeptouw te nemen.”

De steun van vrijwilligers en supporters

Geen amateurclub kan zonder vrijwilligers, en ook bij Alem is dat niet anders. “Van de kantine tot het onderhoud: zonder die inzet zou de club niet bestaan,” stelt Steenbekkers. Ook de supporters maken het voetbal in Alem extra speciaal. Vooral de derby tegen DSC staat in zijn geheugen gegrift. “Het is geweldig om te zien wat iedereen dan regelt, voor en na de wedstrijd. Dat maakt het écht een dorpsgebeuren.”

Een bijzondere supporter verdient nog extra aandacht: zijn 89-jarige opa. “Hij komt minimaal één training en elke wedstrijd kijken. Na de wedstrijd drinken we samen een biertje en analyseren we hoe het gegaan is. Dat zijn momenten die ik enorm koester.”

Blik op de toekomst

Voor de toekomst heeft Steenbekkers geen grootse ambities, maar juist eenvoudige wensen die veel zeggen over zijn verbondenheid met de club. “Ik hoop de komende jaren nog met plezier te voetballen met mijn vrienden en samen een goed elftal neer te zetten.” Daarnaast kijkt hij al voorzichtig vooruit naar een bijzonder jubileum: het 100-jarig bestaan van vv Alem. “Het zou fantastisch zijn om dat samen mee te maken.”

Na twaalf seizoenen in het eerste elftal is duidelijk dat Mats Steenbekkers meer is dan alleen een aanvaller van vv Alem. Hij is een boegbeeld van wat de club zo sterk maakt: trouw, vriendschap en liefde voor het spel.

Klik op V.V. Alem voor de laatste artikelen over de club.
Klik op V.V. Alem voor meer informatie over de club.

Oscar Knecht: kind van de club en drijvende kracht bij Victoria’04

Bijna 28 jaar, zes maanden geleden vader geworden en al ruim 250 wedstrijden in het eerste elftal achter zijn naam. Oscar Knecht belichaamt als geen ander het begrip “kind van de club” bij Victoria’04. Sinds zijn eerste stappen op het veld is de verdediger/middenvelder een vaste waarde in Vlaardingen. Dit seizoen wil hij niets liever dan de stap naar de tweede klasse zetten.

Van F4 naar boegbeeld

Knecht begon als jonge spits in de F4, maar al snel bleek zijn toekomst elders in het veld te liggen. In de F1 verhuisde hij naar de verdediging, later kwamen daar posities op het middenveld bij. Zelfs als aanvallende middenvelder op tien heeft hij gespeeld. Zijn veelzijdigheid maakt hem nog altijd een belangrijke schakel in de selectie.

Zijn pad was niet volledig zonder omwegen. Tijdens zijn A-juniorentijd speelde hij twee seizoenen bij CWO, waar hij onder meer vrienden had in het team. Het eerste jaar beviel goed, het tweede was teleurstellend. Omdat veel ploeggenoten terugkeerden naar Victoria’04, volgde hij dat voorbeeld. Vanaf zijn achttiende hoorde hij bij de selectie en dat is nooit meer veranderd. Alleen tijdens studieperiodes in Zuid-Afrika en Noorwegen ontbrak hij tijdelijk.

Kampioenschap als hoogtepunt

De mooiste herinnering bewaart Knecht aan het kampioenschap in de vierde klasse onder trainer Warry van Wattum. Door de coronaperiode duurde het lang voor de titel een feit was, maar uiteindelijk kroonde Victoria’04 zich tot kampioen. “We hadden een uitstekend elftal, zeker voor de vierde klasse,” blikt Knecht terug. De laatste seizoenen liep de ploeg echter telkens vast in de nacompetitie.

Ook de bekerfinale tegen SVV staat in het geheugen gegrift. De aanloop en sfeer waren onvergetelijk, maar na een rode kaart voor Knecht en een nederlaag tegen de Schiedammers bleef de kater groot.

Ambitie richting tweede klasse

Het doel is duidelijk: promotie. Vorig seizoen eindigde Victoria’04 als zevende, maar met de versterkingen en de komst van trainer Dimitri Hooftman ligt de lat hoger. Hooftman kiest voor een aanvallende speelstijl met 4-3-3. “Volle bak vooruit en goals maken” is het motto. Dat vraagt ook om aandacht voor de restverdediging, iets waar Knecht als verdediger zelf waarde aan hecht.

De kern van het elftal bleef behouden, maar er kwamen meerdere nieuwe spelers bij. Dat was volgens de aanvoerder nodig, omdat blessures en schorsingen de selectie de afgelopen jaren dun maakten. Door vakanties en late terugkeer is het elftal nog niet compleet geweest, maar de verwachting is dat Victoria’04 dit seizoen mee kan doen om de bovenste plekken.

Sterke competitie en derby’s

De Vlaardingers treffen komend seizoen een sterke poule met veel bekende namen. Vooral de derby’s tegen Excelsior’20, HBSS, Kethel Spaland en CWO beloven spektakel. Knecht ziet kansen: “Top vijf moet zeker mogelijk zijn, al zijn wij niet de uitgesproken titelfavoriet. Het belooft een pittig, maar aantrekkelijk seizoen te worden.”

Trainingskamp in Spanje

Een bijzonder moment beleefde de selectie tijdens het trainingskamp in Torremolinos. Daar ontstond het contact met nieuwkomers Jeroen de Lely en Joery Kaashoek, die na een avond stappen met de ploeg besloten om SVS Capelle te verruilen voor Victoria’04 te gaan spelen. Inmiddels zijn beiden goed geïntegreerd in de groep.

Clubman pur sang

Inmiddels staat de teller voor Knecht op zo’n 250 duels in het eerste elftal, waarvan hij de laatste vijf jaar ook nog eens aanvoerder is. Voor hem persoonlijk is het simpel: elke zaterdag is een hoogtepunt, maar promoveren met zijn club zou de ultieme bekroning zijn.

Meer informatie over Victoria ’04? Klik hier.
Meer artikelen over Victoria ’04? Klik hier

Jan van Arckel investeert in jeugd met Thomassen-voetbalschool en Ajax-clinic

Voetbalvereniging Jan van Arckel uit Ammerzoden zet opnieuw een stap om de kwaliteit van haar jeugdopleiding te verbeteren. De club, bekend om haar dorpsbinding en het plezier dat voorop staat, is recent een samenwerking aangegaan met de voetbalschool van Jordy Thomassen. Daarnaast organiseert Jan van Arckel in de herfstvakantie een exclusieve Ajax-clinic, een uniek evenement voor een kleine club als deze. Lid van de jeugdcommissie Berry Lamers vertelt over de beweegredenen achter deze initiatieven en de impact op spelers, trainers en de bredere clubgemeenschap.

Wij zijn actief op zoek gegaan naar mogelijkheden om de kwaliteit van onze jeugdopleiding te verhogen,” begint Lamers. “Bij Jan van Arckel kunnen we gelukkig nog steeds voldoende vrijwilligers vinden, maar vaak zijn dat ouders. Het enthousiasme is er altijd, maar het ontbreekt soms aan de juiste handvaten. Kinderen leren het meeste wanneer trainers weten hoe ze effectief moeten begeleiden.” Lamers legt uit dat enkele jeugdspelers al trainingen volgden bij de commerciële voetbalschool van Jordy Thomassen bij FC Den Bosch. Zowel de kinderen als de ouders waren daar enthousiast over, en zo ontstond het idee om een samenwerking met de voetbalschool op te zetten binnen de club.

Het doel van de extra trainingen is duidelijk: het plezier in het spel vergroten én de technische vaardigheden verbeteren. “Bij ons als kleine vereniging staat plezier altijd voorop,” aldus Lamers. “Maar plezier ontstaat pas echt als je merkt dat je vooruitgang boekt. En dat zien we nu ook. Na enkele weken is het verschil al duidelijk zichtbaar.” De aanpak van Thomassen combineert professionele begeleiding met de bestaande jeugdtrainers van Jan van Arckel. Hierdoor ontstaat een leeromgeving waarin kinderen spelenderwijs beter worden, terwijl het dorpsgevoel en de onderlinge binding behouden blijven. “Bij ons blijven spelers zoveel mogelijk uit eigen gelederen, maar leden van buiten zijn natuurlijk welkom. Iedereen moet zich bewijzen en past daardoor altijd goed in de groep.”

De reactie van de jeugdspelers en trainers is volgens Lamers positief. “In het begin moesten de kinderen even wennen aan de nieuwe manier van trainen, maar inmiddels maken ze enorme sprongen vooruit. Je ziet dat het plezier er vanaf spat en dat de motivatie om te leren ook is gegroeid.” Het succes van de samenwerking bevestigt volgens Lamers dat de club op de goede weg is.

Naast de Thomassen-trainingen organiseert Jan van Arckel in de herfstvakantie een bijzonder evenement: een Ajax-clinic op de eigen accommodatie. “Voor een kleine club als de onze is dat heel bijzonder,” vertelt Lamers. “In eerste instantie leek het idee kansloos, omdat Ajax meestal voor grotere clubs kiest. Dankzij de vasthoudendheid van ons jeugdbestuurslid Arjan van der Meijden én het feit dat Ajax onze accommodatie onder de rook van het kasteel heeft gezien, is het toch gelukt.” De clinic blijkt een groot succes; 90 kinderen zijn inmiddels ingeschreven en er is zelfs ruimte voor een tweede veld als de belangstelling verder groeit.

Wat kunnen de deelnemers van de Ajax-clinic verwachten? Lamers: “De kinderen trainen de hele dag onder begeleiding van echte Ajax-trainers, in een sfeer die de club ademt. Er is een gezamenlijke lunch en alles is erop gericht dat de kinderen zich een dag lang een echte profspeler voelen.” De combinatie van professionele begeleiding en plezier moet volgens Lamers leiden tot enthousiasme, inzet en uiteindelijk betere prestaties op het veld.

Voor Jan van Arckel zijn dit soort initiatieven geen eenmalige actie. “De club leeft enorm,” zegt Lamers. “Van het bestuur tot de commissies en het kantinepersoneel, overal zien we veel enthousiasme. We zijn altijd op zoek naar nieuwe manieren om onze leden en vooral de jeugd te inspireren. Dit is pas het begin; er komen zeker meer mooie evenementen aan.”

Met de samenwerking met de voetbalschool van Jordy Thomassen en de aankomende Ajax-clinic laat Jan van Arckel zien dat een kleine dorpsclub groot kan denken. Het plezier en de ontwikkeling van de jeugd staan centraal, en tegelijkertijd blijft het herkenbare, warme dorpsgevoel behouden. Voor spelers, ouders en vrijwilligers biedt dit een unieke kans om samen te groeien, te leren en vooral te genieten van het mooiste spelletje ter wereld.

Klik hier voor meer artikelen over Jan van Arckel.
Klik hier voor meer informatie over Jan van Arckel.

Nico Gordijn: vijftig jaar trouw aan MVV’27

Bij iedere voetbalclub lopen ze rond: vrijwilligers die niet op de voorgrond treden, maar zonder wie een vereniging niet zou kunnen draaien. Bij MVV’27 in Maasland is Nico Gordijn er zo één. Al sinds oktober 1975 is hij lid van de club. Volgend jaar viert hij zijn vijftigjarig jubileum. “Nooit ergens anders lid geweest,” zegt hij. “Geboren en getogen in Maasland, en MVV’27 was de enige club in de buurt. Via vriendjes rolde ik erin.”

Van speler naar scheidsrechter

Zelf voetbalde Gordijn tot zijn 29ste. Een knieblessure maakte daar een einde aan. Na een meniscusoperatie probeerde hij terug te keren, maar al tijdens de warming-up ging het opnieuw mis. “Ik speelde toen in het tiende elftal en was er wel klaar mee. Ik was geen selectiemateriaal.” Toch bleef hij actief. Eerst twee jaar als assistent-scheidsrechter langs de lijn, daarna koos hij voor het fluiten zelf.

Hij volgde een cursus en sinds 2002 is hij verenigingsscheidsrechter. “Zolang ik het leuk vind, blijf ik dat doen. Ik fluit zowel senioren als jeugd.” Op 18 maart 2023 bereikte hij een bijzondere mijlpaal: zijn duizendste wedstrijd als scheidsrechter. Slechts één keer maakte hij mee dat een duel gestaakt moest worden, vanwege meerdere vervelende spelers bij beide teams.

Meer dan alleen fluiten

Zijn inzet gaat verder dan het fluiten van wedstrijden. Gordijn is ook scheidsrechters coördinator en zorgt dat alle wedstrijden op Sportpark De Commandeur van een arbiter worden voorzien. “Als er problemen zijn, ga ik kijken.” Daarnaast is hij wedstrijdsecretaris van de senioren. MVV’27 telt negen mannenteams, een veteranenteam en drie vrouwenteams. “Op een zaterdag zijn er tussen de 18 en 23 wedstrijden. Soms is het puzzelen, zeker in vakanties.”

Hoewel de club geen groot tekort heeft aan scheidsrechters, blijft het werven belangrijk. “We proberen elk jaar spelers die stoppen enthousiast te maken. Vorig jaar zijn er vier bijgekomen via een cursus bij Full Speed in Delft.”

Altijd aanwezig

Op zaterdag is Gordijn sowieso de hele dag op de club. Daarnaast draait hij eens in de twee weken bardienst op woensdagavond, vaak tot middernacht. Ook was hij een tijd afsluiter, verantwoordelijk voor de bar en de kas. “Ondanks dat er nu vooral gepind wordt, moet dat wel goed geregeld zijn.”

Zijn betrokkenheid gaat ver terug. Jarenlang was hij actief in de oud-papierploeg van MVV’27. “Dat doen we tegenwoordig niet meer, omdat de gemeente het zelf doet en je er niets meer voor krijgt.”

Liefde voor de club

Na bijna een halve eeuw is de band met MVV’27 alleen maar sterker geworden. Als het lukt, kijkt hij graag bij het eerste, maar vaak is hij te druk met andere taken. “Ik fluit meestal nog een late wedstrijd op één van de vijf velden. We hebben drie grasvelden en twee kunstgrasvelden. Dat is opvallend, meestal is het andersom.”

Zolang gezondheid en plezier het toelaten, blijft Gordijn doorgaan. “Ik denk zeker nog vijf à zes jaar.” Zijn inzet is kenmerkend voor de liefde voor de club.

Buiten het voetbal werkt Gordijn in Den Haag als elektrotechnisch tekenaar en de laatste jaren ook als 3D-tekenaar. Maar zijn echte thuisbasis is al bijna vijftig jaar Sportpark De Commandeur.

Klik hier voor meer informatie over MVV ’27
Lees hier meer artikelen over MVV ’27

Van fabrieksploeg tot dorpsicoon: DSC krijgt eigen expositie in het Driels Museum

Voetbalvereniging DSC uit Kerkdriel staat dit najaar centraal in het Driels Museum. Samen met vrijwilligers en (oud-)leden is een bijzondere expositie opgebouwd die de rijke geschiedenis van de club tot leven brengt. Van de wortels als fabrieksploeg bij de lokale steenfabriek tot een bloeiende vereniging met meer dan 800 leden: het verhaal van DSC wordt op een unieke manier verteld.

Samenwerking krijgt vorm

Het idee om een expositie te organiseren ontstond tijdens de voorbereidingen van een eerdere tentoonstelling over 80 jaar bevrijding. Al snel kwam DSC in beeld als onderwerp voor een volgende samenwerking. Vrijwilligers van zowel het museum als de club sloegen de handen ineen en vormden een gezamenlijke werkgroep.

“Het eerste contact met het Driels Museum dateert van maart 2024,” vertelt Rick de Leeuw, nauw betrokken bij het project. “Vanaf dat moment hebben we er samen ruim anderhalf jaar aan gewerkt. Het verzamelen, selecteren en inrichten vroeg veel tijd, maar het was ontzettend mooi om te doen.”

Blikvangers en verhalen

De expositie kent meerdere eyecatchers. Zo is er een opgegraven vliegtuigmotor te zien, gevonden tijdens de aanleg van het huidige sportpark. Daarnaast springt de maquette van de steenfabriek, de geboortegrond van DSC, in het oog.

“Toch vind ik het lastig om echte favorieten aan te wijzen,” zegt De Leeuw. “Voor de één is dat een beker of een foto, voor de ander een oud shirt. Zelf ben ik wel geraakt door de vliegtuigmotor en de maquette. Die vertellen heel veel over waar DSC vandaan komt.”

Naast tastbare objecten spelen ook de verhalen van leden een grote rol. Voor de expositie werden mensen uit verschillende generaties geïnterviewd. Hun herinneringen, anekdotes en persoonlijke ervaringen geven de tentoonstelling een warme en herkenbare lading. “Ik hoorde verhalen die ik zelf nog niet kende. Dat maakt het extra bijzonder,” aldus De Leeuw.

Meer dan sportieve prestaties

Uiteraard is er ruimte voor sportieve successen: bekers, standenlijsten en foto’s van gloriejaren ontbreken niet. Toch wilden de makers meer laten zien dan alleen wat er op het veld gebeurde. Vrijwilligers, die de ruggengraat vormen van de vereniging, krijgen een prominente plek in de expositie.

“We wilden laten zien dat DSC meer is dan alleen resultaten,” legt De Leeuw uit. “De club draait op vrijwilligers. Zonder hen zouden we nooit zo’n mooie vereniging hebben. Daarom is er bewust aandacht besteed aan hun verhalen.”

Betrokkenheid groeit

In het begin was het niet eenvoudig om materiaal en herinneringen te verzamelen. Maar toen de werkgroep actief bij leden langs de deuren ging om interviews af te nemen, kwam de betrokkenheid los. Spelers, oud-leden en supporters begonnen spontaan spullen aan te leveren.

“Het is echt een expositie door DSC’ers, voor DSC’ers geworden,” zegt De Leeuw trots. “Toen we zagen dat leden zelf initiatief namen om dingen aan te dragen, wisten we dat het goed zat.”

Ook de jeugd werd nadrukkelijk betrokken. Voor de jongste kinderen was er een kleurplatenwedstrijd, terwijl oudere jeugdspelers hun eigen DSC-tenue mochten ontwerpen. Deze creatieve bijdragen kregen een plek in de zalen van het museum en zorgen voor een frisse en speelse toevoeging.

Verbinding met de gemeenschap

De expositie is gratis toegankelijk, en dat is geen toeval. De initiatiefnemers hopen dat niet alleen leden, maar ook inwoners van Kerkdriel en omliggende dorpen binnenlopen om samen herinneringen op te halen.

“We hopen dat mensen elkaar in het museum ontmoeten, verhalen delen en gewoon samen een bakje koffie drinken,” vertelt De Leeuw. “Dat maakt het laagdrempelig en toegankelijk.”

Spiegel voor de toekomst

Met de titel ‘Van fabrieksploeg tot begrip in Kerkdriel’ wordt het verhaal van bijna een eeuw DSC verteld. Het verleden fungeert niet alleen als nostalgie, maar ook als inspiratiebron voor de toekomst. Inmiddels telt de club ruim 800 leden en 230 vrijwilligers – een indrukwekkend aantal voor een dorp als Kerkdriel. Toch blijft DSC volgens betrokkenen trouw aan haar roots: een warme dorpsclub waar iedereen welkom is.

“Die sfeer willen we vasthouden,” benadrukt De Leeuw. “We groeien, maar we moeten altijd dat dorpsgevoel blijven behouden.”

Met het 100-jarig jubileum in 2032 in aantocht, wordt al voorzichtig vooruitgekeken. Een nieuwe samenwerking met het Driels Museum ligt dan voor de hand.

Trots overheerst

Op de vraag of er een favoriet object is aan te wijzen, blijft De Leeuw bescheiden. “Het mooiste is eigenlijk de betrokkenheid van onze leden en de vrijwilligers van het museum. Zonder hen hadden we dit nooit kunnen realiseren. Dat maakt me echt trots.”

Het resultaat is een tentoonstelling die niet alleen DSC in de schijnwerpers zet, maar ook de kracht van gemeenschapszin in Kerkdriel.

Klik op DSC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op DSC voor meer informatie over de club.

Roy Kappenburg: van ADO tot CION, altijd met voetbal in het hart

Voetbal stroomt door de aderen van Roy Kappenburg. Zijn beide zoons zijn inmiddels net zo gek van de bal als hijzelf, en spelen allebei bij FC ’s-Gravenzande. Niet zo vreemd, want Roy zelf heeft al een leven lang iets met het spelletje. Van ADO Den Haag tot CION, van speler tot trainer: het gras is altijd zijn tweede thuis geweest.

Geboren in Zeist, maar al snel verhuisd naar Zoetermeer en later Den Haag. “Mijn vader werkte bij Defensie, dus daarom ben ik in Zeist geboren. Via DWO in Zoetermeer en Quick Steps in Den Haag – waar mijn vader overigens dertig jaar voorzitter was – kwam ik uiteindelijk bij SVV in Schiedam terecht. En toen ADO een B-elftal begon, ging het snel: Heini Otto werd mijn trainer en ik belandde via de jeugd en het tweede elftal bij de hoofdmacht in de toenmalige Toto Divisie.”

Hoogtepunten waren er genoeg. Met het tweede elftal stond hij zelfs in een bekerfinale tegen RKC. “We schakelden Feyenoord en PSV uit, waar gewoon grote namen als Gilles de Bilde meededen. In de finale in Roosendaal zat het uitvak vol met Hagenezen. Voor een tweede elftal was dat uniek.”

Toch liep niet alles zoals gehoopt. Een knieblessure gooide roet in het eten, en een nieuw contract bij ADO bleef uit. “Dan moet je keuzes maken. Quick Boys wilde me als speler en jeugdtrainer, maar dat ging uiteindelijk niet door. Bij Rijnsburgse Boys heb ik een seizoen gespeeld, maar echt thuis voelde ik me pas bij ’s-Gravenzande. Daar ben ik nooit meer weggegaan en inmiddels woon ik er ook.”

Naast het veld bouwde Roy zijn loopbaan op in het onderwijs. Met een diploma van de HALO staat hij inmiddels al 17 jaar voor de klas als docent lichamelijke opvoeding en biologie in Naaldwijk. “Dat vind ik nog steeds geweldig om te doen. Tegelijkertijd bleef voetbal trekken, dus ik haalde mijn trainersdiploma’s. Via Quick Steps, ADO en Westlandia maakte ik de stap naar FC ’s-Gravenzande, waar ik vier jaar het tweede trainde.”

Daarna volgde Excelsior Maassluis, waar hij assistent werd. “Al snel merkte ik dat assistent zijn toch niet helemaal mijn rol was. Ik wilde zelf de verantwoordelijkheid.” Toen CION aanklopte, was de keuze snel gemaakt. Oorspronkelijk zou hij het seizoen erop beginnen, maar door het plotselinge vertrek van Robert Verbeek stond Roy nog voor zeven wedstrijden langs de lijn.

Zijn eerste volledige seizoen werd een rollercoaster. “We begonnen dramatisch, met amper spelers en geen tweede elftal. Na de eerste periode stonden we met acht punten bijna onderaan. Toch bleven we knokken. Op trainingskamp in Bergeijk viel alles op zijn plek. Daarna pakten we 33 punten en zelfs een periodetitel.”

De nacompetitie tegen BVCB bleek een stap te ver, maar Roy blijft nuchter. “Ik ben niet zo van harde doelstellingen. Natuurlijk wil de club promoveren, maar voor mij gaat het om elke week winnen. Dan zie je vanzelf wel waar je eindigt.”

Voor komend seizoen staan er stevige tests op het programma in de beker, met tegenstanders als RVVH, Spartaan’20 en FC Skillz. “Dat zijn ploegen waar we echt ons niveau kunnen meten. Natuurlijk hebben we in de voorbereiding te maken met spelers die op vakantie zijn of moeten werken, dat hoort bij het amateurvoetbal. Maar ik heb er vooral heel veel zin in.”

Of hij nu voor de klas staat of langs de lijn: bij Roy Kappenburg draait het altijd om spelplezier, hard werken en een tikkeltje Haagse humor.

Klik op CION Vlaardingen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op CION Vlaardingen voor meer informatie over de club.

Oranje-debuut voor HRC-tweeling Zoë en Esmée van Santen

Bij HRC’14 loopt veel talent rond, maar het gebeurt niet vaak dat twee meiden tegelijk worden uitgenodigd voor de trainingsselectie van Oranje MO15. Toch overkwam dit bijzondere lot Zoë en Esmée van Santen, tweeling en vaste waarden bij de club. Onlangs mochten zij voor het eerst hun stappen zetten in het Nederlands elftal-shirt – een droom die voor beiden werkelijkheid werd.

De uitnodiging

Het nieuws kwam via de KNVB, die de uitnodiging voor de meiden doorgestuurd kreeg via HRC’14. “Toen we het hoorden, waren we enorm verbaasd en vonden we het ontzettend spannend,” vertellen Zoë en Esmée. Na hun eerste training deelden ze het nieuws vol trots met hun opa’s en oma’s. Het was een moment dat hun inzet en toewijding bij HRC’14 eindelijk erkende op het hoogste niveau van het jeugdvoetbal.

Samen, maar toch verschillend

Hoewel ze een tweeling zijn, hebben Zoë en Esmée elk hun eigen plek op het veld. Zoë voelt zich het meest op haar gemak achterin, waar ze rust bewaart en het spel van achteruit opbouwt. Esmée is juist het type dat vooruit denkt en haar acties voorin maakt. Ondanks hun verschillende posities vertonen ze veel overeenkomsten in speelstijl. Wat hen het meest bindt, is hun fanatisme: beiden willen absoluut niet van elkaar verliezen. Het is die gezonde rivaliteit die hen blijft uitdagen om zichzelf te verbeteren.

HRC’14 als thuisbasis

Bij HRC’14 voelen de meiden zich helemaal thuis. Voor Zoë en Esmée draait voetbal niet alleen om winnen of verliezen, maar vooral om de gezelligheid en het samenspel met teamgenoten. “Onze mooiste herinneringen zijn de kampioenswedstrijden,” zeggen ze in koor. “De spanning, de druk en het gevoel dat je samen iets kunt bereiken, dat maakt het zo speciaal. Onze teamgenoten betekenen alles voor ons.” Het is duidelijk dat HRC’14 meer is dan een club voor de tweeling; het is een plek waar ze zich kunnen ontwikkelen, zowel op als naast het veld.

Dromen voor de toekomst

De toekomst van de tweeling is veelbelovend, maar ze blijven nuchter en gefocust. Op korte termijn hopen ze snel een wedstrijd te spelen bij dames 1 van HRC’14. Op de langere termijn koesteren ze de droom om misschien ooit samen in het grote Oranje te spelen. Het combineren van school en voetbal was in het begin een uitdaging, maar inmiddels hebben de meiden meer ruimte gekregen om te trainen en wedstrijden te spelen, waardoor hun talent optimaal kan worden ontwikkeld.

Buiten het veld

Naast hun voetbalcarrière hebben Zoë en Esmée ook een druk sociaal leven. Ze brengen graag tijd door met vrienden en vriendinnen en halen veel energie uit hun sociale kring. Hun grootste voorbeeld is hun vader, die hen altijd steunt en begeleidt. Opvallend is ook hoe verschillend hun voorbereiding voor wedstrijden kan zijn: Zoë eet liever niets voor een wedstrijd, terwijl Esmée zwerft bij een boterham. Het illustreert dat, ondanks hun overeenkomsten, ieder zijn eigen rituelen en voorkeuren heeft.

Tip voor de jeugd

Aan jong talent bij HRC’14 geven Zoë en Esmée een eenvoudige maar krachtige boodschap mee: “Heel veel plezier maken en altijd je best doen.” Bescheiden als ze zijn, staan de meiden liever met hun voeten op het veld dan in de schijnwerpers. Toch mag dit succes best gevierd worden, want het laat zien dat doorzettingsvermogen, talent en plezier hand in hand kunnen gaan.

Het Oranje-debuut van Zoë en Esmée van Santen is een bijzondere mijlpaal voor de tweeling, maar ook voor HRC’14, dat trots kan zijn op deze dubbele vertegenwoordiging in het nationale jeugdvoetbal. Terwijl de meiden hun eerste stappen op het hoogste niveau zetten, blijven ze hun wortels bij de club en hun liefde voor het spel trouw. Voor Zoë en Esmée geldt dat dit pas het begin is: de toekomst biedt nog vele kansen, op het veld en misschien ooit in het grote Oranje.

Klik op HRC’14 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op HRC’14 voor meer informatie over de club.

Al 36 jaar betrokken bij VFC: Fred van Pamelen

Bij VFC lopen heel wat vrijwilligers rond, maar sommigen zijn zo verweven met de club dat je je afvraagt of ze er niet gewoon geboren zijn. Zo iemand is Fred van Pamelen. Al sinds 1987 loopt hij rond op het complex en inmiddels is hij sinds tien maanden officieel bestuurslid. Zijn portefeuille? De accommodatie én de kantine – en dat bevalt hem prima.

“Jarenlang heb ik me geërgerd aan dingen op het terrein en in de kantine. Nu kan ik er eindelijk zelf wat aan doen,” vertelt Fred nuchter. En dat doet hij ook.

Sloten, sluitingstijden en besparingen

Een van de eerste klussen: de kantine beter beveiligen. Er waren zóveel sleutels in omloop dat iedereen zomaar naar binnen kon. Gevolg: drank en etenswaren verdwenen zonder dat er betaald werd. Simpele oplossing? Nieuwe sloten. Alleen wie écht een sleutel nodig heeft, kan nu nog naar binnen. Zelfs de bestuurskamer kreeg een nieuw slot, omdat vergaderingen daar wel héél populair waren – vooral vanwege de tap.

Ook de sluitingstijden zijn aangescherpt. Waar vroeger nog weleens tot diep in de nacht werd doorgefeest, gaat nu op tijd het licht uit. “Als de sluitingstijd om 22:00 uur staat, wordt er na die tijd ook geen drank meer geschonken.”

Van fatbikes tot doeltjes over het hek

Als verantwoordelijk man voor de accommodatie komt Fred ook de nodige uitdagingen tegen. Van jeugd die fatbike-races op het veld houdt tot trainers en spelers die kleine doeltjes nonchalant achter de hekken gooien. Het levert schade op die in de duizenden euro’s loopt. “Zonde, want het is zo te voorkomen als je normaal met het materiaal omgaat.”

Gelukkig zijn er ook genoeg leuke momenten. Als Fred met de bladblazer bezig is, vragen scholieren van de St. Jozef Mavo hem weleens om ze even koel te blazen. En achter de bar in de kantine maakt hij grappen tegen de jongste snoepkopers: “Pas op met die kikkersnoepjes, daar ga je van kwaken!”

Een leven bij VFC

Fred kwam bij VFC toen zijn oudste zoon ging voetballen. Hij floot jarenlang wedstrijden, zat in commissies en draaide mee in talloze functies. Alleen trainer en voorzitter is hij nooit geweest. Ondertussen bouwde hij ook buiten de club een indrukwekkend CV op: 47 jaar lang werkte hij als basisschoolleraar, en hij liep ooit zelfs de Marathon van Rotterdam in 3 uur en 27 minuten.

Hoewel hij inmiddels geniet van zijn pensioen, is stoppen bij VFC nog lang niet aan de orde. “Ik ga nog wel een jaar of zes door, zolang ik er plezier in heb,” zegt hij met een glimlach.

De onderhoudsploeg

Eén ding wil Fred graag benadrukken: de ploeg van zes à zeven mannen die dagelijks klaarstaat voor onderhoud en klusjes. “Wat die gasten allemaal doen wordt vaak onderschat. Mensen vinden het vanzelfsprekend, maar dat is het niet. Soms is dat wel frustrerend, maar we doen het toch met veel plezier.”

Dat plezier blijkt wel uit een mooi voorbeeld: onlangs hielpen ze buurclub CWO nog uit de brand door de lijnen op hun velden te trekken. Geen geld gevraagd, alleen een traktatie. En jawel, de volgende dag stond er gebak klaar.

Klik op VFC Vlaardingen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VFC Vlaardingen voor meer informatie over de club.

SV Heerewaarden zet in op jeugd: samenwerking met Alem en RKVSC als succesformule

SV Heerewaarden, de dorpsclub uit het Gelderse Heerewaarden, is al sinds 1940 een belangrijk sportief en sociaal centrum voor het dorp. De vereniging staat bekend om haar betrokkenheid bij de lokale gemeenschap en haar focus op het jeugdvoetbal. De club kijkt echter verder dan de eigen grenzen en heeft in de afgelopen jaren de samenwerking met omliggende verenigingen zoals Alem en RKVSC geïntensiveerd om de jeugdopleiding verder te versterken.

Volgens Bart van Oijen, betrokken bij de jeugdcommissie van SV Heerewaarden, loopt de samenwerking sinds 2019. “Op dit moment zijn er drie teams waarin een mix van kinderen uit de deelnemende clubs speelt en daarnaast zijn er twee teams die volledig uit kinderen van Heerewaarden bestaan. Ook hebben we een meiden JO17-team dat in samenwerking met DSC wordt gevormd.” Van Oijen benadrukt dat deze samenwerking een logische stap was. “Het idee is ontstaan door een structureel tekort aan jeugdspelers bij de deelnemende clubs. Door samen te werken, kunnen we volledige elftallen vormen en ervoor zorgen dat kinderen op een hoger niveau kunnen spelen.”

Een voorbeeld van de vruchten van de samenwerking is het gecombineerde JO15-team dat al sinds 2019 bestaat. Van Oijen: “Dat team is echt een mooie mix van kinderen uit alle deelnemende clubs en laat zien wat je kunt bereiken als je samenwerkt. Dit seizoen is er ook een JO13-mix gestart op een heel veld, en dat is prachtig om te zien.”

De grootste uitdaging blijft volgens Van Oijen de constante wisseling van spelers binnen dezelfde leeftijdsklasse. “Soms speel je met een speler van acht jaar in een JO12-team om een volledig elftal te hebben. Ook komen we vaak bij dezelfde vrijwilligers uit om te trainen en wedstrijden te leiden, maar daar vinden we creatieve oplossingen voor.” Ondanks deze uitdagingen blijft de focus liggen op plezier en ontwikkeling. “Voetballen is natuurlijk sportief leuk, maar je leert ook om samen te werken, samen te winnen en samen te verliezen. En plezier staat altijd voorop. Zo gaan we al een paar jaar met alle jeugdleden in de winter zwemmen, om het groepsgevoel te versterken.”

De samenwerking tussen de clubs heeft volgens Van Oijen ook praktische voordelen. “Als je voetbal in kleine dorpen wilt behouden, is dit gewoon noodzakelijk. Door afwisselend te trainen en wedstrijden te spelen bij de verschillende clubs, kan het prima worden georganiseerd en blijft iedereen betrokken.”

Met het oog op de toekomst is Van Oijen optimistisch. “Over vijf jaar hoop ik dat de samenwerking nog steeds succesvol is en dat alle jeugdspelers lekker samen kunnen voetballen. Het zou mooi zijn als ze zo lang mogelijk samen blijven spelen en misschien zelfs kunnen doorstromen naar een gemixt seniorenteam.” Zijn persoonlijke droom is eenvoudig maar veelzeggend: “Zo lang mogelijk in Heerewaarden voetballen, zowel voor junioren als senioren. Dankzij de samenwerking met Alem en RKVSC is dit voor de jeugd zeker realistisch.”

Van Oijen benadrukt ook dat SV Heerewaarden openstaat voor nieuwe leden en vrijwilligers. “Iedereen kan zich aanmelden om te beginnen met voetballen, aansluiten bij een bestaand team of zich inzetten als vrijwilliger. Zo blijven we de club levendig en zorgen we dat het voetbal in ons dorp een toekomst heeft.”

Voor SV Heerewaarden is de jeugd het hart van de club. Door samen te werken met omliggende verenigingen, biedt de club kinderen niet alleen de kans om hun voetbaltalent te ontwikkelen, maar ook om belangrijke sociale vaardigheden te leren. Samenwerken, winnen, verliezen en plezier maken – het zijn de kernwaarden die de jeugdopleiding van Heerewaarden kenmerken. Dankzij deze visie is het niet alleen mogelijk om volwaardige teams te vormen, maar ook om de sport in kleine dorpen als Heerewaarden levendig en aantrekkelijk te houden voor de volgende generatie voetballers.

Klik hier voor meer artikelen over SV Heerewaarden.
Klik hier voor meer informatie over SV Heerewaarden.

Altijd tussen de palen: keeperstrainer Jan Onck (71)

Hij werd geboren met keepershandschoenen aan, zo zegt men weleens gekscherend. Jan Onck (71) stond vanaf zijn achtste onder de lat bij Zwaluwen Vlaardingen en is sindsdien niet meer weg te denken uit de wereld van de keepers. Inmiddels is hij al meer dan tien jaar actief als jeugdkeeperstrainer en coördinator bij MVV’27 – en nog altijd met hetzelfde enthousiasme als toen hij zelf begon.

Een leven als keeper

Jan doorliep alle jeugdteams bij Zwaluwen en keepte daar jarenlang in de selectie. Op zijn 33e moest hij noodgedwongen stoppen door een hernia, maar het trainerschap lag al klaar. Hij rolde vanzelf in het geven van keeperstrainingen, haalde diploma’s en breidde zijn ervaring uit bij verschillende clubs. Zo werkte hij onder meer bij Spartaan’20, Excelsior Maassluis, VV Maasdijk en uiteindelijk MVV’27.

Zelf was Jan een atletische doelman, 1.87 meter lang, met sterke reflexen en een duik naar de hoek die menig spits tot wanhoop dreef. En zoals hij zegt: keepers zijn misschien apart, maar zeker niet gek. “Ze zijn belangrijker voor het team dan vaak gedacht wordt.”

Trainer voor de lange termijn

Jan noemt zichzelf geen clubhopper. Waar hij neerstrijkt, blijft hij lang. Bij Maasdijk zat hij tien jaar, en bij MVV’27 is hij inmiddels ook alweer tien seizoenen actief. Eerst bij de senioren, tegenwoordig als coördinator en trainer van de jeugdkeepers. En dat doet hij niet alleen: met een team van twaalf keeperstrainers zorgt hij ervoor dat alle 25 jeugdteams van MVV’27 professionele begeleiding krijgen.

Met zichtbaar trots vertelt hij dat alle selectiekeepers van MVV’27 uit de eigen jeugd komen. En dat is precies waar hij altijd naar streeft: keepers klaarstomen voor het eerste elftal.

Meedenken en motiveren

Jan stond bekend om zijn goede relatie met hoofdtrainers én keepers. Ook teleurgestelde reservekeepers wist hij weer te motiveren. Hij benadrukt vaak dat keepers tegenwoordig meer moeten kunnen dan alleen ballen tegenhouden. Sinds de nieuwe spelregels wordt er veel gevraagd van hun voetballende kwaliteiten. Toch gaat voor Jan nog altijd één ding boven alles: soms moet de bal gewoon vooruit, in plaats van eindeloos opbouwen achterin.

Trots en energie

Nu hij zes jaar met pensioen is na vijftig jaar werken, houdt de voetbalwereld hem jong en fit. Jan is blij dat hij gezond is en nog steeds met plezier op het veld staat. De keepers bij MVV’27 geven hem energie, en het niveau is volgens hem hoog: “Gemiddeld een dikke acht.”

En of keepers écht anders zijn? Misschien een beetje. Maar zonder hen is er geen team. Jan Onck weet dat als geen ander – al ruim zestig jaar tussen de palen en ernaast.

Klik hier voor meer informatie over MVV ’27
Lees hier meer artikelen over MVV ’27

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.