Home Blog Pagina 174

De jeugd van Altena heeft weer structuur

Het jeugdvoetbal was de afgelopen twee jaar bij Altena een rommeltje. Tenminste, dat vond onder meer Peter Akkermans. En dus wierp hij zich in september als lid van de technische commissie op, om daar iets aan te doen. “Er moest vooral meer structuur komen.”

En dat is ondertussen, naar eigen zeggen, al aardig gelukt. Ook in de samenwerking met Almkerk. “We hebben echt stappen gemaakt, de afgelopen maanden. Het was even lastig, maar er is nu al veel meer communicatie onderling.” Dat niet alleen. “We zagen dat veel jongens stopten, als ze naar de senioren moesten. Inherent aan de leeftijd en misschien niet te voorkomen, toch kunnen we wel de betrokkenheid vergroten. Bijvoorbeeld door ze al eerder stage te laten lopen.” Daar is voor hem, als vertegenwoordiger van de jeugd in de technische commissie, dus een mooie taak weggelegd. Bij een club, die Akkermans (53) inmiddels meer dan aardig kent. “Ik loop nu een jaar of tien, twaalf bij Altena rond. Maar heb er zelf nooit gevoetbald.”

Korte lijntjes
“Oorspronkelijk kom ik uit Geertruidenberg en al vrij jong, heb ik mij op een carrière als scheidsrechter gestort.” Met succes. “Onder meer twee jaar lang betaald voetbal gefloten. Met die hobby gestopt, toen ik kinderen kreeg.” En juist daardoor betrokken geraakt bij Altena. “De jeugd getraind en coördinator geweest.” Precies waar hij zich nu, dus ook voor inzet. “We willen graag de relatie tussen de jeugd én de senioren versterken. Dit seizoen maken vijf jongens de overstap van JO19 naar de selectie, dat aantal is vrij hoog.” Maar dat is niet het enige, wat ze bij Altena proberen te stimuleren. “Aandacht voor het opleiden van de trainers en meer betrokkenheid van vrijwilligers.” Die structuur staat. “Per leeftijdscategorie (pupillen, onderbouw, junioren en meiden) hebben we twee coördinatoren. Die regelen de dingen binnen hun leeftijdsgroep.” Zoals? “Aandacht voor en het doorstromen van talenten, de trainers of bepaalde problemen. Heel korte lijntjes, eens in de zoveel tijd zitten we samen. Dat soort vrijwilligers, hebben we keihard nodig.” Want, zo vertelt hij. “Ik kan er niet zo goed tegen, als het niet lekker loopt. Het was hier een beetje van de hak op de tak, zo leek het. Daar houd ik niet van.” Daar is in ieder geval verandering in gebracht. “We proberen na te denken over het ontwikkelingstraject van een speler. En het beste in iedereen naar boven te halen, ook op de sociale aspecten. Dan komt kwaliteit bovendrijven.” Misschien wel het mooiste van zijn werk. “Het is natuurlijk leuk om jeugd te zien ontwikkelen en te volgen wat voor voetballers het worden.”

Relatie opbouwen
Uiteindelijk met als doel, de selectie, aldus Akkermans. “Anders loopt de bovenkant leeg, je hebt doorstroming nodig. Van de jongere jeugd, naar boven toe. We willen het graag met eigen jongens doen, lokale talenten.” Daar hebben ze tot nu toe, een goede stap in gemaakt, vindt hij. “Laten zien dat ze een kans krijgen, als ze het goed doen. Door ze te betrekken en ook echt mee te laten lopen.” Ook zodat ze bij Altena, meer zicht hebben op ieders kwaliteiten. “Vooral om jongens te behouden. Dat kan net zo goed in een lager team zijn, waar ze dan misschien beter in passen. Ook dan moet je ze al mee laten trainen met een seniorenteam, om een relatie op te bouwen. Juist dan blijven ze.” Want, zo is Akkermans van mening: “De sportieve prestatie is belangrijk en we willen zo goed mogelijk voetballen, maar het moet vooral ook een gezellige vereniging zijn. Zonder de balans tussen kwaliteit en het sociale uit het oog te verliezen.” De basis staat, tijd om verder te borduren. “We willen ouders meer betrokken krijgen, omdat we het toch echt samen moeten doen.” Bijvoorbeeld door een extra beetje waardering. “Trainers die allemaal in dezelfde kleding lopen. Ze moeten trots zijn, om met hun team op pad te gaan en de club te vertegenwoordigen.” Aan het enthousiasme van de inwoner van Nieuwendijk, zal het in ieder geval niet liggen. “De jeugd wordt weer gehoord in de ‘TC’. We zijn onderweg, maar eigenlijk nog maar net begonnen.”

Klik op Altena voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Altena voor meer informatie over de club.

Leon Annokkee laat mooie erfenis na bij FC Lisse

0

Geen rondjes meer lopen rond het veld op Ter Specke, maar een vaste zitplaats op de tribune. Leon Annokkee ruilde het voorzitterschap van FC Lisse deze zomer in voor een betaalde functie als algemeen directeur bij eerstedivisionist Telstar. “Ik heb er ontzettend veel zin in.”

Op Ter Specke nam hij op 29 juni afscheid als voorzitter als hij zijn laatste ledenvergadering van de club heeft geleidt. Tijdens diezelfde vergadering werd Kee-Hoei Tan geïnstalleerd als opvolger van Annokkee. “Kee-Hoei draait al een tijdje mee met het bestuur om te kijken hoe één en ander gaat”, zegt hij. Zoals Annokkee zelf al een beetje aan het inwerken is bij Telstar. “Ik heb al diverse kennismakingsgespreken gehad, om de organisatie en de mensen bij de club beter te leren kennen.”

“Het wordt een drukke zomer”, vervolgt Annokkee met kleine lachje. “Op 28 juni de ALV bij FC Lisse en op 1 juli begin ik bij Telstar. Het wordt een korte vakantie.”

Annokkee geeft aan dat zijn vertrek bij FC Lisse niets te maken heeft met zijn nieuwe avontuur bij de betaald voetbalclub uit Velsen-Zuid. “Ik had in september al aangegeven in het bestuur van FC Lisse dat dit mijn laatste seizoen zou worden als voorzitter. Telstar speelde toen helemaal nog niet. Achteraf past het precies. Bij FC Lisse is een speciale commissie op zoek gegaan naar mijn opvolger en met Kee-Hoei is deze gevonden.”

Annokkee (49) trad in 2009 aan als bestuurslid en werd vijf jaar later voorzitter. Hij speelde in die periode een belangrijke rol in de ontwikkeling van de club. “Toen ik 2009 bestuurslid werd, was het voor het bestuur vooral puinruimen. De club stond er in veel opzichten niet zo goed voor. Met elkaar hebben we ervoor gezorgd dat we in, het aantal leden, de accommodatie, organisatie en ook met het prestatievoetballen mooie stappen hebben gemaakt.”

De nieuwbouw op Ter Specke loopt als een rode draad door de bestuurscarrière van Annokkee. “De eerste stappen zijn gezet in 2010. Het was een mooi, enerverend en soms ook een frustrerend proces, maar er is nooit een plan B geweest. Het resultaat van wat er nu staat komt op conto van de aanhouder. Ik heb dat zeker niet alleen verwezenlijkt, maar met een grote groep mensen. Chris van der Salm bijvoorbeeld is erg belangrijk geweest in het proces. Met de gemeente samen zijn we op een financieel verantwoorde wijze tot een mooi project gekomen.”

Dat hij afscheid neemt van FC Lisse als tweede divisionist doet hem ook goed. “We hebben als promovendus een uitstekend jaar gedraaid. Het is goed om weer terug te zijn in de tweede divisie en ook mooi om te zien dat de jeugd daarin een belangrijke rol speelt.”

Hij krijgt volgens velen nu een droombaan: algemeen directeur bij Telstar, dé cultclub van Nederland. Bij de Witte Leeuwen volgt hij de kleurrijke Pieter de Waard op. “Ik heb er super veel zin in. Het is natuurlijk niet zo dat de club opnieuw moet beginnen. Er ligt een mooie basis. Ik hoop dat ik een bijdrage kan leveren dat Telstar de komende jaren stapjes kan blijven maken.”

Er zijn in Velden-Zuid uitdagingen genoeg. Aan de ene kant sportief blijven meedoen in de eerste divisie, aan de andere kant zijn er ontwikkelingen rondom sportpark Schoonenberg, waar behalve Telstar nog meer verenigingen huizen. ‘’Ja, het is betaald voetbal, maar in de basis speelt er hetzelfde als bij FC Lisse. Met een iets andere schaal qua organisatie, maar het is en blijft voetbal.”

Zijn voorganger Pieter de Waard, zo bleek tijdens de vorig jaar uitgezonden documentaire ‘tussen vis en staal’ waarin Telstar in coronatijd werd gevolgd, zat altijd op kantoor tijdens thuiswedstrijden omdat hij té zenuwachtig was. Annokkee zal wel op de tribune te vinden zijn. “Ik zal wel even moeten wennen aan mijn vaste plek. Bij FC Lisse was ik gewend om rond het veld te lopen, om een praatje hier en daar te maken.”

Klik op FC Lisse voor de laatste artikelen over de club.
Klik op FC Lisse voor meer informatie over de club.

SHO-Ereleden Adrie en Nel Troeleman ook ‘koninklijk erkend’

0

OUD-BEIJERLAND – De wedstrijden van de hoofdmacht van SHO hadden in de slotfase van de competitie in de eerste klasse veel weg van een mini-defilé: overal waar Adrie en Nel Troeleman opdoken of tegemoet werden getreden kregen zij warme handdrukken en oprechte felicitaties. En terecht, want sinds de laatste lintjesregen in de gemeente Hoeksche Waard zijn de Oud-Beijerlanders koninklijk onderscheiden. En dat gebeurde ook nog eens tot grote verrassing van het echtpaar tegelijkertijd in De Poort in hun woonplaats, waar burgemeester Charlie Aptroot (VVD) het stel gezamenlijk naar voren riep. Nel: ,,Daar was ik absoluut verbaasd over. Ik wist dat Adrie een onderscheiding zou krijgen, in dat verhaal was ik meegenomen. Maar ik had totaal niet verwacht dat ik op het podium geroepen zou worden. Alle partners van degenen die een lintje zouden krijgen moesten in de zaal blijven zitten, maar uitgerekend ik moest ook op het podium plaatsnemen en blijven staan.’’ En dat deed zij, met een groot gevoel van trots net als haar echtgenoot.

Wedstrijdverslagen
Adrie Troeleman heeft vanaf 1977 ontelbare vrijwilligerstaken vervuld bij Steeds Hoger Oud-Beijerland (SHO). Als zoon van één van de oprichters van de vereniging die in 1930  ins ontstaan, is hij zijn club altijd trouw gebleven. Dat is inmiddels dus al niet minder dan 46 jaar. In die periode was Adrie grensrechter, jeugdleider, bestuurslid van de supportersvereniging en redactielid en vormgever van het maand- en later weekblad ‘De Spil’. Daarnaast voerde hij de ledenadministratie en organiseerde hij het SHO Doelpuntenfonds. Halverwege de jaren’90 maakte hij een aantal jaren deel uit van het hoofdbestuur. In het archiveren van documenten, foto’s en krantenknipsels steekt hij al jarenlang veel tijd (sinds 1993). Hij is al een decennium lang  lid van de onderhoudsploeg (sinds 2013). Adrie ondersteunt de kantinecommissie en staat tijdens de wekelijkse bridgeavonden achter de bar. Verder is hij fotograaf bij evenementen en plechtigheden en maakt hij wedstrijdverslagen voor de website en social media van het eerste team. Vaak opent hij vroeg op zaterdagochtend het complex op sportpark Kikkershoek en sluit hij die in de avond weer af en zet hij het alarm erop.

Gastvrouw
Nel Troeleman is net als haar man Adrie van grote waarde voor SHO. Zij is al sinds 1977 de steun en toeverlaat voor de club. Zij voerde de ledenadministratie en was penningmeester van de supportsvereniging (1985-1995). Daarnaast maakte zij deel uit van de toneelgroep van de voetbalvereniging (van eind jaren’70 tot half jaren’80). In de tachtiger jaren organiseerde zij – net als haar man –  het SHO Doelpuntenfonds en was zij redactielid van het maand- en later weekblad ‘De Spil’. Een aantal jaar was ze penningmeester van het hoofdbestuur, dat was gedurende de jaren’90. Nog steeds is Nel gastvrouw in de bestuurskamer bij de thuiswedstrijden en int zij de entreegelden bij de thuiswedstrijden. Tot haar huidige taken behoren ook het ondersteunen van de kantinecommissie en van de penningmeester van het hoofdbestuur. Tijdens de wekelijkse bridgeavonden is zij (sinds 1987) een vertrouwd gezicht als barvrouw. Zij is het luisterend oor voor alle leden. Verder helpt zij haar man met het archiveren van foto’s en krantenknipsels (sinds 1993). Zo is een unieke verzameling aan mooie historische clubmomenten ontstaan. Hun clubliefde is ongekend en leverde het tweetal al de titel van erelid op, de zilveren speld van de KNVB en het erelidmaatschap van de supportersvereniging die binnenkort zestig jaar bestaat. En nu is er ook de koninklijke onderscheiding, die hen absoluut volkomen terecht ten deel is gevallen. Een oeuvreprijs, die echter nog niet tot afscheid leidt. ,,We zijn allebei nog veel te graag bij de club betrokken.’’

Klik hier voor meer informatie over VV SHO
Klik hier voor meer artikelen over VV SHO

Terugblik op het kampioenschap van Katwijk

0

Katwijk pakte eind mei zijn zevende ster: ‘Die jongens zijn voorgoed legends’

Het feest op sportpark De Krom was wellicht net iets groter dan vorig jaar toen ook de titel werd veroverd. Het kampioenschap in de tweede divisie van afgelopen seizoen gaf iedereen bij Katwijk meer voldoening. “Op de laatste speeldag op deze manier kampioen worden, dat is het mooiste wat er is.”

“Het moest gebeuren”, zei Ahmed El Azzouti over zijn winnende goal, vlak voor tijd. “Ik stond op de goede plek. Ik had al een paar kansen gehad, deze moest erin.”

“Of hier ik van gedroomd heb? Meerdere keren.”

De 32-jarige spits bezorgde zichzelf daarmee een fraai afscheidscadeau. Dat hij uitgerekend scoorde tegen zijn nieuwe werkgever Spakenburg, waar hij komend seizoen voor uitkomt, deerde hem niet. “Ik heb bij Katwijk twee jaar geknald. Of ze me gaan missen? Dat denk ik niet, als er spelers weggaan komen er ook weer nieuwe spelers. Ik denk dat er altijd bij Katwijk weer nieuwe jongens opstaan.”

Uitglijder in Maassluis

Cadeau kreeg Katwijk het kampioenschap zeker niet. Na de bananenschil in Maassluis, waar de oranjehemden met 5-3 verloren van Jong Sparta, was de titel ver weg. AFC en Rijnsburgse Boys stonden op poleposition, maar maakten echter op de voorlaatste speeldag een misstap.

Daardoor had Katwijk zijn titelkansen weer in eigen hand en kon tegen Spakenburg het record van zeven amateurtitels van IJsselmeervogels worden geëvenaard.

Hoewel tegenstander Spakenburg, uitgespeeld, de dagen ervoor feest vierde op Ibiza – cadeautje vanwege de succesvolle bekercampagne – maakte trainer Chris de Graaf al duidelijk dat de ‘blauwen’ hun sportieve plicht zouden doen. “We komen hier niet om het feestje van Katwijk te verstoren”, zei hij vooraf. “Katwijk heeft een goede ploeg, daar hebben wij respect voor, maar wij geven geen cadeautjes weg.”

Gemiste strafschop

Zijn spelers hielden woord, want Spakenburg gaf Katwijk inderdaad de zege niet cadeau. Voor rust leek de thuisploeg op voorsprong te komen toen het een strafschop kreeg maar aanvoerder Robbert Susan miste. Toen Spakenburg op een 1-0 voorsprong kwam, begon de spanning tot het kookpunt op te lopen op De Krom. Na de gelijkmaker bleef Katwijk drukken en drukken. Uiteindelijk viel kort voor tijd de verlossende treffer van El Azzouti.

“Ik hoorde al podcasts dat Katwijk niet goed was in kampioenswedstrijden. Dat kan bij deze tafel ook weer van tafel”, reageerde Katwijk-trainer Anthony Correira.

Zó dominant

De oefenmeester zei dat hij ‘m niet had geknepen. “We waren zó dominant in de tweede helft. Ik had steeds het gevoel dat het goed zou komen. We hebben Spakenburg negentig minuten onder druk gezet en bij de strot gepakt. Mooi man.”

“We hadden een plan en aan dat plan hebben we ons maximaal vastgehouden. We zijn een stel fucking strijders.”

Geschiedenis geschreven

“Die jongens zijn voorgoed legends. Ik heb het daarover voor de wedstrijd ook over gehad.  Je kan op bepaalde momenten geschiedenis schrijven. Als je die momenten kan omarmen en pakken is dat het mooiste wat er is. De mannen staan voor de rest van hun leven in de boeken. Dat gun ik ze. Zoals ik het heel de club gun, want dit is zó speciaal. Twee op rij. Veel teams lopen de laatste minuten voor het laatste fluitsignaal de andere kant op, wij blijven gaan.”

Kampioenschap van het karakter

Velen betitelen het nieuwe kampioenschap van Katwijk als ‘het kampioenschap van het karakter’. De ploeg van Correira kende namelijk allesbehalve een sterke eerste competitiehelft. De eerste wedstrijd werd nog met grote cijfers gewonnen van Jong FC Volendam, maar daarna waren de resultaten wisselvallig. Begin september leed Katwijk zijn eerste nederlaag bij AFC in Amsterdam (1-0). Na de 1-3 zege in de derby met Quick Boys volgden tweemaal een 0-0, tegen De Treffers en IJsselmeervogels. Het dieptepunt was de 4-0 nederlaag op 8 oktober in de derby met Rijnsburgse Boys. “We hebben geen moment gewanhoopt”, zei aanvoerder Robbert Susan na de zege op Spakenburg. “Ook niet toen we zeven, acht punten achter stonden. Deze ploeg heeft karakter en dat heeft ons erdoor heen gesleept”, zei hij, terwijl hij sprak van een krankzinnige serie van zijn ploeg.

Sterk na de jaarwisseling

Na de moeizame eerste competitiehelft waarin titelprolongatie ver weg was, begon Katwijk na de jaarwisseling aan een indrukwekkende serie. De bekerzege tegen Urk was de opmaat voor een fraaie reeks overwinningen, beginnend met de thuiszege op Noordwijk (2-1). Scheveningen, Quick Boys en ook AFC en De Treffers moesten eraan geloven. In die fase werd alleen niet gewonnen van Spakenburg (1-1).

Op 22 april was er een klein slippertje tegen Koninklijke HFC (1-1). Katwijk had toen inmiddels de koppositie veroverd. Die eerste plaats moest het echter afstaan toen in Maassluis in een knotsgekke wedstrijd met 5-3 werd verloren van Jong Sparta. AFC en Rijnsburgse Boys hadden opeens de beste papieren, Katwijk had zijn titelkansen met nog twee speelronden te gaan niet meer in eigen hand. Op de voorlaatste speeldag morsten de concurrenten echter punten waardoor een zuinige zege op Kozakken Boys voor Katwijk volstond om terug op de troon te komen. Om daar vervolgens op te blijven zitten.

Mooiste kampioenschap

“Hij wilde er maar niet in”, zei Kay Blokland over zijn bevrijdende gelijkmaker tegen Spakenburg. “Hij wilde er maar niet in, totdat ik die bal voor mijn voeten kreeg.”

De verdediger nam het zijn teamgenoot Robbert Susan niet kwalijk dat hij in de eerste helft de strafschop miste. “We weten van elkaar: wat er ook gebeurt, als we doen wat we moeten doen, dan gaat ie gewoon vallen. We kwamen 1-0 achter, maar we gingen drukken. En hij viel.”

Blokland rijdt in de week met Rick van der Meer en Jean-Paul van Leeuwen vier keer vanuit het Rotterdamse naar Katwijk. “We weten waarvoor we het doen. Dit is oprecht de mooiste club die er is. Dat zeg ik niet omdat er nu speel, maar dat hoor ik ook van spelers die hier op bezoek komen. Het is bizar hier.”

Voor Blokland was het al de derde titel met Katwijk. “Ik heb in de kleedkamer gevraagd aan Robbert Susan wat we de mooiste vonden. We vonden allebei dat dat deze is. Als je ziet hoe ver we achterstonden en welke reeks we hebben neergezet, wat ook het gevoel was tijdens die reeks, dit was toch de mooiste.”

Jagen

Ook na de nederlaag bij Jong Sparta bleef Blokland hoop op de titel houden. “We zijn al vaker opgestaan. We zijn gaan jagen. Wij wisten dat Rijnsburg nog niet eerder in deze positie was geweest, wij hadden die ervaring wel. Dat doet toch wat met je. Daar hebben we maximaal van geprofiteerd. We wisten dat we fitter zijn dan de andere teams en dat onze kracht ligt in de laatste dertig minuten. Daarom ook hebben we vandaag geen moment gewanhoopt toen we met 0-1 achter kwamen.”

Klik op VV Katwijk voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Katwijk voor meer informatie over de club.

Goof van de Nieuwegiessen manusje van alles bij Wilhelmina’26

Actief in het jeugdbestuur, trainer van de kabouters en waar nodig achter de bar. Maar ook het materiaal, valt onder zijn beheer. Kortom, als er bij Wilhelmina’26 wat moet gebeuren, weten ze Goof van de Nieuwegiessen te vinden. “Als er iets te klussen is, kom ik helpen!”

De ballen of de kleding klaarleggen voor het weekend? Van de Nieuwegiessen doet het. Kaartjes verkopen in het kassahokje bij het eerste? Bel hem maar op! Bij Wilhelmina’26 kunnen ze letterlijk en figuurlijk niet zonder ‘m, maar andersom eigenlijk ook niet. “Ik woon op loopafstand van de club. De gezelligheid onder elkaar, ondertussen heb je zoveel vrienden gemaakt. Op zaterdag ben ik er van zeven uur ‘s ochtends, tot acht uur ‘s avonds. Leuk toch?”

Genieten
Bijna net zo leuk, als zijn eigen actieve voetbalcarrière. “Vanaf mijn achtste, tot mijn 42ste heb ik gevoetbald. Bij de selectie gestopt toen ik dertig was. Daarna nog tussen de veteranen.” Een toch wel bijzonder verhaal. “Ik ben vroeger begonnen als keeper, dat heb ik een jaar of drie gedaan, daarna heb ik gevoetbald tot mijn dertigste. En vervolgens? Ben ik weer gaan keepen!” Linksback, linkshalf of doelman, het maakte Van de Nieuwegiessen, die puur links was, allemaal niks uit. “Voetballen of op doel, ik vond het allebei net zo leuk.” Slechte knieën dwongen hem uiteindelijk een punt achter het avontuur te zetten.  Maar tijd om niks te doen, had de 57-jarige clubman daarna natuurlijk niet. “Of ik wat wilde doen, vroegen ze… Uiteindelijk ben ik er zo ingerold.” Een understatement. Want na bijna veertig jaar als jeugdleider bij de F én de E, en vier seizoenen als trainer van de kabouters, kun je dat gerust wel stellen. “Het is gewoon leuk om met kinderen om te gaan. Als die plezier hebben, dan is het goed hè?” En plezier, dat hebben ze. “We trainen natuurlijk heel speelsgewijs. Op doel schieten en doelpunten maken, dan zie je ze zomaar genieten. Fleuren ze helemaal op!” En hijzelf, natuurlijk ook. “Iedere zaterdagmorgen, van tien tot elf. Dan is het feest.”

Trots
Het is onderdeel van een inmiddels vast ritueel. “Als de mannen van één thuis spelen, zit ik eerst in het kassahokje, om kaartjes voor de entree te verkopen. Daarna ga ik kijken.” Spelen ze uit? “Dan blijf ik bij Wilhelmina, om andere teams op te vangen.” Of om even te blijven hangen, met de veteranen. “Op zaterdags doen we altijd gezellig een biertje.” Van de Nieuwegiessen geniet er, ook als hij praat over zijn gekregen lintje, nog altijd zichtbaar van. “De Parel van Altena! Dat is toch een mooie waardering vanuit de club? Daar ben ik echt trots op.” En trots, is de vrijwilliger in hart en nieren sowieso wel. Ook op de club. “Ik hoop dat we over drie jaar ons 100-jarig bestaan mogen vieren. Maar dat moet wel lukken.” Van heel die periode, maakte Van de Nieuwegiessen zelf, dus een flink deel mee. Hij heeft in die tijd vooral de mentaliteit, behoorlijk zien veranderen. “Veel makkelijker afzeggen. Dat is niet meer zoals twintig jaar geleden. Dan had je een team van dertien of veertien man, die er gewoon altijd waren.” Toch blijft hij alles voorlopig, of het nou achter de bar staan, spullen klaarzetten of training geven is, nog wel even met net zoveel passie doen. “Het is gewoon veel te leuk!”

Klik op Wilhelmina ’26 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Wilhelmina ’26 voor meer informatie over de club.

‘Vier jaar later spelen we Eredivisie met Kroeven…’

Begonnen met wat vrienden, op het pleintje of in een afgehuurde zaal. Om in 2019, het maar gewoon eens te proberen bij de KNVB. Vier jaar later spelen de zaalvoetballers van ZVV Kroeven in de Eredivisie. “Het begint nu eigenlijk pas een beetje te landen”, vertelt voorzitter Mounir Ait Moussa.

Na een reis, die dus heel wat jaren geleden al begon. “Op de pleintjes, van jongs af aan. De meeste jongens voetballen al heel lang samen. Ook op het veld. Ze kennen elkaar misschien al wel tien jaar.” Met een gezamenlijke liefde voor de bal. “Het begon gewoon met een zaaltje huren. Wijk tegen wijk. We waren best goed, dus zeiden we tegen elkaar: waarom proberen we het niet bij de KNVB?” En dus slingerde de nu 25-jarige Ait Moussa in 2019, zijn computer maar eens aan. “Ik ben gewoon op Google gaan zoeken. Wat heb je daarvoor nodig, wat zijn de eisen en is dat haalbaar? Dat soort dingen. Als we een sponsor konden vinden, die het allemaal kon regelen, dan zouden we beginnen!”

Bomvol
De rest is geschiedenis. “We zijn met een vriendenteam begonnen in de hoofdklasse. Dat klonk voor ons toen al mooi en hartstikke hoog. Vier jaar later spelen we Eredivisie, dat had niemand toen natuurlijk ooit verwacht.” Ook Ait Moussa, die op een gegeven moment zelf toe moest geven aan het te hoge niveau, niet. “We wisten dat het niet onmogelijk was, maar zó snel?” Al begon het halverwege vorig seizoen toch wel steeds meer te kriebelen. “Dan begin je het ook uit te spreken. Maar we wilden eerst die eerste divisie zien te overleven. Je verwacht toch een hoog niveau…” Dat viel in de praktijk best mee en dus kroonde ZVV Kroeven zich dit jaar tot kampioen. Zonder bakken aan ervaring, vertelt Ait Moussa. “Sommige jongens zaalvoetballen pas sinds twee jaar op een hoog niveau.” Toch heeft de ploeg met onder meer routinier Ahmed Didi, Achraf Chouiter en Hakan Patan, genoeg kwaliteit in huis. Al is dat volgens hem, niet hun grootste kracht. “Het zijn echt gewoon vrienden. Een hechte groep lokale jongens, die het met elkaar willen doen. Dat maakt het succes ook zo bijzonder.” Merkt hij ook buiten de lijnen. “In vier jaar tijd, hebben we een behoorlijk grote achterban opgebouwd. Wekelijks zit die sporthal bomvol, met 200 of 300 man.” En ook buiten de stad, valt de zaalvoetbalclub op. “Laatst was ik in Antwerpen, zelfs daar hoor je de naam Kroeven vallen. Het is mooi dat je in zo’n korte tijd, zoveel kunt creëren.” Ook voor hemzelf is het genieten. “Ik ben vooral trots op het feit dat we die jongens een podium hebben kunnen bieden, waarop ze kunnen laten zien hoe goed ze zijn.” 

Kinderschoenen
Komend seizoen dus weer op een treetje hoger. “Tegenstanders van naam, zoals een FC Eindhoven of Hovocubo, komen straks gewoon naar Roosendaal. Daar kijk ik naar uit. Ook om te zien, hoe wij het daartegen doen.” Al zal er, vooral op bestuurlijk vlak, nog wel het één en ander moeten gebeuren, weet ook Ait Moussa. “Dat is nog niet op het niveau waar het moet zijn. Ik doe dat nu gewoon nog met een paar vrienden.” Qua hoofdtrainer zitten ze met de aanstelling van Azdine Boufrahi voorlopig in ieder geval goed. Want na de nodige gesprekken, het bekijken van wedstrijden én het doen van zijn huiswerk, wist de voorzitter genoeg. ” Kroeven staat nog in de kinderschoenen wat betreft zaalvoetbal en Azdine heeft bij Groene Ster Vlissingen eigenlijk hetzelfde meegemaakt. Met die ervaring, kan hij onze club verder helpen.” Ook op het ‘veld’. “Wat hij daar heeft bereikt, met ook vooral lokale spelers, is ontzettend knap.” Hopelijk voor hem en heel Kroeven, kan de Zeeuwse trainer die lijn in Roosendaal doortrekken. “Natuurlijk droom je over de Champions League, dat doet iedere voetballer… Eerlijk? Als we in de Eredivisie blijven, mogen we denk ik in onze handen klappen. Daarna is het halen van de play-offs, ons volgende doel.” Maar er toch vooral ook van genieten. “Dat we dit samen mogen meemaken. En heel Roosendaal geniet met ons mee!”

Robin Tak wordt bij SC Gastel steeds slimmer

Zijn eerste seizoen bij de hoofdmacht van SC Gastel, had voor Robin Tak vorig jaar een stuk slechter kunnen verlopen. Debuteren én kampioen worden. De achttienjarige aanvaller viel letterlijk met zijn neus in de boter. “Dan kom je er lekker in!”

Een geweldig jaar in de derde klasse, helemaal ook voor hem. “Ik stond vroeger altijd te kijken, nu speel je er zelf! Dat wilde je natuurlijk altijd al, maar als je dan ook nog meteen kampioen wordt…” Begonnen met dromen, vanaf zijn zesde. “Je kent inmiddels iedereen, de mensen helpen je en ze supporteren je. Opeens gaan ze tegen jou zeggen dat je het goed doet.” Zagen ze ook al snel bij het eerste van de huidige tweedeklasser. “Vorig seizoen mocht ik na de winter, om de week meetrainen. En na twee of drie trainingen, maakte ik al mijn debuut.” Dus ging het vervolgens razendsnel, met de talentvolle Tak. “Sinds de winterstop zat ik er gewoon vast bij. Tweedejaars-A toen nog.”

Slimmer
Maar ook de volgende stap, heeft de inwoner van Oud Gastel inmiddels alweer gemaakt. “De eerste seizoenshelft heb ik best veel gespeeld, mede door blessures. En de laatste maanden, heb ik eigenlijk geen minuut gemist. Gewoon lekker voetballen, zonder al te veel druk.” Al voelt hij die druk wel, maar dan van zijn tegenstanders. “Vooral het fysieke verschil, merk je. Het is met name sneller handelen.” Die omschakeling heeft Tak inmiddels gemaakt. “Je bent nu veel slimmer in de duels, soms even inhouden, om juist dan toch de bal te hebben.” Slimmigheidjes, die hij als aanvaller goed kan gebruiken. “Een echte loper, zonder bal, maar ook om druk te zetten. Hard werken voor de ploeg.” Toch heeft de jongeling natuurlijk ook aan de bal, genoeg kwaliteiten. “Ik ben vrij lang, kan goed koppen, dus dat is wel een wapen.” Eentje die Tak nu vooral inzet als spits óf rechtsbuiten. “Vroeger ben ik eigenlijk begonnen als spits, nu speel ik met grote tegenstanders liever aan de buitenkant.”

Klik op SC Gastel voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SC Gastel voor meer informatie over de club.

‘Met elkaar naar een hoger niveau’

Als trainer van de JO15-1 en coördinator van de onderbouw, heeft René van Haaften bij Almkerk eigenlijk dagelijks met jeugdvoetbal te maken. En met een kampioenschap op zak, geeft dat bakken met energie. “Met elkaar naar een hoger niveau, is het mooiste wat er is!”

Zowel dus letterlijk, als figuurlijk. “We zijn met de JO15-1 kampioen geworden in de tweede klasse, dat is hartstikke gaaf. Fanatieke jongens die er helemaal in meegaan én het echt willen worden, dan is het natuurlijk leuk als het lukt. Helemaal om al die blije koppies te zien.” Toch is resultaat, vanzelfsprekend niet het enige. “Je probeert zo’n groep als trainer vooral voetballend wat bij te brengen, dat is uiteindelijk het belangrijkste.” En dat doet de 50-jarige Van Haaften, zelf van oudsher verdediger, op de Hollandse manier. Dus met verzorgd voetbal en een opbouw van achteruit. “Maar er is meer dan alleen goed voetbal. De jeugd, zeker ook bij ons, wordt tegenwoordig best wel beschermend opgevoed. Dan word je tegen bepaalde tegenstanders nog wel eens afgetroefd. Er komt dus ook een stukje beleving en winnaarsmentaliteit bij kijken.” 

Betrokken zijn
Als trainer van zijn eigen zoon, een flinke uitdaging. “Dat begon eigenlijk al in 2012. Vinden ze dat lastig, gaan ze het accepteren? Daar denk je dan natuurlijk na een paar seizoenen wel over na. Uiteindelijk, omdat we ook samenwerken met Altena, heb je toch altijd wel weer genoeg verversing in de ploeg.” Mede dankzij zijn werk als jeugdcoördinator. “In 2014 nam ik zitting in de jeugdcommissie. Verantwoordelijk voor de indelingen, het aanstellen van trainers, evalueren en enthousiasmeren.” En dat laatste, lukt tot nu toe best aardig. “Het aantal teams wordt voor mij alleen te groot, dus er worden gesprekken gevoerd voor iemand erbij.” Fanatieke gesprekken, lacht hij. “Die lopen dan uit tot drie uur, dat is vaak al een goed teken!” Uit gezamenlijke liefde voor het spelletje. “Dat is de basis! Als je, net als ik, geboren bent in het dorp, is er niks mooiers dan zó betrokken te zijn.” Zeker als geboren en getogen Almkerker. “Ik werd lid op mijn zesde, heb daarna heel de jeugd doorlopen en speelde als achttienjarige in het eerste.” Met recht een voetbaldier dus. “Tegenwoordig nog in het zesde!” Maar niet alleen binnen het veld, is Van Haaften nog altijd bloedfanatiek. “Het trekt mij enorm aan, om ergens aan bij te dragen. Om met al die verschillende achtergronden, samen die gezamenlijke hobby voetbal te hebben. Dat motiveert alleen maar meer en meer.” Voor hem dus vooral vanuit het faciliteren van mogelijkheden voor kinderen. “Dat is in principe onze rol als vereniging, maar dus ook die van mij als coördinator.” 

Binding
Want jeugd, is volgens de clubman uiteindelijk de basis. “We staan nu, met ons eerste, wel een beetje op een kruispunt. Meer eigen jongens en op een lager niveau, of halen we spelers van buitenaf?” Van Haaften zelf, heeft een duidelijke persoonlijke mening: “Ik ben voorstander van meer eigen jeugd, dat maakt het eerste elftal voor de mensen ook herkenbaarder. Als jeugdcommissie proberen we dat zo goed mogelijk te organiseren.” Bijvoorbeeld met het zogeheten adoptieprogramma. “Dat hebben we jarenlang gedaan, en willen we nu weer terug in gaan voeren. Twee selectiespelers adopteren een jeugdploeg, geven twee keer een training en in ruil daarvoor, komen de jeugdspelers kijken bij het eerste. Dat zorgt voor verbinding én motivatie, maar spreekt natuurlijk ook aan bij de kinderen.” Alles met maar één doel: doorstroming naar het vlaggenschip. “Het percentage eigen jongens is steeds minder geworden. En daarmee ook de binding. Daar willen we wat aan doen.” Hoe? “Het niveau van de jeugdopleiding moet omhoog. Door trainers op te leiden, het aanstellen van een Hoofd jeugdopleiding (Gerard van Helden) of de prettige samenwerking met Altena. Maar ook door spelers langer te behouden voor de vereniging. Bijvoorbeeld met een O23. Dat is echt belangrijk!” Aan zijn eigen enthousiasme en betrokkenheid, zal het in ieder geval niet liggen. “Het plezier spat er bij die jongens vanaf. Op trainingen moet ik ze eerder afremmen, dan opzwepen. Dat is toch genieten? Dan ga ik fluitend naar huis!”

Klik op Almkerk voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Almkerk voor meer informatie over de club.

‘Je moet weer terug naar huis’

Hij maakte als commercieel directeur de ups en downs mee van RBC Roosendaal als profclub, stapte even later uit het betaald voetbal, maar is nu weer helemaal terug. Bij de club die voor Hans van der Ende, nog altijd voelt als thuis.

Februari 2021. Een kantelpunt in de wederopbouw van RBC? Misschien wel. Het was in ieder geval het moment, dat de 61-jarige Van der Ende zich maar weer eens met de sponsoring besloot te gaan bemoeien. “Betaald voetbal was mooi geweest, ik zat inmiddels in het bedrijfsleven, maar dan zit je met mensen te babbelen en gaat het toch steeds weer over voetbal. Kun jij RBC niet weer omhoog helpen? Is het dan.” Gesprekken met onder meer Kees van Hassel, huidig voorzitter van de club, volgden. “Maar ook thuis, heb ik het er met mijn echtgenote over gehad. Tot ze zei: ‘Je moet weer terug naar huis’.” Al duurde het even, voordat het kwartje bij hem viel. “Wat bedoelde ze nou, ik was toch al thuis? RBC heeft je hard nodig, zei ze toen.”

Geen kantoor
Goedkeuring binnen, bekendmaking de deur uit. “Dat was op een donderdag, mijn telefoon ontplofte. Sindsdien is het zó hard gegaan met de sponsoring.” Mede dankzij zijn eigen opgezette campagne. “Ik had op Facebook en LinkedIn iets geplaatst: ‘Kom net als ik naar huis toe’. De reacties waren gigantisch: Dan komen wij ook!” Precies, zoals Van der Ende het bij zijn aanstelling had bedacht. “Qua sponsoring de club weer tot ongekende hoogte brengen. Ondernemers misten na het faillissement, een zakelijk platform. Dat was RBC in die tijd voor veel mensen. Nu zijn we het snelst groeiende platform in de regio, bedrijven willen zich binden en iedereen vindt het weer leuk. En ik ook!” Het plezier is weer helemaal terug, zelfs als vrijwilliger. “Vroeger was het mijn baan, nu doe ik het er gewoon bij.” Het grootste verschil? “Ik mis mijn kantoor in het stadion…” Maar ondanks dat, barst Van der Ende nog van de energie, en dat is te merken. “Toen ik kwam, hadden ze dertig of veertig sponsoren. Dat zijn er nu ruim 190.” Sterker nog. “We benaderen net zoveel bedrijven als in de proftijd. En voor amateurbegrippen, zijn dat nog best goede bedragen!” Want met een profachtergrond van dertig jaar, hoef je Van der Ende de boel natuurlijk niet meer uit te leggen. “Ik heb herrie gemaakt toen ik terugkeerde, dat moet je doen. Daarom plaatsen we ook iedere keer iets online, als er een nieuwe sponsor is. Je wilt reuring krijgen.”

Nostalgisch
En met een eigen website (RBCnetwerk.nl), lijkt dat voorlopig best aardig te lukken. “Er komt een punt, dat het netwerk ook voor ons gaat werken. Dat sponsoren het hier zo naar hun zin hebben, dat ze vanzelf mensen aan gaan dragen.” Al is dat tegenwoordig soms, al bijna het geval. “Laatst zat ik ergens met mijn vrouw te eten én nog voor het hoofdgerecht, hadden we er weer een nieuwe sponsor bij. Het is een beetje een uit de hand gelopen hobby.” Maar wel één, waarvan Van der Ende voorlopig nog van geen ophouden weet. “Dezelfde drive om resultaat te halen, is er nog steeds. Er is een verschil in tegenstanders, toch blijft het voor mij even leuk. Qua enthousiasme en voldoening.” En dus gaan ze in Roosendaal, lekker op deze voet verder. “Ons netwerk moet verder blijven groeien. Daarvoor organiseren we bijvoorbeeld ook activiteiten. Laatst met onder meer Robert Maaskant, Jan Poortvliet, Ben Wijnstekers, Koert Westerman en Bert van Marwijk. Binnenkort komt Hans Kraay jr. langs. Ondernemers vinden dat leuk, ook om zelf te kunnen netwerken. Op die manier weet je mensen aan je te binden.” Uitbreiden en financieel nóg meer draagvlak creëren. Van der Ende is, na het kampioenschap in de tweede klasse, voorlopig nog niet klaar. “De komende jaren willen we nieuwe stappen zetten. Met de club naar de derde of tweede divisie, dat zou ik het allermooiste vinden. Dan ruik je op een afstand toch weer een beetje dat nostalgische van profvoetbal…”

Klik op de link voor meer artikelen over RBC
Klik op de link voor meer informatie over RBC

Mark van der Heijden in andere rol verder

Voor Mark van der Heijden zit het erop bij VV Teylingen. Als speler althans, want de 35-jarige Sassenheimer gaat zich samen met oud-ploeggenoot en vriend Mark van der Vlugt ontfermen over de selectie van de roodzwarte club.

Een groots en meespelend afscheid zat er voor de voormalig verdediger van Ter Leede niet in. Met Teylingen beleefde hij een moeizaam seizoen in de vierde klasse, illustratief was het dat de Sassenheimers zich pas twee wedstrijden voor het einde in veiligheid speelden. “Het was niet het seizoen waarop we hoopten”, blikt Van der Heijden terug op de afgelopen jaargang. “De kwaliteit die we hebben is er niet uitgekomen. We zijn uiteindelijk nog dicht bij een nacompetitieplaats gekomen, maar de zesde plaats is al met al teleurstellend.”

Hij zoekt de verklaring voor het tegenvallende jaar ook in het voorgaande seizoen waarin Teylingen het kampioenschap verspeelde. “Dat heeft zeker meegespeeld. Het is een forse klap geweest. We stonden, geloof ik, acht punten voor. Dat hakte erin, onbewust hebben we dat meegenomen naar het afgelopen seizoen.”

Het voetballeven van Van der Heijden bestond uit twee delen. Het eerste deel vond plaats in aan de roodgele kant op sportpark De Roodemolen. Hij speelde bij Ter Leede jarenlang in de verdediging. “Een mooie tijd waarin ik alles heb mogen meemaken. Met het spelen van mooie derby’s tegen FC Lisse en Quick Boys.”

Voetballen in wat toen nog de topklasse was kostte echter veel tijd en op zijn 26ste besloot Van der Heijden zijn leven anders in te richten. Voetballen ging hij in een vriendenelftal van Teylingen, toen toenmalig hoofdtrainer Martijn Lagendijk hem verleidde tot een comeback in het selectievoetbal. “Ik heb geen moment spijt gehad van mijn terugkeer. Ik heb nog een paar mooie seizoenen beleefd. Ik heb genoten van het voetbal, maar zeker ook van de topsfeer die er altijd hing en hangt bij Teylingen. Dat hij zou stoppen was al langer bekend aan de roodzwarte kant op sportpark De Roodemolen. “Het is mooi geweest. Ik merkte dat ik ouder werd en dat ik meer pijntjes kreeg. Het is tijd aan de jonge knapen om het over te nemen.”

Hij verdwijnt echter niet van het Teylingen-toneel. De club vroeg hem plaats te nemen in de technische commissie. “Ik heb Mark van der Vlugt benaderd of hij het zag zitten om het samen te doen. Het is een niet te onderschatten klus. Je bepaalt voor een groot deel de koers die we op technisch gebied gaan volgen.”

‘Aanstaand jubileum stimuleert enorm’

Van der Heijden wordt samen met Mark van der Vlugt verantwoordelijk voor het eerste, tweede en het onder negentien-elftal. “Doorstroming vanuit de jeugd wordt een belangrijk aandachtspunt”, zegt Van der Vlugt, die een jaar geleden al zijn schoenen aan de wilgen hing, maar Teylingen altijd op de voet is blijven volgen.

“Teylingen heeft een duidelijk visie waarbij er geen spelers worden betaald”, zegt Van der Vlugt. “Voor versterkingen zoeken we het in spelers die een Teylingen-band hebben of die in de regio wonen. Wij koppelen prestatie altijd aan een stuk gezelligheid. Wij zijn geen grote club en daarom is het belangrijk om iedere speler aandacht te geven. De jeugd speelt een belangrijke rol. De onder 19 is de kweekvijver voor ons eerste en tweede. Bij ons zullen ze de kans krijgen zoals dat dit seizoen ook met Jay Berk is gebeurd.”

Van der Vlugt zet met Van der Heijden en hoofdtrainer Rob Jonkman in op een beter seizoen dan dit jaar. “Het aanstaande jubileum – de club viert het honderdjarig bestaan – stimuleert enorm.”

Klik op RKVV Teylingen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op RKVV Teylingen voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.