Home Blog Pagina 17

Rudy Ridderhof keert bij Stavenisse terug op bekend terrein

STAVENISSE – Rudy Ridderhof (32) begon ooit met voetballen bij WHS, waar hij op een gegeven moment de lol in het voetbal verloor. Na een jaar zonder voetbal haalden enkele vrienden uit Stavenisse hem over om daar te komen spelen. De spits maakte de overstap en vond er het plezier in het spelletje weer terug. Op zoek naar een nieuwe sportieve uitdaging deed hem vier seizoenen geleden kiezen voor Wolfaartsdijk. Maar sinds dit seizoen is hij teruggekeerd op bekend terrein en draagt hij opnieuw het geelrood van ‘zijn’ Stavenisse.

“Ik heb een geweldige tijd gehad bij Wolfaartsdijk en er mooie sportieve momenten beleefd. Maar ik was weer terug verhuisd naar Stavenisse en had steeds meer het gevoel dat ik ook als voetballer moest ‘terugkeren’ op het oude en vertrouwde nest. Ik merkte dat ik steeds vaker vroeger vertrok na trainingen en wedstrijden om dan uiteindelijk in de Stavenisse-kantine te belanden. Dus ik heb toen voor mezelf de knoop doorgehakt dat een terugkeer naar de club uit mijn woonplaats het beste was.”

En tot op heden heeft Ridderhof het prima naar de zin. Hij voetbalt nu als nummer ‘tien’ in een andere rol dan toen hij er een aantal seizoenen geleden vertrok. Ook dat was een bewuste keuze. “Ik was altijd spits, maar ben ook bij Wolfaartsdijk op den duur op het middenveld terecht gekomen. Een positie die me goed ligt en waar ik mijn loopvermogen en energie prima kwijt kan. Voor mij is het hier bij Stavenisse ook een plek om veel aan de bal te komen en van daaruit andere voor doel te zetten of me met het aanvalsspel te kunnen bemoeien. Nee, dit is goed zoals het nu loopt.”

Altijd had de middenvelder een hekel aan verliezen, zelfs ook toen het bij momenten in de kelder van het zaterdagvoetbal niet mee zat. “Dat heeft er altijd wel ingezeten. We hebben natuurlijk bij Stavenisse een keer een seizoen meegemaakt dat we vijftig punten haalden. Maar die tijden zijn voorbij, zo realistisch moeten we zijn. Ik heb door de jaren heen wel geleerd om met verliespartijen om te gaan. Nu is het voor mij gewoon fijn om wekelijks mijn wedstrijden te spelen en te proberen om zo goed mogelijk voor de dag te komen, jongere spelers te helpen en met elkaar vooral heel veel plezier erin te houden. En ondanks dat de resultaten niet altijd geweldig zijn is het plezier altijd aanwezig gelukkig.”

Het doel voor Stavenisse en de aanvoerder is helder: het beter doen dan vorig seizoen. De vijfdeklasser speelde toen in tweeëntwintig duels acht punten bij elkaar en scoorde elf keer. “Nu hebben we na zes duels al vijf punten en hebben er tien gescoord. Dus wat dat betreft gaan we die doestelling ongetwijfeld halen. Dat is al prettig. En alles wat we dit seizoen verder nog bereiken is mooi meegenomen. Het is vooral fijn om weer terug te zijn op de plek waar ik me het meeste thuis voel, met vrienden kan voetballen en na trainingen en wedstrijden de gezelligheid van de derde helft kan beleven. Naast het voetbal ben ik ook fanatiek tennisser en ook daar haal ik heel veel voldoening uit. Nee, het is prima zo. Ik zie me hier hopelijk nog flink wat seizoenen voetballen en wie weet eindig ik wel als laatste man. Of als keeper, maar dat zal hoogstwaarschijnlijk pas zijn in mijn afscheidsduel. Maar als het aan mij ligt duurt dat nog wel even haha.”

Klik hier voor meer informatie over Stavenisse.
Klik hier voor meer artikelen over Stavenisse.

Dirk-Jan van den Oever zit bij SJC precies op de plek die hij nodig had

0

De 32-jarige Dirk-Jan van den Oever woont in Rijnsburg en speelt bij SJC. “Ik ben begonnen bij Rijnsburgse Boys. Daar heb ik de hele jeugd doorlopen, alle selectieteams gespeeld. Op een gegeven moment trainde ik mee met de A-selectie. Eerst even ruiken aan het niveau, later meer minuten maken en wedstrijden spelen.”

Toen Van den Oever de overstap maakte naar het tweede elftal van Rijnsburgse Boys, leek de deur naar het eerste open te staan. “Ik heb daar vijf jaar echt voor geknokt en bereikte het eerste. Toen kwam er een nieuwe trainer en moest alles opnieuw beginnen. Dat voelde alsof het vertrouwen ineens weg was. Toen dacht ik: ik wil gewoon elke week spelen en het tweede was ik een beetje ontgroeid dus zocht ik een andere club.”

Naar Rijnvogels

De overstap naar Rijnvogels bleek precies wat hij nodig had. “Ik wilde vast in een eerste elftal staan en niet meer dat tussenstation zijn. Rijnvogels kwam op het juiste moment. Daar heb ik echt alles bereikt wat ik wilde. Ik ben aanvoerder geworden, we zijn kampioen geworden, gepromoveerd van de vierde naar de derde divisie. Dat waren fantastische jaren.”

Dat hij ook aanbiedingen had van andere clubs, is waar. “Er was veel interesse toen ik bij Rijnsburgse Boys wegging. Maar Rijnvogels voelde goed. En ik heb er geen moment spijt van gehad. Natuurlijk, Rijnsburgse Boys blijft mijn club, en het zou gaaf zijn geweest als ik daar had kunnen doorbreken. Maar ik kijk met trots terug. Ik heb daar zes jaar gezeten, alles gegeven en genoten.”

Na die zes seizoenen was het tijd voor iets nieuws. “Ik wilde wat minder trainen, wat meer balans. Ik heb thuis een kleine meid van vijf, dus het is ook lekker om niet meer vier keer per week weg te zijn. Toen kwam SJC voorbij. Dat voelde meteen goed: een warme club, leuk team en iets dichter bij huis.”

Leider in de groep

Bij SJC speelt Van den Oever op het middenveld. “Ik was altijd rechtsback, maar hier sta ik op het middenveld. Ik vind het leuk om te coachen, jongens beter te maken. Ik ben een leiderstype.”

Over zijn huidige club is hij enthousiast. “We hebben een leuke groep, echt een hechte vriendengroep aan het worden. Er is niks uitgesproken qua doelstelling. De nieuwe trainer wil verzorgd voetbal spelen en veel intensiteit in het spel leggen. Dat vraagt even tijd, maar ik ben fan van zijn denkwijze.”

Buiten het veld werkt Van den Oever als fysiotherapeut, gespecialiseerd in psychosomatische klachten. “Dat betekent dat ik veel mensen zie met stressgerelateerde lichamelijke klachten. Het is mooi werk. Je leert veel over gedrag, over mensen, over motivatie.”

Zijn eigen energie komt nog steeds vooral uit voetbal. “Voetbal gaat bij mij voor een avondje met vrienden of wat dan ook. Dat is altijd zo geweest. Je moet denk ik niet te veel teren op talent, dus ik blijf trainen, blijf oefeningen doen.”

Na jaren bij grote amateurclubs heeft Van den Oever zijn plek gevonden. “Bij SJC heb ik het super naar m’n zin. De trainer is goed, de speelstijl past bij me, en het is gewoon leuk om met deze gasten te voetballen. Ik bekijk het nu van jaar tot jaar. Misschien blijf ik hier nog een tijdje, misschien komt er nog iets anders. Dat zie ik dan wel. Voor nu is dit precies wat ik nodig had.”

Klik op SJC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SJC voor meer informatie over de club.

Pim Postma wil zich terug in basis knokken bij SV Dosko

BERGEN OP ZOOM – In de voorbereiding op het huidige seizoen ging Pim Postma vol energie en vertrouwen van start. De keeper had vorig seizoen de gehele tweede seizoenshelft in de basis gestaan. Hij ging er vanuit ook nu weer grote kans te maken op een basisstek. Maar inmiddels ziet de jonge goalie zichzelf terug op de reservebank nadat concurrent Matthijs Verstrate de voorkeur kreeg.

“Dat was wel even een tegenvaller natuurlijk. Ik had er min of meer wel rekening mee gehouden dat ik gezien mijn prestaties van vorig jaar ook nu een streepje voor zou hebben. Ik begon goed in de voorbereiding  maar tegen het eind daarvan ging ik vervolgens nog op vakantie. Toen ik terugkwam had Matthijs het dermate gedaan dat de technische staf hun keuze in zijn voordeel liet uitvallen. Balen? Absoluut! Want ik ben hierheen gekomen om me te ontwikkelen als keeper en dat gaat niet als je niet speelt denk ik. Dus ik train wel hard en hoop er te staan als de kans zich voordoet, want ik ben voor de basis naar Dosko gekomen en niet om op de bank toe te kijken.”

Postma kwam twee jaar geleden over van het zaterdagteam van RKSV Halsteren.  “De contacten met Dosko waren er toen al een tijdje en ik had goede gesprekken, mede ook over de ambitie van de club en daar wilde ik graag mijn bijdrage aan leveren. Ik heb het denk ik vorig seizoen ook naar behoren gedaan maar Matthijs breng, ondanks dat hij lang geblesseerd was, wel de nodige ervaring met zich mee. Nu sluit ik ook af en toe wel bij het tweede elftal aan om zodoende toch af en toe wedstrijdminuten te kunnen maken als keeper. Want om het ritme te houden heb ik die wel nodig.”

Hij is afkomstig uit Bergen op Zoom en begon ooit bij SV Dosko met voetballen tot hij in de D-pupillen naar Halsteren vertrok om daar verder te gaan als keeper. Uiteindelijk reikte hij tot zaterdag1 maar besloot hij naar Sportpark Meilust terug te keren. “Bij het zaterdagelftal begon ik ook als eerste keeper en werd daarna reserve. Nu wilde ik graag spelen en deed dat vorig seizoen sinds de winterstop ook. Dat beviel goed en die wedstrijdspanning wil ik graag weer terug ervaren. In mijn ogen zit er weinig verschil tussen Matthijs en mijzelf als je de kwaliteiten naast elkaar legt. Voorlopig doet Matthijs het goed en zit ik dus even in de wachtkamer. Maar dat ik minimaal dit niveau aankan, dat heb ik vorig seizoen denk ik wel laten zien.”

Het doel van het elftal is om mee te strijden voor promotie in de derde klasse van het zondagvoetbal. “Daar wil ik graag mijn bijdrage aan leveren. Ik probeer op trainingen mezelf te laten zien en de concurrentiestrijd op een gezonde manier hoog te houden. Dan is het aan de trainer om keuzes te maken. En op het moment dat ik de kans krijg dan moet ik er staan en de technische staf overtuigen. Promoveren is leuk, maar als je speelt toch net even iets fijner. Dan heb je het gevoel dat je écht een actieve bijdrage hebt geleverd. Ik speel met vrienden en Dosko is een mooie club  Toch beleef je het voetbal nu anders, maar dat is logisch lijkt me. Al hoop ik dit seizoen de situatie nog wel in mijn voordeel te kunnen ombuigen.”

Klik op SV Dosko voor de laatste artikelen van de club.
Klik op SV Dosko voor meer informatie over de club.

Kuijt en Guijt: twee oude vrienden, één hokje en heel veel Quick Boys

0

“Gelukkig fluit de scheidsrechter af, want ik heb geen licht op mijn fiets.” Het is één van de uitspraken waar de speaker van Quick Boys, Jan Guijt (71), met een lach aan terugdenkt. Guijt en zijn vriend Jan Willem Kuijt (72), die de muziek verzorgt, vormen al vijftien jaar lang bij elke thuiswedstrijd het geluid van Quick Boys.

Om de week is het weer raak: de twee mannen zien elkaar in het kleine witte hokje op de tribune van Quick Boys. “Jan doet de stem, ik doe de muziek,” zegt Kuijt. “Hij is de man van de woorden, ik van de tonen.”

De vriendschap van het oude paar begon toen ze nog jongens waren, ergens in de jaren zeventig. “Ik ken Jan Willem al sinds mijn zeventiende, achttiende,” vertelt Guijt. “We zijn elkaar nooit uit het oog verloren. Toen ik later invalomroeper werd, kruisten onze paden weer.”

Guijt raakte ooit bij toeval achter de microfoon. “Er was een dame die de omroep deed, maar die had niet zo’n heldere stem. Toen vroegen ze of ik het een keer wilde proberen. Nou, dat beviel blijkbaar, want ik ben nooit meer weggegaan.”
Kuijt vult aan: “Jan heeft echt een mooie stem.”

Zo’n mooie stem dat Guijt ook niet schroomt om zijn zangkunsten te tonen. Als hij op zaterdag test of het geluid goed werkt, zingt hij het clublied van Quick Boys.

Sinds 2010 zitten de twee officieel samen in ‘het hokje’. “We hebben er een heel eigen wereldje van gemaakt. Sinds kort zit er ook nog een derde man bij, die doet de ledboarding. Maar wij zijn de vaste bezetting. Jan Willem zorgt voor de juiste muziek, ik voor de juiste woorden. Tenminste, meestal.”

“Tot vijf tellen lukt me wel, maar tot tien niet”

Guijt staat bekend om zijn enthousiasme. Soms een tikje té enthousiast. “Ik kan nog weleens uit de school klappen,” geeft hij toe. “Als er dan jongens met vuurwerk van ons langs de lijn staan, maak ik ze bijvoorbeeld uit voor ‘stelletje hersenlozen’. En als je een slechte scheidsrechter hebt, zou je soms het liefst door die microfoon zeggen dat de scheidsrechter zichzelf een gele kaart moet geven.

Eén keer was er een scheidsrechter die de wedstrijd maar niet wilde affluiten. Toen hij dat eindelijk deed, zei ik: ‘Ik heb geen licht op mijn fiets, dus ik ben blij dat de scheidsrechter eindelijk af fluit.’ Toen is de voorzitter nog naar me toegekomen; die zei dat dat echt niet kon. Het heeft me zelfs een officiële waarschuwing van de KNVB opgeleverd. Tot vijf tellen lukt me wel, maar tot tien niet. Mijn wilde haren ben ik inmiddels wel kwijt hoor, maar de passie niet.”

Tijdens thuiswedstrijden is het hokje hun domein. Alles moet kloppen: de muziek, de opkomst, de timing. “Vooraf draaien we wat uptempo nummers,” legt Kuijt uit. “Dat vinden die spelers fijn voor tijdens de warming-up. In de rust vaak een gouden ouwe. En na afloop hangt het af van de uitslag: winnen is feestmuziek, bij een nederlaag kan dat niet. Gelukkig verliezen we de laatste tijd weinig.”

Kuijt: “Jan heeft een fotografisch geheugen. Het is best knap hoe hij het altijd maar weer aan elkaar praat. Hij kent alle spelers, weet bij welke club ze hebben gezeten. Het enige wat hij vooraf nog nodig heeft, is de kleur van hun schoenen. Daar herkent hij ze aan.”

In het hokje is de sfeer gemoedelijk, maar serieus. “Het luistert allemaal best wel nauw. Je moet bijvoorbeeld zorgen dat bij de opkomst het clublied precies op tijd start. Ook moet de klok op precies het juiste moment aangaan. We nemen het best serieus hoor.”

Naast hun rol op wedstrijddagen hebben de mannen zich jarenlang ingezet om activiteiten en leuke avonden te organiseren op de club. “We zijn allebei bourgondiërs,” vertelt Guijt. “Culinaire avonden, jubilea, dat soort dingen. Bij de culinaire avonden die Jan Willem organiseert, staat er altijd een lange rij supporters voor de deur. Quick Boys is niet zomaar een voetbalclub, het is een gemeenschap.”

Kuijt knikt. “Er komen tegenwoordig 3.500 mensen bij een thuiswedstrijd. Bij Katwijk maar 1.500,” zegt hij met een knipoog. “Ze komen uit het hele land. Ook supporters uit Engeland komen regelmatig langs. Het is gewoon een belevenis.”

Guijt vult aan: “Quick Boys is meer dan het eerste elftal. Op zaterdag is iedereen op het sportpark: oud-spelers, vrijwilligers, jeugd. Dat maakt het bijzonder. Ik zeg altijd: je bent nooit belangrijker dan de club. Je moet jezelf kunnen wegcijferen voor het grotere geheel.”

De Sinterklaas van Quick Boys

Wie Guijt alleen kent van de microfoon, kent hem eigenlijk maar voor de helft. “Vanaf m’n 38e speel ik ook Sinterklaas bij de club,” vertelt hij. “Drie sessies per jaar. De kinderen, de ouders, iedereen komt. Zolang niemand anders de baard wil dragen, blijf ik het doen.”

Quick Boys telt inmiddels zo’n 3.500 leden, waarvan 1.700 spelende. “Vroeger deden we alles met veel minder,” zegt Kuijt. “Minder trainers, minder budget, maar wel dezelfde passie. De club is professioneler geworden, maar de ziel is gebleven.”

Guijt: “Ik vind het prachtig om te zien hoe de jeugd zich blijft inzetten. Jongeren die vroeger bij de mini’s speelden, zijn nu trainer of vrijwilliger. Dat is waar Quick Boys om draait.”

Toch beseffen de twee dat er een dag komt dat het hokje zonder hen zal draaien. “Je wordt een dagje ouder,” zegt Kuijt. “Soms denk ik: ik zou wat meer tijd aan het strand moeten besteden. Maar dan komt die zaterdag weer, en zit je hier toch weer.”

Guijt: “We hebben afgesproken: als we stoppen, stoppen we samen. We zijn begonnen met z’n tweeën, dan eindigen we ook zo. Maar voorlopig zitten we hier nog prima. Zolang niemand het overneemt, blijven wij lekker zitten.”

Klik op Quick Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Quick Boys voor meer informatie over de club.

‘De voetbal brengt mensen echt bij elkaar’

Naar voren geschoven door collega’s van zijn werk is Michel Vink sinds afgelopen zomer bij Altena actief als bestuurslid facilitaire zaken. Ondanks dat de inwoner van Nieuwendijk nooit zelf voor de club heeft gevoetbald, voelt hij zich volledig thuis in zijn nieuwe rol. “Ik vind het leuk om dingen op te pakken.”

Met zijn achtergrond in de installatietechniek was de stap naar facilitaire zaken een logische. “Ik ben er vol overgave ingegaan. Eerst inlezen, daarna de mensen leren kennen.” Hoewel Vink al twaalf jaar in Nieuwendijk woont en via zijn voetballende kinderen bij Altena betrokken raakte, komt hij zelf uit Woudrichem. “Ik heb altijd bij Woudrichem gevoetbald. Ik ben een echte Woerkumer.”

Verduurzamen en verbeteren

Als speler kwam hij niet verder dan het tweede elftal, maar als bestuurslid heeft Vink inmiddels veel bereikt. “Het hoofdveld is vernieuwd en ook de verwarming in de kleedkamers hebben we aangepakt.” Dankzij gesprekken met de gemeente kwamen er bovendien subsidies beschikbaar voor verduurzaming.

Samen met vrijwilligers zoals Bert van Noorloos en Sico van Burgel houdt hij het sportpark draaiende. “Zij lopen hier dagelijks rond. Als ze iets signaleren, bespreken we dat samen en koppel ik het terug aan het bestuur.” Zo werden onder meer nieuwe doelnetten, ballenvangers en LED-verlichting gerealiseerd.

Te grote investeringen blijven voorlopig uit, met het oog op de toekomstige fusie met Almkerk. “Maar de velden liggen er super bij. We houden alles zo goed mogelijk bij.” De aanschaf van een nieuwe trekker wordt bijvoorbeeld geregeld via de Club van 50.

Het belang van vrijwilligers

Juist het contact met mensen maakt het bestuurswerk voor Vink zo leuk. “Als je ergens instapt, moet je dat met volle overgave doen.” Hij vindt vrijwilligerswerk essentieel voor het verenigingsleven. “Het zorgt voor positiviteit en reuring. Het zijn je sociale contacten.”

De waardering voor vrijwilligers is groot, benadrukt hij. “Ik vind het mooi om iedereen zo bezig te zien.” Daarnaast vervult Altena volgens hem een belangrijke rol in Nieuwendijk. “Er is hier niet veel. De voetbal brengt mensen samen, soms gewoon voor een praatje.”

Zijn eigen betrokkenheid groeide toen zijn dochter ging voetballen. Inmiddels staat ook zijn gezin regelmatig achter de bar of in de keuken. “Vier van de vijf zitten hier op voetbal. We zijn echt verweven met de club.”

Vooruitkijken

Het dorpse karakter van Altena spreekt hem enorm aan. “Als je ziet hoeveel publiek er staat bij een vierdeklasser, dan streelt me dat.” Daarom vindt hij het belangrijk dat de club blijft investeren in de toekomst. “We willen verder verduurzamen. De bestuurskamer is vernieuwd, nu kan de kantine wel een opfrisbeurt gebruiken. En de kleedkamers moeten we bijhouden.”

Zelf is Vink voorlopig niet weg te denken. “Ik ben net begonnen, ik ga niet zomaar stoppen. Het is soms druk, maar vooral ontzettend leuk!”

Klik op Altena voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Altena voor meer informatie over de club.

‘Promotie is eigenlijk de enige doel dat we met MOC’17 willen najagen’

BERGEN OP ZOOM – Na twee seizoenen in de tweede klasse degradeerde de grootste club uit de gemeente Bergen op Zoom in mei door als hekkensluiter de competitie te eindigen. Tot teleurstelling van iedereen bij MOC’17 en zeker ook Jaap de Ruijter. Nu bestaat er voor de verdediger en iedereen bij de club maar één doel: promotie.

“Dat is zeker waar we naar streven en wat we ook moeten durven uitspreken. Als we aan het eind van de rit derde eindigen dan hebben we het in mijn ogen niet goed gedaan. Het ultieme zou natuurlijk een titel zijn, maar promoveren is het minste waar we voor moeten strijden na de degradatie van afgelopen jaar. Het is ook de overtuiging die leeft in het hele team. Alleen hebben we in het begin van dit seizoen een aantal onnodige punten laten liggen en dat moeten we toch zien te voorkomen als we in mei opnieuw de stap omhoog willen maken.”

De Ruijter zegt het met overtuiging en bemerkt dat er veel motivatie in de groep zit. “We hebben een aantal nieuwe jongens erbij gekregen en ook een stukje ervaring. Het zorgt voor meer concurrentie en dat maakt iedereen natuurlijk nog meer gedreven om te knokken voor zijn plek in het elftal. Voor de trainers geeft dat meer keuze maar is het soms ook lastig. Want iedereen wil spelen dan is niet altijd even makkelijk om dan keuzes te maken denk ik.”

Zelf speelt de Bergenaar al sinds zijn zesde aan de Olympialaan en doorliep er de gehele jeugdopleiding. “Ik heb altijd in de selectieteams gespeeld en ben nu bezig aan mijn tweede volledige seizoen bij het eerste. Daarvoor begon ik vanuit de JO19 eerst in het tweede, werd doorgeschoven en ben sindsdien basisspeler als rechter centrale verdediger. Soms word ik, als dat nodig blijkt, ook als breekijzer voorin gebruikt, maar bij voorkeur houd ik het toch bij het verdedigen.”

De 22-jarige basiskracht is momenteel qua studie bezig aan zijn afstudeerjaar van de opleiding fysiotherapie. Een handige studie en een rol die ook bij een voetbalclub nooit lang onopgemerkt blijft. “Dat klopt wel haha. Want daar waar het kan ondersteun ik ook regelmatig wel het team van verzorgers en fysio’s bij de club als dat nodig is. Zo kan ik studie en mijn passie voor voetbal ook nog op een mooie manier bij mijn club combineren.”

Op het voetbalveld doet hij dat ook al sinds hij als jong ventje lid werd van de ambitieuze derdeklasser. “In de jeugd speelde ik op vrijwel alle posities. Ik ben in de spits begonnen en daarna naar het middenveld verhuisd. Maar gaandeweg kwam ik erachter dat ik veel meer voldoening vond in het verdedigen. En ik denk ook dat daar meer mijn kwaliteiten liggen. Ik ben niet zo statisch gevormd als verdediger, maar probeer toch heel graag gewoon te voetballen van achteruit, in te schuiven en als het even kan ook geregeld mijn goals mee te pikken. Mijn grootste kracht zit wel in het aangaan en winnen van duels met tegenstander, daar haal ik veel voldoening uit. Verder ben ik ook lid van de spelersraad en krijg op die manier ook de kans om over zaken mee te denken. Erg leuk en een mooie rol om op die manier ook te mogen meedenken over de club en zaken die er leven. Binnen de selectie is dat helder. We willen terug naar de tweede klasse en daar gaan we ook alles aan doen met elkaar.”

Klik hier voor meer artikelen over MOC ’17
Klik hier voor meer informatie over MOC ’17

Adriaan Bastiaansen (DHV): “Zolang ze dankjewel blijven zeggen, blijf ik het doen”

Bij DHV uit Hooge Zwaluwe weten ze al jaren dat er op één man gerekend kan worden: Adriaan Bastiaansen. De goedlachse vrijwilliger draait inmiddels tientallen jaren mee binnen de vereniging — als trainer, grensrechter én als drijvende kracht achter de bar. “In het begin had ik veertien vrijwilligers. Nu nog maar drie. Dan weet je wel hoe laat het is.”

De liefde voor de club kwam niet uit het niets. “Ik ben bij DHV terechtgekomen via mijn dochter en schoonzoon”, vertelt Bastiaansen. “Ik ging in eerste instantie gewoon eens kijken, een biertje drinken, wat supporteren. Totdat de dames op een dag zonder trainer zaten. Toen riep mijn dochter keihard: ‘Dat kan ons pa wel doen!’ En ja hoor, voor ik het wist, stond ik drie jaar lang een meisjesteam te trainen.”

Toen de grensrechter van het eerste elftal ermee stopte, duurde het niet lang voordat ook daar een beroep op hem werd gedaan. “Dat heb ik zeven, acht jaar gedaan. En daarna kwam iemand erachter dat ik wat kon met horeca. Nou, toen was het hek van de dam,” lacht hij. “Sindsdien regel ik de bardiensten. Tegenwoordig beheer ik de hele bar en stuur ik alles aan. Maar het is wel steeds moeilijker om mensen te vinden die willen helpen.”

“Van veertien vrijwilligers naar drie”

Het tekort aan helpende handen is volgens Bastiaansen hét grote probleem binnen amateurverenigingen. “In de beginjaren had ik twaalf tot veertien vrijwilligers. Je kon een schema maken en heel het seizoen was rond. Nu heb ik er nog drie. Dan krijg je geen weekend meer gevuld.”

Toch probeert hij de moed erin te houden. “We zijn bezig om dat te veranderen, maar zo simpel is dat niet. Leden moeten ook bardiensten gaan draaien, maar ja — op zaterdag staan ze allemaal op het veld. Dan blijft er niemand over. Dat is een groot probleem bij veel dorpsclubs.”

Volgens Bastiaansen ligt de oorzaak bij de drukke levens van tegenwoordig. “Mensen hebben het allemaal druk. Werk, gezin, hobby’s. Dan is het vrijwilligerswerk vaak het eerste wat sneuvelt. En dat is zonde, want zonder vrijwilligers is er geen club. Punt.”

“DHV is gewoon een vriendenclub”

Ondanks de uitdagingen blijft Bastiaansen vol enthousiasme actief voor DHV. “DHV is voor mij vooral een vriendenclub,” zegt hij trots. “Iedereen kent elkaar, jong en oud gaat goed met elkaar om. Dat maakt het bijzonder. Als er een zanger komt optreden, zit de kantine bomvol. Er is in het dorp geen café meer, dus mensen komen hier een biertje drinken. Dat maakt het levendig.”

Die sociale rol van de club kan volgens hem niet genoeg benadrukt worden. “Het is niet alleen voetbal. Het is samen zijn. Mensen uit het dorp ontmoeten elkaar hier. Zeker voor oudere inwoners — of juist voor nieuwkomers — is dat belangrijk.”

“Ik voel me jong tussen de jongeren”

Voor Bastiaansen zelf is DHV een bron van energie. “Ik ben al een paar jaar gepensioneerd, maar ik voel me hier jong tussen de jongeren. Ik heb niks met bejaardenclubjes,” zegt hij met een knipoog. “Ik ga veel liever om met de jongens en meiden van de club. Dat houdt me fris.”

De waardering die hij krijgt, maakt alles de moeite waard. “Iedereen zegt altijd netjes gedag of bedankt. Er loopt hier nooit iemand weg zonder even iets te zeggen. Dat geeft mij voldoening. Zolang dat zo blijft, blijf ik het doen. Dat is mijn drijfveer.”

“We moeten het samen doen”

Toch maakt hij zich zorgen over de toekomst. “We hebben onlangs flyers uitgedeeld om nieuwe vrijwilligers te werven. Daar is maar één reactie op gekomen. Maar die persoon wil zich graag integreren in het dorp — dat vind ik mooi. Zo bouw je iets op. Zo leer je mensen kennen. Zo hoort het in een gemeenschap.”

Hij ziet het als een gemiste kans dat veel nieuwkomers niet meedoen aan het verenigingsleven. “Er komen veel mensen van boven de rivieren wonen. Die komen eigenlijk alleen om te wonen. Dat vind ik jammer. Ze weten niet wat ze missen. Een vereniging als DHV brengt het dorp bij elkaar.”

Ondanks alles blijft Bastiaansen optimistisch. “Het is en blijft een leuke club. Er is altijd gezelligheid. En zolang ik nog kan lopen, blijf ik mijn steentje bijdragen. Want als je eenmaal in die DHV-familie zit, dan kom je er nooit meer uit — en dat bedoel ik alleen maar positief.”

Klik op de link voor meer artikelen over DHV
Klik op de link voor meer informatie over DHV

Luuk Holverda is terug in het eerste van Warmunda

0

Luuk Holverda (28) is niet iemand die loopt te dromen van promoties of overstappen. Hij is gewoon blij dat hij weer op het veld staat bij Warmunda, de club waar hij al zijn hele leven voetbalde. “Ik heb nooit die ambitie gehad om hogerop te gaan. Ik wil gewoon lekker voetballen met jongens die ik ken. Dat is het mooiste wat er is.”

Vier jaar geleden stopte hij met selectievoetbal. “Mijn vriendin ging toen naar het buitenland, naar Dublin. Ik studeerde fysiotherapie, liep ’s avonds stage en werkte overdag. De combinatie van werk, studie en haar op afstand was lastig. Dan moet je keuzes maken. Even rust nemen van dat intensieve ritme van trainen en spelen.”

“Ik heb m’n hele leven bij Warmunda gevoetbald. In de A1 zaten we met een vaste groep gasten. Toen hadden we nog een zaterdag- en een zondag elftal. Soms deed ik met allebei mee. Toen de zaterdag 1 werd opgeheven, schoof ik automatisch door naar de selectie. Eerst in het tweede, en binnen een jaar stond ik in het eerste.”

Toen hij stopte, ging hij spelen in het tweede team, inmiddels het derde. “Dat was eigenlijk een soort vriendenteam. We speelden niet op niveau, maar het was gezellig. Daar deed ik het voor. Op dat moment was het ook prima zo.”

Toch begon het op een gegeven moment weer te kriebelen. “Er kwam een nieuwe trainer en dat gaf nieuwe energie. Bovendien kwamen een paar vrienden van me ook terug. Toen dacht ik: waarom niet? Ik ben 28, ik kan nog een paar jaar mee. Als ik nog langer zou wachten, werd het alleen maar lastiger om terug te keren.”

Holverda stroomde opnieuw in bij het eerste elftal, waar hij nu speelt als linksbenige verdediger, links centraal of linksback. “Het was wel even wennen hoor. Van een vriendenteam naar de selectie betekent toch iets meer tijd erin steken. Je traint vaker, het niveau ligt hoger. Maar het is ook weer extra leuk. Je voelt dat er meer uit te halen valt.”

Nieuwe trainer, nieuwe ideeën

Bij Warmunda staat sinds dit seizoen Michel Schouls aan het roer, afkomstig van Lisse Onder 23. “Dat was een frisse wind. Nieuwe ideeën, nieuwe spelprincipes. De tactiek is anders, de trainingen intensiever. In het begin was het even inkomen, maar het pakt goed uit.”

Het team speelt in de vierde klasse, met realistische ambities. “We moeten niet te hard van stapel lopen. Het doel is om in de middenmoot te eindigen en hopelijk wat hoger. Kampioen worden zou leuk zijn, maar dat wordt lastig. Misschien over twee of drie jaar. Nu is het belangrijk dat we een stabiel seizoen draaien.”

Volgens Holverda is het team bezig met de opbouw. “Er zijn wat jongens weggegaan en nieuwe bijgekomen. We moeten aan elkaar wennen en aan de speelwijze.”

Voor Holverda is het sociale aspect misschien wel het belangrijkste. “Ik kom uit Warmond. De helft van het team ken ik al jaren. We gaan samen wat drinken na de wedstrijd, lachen met elkaar. Dat hoort erbij. Natuurlijk wil je winnen, dat zit er bij iedereen in. Maar ik doe dit niet om hogerop te komen. Ik wil gewoon plezier hebben in het spelletje.”

Klik op SV Warmunda voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SV Warmunda voor meer informatie over de club.

Van universiteit naar vierde divisie: Dongen-middenvelder Mick van Geet kiest zijn eigen pad

De Tilburger combineert zijn studie aan de universiteit met voetbal op hoog amateurniveau – een bewuste keuze. Geen blinde jacht op een profdroom, maar een doordacht traject waarin plezier en prestatie hand in hand gaan. “Ik wilde zekerheid, maar ook gewoon lekker voetballen op niveau”, zegt hij.
Van Geet groeide op in Tilburg en zette zijn eerste stappen bij SV Reeshof. Daarna volgde een opmerkelijk avontuur in België. “Ik heb twee jaar bij Turnhout gespeeld, net over de grens,” vertelt hij. “Dat was nationaal niveau, iets onder de top van de jeugdcompetities daar. Ik speelde altijd boven mijn leeftijd, dus dat was een mooie uitdaging.”
Toen de club fuseerde, keerde hij terug naar Nederland, waar hij na een korte periode bij ’t Zand zijn plek vond bij Dongen. “Daar viel alles op z’n plek. Ik voelde meteen dat dit een club was waar ik wilde blijven.”
Binnen vier jaar schopte hij het van de onder 17 tot de hoofdmacht. “Ik mocht al vrij snel met het eerste meetrainen. In mijn tweede jaar bij de onder 19 ging dat hard. Binnen no-time maakte ik minuten in de competitie en nu ben ik basisspeler. Dat was toen best onwerkelijk.”

Geen profdroom, wel ambitie

De middenvelder kreeg op jonge leeftijd wel kansen bij profclubs. “Ik heb bij Willem II, NAC en PSV op stage gezeten,” zegt Van Geet. “Altijd ertegenaan, maar nooit echt gehaald. Heel simpel: net niet goed genoeg.” Waar veel jongens op dat moment blijven hopen, koos hij een andere route. “Ik had altijd een vwo-advies en wist dat ik wilde gaan studeren. Dan kijk je anders naar de toekomst. Op de universiteit heb je gewoon meer zekerheid dan in het profvoetbal. Die afweging maakte het voor mij logisch om me op studie te richten.”
Hij lacht even: “Misschien had ik het anders gedaan als ik minder slim was. Maar ik wilde gewoon een goede balans tussen studie en sport. Twee keer per week trainen, lekker spelen in het weekend – dat past perfect bij me. En als ooit de kans komt om bij een derde of tweede divisionist te spelen, dan zie ik wel. Nu ligt de focus op Dongen.”

De kracht van een hecht team

Van Geet speelt bij Dongen op het middenveld, vaak naast de ervaren Rick Mulder. “Rick is echt onze spelverdeler,” legt hij uit. “Ik ben meer de loper, de harde werker die ballen afpakt en veel meters maakt. We vullen elkaar goed aan. Dat zie je dit seizoen ook terug in de resultaten.”
Want de resultaten mogen er zijn: Dongen draait bovenin mee in de vierde divisie. “Het gaat gewoon super. We winnen veel, domineren bijna elke wedstrijd. Natuurlijk, de echte toppers – Veen en EVV – moeten we nog treffen, maar ik denk dat we reëel gezien kans maken op het kampioenschap.”
De kracht van Dongen zit volgens Van Geet niet alleen in het veld, maar juist daarbuiten. “We zijn echt een vriendenteam. Iedereen kent elkaar, we doen ook buiten het voetbal veel samen. Stapjes zetten, dingen organiseren, er is altijd sfeer. Dat merk je in de wedstrijden. Als het even tegenzit, slepen we elkaar erdoorheen. Dat is typisch Dongen.”

Een club met karakter

De club zelf ademt volgens Van Geet gemoedelijkheid. “Dongen is een warme vereniging. Alles voelt dorps aan, terwijl het best een grote club is. Iedereen kent elkaar en dat maakt het bijzonder. Voor mij is dit echt mijn plek. Ik zou niet zomaar vertrekken, zeker niet voor een andere club op hetzelfde niveau.” De middenvelder beseft dat hij met Dongen iets bijzonders meemaakt. “We hebben een jonge groep, maar ook veel kwaliteit. En als we zo doorgaan, kan dit seizoen weleens heel mooi eindigen. Natuurlijk droomt iedereen van promotie. Dat zou de kers op de taart zijn – met deze gasten, met deze club.”
Of hij ooit nog een stap hogerop zet? “Wie weet,” zegt Van Geet met een glimlach. “Maar voor nu ben ik gewoon trots op wat we hier aan het doen zijn. Een vriendenteam dat bovenaan staat in de vierde divisie — daar teken ik voor.”

Klik hier voor meer artikelen over VV Dongen
Klik hier voor meer informatie over VV Dongen

Vivoo in heeft eindelijk nieuwe complex officieel in gebruik

HUIJBERGEN – Het had wat voeten in de aarde maar uiteindelijk loont het geduld van de volhouder. Dat is wel van toepassing als het gaat om het nieuwe complex van voetbalvereniging Vivoo. Na ruim twee jaar werd op 25 oktober jl. het volledig vernieuwde Sportpark aan de Veenbes officieel geopend.

“Het is uiteindelijk toch de kroon op het werk van heel veel mensen die zich op tal van manieren hebben ingezet voor de realisatie van dit schitterend vernieuwde onderkomen. Het bouwproject heeft bloed, zweet en tranen gekost maar we zijn enorm trots op wat we met elkaar hebben neergezet. We hebben gewerkt met een taakstellend budget en alles geheel zelf gebouwd. Dankzij een groot netwerk aan sponsoren en vrijwilligers hebben we voor het beschikbare budget veel meer kunnen realiseren dan wanneer we alles hadden uitbesteed. Het heeft ons dus geen windeieren gelegd en we kunnen met Vivoo nu weer flink wat jaren vooruit”, zegt voorzitter Rob de Rond.

Het bouwproject stond onder auspiciën van Bouw Management Van Velthoven met oud-Vivoo-speler Sijmon van Velthoven aan het roer. “En zou zijn er nog heel mensen met een hart voor Vivoo betrokken geweest bij het bouwproject, net zoals we een ongekende groep vrijwilligers hebben gehad die keihard hun best hebben gedaan onder deskundig toekzicht van Jac Koolen. Maar we mogen ook zeker de mensen van Bergh Bouw en installatietechniek P. Jansen niet vergeten. Net als J&W Bouwpartners. Het eindresultaat is een toekomstbestendig complex, iets waar ook de gemeenschap van Huijbergen trots op kan zijn. Prachtige nieuwe kunstgrasvelden, gloednieuwe verlichting, een nieuwe kantine en kleedaccommodaties

Vivoo heeft de wind weer in de zeilen. Ook met de realisatie van de kantine, kleedlokalen en bestuurskamer ging het crescendo. “Bouwen in vooral mensenwerk, wat je samen moet doen. Er is keihard gewerkt door professionals van Bergh in combinatie met alle gewaardeerde vrijwilligers. Hierdoor is het project, ook door meedenken van, binnen de planning en budget gebleven. Het resultaat is een toekomstbestendige voetbal-accommodatie waar de vereniging nog jaren plezier van zal hebben. Iets waar Huijbergen trots op mag zijn!”.

Het nieuwe complex heeft op een positieve manier de afgelopen tijd zijn weerslag op de club gegeven. “We zijn voor het eerst, mede op aandringen van de spelers, overgestapt naar het zaterdagvoetbal. Dat heeft, in combinatie met het nieuwe complex, voor een aanwas aan nieuwe spelers gezorgd. Verder merken we ook dat er extra aantrekkingskracht is op sponsoren die zich aan de club willen verbinden. Daar zijn we uiteraard enorm blij mee en zegt ook hoe de club leeft bij veel mensen. Het is een bekroning voor jarenlang geduld en heel hard werk.”

Natuurlijk zijn er nog wat kinderziektes die stapje voor stapje moeten worden weggewerkt maar volgens de voorzitter is dat niet noemenswaardig en wordt dat geleidelijk gerealiseerd. Verder heeft de club voor de toekomst nog wel een aantal wensen. “Dat gaat dan om de parkeersituatie. Daar wordt naar gekeken hoe dat anders kan en moet. En verder? Misschien nog een stuk extra verduurzamen met zonnepanelen. Maar voorlopig zijn we vooral blij. En heel erg trots met wat we hebben gerealiseerd.”

Klik hier voor meer informatie over Vivoo
Klik hier voor meer artikelen over Vivoo

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.