Home Blog Pagina 16

Tijdelijke expositie DSC in het Driels Museum!

0

Medio september opent in het Driels Museum een tijdelijke expositie over DSC. Het Driels Museum, gelegen aan de Teisterbantstraat, is een lokaal museum dat de geschiedenis van de regio Kerkdriel tentoonstelt.

De collectie van het museum richt zich op lokale tradities, ambachten en het dagelijk leven van de inwoners door de eeuwen heen.

Naast deze permanente tentoonstelling heeft het museum een tijdelijke expositie rondom een bepaald thema.

Eind 2024 kreeg DSC de vraag of zij het onderwerp van een tijdelijke tentoonstelling wilden zijn. Na overleg om te kijken wie hieraan vanuit DSC zouden kunnen meewerken aan de voorbereidingen is gestart met oproepen via Narrow Casting in het clubhuis en social media aan DSC-ers en oud leden en betrokkenen. Van vele kanten zijn veel spullen zoals foto’s, films, oude clubbladen etc aangeleverd. Ook enkele zeer bijzondere stukken waarvan velen niet wisten dat het (nog) bestond. Ook had het Driels Museum zelf een groot bijzonder stuk, nog uit de 2e wereldoorlog, in bezit tot ieders verrassing. Tijdens deze expositie komt niet alleen de geschiedenis van de club aan bod, ook komen (oud) spelers, trainers, sponsoren en vrijwilligers aan het woord en in beeld.

Rondom de expositie over DSC worden er daarnaast diverse activiteiten georganiseerd. Zo is er een kleurplatenwedstrijd voor de jongste jeugd en worden jeugdspelers uitgedaagd om hun ‘eigen’ DSC – tenue te ontwerpen.

De expositie is te bezoeken tijdens de vaste openingstijden van het museum, te weten: zondagmiddag tussen 14.00 uur en 17.00 uur, en maandagavond tussen 19.30 en 22.30 uur.

In de maand september is het Driels Museum extra geopend op zaterdagmiddag (14.00 – 17.00 uur) vanwege de wedstrijden van DSC 1 op zondagmiddag. De toegang tot het museum en de expositie is gratis.

De verwachting is dat de expositie tot eind 2026 zal lopen.

Heeft u na het lezen van dit artikel nog spullen die de tentoonstelling kunnen verrijken, neem dat contact op met expositie@vvdsc.nl

Klik op DSC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op DSC voor meer informatie over de club.

‘Dit voelt voor ons een beetje als een tweede thuis’

0

Twee echte RSV‘ers, oud-voetballers van het eerste en allebei bestuurslid bij de club. Lesley en Davy Suijkerbuijk kunnen niet zonder elkaar én de voetbal. En dus spelen de twee broers sinds dit seizoen samen in het tweede. “Dit voelt voor ons een beetje als een tweede thuis.”

In het geval van Lesley (32) lange tijd als rechtsback van het eerste elftal. “Ik voetbal vanaf mijn vijfde bij RSV en heb veertien jaar in het eerste gespeeld. Afgelopen seizoen ben ik daar pas gestopt.” Nooit weggeweest, omschrijft de jongste van de twee het duo als echte RSV’ers. “Dat is ook een beetje het typerende van een dorpsclub en ons kent ons. We zijn in Rucphen geboren en getogen, dan is de voetbal dichtbij en kom je op de fiets. In al die jaren hebben we een hoop vrienden gemaakt.” Datzelfde, geldt voor de 36-jarige Davy. “Ik kom hier nu ruim dertig jaar, RSV voelt als een tweede thuis. Waar ik kan helpen, doe ik dat.”

Achter de schermen

Bijvoorbeeld als kantinebeheerder, vertelt Davy. “Dat doe ik sinds 2019. Om te voorkomen dat er verplichte bardiensten kwamen, heb ik die functie op me genomen.” Vooral achter de schermen, zo blijkt. “We hebben een vrijwilligersclubje opgericht, van een mannetje of twintig. Die zijn keihard nodig en draaien om de beurt een bardienst. Ik ben meer bezig met het maken van de roosters, het bijhouden van de voorraad en het regelen van de financiële dingen met onder andere leveranciers.” Naast het training geven aan het team van zijn zoontje, de JO7, is dat alles goed te behappen. “Vroeger werkte ik altijd in de horeca, dus ik heb wel wat ervaring. Dat zit er daardoor toch een beetje in.” Een manusje-van-alles dus, net als zijn broertje. “Sinds dit seizoen zit ik in het hoofdbestuur, voor alle technische zaken omtrent de senioren. Dus het aanstellen van trainers, het indelen van de teams óf de velden en het voeren van gesprekken met de staf van ieder elftal.” En dat terwijl Lesley twee jaar geleden begon, met een andere functie binnen de vereniging. “Ze zochten een secretaris, maar die was lastig te vinden. Toen wilde ik best wel kijken of het wat voor mij was. Uiteindelijk ben ik gaan meelopen, tot er iemand anders bij kwam.” Een ‘transfer’ naar technische zaken volgde. Net als die naar het tweede. Samen met zijn broer. “Hij is voornamelijk leider, ik geef op donderdag de training.” Maar spelen, doet vooral Lesley, ook nog steeds. “Ik wil op zondag nog wel graag voetballen, Davy doet alleen mee als het écht nodig is.” Zoals vroeger bij het eerste, waar ze met elkaar de rechterkant vormden. Al was dat maar kort. “Alles bij elkaar, misschien één seizoen. In de jeugd speelden we ook nooit samen, door het leeftijdsverschil.”

Betrokken blijven

Dat leeftijdsverschil, merkt Davy bij het tweede, nu ook nog steeds, lacht hij. “De rest is een stuk fitter én jonger dan ik. Ik ben echt de oudste.” De rolverdeling, is dan ook duidelijk. “Ik sta op donderdagavond regelmatig in de kantine, om te zorgen dat die jongens na de training wat te drinken hebben.” Maar in het weekend, is de voormalig jeugdkeeper er gewoon bij. “Het is leuk om in die kleedkamer te zijn en af en toe te spelen op plekken waar ik nodig ben. Het gaat voor mij vooral om de gezelligheid.” En het regelen van allerhande zaken. “De wasbeurten, de tenues en de materialen.” Davy, voornamelijk keeper geweest in lagere elftallen, dacht afgelopen jaar dan ook eigenlijk aan stoppen. “Maar Lesley wilde graag samen naar het tweede. Dus ben ik nog maar een seizoentje doorgegaan.” En zonder spijt. “RSV is een warme vereniging, waar iedereen voor elkaar klaar staat. Alles is goed geregeld. Voor mij is het echt het totaalplaatje.” Lesley, inmiddels woonachtig in Sprundel, beaamt dat. “Daarom willen we ook graag betrokken blijven bij de club, buiten de voetbal om. Om te zorgen dat het goed gaat met RSV.” En voorlopig, gaat het goed, vertelt hij. “De club is groeiende, vooral bij de jeugd. Er komen nieuwe kleedkamers en het zou mooi zijn als er ooit ook nog ergens een extra veld of kunstgras zou komen. Mocht dat mogelijk zijn.” Zijn steentje daaraan bijdragen, ziet de jongste van de twee zichzelf dan ook nog wel even blijven doen. “Ook op dit vlak, zou ik mezelf graag verder willen ontwikkelen. Zodat we hopelijk steeds meer jeugd, bij de senioren betrokken kunnen blijven houden.” Zijn broer, wonend in Rucphen, ziet zijn toekomst bij de ambitieuze club precies hetzelfde voor zich. “We staan er goed op. Dus zolang het te behappen blijft, doe ik het met alle liefde en plezier. Dan fiets ik graag naar RSV!”

Klik op RSV de laatste artikelen over de club.
Klik op RSV voor meer informatie over de club.

‘Misschien is het beter om in de vierde klasse te gaan bouwen’

0

Na onderaan te zijn geeindigd met  VVR in de derde klasse, probeert Milan Daemen de moed erin te houden. “We willen het seizoen in ieder geval met een goed gevoel afsluiten.”

Hoe lastig dat misschien ook is, als hekkensluiter van de derde klasse. “We hebben wel eens betere tijden gehad”, concludeert Daemen (25) met gevoel voor understatement. “Al wisten we vooraf al dat het lastig ging worden.” De verklaring voor de mindere resultaten, is dan ook simpel, legt hij uit. “Er zijn vijf goede én belangrijke spelers gestopt, waardoor de groep kleiner is geworden. Als iedereen fit is, zijn we derde klasse waardig. Hebben we last van blessures, dan zijn we gewoon een vierdeklasser.”

Plezier

Maar desondanks, blijven ze bij VVR positief. “Het is een gezellige groep en de sfeer is goed. Maar die is natuurlijk nog beter, als je regelmatig wint.” Tot nu toe slaagde de ploeg daar in negentien duels drie keer in en dus is er nog wel wat werk aan de winkel. Om in ieder geval directe degradatie te ontlopen. “Ik heb er alle vertrouwen in dat we nog wedstrijden gaan winnen, alleen lijkt het gat naar de nummer elf te groot. Zo eerlijk moet je zijn.” En met een achterstand van vier punten op zowel Clinge als BSC, zou Daemen daar wel eens gelijk in kunnen hebben. “De competitie is een stuk sterker geworden, ten opzichte van vorig seizoen. Je merkt gewoon dat ploegen kwalitatief beter zijn.” Een niveautje lager gaan voetballen, betekent volgens de middenvelder dan ook niet het einde van de wereld. “Tuurlijk wil je zo hoog mogelijk spelen, maar wat niet kan, kan niet. Uiteindelijk voetbal je toch voor je plezier. Dan is het misschien beter om in die vierde klasse te gaan bouwen en meer wedstrijden te winnen.” Hij kan het weten. “Vanaf mijn zesde voetbalde ik nooit ergens anders. In al die jaren bij het eerste, heb ik zowel promotie als degradatie meegemaakt.” Maar in welke klasse ze ook speelden, één ding veranderde nooit. “Het is hier altijd gezellig! Rijsbergen is natuurlijk maar een klein dorpje, dus het is heel hecht en iedereen kent elkaar.” Ook na een nederlaag op de zondagmiddag. “Na de wedstrijd is het altijd wel even zuur, daarna wordt er al snel weer een biertje gedronken en samen gelachen. Zoals het hoort.”

Rust nemen

En waar ook Daemen, volgend seizoen nog van kan blijven genieten. Al klinkt dat vanzelfsprekender, dan het daadwerkelijk is. “Ik wil graag nog zo lang mogelijk blijven voetballen, maar vanwege fysieke problemen, bekijk ik het echt per jaar.” Want de Rijsbergenaar, sukkelt met blessures, zoals hij het zelf noemt. “Er is iets niet goed met mijn achillespees, daarom loop ik ook met steunzolen. Eigenlijk zou ik een paar maanden rust moeten nemen. Het spelletje is alleen nog te leuk…” In zijn geval als balafpakker op zes. “Als ik de bal heb, lever ik hem zo snel mogelijk in bij teamgenoten die er veel betere dingen mee kunnen dan ik.” Hopelijk voor Daemen, zijn dat soort jongens er volgend jaar bij VVR ook nog genoeg. “Ik denk dat de meeste basisspelers wel zullen blijven en dat er misschien vier spelers gaan stoppen. Dat moeten we dan op zien te vangen met gasten uit de jeugd of het tweede. Ik ben ervan overtuigd dat we dat kunnen.” Maar niet voordat dit seizoen met een goed gevoel is afgesloten. “Ik hoop dat we nog een paar potjes kunnen winnen, dan zien we wel waar we staan. We willen er in ieder geval allemaal voor vechten!”

Klik op VVR voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VVR voor meer informatie over de club.

‘Er wordt nu soms te veel op het bordje van keepers gelegd’

0

Ballen vangen, positie kiezen en natuurlijk meevoetballen. Het is een kleine greep uit de dingen die Rob Schulten zijn keepers als keeperstrainer bij DSE wekelijks probeert te leren. En die positie, wordt steeds belangrijker, merkt de oud-doelman. “Je bent nu echt onderdeel van het team.”

Hoe anders was dat in zijn tijd, als keeper van onder meer Internos, Unitas’30 en RBC Roosendaal. “Toen moest je alleen maar ballen tegenhouden, nu moet je ook veel meer meevoetballen.” Al is dat eerste, volgens Schulten (56) nog altijd wel de hoofdtaak van een doelman. “Soms wordt er te veel op het bordje van keepers gelegd. We moeten ook niet gaan overdrijven. Je moet gasten vooral op hun sterke punten benutten.” En met al zijn ervaring, kan de inwoner van Etten-Leur het weten. “Ik heb tot mijn 36ste gekeept, daarna ben ik keeperstrainer geworden.”

Brutaal zijn

Bij onder meer Roosendaal, Rood Wit, Unitas’30, Internos en de jeugd van zowel RBC als FC Dordrecht. “Na acht jaar bij Rood Wit, was ik toe aan een nieuwe uitdaging.” Dat werd zeven seizoenen geleden, dus DSE. “Op dinsdag en donderdag, geef ik keeperstraining aan de keepers van de selectie én de jeugd.” Al gaat het verder dan dat, vertelt Schulten. “Ik ga ook naar wedstrijden of trainingen kijken, zodat ik weet wat die jongens hun tekortkomingen zijn. Daar kunnen we dan vervolgens weer op trainen.” Hoe ziet zo’n training er over het algemeen uit? “Bij de jeugd is het vooral de basis. Dus vangen, voetenwerk en positie kiezen. Bij de keepers van de selectie zijn het meer hoge ballen, kort werk en schoten.” Maar ook het meevoetballen, vergeet Schulten niet. “Aannemen, vooraf kijken en dan op de goede snelheid doorspelen.” In combinatie met een stukje karakter, legt hij uit. “Als doelman moet je een beetje brutaal zijn. In mijn tijd, hadden keepers echt haar op hun tanden. Die gingen gewoon een duel aan. Nu zijn ze allemaal een beetje lief, dat is de mentaliteit van tegenwoordig.” Hoe dat komt? “Vroeger hadden we niks anders dan voetbal. Nu hebben ze eigenlijk geen tijd. De echte diehards, zijn er niet meer.” Op Coen Jansen, doelman bij het eerste van DSE, na dan misschien. “Die werkt keihard en is daardoor hartstikke gegroeid. Dan heb je ook als keeperstrainer, toch een beetje eer van je werk.”

Leren van tv

Werk waar Schulten ook na al die jaren, nog altijd van geniet. “Het blijft ontzettend leuk om te doen! Ik ben graag buiten en het is mooi om die keepers beter te maken. Daar haal ik mijn voldoening uit.” Op de voor hem nog altijd mooiste positie, in het veld. “Je bent een eenling in het team, maar daardoor kun je ook de held zijn. In die verantwoordelijkheid, moet je de balans zien te vinden.” Onder meer door goed op te letten tijdens voetbalwedstrijden op tv. “Ik kijk altijd extra naar de keepers, dat zeg ik ook tegen die jongens. Daar kun je heel veel van leren.” Zoals vroeger in zijn geval van de Duitse doelman Harald Schumacher. “Die speelde onder meer bij FC Köln, dat was wel echt mijn idool. Naast Hans van Breukelen natuurlijk.” Hoelang blijft Schulten, die op zondagochtend ook nog zijn eigen keepersschool heeft, training geven bij DSE? “Volgend seizoen blijf ik nog een jaar, maar als ik straks 60 ben, is het wel klaar. Stiekem gaat er toch veel tijd in zitten.” Tijd die Schulten steeds een beetje minder over heeft. “Er was ook interesse van Halsteren, dat heb ik niet gedaan. Ik wil niet meer iedere week gaan kijken of met wedstrijden mee, daar heb ik geen zin meer in.”

Klik op DSE voor meer artikelen over de club.
Klik op DSE voor meer informatie over de club.

TPO is voor Van Run veel meer dan voetbal

0

Dat een voetbalclub vaak meer is dan voetbal, bewijst Jermain van Run als vrijwilliger bij TPO. Want ondanks dat de 25-jarige inwoner van Moerdijk vanwege een blessure zelf niet meer kan voetballen, voelt hij zich meer thuis dan ooit op sportpark De Klaverweide. “Het is voor mij een heel speciale club.”

Mede dankzij zijn vader, vertelt Van Run (25). “Die was vroeger altijd DJ bij het eerste en dan ging ik met hem mee om te kijken.” Begonnen als jeugdvoetballer bij DHV in Zevenbergschen Hoek, was hij vanaf de D’tjes niet meer uit Moerdijk weg te slaan. Tot een blessure roet in het eten gooide. “Ik had last van springschenen, daardoor moest ik stoppen met voetballen.” Maar voor wie denkt dat zijn tijd bij TPO er daardoor opzat, heeft het goed mis. “Sinds vorig seizoen zit ik in het bestuur. Met name om activiteiten te organiseren voor de jeugd en de senioren.” En om sponsoren te regelen. “Ik loop op dat vlak nu vooral nog mee, zodat ik het later misschien over kan nemen.”

Derde helft

Druk genoeg, zou je zeggen. Niet voor Van Run. “Dit jaar ben ik ook trainer geworden van de dames.” Met jarenlange ervaring als jeugdtrainer, een logische stap. Toch? “Het is wel heel anders dan training geven aan de jeugd, moet ik eerlijk zeggen. Daar ben je meer bezig met kinderen leren voetballen, nu is het veel uitgebreider. Komt er ook tactiek of een manier van spelen bij kijken.” Desondanks, blijft ook een hoop hetzelfde, vertelt Van Run. “Ik vind het leuk om met mensen om te gaan én te proberen zo hoog mogelijk te eindigen.” Te beginnen op de training. “We doen veel positiespel en pass- en trappen. Het balletje laten gaan, in plaats van zelf lopen met de bal.” Hoe ziet hij een trainersrol in de toekomst voor zich? “Ooit is het misschien wel de bedoeling om trainer te worden van een eerste elftal, maar voorlopig heb ik geen haast.” Want tijd, komt Van Run stiekem eigenlijk tekort. “Na de wedstrijd van het eerste, zorg ik als DJ altijd voor de derde helft. Dat is vaak héél gezellig.”

Eigen boom

Een taak die hij overnam van zijn vader, nadat die in 2023 overleed. “De club heeft ons heel erg geholpen bij dat verlies. Dan zie je ook weer hoe hecht TPO is. Het is echt meer dan voetbal.” Met een kerstboom bij de ingang van het sportpark, als eerbetoon. “Mijn vader was een ‘kerstgek’, dus die heeft zijn eigen boom gekregen.” Aan een vertrek bij de voetbalclub, denkt de inwoner van Moerdijk dan ook geen moment. “Ik blijf nog lekker heel lang betrokken bij TPO.” Al is het alleen maar, voor de gezelligheid langs de lijn. “Op zondag staan er gewoon 80 man te kijken. In de vijfde klasse, dan doe je toch iets goed.” Mede dankzij, wat Van Run allemaal doet voor de club. “Dat valt wel mee, toch?” Sluit hij met gevoel voor understatement lachend af.

Klik op TPO voor de laatste artikelen over de club.
Klik op TPO voor meer informatie over de club.

Wernhout wint moeilijk: ‘Maar we zijn ook lastig te verslaan’

0

Het had beter, maar zeker ook slechter gekund. En dus staat vierdeklasser Wernhout al met al waar ze horen te staan. Tenminste, dat vindt Hein Roelands. En dus kijkt de 23-jarige middenvelder stiekem alvast een beetje naar volgend seizoen. “We weten wat we beter kunnen doen.”

Naast slimmer worden, is dat vooral het afmaken van de kansen, vindt Roelands. “Nu houden we tegenstanders vaak nog te lang in de wedstrijd.” Want om te kunnen winnen, moet je scoren. Naast natuurlijk de nodige energie leveren. “We hebben veel voor elkaar over. Dat is meestal ook de reden dat we punten pakken.” Met een plek in de brede middenmoot tot gevolg. “Het had beter gekund, maar al met al is het terecht waar we nu staan.”

Gelijkwaardig

Een echte doelstelling hadden ze bij Wernhout, na de degradatie van afgelopen seizoen, dan ook niet. Behalve Roelands dan. “Dat was per persoon een beetje verschillend. Ik durfde wel te zeggen dat we weer terug naar die derde klasse wilden.” Teamgenoten waren iets terughoudender, lacht hij. “En die hebben gelijk gekregen!” Hoe dat komt? “We zijn meestal gelijkwaardig en bijna nooit veel slechter of veel beter dan een tegenstander. Daardoor kunnen we ons meten met betere teams, maar moeilijk afstand nemen van mindere teams.” In een competitie waar de intensiteit een stukje lager ligt. “Ploegen in de vierde klasse zijn vooral meer fysiek.” Toch geniet Roelands daar tot nu toe wel van. “Het is een leukere klasse om in te spelen. Met name vanwege de derby’s.” De komende weken, staat er voor alle teams dan ook nog veel op het spel, vertelt hij. “Er gaan interessante potjes komen.” Van een nieuwe doelstelling, proberen ze bij Wernhout zo ver mogelijk weg te blijven. “We winnen moeilijk, maar zijn ook lastig te verslaan. Dus hopelijk kunnen we op deze plek blijven staan.”

Trotse aanvoerder

Met de club waar Roelands op zijn vijfde begon met voetballen. “Ik woon tegen het voetbalveld aan.” Heel gek, is zijn band met de vereniging dan ook niet. “Met zeven jongens uit mijn vriendengroep ben ik al die jaren samen opgegroeid en speel ik nu in de selectie.” Gezelligheid en plezier, staan dan ook voorop. “Maar op zondag willen we er anderhalf uur lang het beste van maken. Zodat we onszelf daarna in de spiegel aan kunnen kijken en er alles aan hebben gedaan.” Sinds dit seizoen in zijn geval, als aanvoerder van het team. “Vroeger ging ik altijd kijken bij het eerste en dan hoopte je daar zelf ooit te staan. Dus daar ben ik best wel trots op!” Zijn liefde voor Wernhout, gaat dan ook verder dan voetballen alleen. “Waar nodig, probeer ik bij te springen. In de kantine of om training te geven. Daarom ben ik ook een paar jaar jeugdtrainer geweest van de JO13 en JO14.” Kortom, Roelands is meer dan betrokken. “Doordat je vaak op de voetbal ben, ken je inmiddels iedereen.” En ook aan fanatisme, geen gebrek. “Ik ben een speler die graag wil en iemand die vooropgaat in de strijd.” Al heeft de aanvallende middenvelder, ook genoeg andere kwaliteiten. “Een prima loopvermogen, maar wel te weinig goals gemaakt of assists gegeven. Ik zou graag meer kansen willen creëren én afmaken.” Gelukkig, heeft hij daar voorlopig nog alle tijd voor. “Het lijkt me sterk dat ik ooit wegga. Ik zit hier op mijn plek, samen met mijn vrienden. Dus ik zou niet weten waarom. Dit is gewoon mijn club!”

Klik op vv Wernhout voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Wernhout voor meer informatie over de club.

Van Sprundel beleeft met Virtus een leerzaam seizoen

0

Met het vertrek van een aantal sterkhouders en voornamelijk aanvulling vanuit de jeugd, was het dit voetbaljaar voor derdeklasser Virtus afwachten waar ze precies zouden staan. Maar na een uitdagend begin, valt dat de laatste weken allesbehalve tegen, volgens doelman Tom van Sprundel. “Met de 6e plek, kunnen we terugkijken op een goed en leerzaam seizoen.”

Helemaal nadat ze bij Virtus met één zege in de eerste zes duels, lastig aan het seizoen begonnen. “Dragende spelers gingen weg en er kwamen jonge gasten bij. Dus zeker in het begin, was het afwachten hoe dat zou zijn.” Een echte doelstelling, hadden ze bij de club uit Zevenbergen dan ook niet, vertelt Van Sprundel (27). “We wilden eerst kijken hoe we op elkaar ingespeeld zouden raken.” De laatste weken, gaat dat goed. “Maar we hebben helaas ook vaak naar beneden moeten kijken.”

Meer tijd

Met een achtste plek én vier punten voorsprong op de nacompetitie lijkt dat gevaar voorlopig geweken, toch blijft Van Sprundel op zijn hoede. “Ik heb er vertrouwen in dat we nog onze punten gaan halen, maar alles zit nog dicht bij elkaar.” Vertrouwen dat ze bij Virtus, eigenlijk het hele seizoen hebben gehad. “Tuurlijk is het een tijdje wat negatiever geweest. Dat krijg je als je veel verliest. Desondanks, hebben we altijd tegen elkaar gezegd dat het goed zou komen.” En goed, komt het dus waarschijnlijk. “Als we de lijn van de laatste weken door weten te trekken, kunnen we terugkijken op een goed en leerzaam seizoen.” Wat is zijn verklaring voor de betere prestaties? “Meer intensiteit en harder voor elkaar werken. Resultaten zijn daarbij heel belangrijk. Maar ook beter weten wat we moeten doen.” Vooral dat laatste, kost tijd, heeft Van Sprundel gemerkt. “Meer dan gehoopt, om eerlijk te zijn. Normaal komen er geleidelijk jongens vanuit de jeugd bij, nu waren het er in één keer heel veel.” Bepaalde vastigheden, lieten dan ook even op zich wachten. “In de communicatie óf wat je van elkaar verwacht.” Het leverde Virtus, zeker in de beginfase van de competitie, een hoop tegendoelpunten op. “De organisatie stond nog niet en bepaalde wisselingen, pakten niet goed uit.” Hoe was dat voor hem als keeper? “Ik zit daar zelf gelukkig niet zo mee.”

Vrienden

Een vastere basiself, hielp de ploeg uiteindelijk vooruit. Bij de club waar Van Sprundel sinds de F’jes al speelt. “Volgens mij ben ik in de F8 begonnen, als speler.” Tot Erik de Waard, huidig voorzitter van de vereniging, een doelman in hem zag. “Die zei dat ik met mijn lengte en motoriek, beter in de goal kon gaan staan. Daar lagen mijn kwaliteiten eigenlijk ook wel.” Na een half jaartje voetballen, besloot de inwoner van Zevenbergen zijn keepershandschoenen dan ook aan te trekken en die vervolgens nooit meer uit te doen. Het leverde hem stages op bij RBC Roosendaal, NAC en Feyenoord. “Dat is nooit iets geworden, maar waren wel mooie dingen om mee te maken.” Teleurstelling, kende Van Sprundel niet. “Voetbal blijft voor mij een hobby, dus dat wil ik met mijn vrienden doen. Met veel jongens waarmee ik nu in de selectie voetbal, ben ik min of meer ook opgegroeid. Wat dat betreft is het net een soort vriendenteam. Maar dan op een goed niveau.” Met hem dus tussen de palen. Als hij niet geblesseerd is. “Dit is eigenlijk het eerste seizoen, dat ik blessurevrij ben gebleven. Normaal had ik altijd wel last van gebroken vingers of spierblessures.” En dus heeft Van Sprundel regelmatig de kans, om zich te onderscheiden. “Dat is het mooie van doelman zijn, je bent heel belangrijk voor een elftal.” Helemaal in zijn geval. “Ik ben niet echt een technische of explosieve keeper, maar wel iemand die heel erg aanwezig is, probeert te coachen en vertrouwen uitstraalt.” Naast lang en groot, ook goed in de één-tegen-één. Een beetje zoals Manuel Neuer. “Vroeger vond ik dat echt machtig om te zien. Hoe groot hij uit die goal kwam. Daar let je toch altijd extra op, als je naar wedstrijden op tv kijkt.” Om het vervolgens zelf, in de praktijk te kunnen brengen. Bij Virtus. “Ik ga hier nooit weg.” De toekomst, ziet de sluitpost dan ook rooskleurig tegemoet. “Er komt weer een goede lichting vanuit de jeugd aan, dus daar moeten we de balans in zien te vinden.” Maar eerst: “Zorgen dat we in die derde klasse blijven!”

Strijdend Seolto kampioen in de 4de klasse!

0

Net na de winterstop, kregen ze dit seizoen bij vierdeklasser Seolto het gevoel dat ‘het’ er misschien wel eens in zou kunnen zitten. Ook verdediger Kjeld den Braber vol vertrouwen. “Het pakt voor ons allemaal net goed uit.”

En dat is iets, wat ze in Zevenbergen op voorhand eigenlijk niet hadden verwacht, is Den Braber (32) eerlijk. “We hadden niet echt een doelstelling, maar wilden wel graag bovenin meedoen. Al wisten we dat het een sterke competitie was.” Pas net na de winterstop, begon het goede gevoel dan ook steeds meer en meer te leven. “Toen werd het gat steeds groter. Dan denk je wel: het zit er echt in!” Helemaal nadat ook de lastige horde thuis tegen Alliance, overtuigend werd genomen. “Ons hoofdveld is niet al te best, maar gelukkig zijn we een strijdvaardige ploeg. Het spel maken is niet onze grootste kracht en we vinden het niet erg om strijd te leveren. Goed staan en volle bak drukzetten.”

Beste team

Met een uitgebalanceerde selectie, onder leiding van Ricardo van den Bos. “We hebben een goede mix tussen jeugd en ervaring. En de jonge gasten die er vorig seizoen bij zijn gekomen, hebben zich écht ontwikkeld.” Merkt Den Braber ook op de training, lacht hij. “Jong tegen oud wordt steeds moeilijker. Rond de winterstop, begonnen we te verliezen. Dan weet je dat er veel groei in zit.” Gelukkig voor hem, spelen ze op zaterdag niet tegen, maar met elkaar. “We zijn een goed team en hebben alles voor elkaar over. Een vriendengroep die durft te zeggen waar het op staat. Dat maakt het leuk én gezellig.” Met succes. “We slagen er bijna altijd in om een wedstrijd er toch weer uit te slepen. Is het dan geluk of kwaliteit?” Als het aan Den Brager ligt, dat laatste. “Soms lukt het niet om druk te zetten of zijn we voetballend niet de sterkste, maar we zijn wel het beste team.” Bij de vereniging waar de inwoner van Zevenbergen al zijn hele leven rondloopt. “Op mijn zestiende maakte ik al mijn debuut bij het eerste. Sindsdien heb ik altijd in de selectie gespeeld.” In het shirt van Seolto dus. “Rond mijn 22ste had ik wel de ambitie om hogerop te gaan, alleen voetbalde ik hier altijd in een vertrouwde omgeving. Dat was voor mij een belangrijke plus.” En dus groeide Den Braber in al die jaren uit tot een soort kind van de club. “Het is echt een gezelligheidsclub, waar iedereen elkaar kent. Dat geeft een prettig gevoel.” En is genoeg reden om door te blijven gaan. “Ik bekijk het per jaar, maar voorlopig heb ik er nog altijd veel plezier in!”

Neerzetten

Besloten om nog een jaartje door te gaan, is Den Braber ook volgend seizoen, van de partij. “Daar twijfelde ik wel even over… Als we kampioen worden, ga je toch op een hoger niveau spelen. Voeg ik dan nog wat toe? Dat vraag je jezelf altijd af. Zeker dan, moet je iedere wedstrijd vol kunnen knallen. Hoe gaat dat fysiek?” Al maakten die twijfels, snel plaats voor vertrouwen, vertelt hij. “Het gaat nu heel lekker en daarnaast, zie ik genoeg toekomstperspectief in de selectie. We zijn er klaar voor om een leuk seizoen in die derde klasse te kunnen draaien.” Met hem als rots in de branding centraal achterin. “Vroeger was ik vooral een goede mandekker, nu ben ik meer aan het coachen en het team aan het neerzetten. Eerst was ik met name bezig met mijn eigen taak, nu kun je ook echt de tactiek uitvoeren. Daar heb ik wel stappen in gemaakt.” Zonder dat hij de aanvoerdersband draagt. “Dat zorgt misschien toch voor een bepaalde druk, dus dat vind ik helemaal niet erg.” Zolang ze maar kampioen worden. Aan de verdediging, zal het in ieder geval niet liggen. “We hebben een stabiele achterhoede en krijgen weinig goals tegen!”

Klik op Seolto voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Seolto voor meer informatie over de club.

Laurens Rooze timmert met Kogelvangers aan de weg

Na vier wedstrijden bij het tweede, sloot Laurens Rooze aan het begin van dit seizoen aan bij het eerste van vierdeklasser Kogelvangers. En na best wel goede resultaten, zoals de verdediger de tweede plek zelf noemt, heeft de club promotie behaald! 

Helemaal na de degradatie van vorig jaar, vertelt Rooze (22). “We zijn eigenlijk gewoon een derdeklasser. Voetballend gezien, maar ook qua spelers.” Toch moest de inwoner van Willemstad vanaf de zijlijn toezien, hoe zijn club degradeerde. “Ik trainde toen al wel mee met het eerste, maar kwam er dit seizoen pas na vier wedstrijden écht bij.” Onder leiding van trainer Robert Braber. “Die geeft mij heel veel vertrouwen, waardoor ik gewoon lekker mijn eigen spel kan spelen.” Al was die omschakeling vanuit het tweede, in het begin best nog wel even wennen. “Vooral aan het tempo. Het gaat allemaal een stuk sneller en tegenstanders zijn fysieker.”

Hongerig

Maar inmiddels, gaat dat dus goed. Mede vanwege het sterke teamgevoel, denkt Rooze. “We trainen scherp én iedereen is er.” Met een tweede plek tot gevolg. “Het doel was om kampioen te worden, toch kunnen we hier ook tevreden mee zijn!” En niet voor niks, legt hij uit. “Ons team is flink verjongd, dus we zijn allemaal hongerig. Omdat we tactisch sterk zijn, fitter dan de tegenstander en de passie hebben om te winnen, kunnen we veel wedstrijden toch over de streep trekken.” Die stap omhoog, zouden ze bij Kogelvangers dan ook maar wat graag maken, legt Rooze uit. “We zijn voetballend beter dan de meeste tegenstanders, dus ik denk dat die derde klasse goed bij ons zou passen. Daar heb je toch meer teams die ook willen voetballen, in plaats van de bus te parkeren. Soms hebben we het daar tegen verdedigende ploegen nog wel eens moeilijk mee.” Toch overheerst, vooral het goede gevoel. “Het hele team heeft er vertrouwen in dat we kunnen promoveren.” Met de club, waar Rooze al vanaf zijn vierde komt. “Een soort kindje van de club!” Heel gek, is dat overigens ook niet. “Mijn opa is hier 37 jaar voorzitter geweest, dus eigenlijk was Kogelvangers voor mij de enige optie. Vroeger stond ik altijd al langs de lijn bij het eerste en dan hoopte ik daar zelf ook ooit te staan. Dat was toch altijd wel een droom.”

Honderd procent

Eén die ondertussen dus werkelijkheid is geworden. “Ik ben er super blij mee dat het is gelukt.” En zijn opa ook. “Hij steunt me heel erg en komt bij thuiswedstrijden nog altijd kijken.” De liefde voor het groen met wit is er bij Rooze dan ook met de paplepel ingegoten. “Met veel jongens ben ik opgegroeid, daar bouw je dan vanzelf een band mee op. Lekker met je vrienden voetballen, daarvoor ga je uiteindelijk op voetbal. Om daarna samen een biertje te doen.” Het liefste natuurlijk, als er daarvoor is gewonnen. “We proberen steeds minder de lange bal te geven en meer combinatievoetbal te spelen. Daar ligt onze kracht, dus daar zijn we heel erg mee bezig.” In zijn geval, als centrale verdediger. “Ik ben voetballend sterk, dat is mijn grootste kwaliteit. Iemand die niet snel onder druk te zetten is en rust heeft aan de bal.” Al houdt Rooze ook wel van een duelletje, begint hij te lachen. “Duels ga ik altijd voor de volle honderd procent aan!” Toch heeft de jongeling nog wel een belangrijk verbeterpunt, zo vindt de stratenmaker van beroep zelf. “Conditioneel kan het nog wel beter.” Hoe dat komt? “Door mijn werk ben ik ‘s avonds vaak vermoeid. Dat merk je tijdens de training. Dus moet ik eigenlijk proberen harder te trainen.” Want zijn ambities, steekt hij niet onder stoelen of banken. “We willen zo snel mogelijk uit die vierde klasse komen en wie weet daarna wel hoger.” Eén ding is in ieder geval zeker, Rooze is op welk niveau dan ook, van de partij. “Ik wil hier voor altijd blijven, Kogelvangers is echt mijn club. Tenzij ik ergens veel geld kan verdienen, haha!”

Klik op vv Kogelvangers voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Kogelvangers voor meer informatie over de club.

Kyle Walker van VDL op weg naar 500 duels

Ze noemen hem de Kyle Walker van VDL. Melvin Louwen (38) is op amateurniveau in de Waterweg alles wat de Engelse international Walker is in het Europese topvoetbal. Hij eindigt dit seizoen waarschijnlijk op 497 duels en dat betekent dat hij na de zomer nog wel even doorgaat in de hoofdmacht van de Maassluise club.

Vind je zelf ook dat je qua stijl een beetje Kyle Walker bent?

Melvin Louwen: ,,Dat mogen anderen zeggen, vind ik. Zelf dacht ik altijd een beetje een type Cafu, die kon bij Brazilië zo heerlijk opkomen en had ook een groot loopvermogen. Maar waarschijnlijk kennen alleen de ouderen Cafu nog en spreekt Walker meer aan bij de jongere generatie.’’

Was je ook altijd zo’n fan van Cafu?

,,Nee, ik was fan van een aanvaller. Ronaldinho was mijn absolute idool. Zijn stijl en kwaliteit vond ik echt geweldig.’’

Als je één dag zou mogen trainen met een profcoach, wie zou je kiezen en waarom?

,,Dat is niet zo moeilijk, dat is Pep Guardiola. Ondanks dat Manchester City op dit moment wat minder draait – nou ja, ze halen nog steeds een Champions League-ticket, he – vind ik hem een fantastische trainer. Hij heeft zo gigantisch veel gepresteerd in zijn loopbaan. Barcelona, Bayern München en Manchester City hebben alle drie onder zijn leiding droomvoetbal gespeeld. Mooi als ik ook in zijn systeem een opkomende back zou zijn, want dat zijn bij hem bijna vleugelspitsen.’’

Welke ambities heb je zelf nog als speler?

,,ik weet niet of je op mijn leeftijd nog over ambities moet praten. Ik hoop dat ik gewoon zo lang mogelijk fit mag blijven zodat ik in de selectie kan blijven voetballen.’’

Wie is tot nu toe in je carrière de beste speler met wie je hebt gespeeld en waarom?

,,Dat is een inkopper: de gróte Kees Ketting. We hebben jarenlang samen gevoetbald, kennen elkaar door en door. Kees is gewoon één en al voetbal, hij ademt 24 uur per uur voetbal. Nog steeds, hè! Hij was gestopt, maar scoort al weer aan de lopende band in eht eerste. Van zijn passie kunnen veel spelers nog wat leren.’’

VDL is een grote en bloeiende club. Maar het eerste elftal moet hoger spelen. Gaat dat lukken?

,,Dat gaat zeker lukken. Daar geloof ik namelijk heilig in als je ziet wat er in de jeugd allemaal aan zit te komen. VDL zal met nieuwe lichtingen, waaruit het kan putten, hoger gaan spelen.’’

Welke rol zie jij voor je zelf in dat proces?

,,Op dit moment misschien wel een leidende rol, maar ook ik zal qua leeftijd het niet meer zo lang volhouden in het eerste. Dat moet je als ‘oudje’ in zo’n groep ook niet willen. Maar ik zal graag anderen helpen.’’

Ga je die 500 wedstrijden wel halen?

,,Dat aantal gaat er zéker komen! Al wordt het waarschijnlijk volgend seizoen pas.’’

Gaat jouw zoon Kai, die lekker kan voetballen, ooit het shirt van VDL 1 dragen?

,,Mijn zoon zal zéker het shirt van VDL 1 gaan dragen. En daar zal de hele familie trots op zijn als hij ooit in het eerste elftal van VDL speelt.’’

Klik op VDL Maassluis voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VDL Maassluis voor meer informatie over de club.



Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.