DCV werkt hard aan een gezonde toekomst. Nu er een oplossing is gevonden voor de schulden richt de club zich op de verouderde accommodatie. “Het heeft tijd nodig, maar we maken stappen.”
Twee jaar geleden stond DCV er beroerd voor. Een krakkemikkige accommodatie, die hard toe was aan vernieuwing, en een financieel slechte positie, met veel schulden, dat was de staat van de 102-jarige club, die op dat moment op drijfzand leek gebouwd. Het nieuwe bestuur stond voor een grote uitdaging om én te saneren én te vernieuwen. Die eerste slag is nu gemaakt.
“Een belangrijke oorzaak van het probleem is dat er lang onduidelijkheid is geweest over de toekomst van deze locatie”, zegt bestuurslid Hans Scheffer. “Er zijn in de loop van de jaren diverse scenario’s voorbij gekomen, van nieuwbouw op een andere bestemming tot het verschuiven van het complex op dit sportpark. Ondertussen werden er ook geen reserveringen gedaan voor een eventuele ver- of nieuwbouw.”
Daarnaast leefde de club lang op te grote voet en rezen de kosten de pan uit. Om de hoge uitgaven te betalen moest de club schulden maken. “Die schuld hebben we geprobeerd als eerste op te lossen. We hebben daarvoor een lening gekregen van de gemeente tegen nul procent rente. Die lening moeten we binnen een paar jaar terugbetalen. Gelijktijdig zijn we drastisch gaan snijden in de kosten. We gaven als club gewoonweg te veel geld uit. Om gezond te worden was het snijden in die uitgaven een noodzakelijke maatregel.”
Ondertussen ging het bestuur ook hard aan de slag met dat andere dossier dat als een molensteen om de nek van DCV hing: de accommodatie. Scheffer: “Het was heel belangrijk om antwoord te krijgen op de vraag of we zouden verhuizen of we hier zouden blijven? Die duidelijkheid hebben we van de gemeente gekregen. We blijven op deze locatie. Duidelijkheid hebben we ook gekregen over wie verantwoordelijk is voor wat. De gemeente zorgt voor de velden, wij als club voor de opstallen. Ik vind dat ook logisch, want in het clubgebouw zit de cultuur en identiteit van een vereniging verborgen. Dat is dus een taak van de club en niet van de gemeente.”
De financiële positie van DCV maakt echter dat de club wel hulp nodig heeft van de gemeente wil het de huidige opstallen – clubgebouw en noodgebouw – vernieuwen of vervangen. “Een nieuw clubgebouw vergt een enorme financiële investering”, zegt Scheffer. “Zoiets kunnen we niet alleen. De gemeente zou daar een rol in kunnen spelen met bijvoorbeeld een lening. Daarover zijn we nu in gesprek met de gemeente. De gesprekken verlopen zeer constructief en zowel gemeente als gemeenteraad stellen zich zeer positief op.”
Een gezonde financiële huishouding moet volgens Scheffer het fundament zijn waarop DCV wordt gebouwd. “Op voetbalgebied ligt er een gezonde basis. We hebben plus achthonderd en gaan er vanuit dat we in de toekomst naar duizend leden groeien. We hebben al een verzoek neergelegd bij de gemeente om het natuurgras op het hoofdveld te vervangen door kunstgras. Daarmee zou de bespeelbaarheid enorm toenemen.”
Voor meer informatie over DCV, klik hier.
Meer artikelen lezen over DCV, klik hier.