Home Blog Pagina 1273

‘Heinenoord-prikkel’ is goed voor Leon Steketee

Met de keuze voor SV Heinenoord, in de zomer van 2016, sloeg Leon Steketee bewust een nieuwe weg in. De lange verdediger kreeg bij de dorpsclub de prikkel waar hij op hoopte: “Prestatie en gezelligheid gaan hier hand in hand.”

“Ik ben een voetbaldier, maar ik vind het ook belangrijk dat we na de training of wedstrijd met spelers samen wat drinken. Daar was ik echt naar op zoek”, zegt de 29-jarige logistiek medewerker. “Prestatie, gezelligheid. Heinenoord heeft daar de ideale mix van. Jongens van de club, spelers van buiten die ook graag onderdeel willen uitmaken van de club. Samen vormen we één geheel. Ik denk ook dat je dat terugziet in het veld. We hebben veel voor elkaar over.”

Steketee speelde zeven jaar voor het Ridderkerkse RVVH, de club waar hij ooit begon en na een avontuur in de jeugdopleidingen van Feyenoord en Excelsior, weer terugkeerde. “Bij Feyenoord heb ik het volgehouden tot de C-tjes toen ik te horen kreeg dat ik weg moest. Bij Excelsior heb ik daarna zes jaar gespeeld. De laatste jaren bij Jong Excelsior. Ton Lokhoff was hoofdtrainer. Ik wachtte op mijn kans. Ik had het spelen in die lege stadions wel gezien. Achteraf bekeken had ik toen meer geduld moeten hebben, maar ja. Ik was achttien, negentien jaar. Dan wil je maar één ding: voetballen.”

‘Oude liefde’ RVVH sloot Steketee in de armen en bij ‘Hercules’ beleefde de verdediger mooie jaren. “Ik heb er Topklasse gespeeld.” Maar hij kreeg er ook te maken met fikse tegenslag. Door blessures verloor hij kostbare voetbaljaren. “Ik heb veel zware blessures gehad”, kijkt Steketee terug. “Drie keer heb ik in die periode een klaplong opgelopen. Twee keer ben ik eraan geopereerd. Ik heb een zware knieblessure gehad waarbij mijn voorste kruisband was afgescheurd. Dat heeft me anderhalf jaar gekost.”

Toch vocht Steketee zich steeds terug in de basiself van RVVH. Na zeven jaar nam hij het besluit te vertrekken. “Ik was toe aan iets anders. Een nieuwe prikkel, een andere omgeving. Daar kwam bij dat er bij RVVH veel in de selectie zou gaan veranderen. Veel jongens, met wie ik al jaren speelde, gingen weg. Dat was ook voor mij een signaal om naar iets anders uit te kijken.”

En toen belde SV Heinenoord. “Ik kende de club van de verhalen. Een dorpsclub, goede sfeer. Dat sprak me aan. Het eerste gesprek dat we hadden voelde ook meteen goed. De club bleef daarna contact houden. Qua niveau was het een stap terug, want RVVH speelt een klasse hoger, maar qua omgeving juist een stap vooruit. Ik was, zo eerlijk ben ik wel, wel klaar met drie keer trainen. Bij Heinenoord trainen we twee keer en dat past beter bij mijn leefomstandigheden”, aldus Steketee, die in het centrum van Rotterdam met zijn vriendin een appartement bewoont.

Bij SV Heinenoord heeft Steketee in ieder geval niet te klagen over voetbalbeleving. “Dat is er meer voldoende. De club leeft, iedereen leeft mee met de prestaties van het eerste. De mensen vinden het ook fijn dat je na afloop van de training of wedstrijd je gezicht laat zien. Dat sociale speelt een belangrijke rol.”

Dan zijn er nog de ambities op het veld. Steketee: “Dat SC Feyenoord kampioen wordt, dat lijkt me wel duidelijk. Met drie, vier andere ploegen moeten wij de strijd aan voor de tweede en derde plaats. Wij zijn een gevaarlijke outsider.”

 

CvdW: VV Biervliet – Mark de Feijter

Mark de Feijter (25) speelt pas sinds dit seizoen bij de hoofdmacht van VV Biervliet. Voordat hij de overstap maakte naar Biervliet, heeft hij altijd bij Terneuzense Boys gevoetbald. De Feijter is momenteel werkzaam bij Health Center Bodyline & bij Body Result. Bij de laatstgenoemde is hij werkzaam als personal trainer.

Mark de Feijter
Overstap naar Biervliet

Sinds dit seizoen speelt de Feijter bij Biervliet in het eerste elftal als laatste man. Voordat hij de overstap definitief maakte, was hij benaderd door een vriend van hem om naar Biervliet te komen. Kort daarna werd hij ook nog benaderd door Wim, die hem had zien voetballen toen de Feijter nog actief was bij Terneuzense Boys.

Nadat de Feijter benaderd was, heeft hij een positief gesprek gehad met David Mullaert en Wim. Mark de Feijter: ‘’Het was voor mij een hele lastige keuze om de overstap te maken, aangezien ik heel mijn leven al bij Terneuzense Boys had gespeeld. Uiteindelijk wilde ik toch een stapje hogerop en omdat er twee vrienden van mij (Richard & Patrick Versluis) al bij de club speelden, werd de keuze een stuk makkelijker voor mij.’’

Gevoel bij de club
Zijn gevoel bij de club uit Biervliet is, dat het een warme en gezellige club is. ‘’Iedereen is open naar je, ze doen nooit moeilijk als je wat vraagt en ze willen altijd helpen.’’ Een goed voorbeeld hiervan, volgens de Feijter, is het sneeuwvrij maken van het veld afgelopen weekend.

‘’Het is een warme gezellige club die veel voor haar leden, vrijwilligers en betrokkenen over heeft. Ook staat er bij iedere wedstrijd van het 1e, uit of thuis, veel publiek er langs de lijn. De club leeft heel erg in het dorp.’’

Het huidige seizoen
Het vlaggenschip van Biervliet is het seizoen goed gestart, maar daarna is het team, door blessures en schorsingen, wat afgezwakt. ‘’Zodoende miste wij de breedte binnen de selectie om mee te kunnen doen met de top. Afgelopen weekend hebben wij gewonnen van Graauw en kunnen we weer naar boven kijken. De aansluiting met de nummer 2 is best goed en die positie is nog niet verkeken.’’

Sinds de overstap naar Biervliet, heeft de Feijer een nieuwe positie. Zo heeft hij de transitie gemaakt van linksback naar laatste man. ‘’Ik wilde altijd al deze positie bekleden of als verdedigende middenvelder. Bij de Boys heb ik hier de kans niet voor gekregen, dus ben ik mezelf daar nu in aan het ontwikkelen.’’ Bij Terneuzense Boys speelde hij, in het tweede elftal, namelijk als linksback. ‘’Momenteel ligt het niveau iets lager dan wat ik vorig jaar gespeeld heb. Je krijgt nu wat meer tijd en ruimte om te voetballen, maar dit is ook afhankelijk van de positie waar ik nu speel.’’

‘’Ik merk wel dat ik van waarde kan zijn, door mijn ervaring. Iets langer in de senioren speel dan de meeste teamgenoten. Door middel van coaching kan ik hun helpen. Ik had wel beter kunnen spelen, maar ik kan op deze manier toch van waarde zijn’’ gaf de Feijter aan.

Doelstellingen
Voor het team gaf de Feijter aan dat promotie dit jaar waarschijnlijk nog te vroeg komt. Volgens hem ligt dit aan het feit dat zij enkele cruciale punten hebben laten liggen. ‘’We moeten gewoon mee blijven doen voor de plaatsen 2 tot en met 5. Het doel is om eventueel dit seizoen te promoveren via de nacompetitie en anders volgend seizoen mee te doen om het kampioenschap.’’

Zelf heeft de Feijter geen persoonlijke doelen. Hij wilt zich voornamelijk blijven ontwikkelen als laatste man en wilt altijd zijn best blijven doen. ‘’Ik vind het belangrijkste om van waarde te zijn voor de ploeg en dat de sfeer binnen het team altijd hoog ligt. Wel vind ik dat we als ploeg zijnde de doelstelling van de club na moeten leven en met dit team deze club weer een stabiele 4e klasser moeten worden.’’

Verwachting aankomend weekend
De Feijter verwacht dat als Biervliet de strijd toont die zij dit seizoen al vaker hebben laten zien. ‘’Dan kunnen wij het ze moeilijk maken. Wij hebben een goede defensie, daar gaan zij het moeilijk meekrijgen. Als wij de wilskracht hebben, en kunnen scoren. Dan kunnen wij de drie punten in eigen huis hebben.’’

Mark de Feijter verwacht dat Biervliet met 2-1 wint van NVS.

CvdW: VV Biervliet - Mark de Feijter

 

Ully Rosa doorgeschoven naar A-selectie vv Zwaluwen Vlaardingen

De TC van VV Zwaluwen is druk bezig met de selectie voor het nieuwe seizoen en kijkt hierbij in 1e instantie ook naar de talenten vanuit de eigen gelederen.

Ully Rosa is één van deze talenten en hij zal volgend seizoen doorschuiven vanuit het tweede elftal (B-selectie) naar de A-selectie. De in Vlaardingen woonachtige Rosa (21) voetbalt op dit moment in het tweede elftal & speelde daarvoor bij Excelsior Maassluis.

Ully kan op beide back posities uit de voeten. Met zijn aanvallende vermogen heeft Zwaluwen er een belangrijke speler bij voor volgend seizoen, en de toekomst. Ully Rosa; “Dit is een belangrijke stap voor mij in mijn ontwikkeling. Ik kan niet wachten om mijn kwaliteiten te laten zien in de hoofdklasse en het eerste elftal”.

 

Bestuur v.v. O.F.B. breidt zich uit

Het bestuur van v.v. O.F.B heeft zich uitgebreid tot acht leden. Het bestuur was enige tijd wat uitgedund, maar de club heeft nieuwe enthousiaste leden gevonden die plaats hebben genomen in het bestuur van de club uit Oostflakkee. Wij spraken met Pim van der Est, bestuurslid commerciële zaken.

“Het aantal bestuursleden was door diverse oorzaken teruggelopen. Een periode was het even moeilijk om daar mensen voor te vinden, maar uiteindelijk is er een groep leden naar voren gestapt die hun hulp wilde aanbieden. Vele handen maken licht werk is in dit geval het devies. Na een unanieme JA tijdens de bijzondere ledenvergadering is er nu een gevarieerd bestuur met mannen en vrouwen van verschillende leeftijden. Van twintigers tot zeventig. Hierdoor hopen we op een breed draagvlak binnen de vereniging om zo de club verder te verbeteren.”

“Ons doel is een vereniging te zijn waar iedereen zich thuis voelt. We zijn een klein dorpje en we willen alle doelgroepen uit het dorp aanspreken. Daarnaast willen we natuurlijk presteren. Een aantal jeugdelftallen presteren goed. Aan de andere kant zien we dat ons eerste elftal wat moeite heeft op dit moment. Uiteindelijk willen we bereiken dat we ook met het selectieteam presteren natuurlijk. Dit neemt niet weg dat plezier maken het belangrijkste blijft voor onze club”

“Daarnaast zijn we heel erg blij met alle vrijwilligers die enorm betrokken zijn en zich continu inzetten voor onze club. Met onze businessclub gaat het goed, waar het ledenaantal blijft stijgen. Daar worden veel leuke en nuttige dingen mee georganiseerd. Hier willen we in blijven groeien.”

Eén van de eerste taken van het bestuur is het vinden van een fanatieke, enthousiaste jeugdtrainer voor de JO17. De trainingsdagen zijn dinsdag en donderdag en een wedstrijd op zaterdag. Meer weten? Neem dan voor 1 april contact op met O.F.B. via commercieel.ofb@kpnmail.nl.

 

 

Bij Mike Roodhorst van VVGZ is de drang naar voren groot

Mike Roodhorst kwam per toeval op de rechtsbackpositie bij VVGZ terecht. “De vaste rechtsback was geblesseerd en ik was de enige rechtsbenige speler met snelheid.” Zijn drang naar voren komt op zijn positie volledig tot zijn recht. “Ik ben meer aanvaller dan verdediger.”

Over de rol van VVGZ deze competitie is Roodhorst (24 jaar) duidelijk: de Geluksvogels zijn een outsider. “Niet meer, maar ook niet minder. Met de middelen die VVGZ heeft of beter gezegd niet heeft, halen we als club het maximale eruit. Ik geloof dat VVGZ al vijftien, zestien jaar onafgebroken in de eerste klasse speelt. We betalen niet, doen het met eigen jongens en spelers uit de regio die ons als springplank zien.”

Het ‘lot’ van VVGZ is dat het spelers, die opvallen, kwijtraakt aan wel kapitaalkrachtige clubs. “Afgelopen zomer zijn Djim Kammerman en Wouter Zwart naar RVVH in Ridderkerk gegaan. Dat moeten we accepteren. Des te knapper is het, denk ik, dat we ons steeds op eerste klasse-niveau weten te handhaven. Dat heeft ook te maken met de instelling van de ploeg. We hebben een vriendenploeg die precies weet wat er voor nodig is om het gebrek aan voetballend vermogen te compenseren. Inderdaad, veel inzet.”

In die vriendenploeg voelt Roodhorst zich meer dan thuis op de rechtsbackpositie. “Ik vind het een heerlijke plek”, geeft hij aan. “Ik kan me er perfect in uitleven. Mijn kwaliteiten, een groot loopvermogen en veel snelheid, komen uitstekend tot hun recht. Ik ga graag mee naar voren. Dat is af en toe nog mijn valkuil, dat ik alleen maar aanvallend denk. Gelukkig word ik dan vanaf de kant snel gecorrigeerd door assistent-trainer Rick Versteeg. Dan hoor ik mijn achternaam en dan weet ik dat ik moeten temperen.”

“Van de trainers heb ik altijd veel vrijheid gekregen. Die vinden het volgens mij wel leuk, zo’n aanvallende rechtsback. Zeker zolang ik mijn verdedigende taken niet verwaarloos. Ik kan me best voorstellen dat een aanvaller denkt: daar gaat-ie weer. Ik heb regelmatig tegenstanders die zoiets hebben van ‘daar ga ik niet opnieuw achteraan’. In de loop der jaren is dat mijn handelsmerk geworden.”

Hij mag dan zijn opgegroeid bij VVGZ hij sluit niet uit dat hij ooit naar een andere club verkast. “Ik ben wel benieuwd waar mijn plafond ligt en zou het best hogerop willen proberen. Maar ik zit bij VVGZ niet op een schopstoel. Als er niets komt, is het ook goed.”

Het huidige seizoen van VVGZ kenmerkt zich volgens de aankomend ergotherapeut (‘Ik ben bezig met afstuderen’) als wisselvallig. “We missen een echte leider in het elftal. Frank Wielenga vervulde die rol in het verleden, maar hij is gestopt. Het wordt tijd dat andere jongens opstaan. Je moet daar natuurlijk wel het type voor zijn. Of ik dat kan? Ik probeer wel zo veel mogelijk andere spelers te coachen, maar of ik die leider ben, weet ik niet. Het is zeker een ontwikkelingspunt. Frank kwam van LRC, had hoofdklasse gespeeld en de nodige voetbalbagage. Een leider word je niet, maar ben je. Dat valt niet te sturen.”

 

CvdW: VV Biervliet – Ludwig Maas

Ludwig Maas is al jarenlang betrokken bij VV Biervliet. Zo heeft hij zelf bij de club uit Biervliet gespeeld en is hij trainer van de jeugd en van het samenwerkingsteam met VV IJzendijke geweest. Tegenwoordig is Maas de trainer van het tweede elftal (zondag) en is hij altijd beschikbaar voor klussen op en rondom het voetbalveld.

CvdW: VV Biervliet - Ludwig Maas
Ludwig Maas is zelf gaan voetballen toen hij 6 á 7 jaar oud was. Toen was het voor de jonge Maas alleen nog maar mogelijk om mee te trainen. Zijn eerste jeugdwedstrijd speelde hij pas in de Junioren, omdat er in de regio geen lagere jeugdelftallen waren om tegen te spelen. Daarna heeft Maas nog jaren in de senioren gespeeld, maar uiteindelijk is hij gestopt met voetballen. De reden hiervoor was dat hij geen tijd meer had vanwege zijn privéleven.


Trainerschap

Maas: ‘’Hoe ik begonnen ben als trainer, is eigenlijk een best leuk verhaal. Het begon allemaal met een wedstrijd van de kinderen tegen de moeders.’’ Maas en de andere vaders stonden langs de kant en stond een beetje lol te trappen en te lachen. Op een gegeven moment kwam er een moeder naar de vaders toe en zei dat als de mannen het zo goed wisten, dat zij het dan zelf maar eens moesten proberen. Zo gezegd, zo gedaan. ‘’Naarmate de kinderen ouder worden, werden deze wedstrijden ook steeds leuker om te doen.’’

Op een van de avonden van deze vader-zoon wedstrijden werd Ludwig Maas benaderd om te helpen met training geven. ‘’Ik werd benaderd om te helpen, omdat er iemand na het seizoen mee zou gaan stoppen. Het leek mij leuk om te helpen met training geven en heb dus ja gezegd. Uiteindelijk heeft de beste man, die zou gaan stoppen, toch besloten om door te gaan.’’ In hetzelfde seizoen kreeg VV Biervliet veel aanmeldingen voor de jeugd en zodoende ontstonden er meer teams in de jeugdafdeling. Uiteindelijk was er een jeugdteam dat geen trainer had en werd Maas, in een klap, benoemd als trainer van dit jeugdelftal. ‘’Zo heb ik mijn weg naar het voetbalveld weer teruggevonden.’’

Zodoende is Maas in 2007 gestart met het trainen van de E-jeugd. In de jaren die hierop volgden, is hij met de kinderen meegegroeid richting de A-junioren. De A-junioren is een samenwerkingselftal met VV IJzendijke. De spelers uit dit combinatieteam vonden het zelfs zo leuk en gezellig om met elkaar te voetballen dat bijna alle spelers overgegaan zijn naar de senioren op de zaterdag-afdeling bij VV Biervliet. Dit team bestaat nu nog steeds.

Het mooie aan VV Biervliet
Ludwig Maas: ‘’Wat Biervliet zo mooi maakt in mijn ogen, is dat Biervliet een kleine, gezellige dorpsclub is. Iedereen kent elkaar en helpt elkaar. Daarnaast komen er bij de club tennissers, voetballers en supporters allemaal samen, dit is heel mooi om te zien. Tot slot is de betrokkenheid van alle mensen, die zich betrokken voelen bij de club, erg groot en zodoende zetten zij zich, waar nodig, in voor de club.’’

Verwachting komend weekend:
Komend weekend staat de thuiswedstrijd tegen NVS op het programma. Ludwig Maas had het volgende te melden: ‘’NVS staat bovenaan de lijst met een riante voorsprong qua punten (10 punten voorsprong op Biervliet). Ik weet dat wij uit gewonnen hebben van NVS. Persoonlijk heb ik die wedstrijd helaas zelf niet kunnen zien.’’ Ludwig Maas gaf ook aan dat hij weinig zicht heeft op de club ui Nieuw-Vossemeer. ‘’Wij staan zelf ook hoog in het linkerrijtje (3e plaats) en ik hoop natuurlijk dat wij een goede score tegenover de koploper neer te kunnen zetten. Ik hoop natuurlijk op een positief resultaat en voorspel een 2-1 overwinning voor Biervliet.’’

 

Gert-Jan Stout geniet van ‘frisse’ ploeg bij vv Nieuw-Lekkerland

 

Eind vorig jaar werd Gert-Jan Stout gehuldigd door vv Nieuw-Lekkerland voor zijn vierhonderdste officiële wedstrijd in de hoofdmacht. “Bloemetje in linkerhand, bonnetje in de rechterhand.”

Stout (30) zou de Lekkerlander met de meeste wedstrijden achter zijn naam kunnen worden. “Maar dat is geen doel op zich. Ik wil met plezier voetballen en bekijk het van jaar tot jaar. Voorlopig heb ik ja gezegd tot de zomer van 2019.” De meeste van zijn jonge ploeggenoten voetbalden nog in de pupillen toen Stout, schilder van beroep, zijn debuut maakte in Nieuw-Lekkerland 1. Amper zestien jaar oud mocht hij van trainer Kees Spaan zijn debuut maken bij de toenmalig tweedeklasser. “Seizoen 2003/2004, ik weet het nog goed”, zegt de huidig aanvoerder van Nieuw-Lekkerland. “Als middenvelder.”

Hij speelde in de apotheose van dat seizoen een hoofdrol. Op de laatste speeldag speelde vv Nieuw-Lekkerland tegen Almkerk. “We moesten gelijk spelen om kampioen te worden, maar Almkerk kwam op een 1-0 voorsprong. In de 96ste minuut, dus ver in blessuretijd, kopte ik de gelijkmaker binnen.”

Hij voetbalde in de jeugd bij FC Dordrecht en na zes jaar Nieuw-Lekkerland klopte Heerjansdam bij hem aan. “Het was nog het goede Heerjansdam, dat in de hoofdklasse speelde. Het was een stap omhoog en, daar ben ik eerlijk in, ik kon er een lekker centje krijgen. Ik heb twee mooie seizoenen gehad bij Heerjansdam. Het was in sportief, maar ook in sociaal opzicht een verrijking. In het derde seizoen ben ik na twee wedstrijden gestopt en ben ik teruggegaan naar Nieuw-Lekkerland. Ik miste de dorpse gezelligheid. In dat seizoen heb ik alleen maar getraind.”

Stout zwoer vervolgens eeuwige trouw aan Nieuw-Lekkerland, waar hij in de loop der tijd naar de laatste lijn verhuisde. Jarenlang speelde hij in het hart van de verdediging met Ard Hartman, sinds dit seizoen is de van Schoonhoven afkomstige Marc Kruiper zijn partner. “Natuurlijk was dat in het begin even wennen, maar we zijn eigenlijk heel snel aan elkaar gewend. Ard was voetballend beter, Marc is weer ontzettend sterk in de lucht.”

De vernieuwingen hebben Nieuw-Lekkerland sowieso goed gedaan, meent Stout. “We hadden genoeg goede voetballers hoor”, zegt hij over het team van vorig seizoen. “Maar de honger was er niet. We waren denk ik als groep te lang bij elkaar. Hoe noemen ze dat? De rek was eruit.”

In de huidige ploeg zit volgens Stout wel die gretigheid die vorig seizoen node werd gemist. “Het is gewoon een stuk scherper allemaal. Op de training, maar ook in de benadering naar elkaar toe. Ik kan me voorstellen dat supporters zeggen dat we als elftal ‘fris’ ogen. Zo voelt dat ook. We zijn heel snel een hechte groep geworden. Van dat proces kan ik wel genieten.”

Stout pakt daarbij als aanvoerder zijn ‘rol’. “Mijn taak is om de jongens scherp te houden. We hebben een uitstekend eerste deel van de competitie achter de rug en we moeten daar wel een goed vervolg aan proberen te geven. Tevredenheid mag niet leiden tot gemakzucht, al denk ik niet dat het deze ploeg snel zal overkomen.”

 

Ronald Klinkenberg wil het wij-gevoel creëren bij DCV

Er zijn weinig trainers die zo uitgesproken zijn als Ronald Klinkenberg. De oefenmeester woont weliswaar al jarenlang in Krimpen aan den IJssel, maar een Krimpenaar voelt hij zich niet. Wel voelt hij zich tot in de haarvezels verbonden aan DCV, de club waar hij ooit binnenstapte als voetballer en nu bezig is aan zijn derde periode.

Klinkenberg staat voor energie. Dat had hij als beginnend trainer bij Capelle, waar hij zijn eerste successen beleefde, en dat heeft hij bijna een kwarteeuw later nog steeds. En dat met dezelfde gedrevenheid en motivatie als destijds. “Zoiets zit in je en dat is niet leeftijdsgebonden”, zegt hij over zijn eigen energiebron. “Ik ben 62, maar zo voel ik me niet. Eerder 42.”

Toen Klinkenberg twee seizoenen geleden voor de tweede keer trainer werd van DCV, deed hij dat in de wetenschap een andere club te gaan trainen dan in zijn eerste periode. De club had een streep gezet door de vergoedingen voor spelers en daarmee de weg geplaveid naar een elftal met een echt DCV-gezicht. Daar kwam zes jaar geleden ook nog eens de overstap naar de zaterdag bij. “Ik denk dat de club moedige, maar ook noodzakelijke keuzes heeft gemaakt”, meent de voormalig oefenmeester van onder andere Barendrecht en Kozakken Boys.

“Het is belangrijk dat een eerste elftal onderdeel uitmaakt van de club en niet een los iets is. Daardoor verwaarloos je je talenten, daar is veel minder oog voor. Jonge spelers moeten het gevoel hebben het eerste te kunnen halen. Onlangs speelden we tegen Bruse Boys en stonden er tien eigen jongens in de basis.”

Een trainer kan daarin een belangrijke rol spelen, vindt Klinkenberg. “Trainers hoeven geen passant te zijn. Ik zie mezelf meer als een verbinder. Bij alle clubs waar ik gewerkt heb, heb ik verder gekeken dan alleen het eerste elftal. Ik wil iets in de melk te brokkelen hebben. Bij DCV train ik naast de selectie ook de JO9. Dat doe ik omdat ik het leuk vind, maar ook om de jeugdopleiding naar een hoger plan te tillen. Ik hoop trainers in mijn enthousiasme mee te krijgen. Ik wil dat spelers uit de selectie training geven, kennis die ze hebben opgedaan doorgeven aan de jongere generatie. Ik wil mijn visie overbrengen, de winnaars van vandaag kweken. Het wij-gevoel creëren.”

Alles wat Klinkenberg doet, doet hij met passie. “Betrokkenheid, daar gaat het om. Ik vind dat ik het goede voorbeeld moet geven. Heus, bij DCV gebeurde voor mijn terugkeer goede dingen. Het was alleen qua jeugdopleiding te weinig ‘samengeklonterd’. Er was wel een doel, maar geen gezamenlijk doel. Dat besef zie je langzaam komen. Op alle vlakken.”

Met DCV promoveerde hij vorig seizoen naar de eerste klasse. Spelen op dat niveau met het nieuwe DCV-model noemt Klinkenberg een ‘superuitdaging’. “Ik heb het tegen die jongens eigenlijk nooit over we moeten ‘dit’ of we moeten ‘dat’. Het heeft helemaal geen zin om extra druk op te leggen en te roepen dat we moeten handhaven. Je moet gericht zijn op ontspanning en beleving. We zitten midden in een proces en in dat proces zit ingesloten dat we regelmatig verliezen. Verliezen en verliezen is één, maar je moet er wel steeds naar streven om elke keer een paar procent beter te gaan worden. Daar horen basiswaarden als lef en bravoure bij. Soms ontbreekt dat beetje nijd bij ons. Dan kan ik ook spijkerhard zijn. Voor alles geldt: je moet de juiste uitdaging creëren.”

 

Alexander van Dommelen heeft eindbestemming gevonden

Brielle

“Ik ga hier nooit meer weg.” Met die zes woorden maakt Alexander van Dommelen (31) duidelijk dat Brielle voor hem het einde van een zwerftocht langs menig voetbalclub is. “Voetballen op niveau, op een paar kilometer van mijn huis. En volgend jaar komt ook mijn broer naar Brielle. Wat wil ik nog meer?”

De inwoner van Zwartewaal – een dorpje op steenworpafstand van Brielle – heeft in de fusieclub van de vestingstad zijn eindbestemming gevonden. “Niet om af te bouwen”, haast hij zich te zeggen. “Wel om op een leuk niveau nog te voetballen en te presteren. En als dat met Brielle kan in de hoofdklasse, graag dan.”

Brielle haalde drie seizoenen geleden geen ‘uitgerangeerde vedette’ binnen. “Ik had wel een leeftijd bereikt waarop voetbal wel belangrijk was, maar niet het allerbelangrijkste. Ik heb een eigen bedrijf en een mooi gezin, om daar een goede balans in te vinden was doorgaan bij ASWH geen optie.”

“Ik hikte op zich niet aan tegen drie keer trainen, wel tegen de afstand en de zaterdag. Als Harkemase Boys op het programma stond, stond je om negen uur op de club en stak je om half elf ’s avonds de sleutel in het slot van de voordeur. Dat ging me tegenstaan.”

Hij heeft een prachtige carrière achter de rug die hem voerde langs gerenommeerde clubs. Na FC Dordrecht speelde hij bij DOTO Pernis (twee seizoenen), Barendrecht (drie seizoenen) en dus ASWH in Hendrik-Ido-Ambacht (vier seizoenen).

“Met Barendrecht hebben we alles gewonnen wat er te winnen viel. De beker, landelijke beker en kampioen van de hoofdklasse A, waardoor we ons plaatsten voor de Topklasse, die toen gevormd werd.”

In die periode ook werd hij ontdekt als aanvaller. Trainer Jack van den Berg zag snel in hem een offensief ingestelde speler. “Hij zag dat ik drang naar voren had. Hij heeft me eerst op de ‘tien’ positie gezet, later werd ik zelfs spits omdat ik steeds meer ging scoren.”

Ook bij ASWH, waar hij getroffen werd door een zware knieblessure maar weer de ‘oude’ werd, vertolkte hij een aanvallende rol. Bij Brielle is hij geen afmaker meer, maar vervult hij een rol van vormgever.

“Ik speel op ‘zes’, waarbij ik meer een opbouwende dan verdedigende functie heb”, verduidelijkt hij. Lachend: “Nóg steeds zal je mij geen sliding zien maken.”

Bij Brielle werd hij met open armen ontvangen. “Mijn maatje Marvin Godschalk speelde hier al, dus was één-plus-één twee.” Hij geeft toe dat hij de eerste maanden moest wennen aan het niveau. “Natuurlijk was het niveau lager, maar je kunt dan twee dingen doen: of chagrijnig rond lopen of de knop om en de jongens helpen beter te worden. De meeste spelers hadden in mijn eerste seizoen niet of nauwelijks de ervaring van hoofd- en eerste klasse.”

Na het ontslag van trainer Ben Spork vond Brielle verrassend snel de weg naar boven in het klassement. “Als een trainer moet vertrekken is dat nooit leuk. Niet voor de club, niet voor de spelers. Wij wonnen de eerste wedstrijden na de trainerswissel en dat zorgde er meteen voor dat de onrust de kop in werd gedrukt. Dat de buitenwacht dan roept dat het aan de trainer ligt, daar ben ik te nuchter voor, denk ik. Als je als speler door de trainer gemotiveerd moet worden, ben je niet goed bezig. Die motivatie moet je van je zelf al hebben.”

Naast die motivatie heeft Van Dommelen ook nog het geloof dat Brielle Sportclub Feyenoord nog kan achterhalen. “We spelen nog twee keer tegen ze. Ik heb gekkere dingen meegemaakt.”

Hij heeft sowieso het leuke vooruitzicht dat hij volgend seizoen wordt herenigd met zijn oudere broer Michael van Dommelen, die van Spijkenisse naar Brielle komt. “Daar verheug ik me weer op. We hebben twaalf jaar samen gespeeld. Alleen de laatste drie jaar niet. Ik ben benieuwd of we elkaar nog steeds blindelings kunnen vinden.”

 

 

Quincy Oosterom schuwt het vuile werk niet

Net als duizenden jongetjes droomde hij ervan ooit in het Feyenoord-shirt in De Kuip te mogen spelen. Ook voor Quincy Oosterom was een bestaan bij de profclub van Rotterdam-Zuid niet weggelegd. Hij vond echter in de amateurs van Sportclub Feyenoord een ‘geweldig alternatief’. “Ook bij ons klinkt bij het betreden van het veld het clublied. Met mij doet dat heel veel.”

Oosterom, 24 jaar inmiddels, is een die-hard Feyenoorder. “Ik heb al jarenlang een seizoenkaart”, wijst hij met zijn vinger vanaf Varkenoord naar de andere kant van de Olympiaweg, naar de ‘voetbaltempel’ van Rotterdam-Zuid, De Kuip. “Die club is echt mijn lust en mijn leven.”

Jaren geleden maakte hij zelf deel uit van de opleidingsacademie van de Rotterdammers. Zeven jaar liep hij rond op Varkenoord. “Ik ben hier als jongen gevormd als mens én als voetballer”, weet hij. “Ik ben dankbaar dat ik die kans heb gekregen.”

Hij maakte deel uit van de lichting Jefferson Cabral, Jean-Paul Boëtius, en Anass Achabar. “Meer jongens hebben het niet gehaald dan wel. Ik kwam hier als spelertje van Simonshaven binnen. Na Feyenoord heb ik nog een jaar in de jeugd van Sparta gespeeld. Via Xerxes ben ik als senior doorgebroken bij Excelsior Maassluis. Daar heb ik vier jaar gespeeld.”

Hij vond vervolgens onderdak in zijn huidige woonplaats, bij VV Capelle, dat in de derde divisie speelde. “Het eerste seizoen speelde ik alles. Ik was één van de twee controlerende middenvelders. Gertjan Rothman was de ander. Het was een topseizoen.”

Met de komst van een andere trainer – Winand van Loon kwam naar sportpark ’t Slot – veranderde ook het perspectief van de metselaar, die niet vies is van een tattoo meer of minder. “De nieuwe trainer maakte andere keuzes. Zijn goed recht natuurlijk, maar ik kwam veel minder aan spelen toe dan in mijn eerste seizoen. Dat zette me wel aan het denken, zeker toen duidelijk werd dat de trainer nog een seizoen zou blijven. Ik heb me toen de vraag gesteld: wil ik dit nog een seizoen? Nee, was het antwoord.”

Feyenoord hing al snel aan de lijn. “Twee jaar eerder hadden ze me ook al eens benaderd”, verklapt Oosterom. “Maar toen kon ik met Capelle in de derde divisie spelen. Nu lagen de zaken anders. Feyenoord is ambitieus, ik wilde een nieuwe uitdaging. Sportief was het dan wel twee stappen achteruit, maar die heb ik wel gezet met het idee om er straks weer twee vooruit te zetten.”

“Ik had niet het idee om bij een nieuwe club te beginnen. Ik zag heel veel bekenden van vroeger. De klik was er buiten, maar ook binnen het veld. We herbergen heel veel voetballende kwaliteiten, maar ook qua teamgeest zijn we top. Ze hebben het wel eens over de juiste chemie. Nou, dat hebben we in het elftal. We werken voor elkaar. In zo’n situatie is het niet erg om het zogenaamde vuile werk voor de ander op te knappen.”

“Kijk, het is een illusie dat je 26 wedstrijden goed speelt. Je kan nog zo’n goed elftal hebben en nóg zo graag willen, het gebeurt gewoon niet. Als je zo’n mindere dag hebt, komt het op andere eigenschappen aan. Gaat het voetballend niet, dan moet het met een portie werklust waar je u tegen zegt. Die eigenschap bezit deze ploeg.”

Oosterom en zijn ploeggenoten zijn door de ‘concurrenten’ al ongeveer gehuldigd als kampioen. Daarin schuilt volgens de middenvelder ook het ‘gevaar’ voor het vervolg van de competitie. Concentratie is een vereiste. “We mogen en kunnen niet verslappen. We zullen onszelf scherp moeten houden. Brielle ligt op de loer. Ik vier het pas als we daadwerkelijk kampioen zijn.”

 

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.