Home Blog Pagina 109

Marc en Luc de Kruijs samen bij Ter Leede, maar hoelang nog?

0

Marc (26) en Luc de Kruijs (22). Twee voetballende broers van Ter Leede. In de zomer van 2022 keerde de oudste van de twee terug bij zijn oude club om samen met zijn vier jaar jongere broer te voetballen. “Dat was een droom van mij”, zegt de linksbuiten. “Luc was altijd onbereikbaar omdat hij in de jeugd van Ajax en Sparta speelde, maar ineens was die mogelijkheid daar.”

Na mooie seizoenen bij Quick Boys en Noordwijk deed Marc een stapje terug om in de derde divisie bij de Sassenheimse club spelen. “Bijzonder”, vinden de broers. “We voetbalden vroeger altijd al op pleintjes, hij met zijn vrienden en ik met die van mij. En nu sinds 1,5 jaar samen in het eerste van Ter Leede. Het begint al een beetje te wennen, maar het blijft ontzettend mooi”, vindt Luc.

“Ik ben een klassieke linksbuiten”, vertelt Marc. “Mannetje opzoeken, buitenom, voorzetje geven en hopen dat de spits er iets mee doet. Luc is meer een middenvelder, een tien, maar hij speelt de laatste tijd wel als hangende rechtsbuiten.” Luc lacht: “We lijken als spelers totaal niet op elkaar. Ik ondersteun meer het middenveld, ben wel gevaarlijk voor het doel, heb overzicht en ben redelijk snel.”

Teamgenoten

Luc leert ondanks de verschillen veel van zijn broer, vertelt hij. “Hij geeft me wel tips. Marc heeft meer ervaring. Als ik tegen een ervaren verdediger speel, geeft hij aan wat ik kan doen. Kleine dingen, details, maar het helpt wel.” Marc: “Of ik probeer hem op te peppen, of we wisselen even van kant als het niet lekker loopt ofzo. Maar goed, in het veld is hij gewoon mijn teamgenoot. Ik help andere spelers ook natuurlijk. Ja, hij is mijn broer, een vriend, maar ook gewoon een teamgenoot. Dat hebben we vanaf het begin gezegd. Als het moet vallen we gewoon tegen elkaar uit.”

Stap maken

De vraag is hoelang Luc en Marc nog samen spelen bij Ter Leede. De voormalig jeugdspeler van Ajax en Sparta wil graag een stap maken. “Richting de tweede divisie”, zegt Luc. “Ik wil kijken wat er voor mij in zit. Het liefst in de Bollenstreek. Grotere clubs, professioneler. Ja, die ambitie heb ik wel. Ook zonder mijn broer.” En hij lacht: “Aan alles komt een keer een eind, toch?”

Keer tien

Marc begrijpt de ambities van zijn jongere broer. “Tuurlijk, dat gun ik hem ook, maar wat voor Luc wel belangrijk is, is dat hij gaat spelen. Hij moet niet ergens op de bank komen te zitten. Dan kan hij beter nog even rijpen bij Ter Leede. Ik promoveerde destijds met Quick Boys naar de tweede divisie. Een fantastisch seizoen. Het was sowieso een enorme stap toen, van het kleine gemoedelijke Ter Leede naar het bijna professionele Quick Boys.” Luc: “Een gigantische grote club, met heel veel fans. Alles wordt daar keer tien beleefd. Een derby met Ter Leede is leuk, maar daar is het bizar. Die ervaring op dat niveau wil ik ook meemaken.”

Luc brak bij Ajax en Sparta nooit door. “In de jeugd van Ajax speelde ik onder meer met de broers Timber, Brobbey en Taylor. Ik zeg niet dat het mijn kansen heeft verpest, maar mijn twee knieoperaties hebben niet geholpen in ieder geval. In totaal was ik er anderhalf jaar uit.” Marc: “Het is voor Luc zo fijn dat hij vorig seizoen voor het eerst volledig fit is gebleven bij Ter Leede. Dat was heel belangrijk voor hem. Gewoon een bevestiging dat je lichaam het doet. Dat had hij wel nodig.”

Jaren geleden zaten Luc en Marc samen in de lappenmand thuis op de bank. “Dat was wel raar”, lacht de oudste. “Ik had toen ook mijn kruisband afgescheurd. Zit je dan, met z’n tweeën op de bank. Dat deed pijn in onze familie joh. We zijn een echte voetbalfamilie en dan liggen de broers languit.”

De ambities van Luc zijn duidelijk, Marc is wat geheimzinniger. “Ik hou het lekker open. Dat heb ik ook tegen Ter Leede gezegd. Ik ga geen plan uitstippelen. Maar wat ik wel wil is iedere zaterdag spelen. Dat is het belangrijkste.”

Klik op VV Ter Leede voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Ter Leede voor meer informatie over de club.

 

 

Videoanalist Martan Schlemper: ‘Je leert spelers veel sneller kennen’

0

De hoofdmacht van Hillegom heeft sinds dit seizoen een videoanalist. Martan Schlemper, 26 jaar pas, kwam afgelopen zomer met hoofdtrainer Thijs Sluiter mee richting eersteklasser Hillegom. “Tijdens mijn opleiding UEFA B heb ik veel met beeldmateriaal gewerkt. Ik heb het eigenlijk geleerd van de videoanalisten van PEC Zwolle, voor de opleiding moest ik een opdracht maken. Sindsdien heb ik het mezelf eigen gemaakt.”

En daar plukt eersteklasser Hillegom nu de vruchten van. De spelers van het eerste elftal wilden graag meer met beelden werken, legt Schlemper uit. “Het is heel leuk, om meerdere aspecten. Het is echt een spiegel voor spelers. Als je geen camerabeelden hebt en een speler heeft een bepaald beeld bij een moment of wedstrijd, wordt het een welles-niets spelletje. Zijn woord tegen jouw woord. Met beelden zijn er geen twijfels over een bepaalde situatie in het veld.”

Schlemper (rechts op foto) houdt de voortgang van het individu en het elftal nauwlettend in de gaten. “Je traint op spelprincipes, patronen. Dat wil je terugzien in wedstrijdbeelden. Je vergelijkt wedstrijden met elkaar. Waarom krijg je in de ene wedstrijd meer kansen dan in een andere wedstrijd en welke kant gaat het op?”

Programma

De spelers van het visitekaartje van Hillegom hebben baat bij de beelden die elke wedstrijd worden gemaakt. “Je ziet de ontwikkeling”, vertelt Schlemper. “Zonder videobeelden zie je dat niet, dan zit het in je hoofd. Ik werk met een programma waarmee we beelden kunnen analyseren, stilzetten, tekenen en highlighten. Ik kan precies zien hoe vaak een speler gepasst heeft bijvoorbeeld. In dat programma kan je clipjes maken, die monteer je aan elkaar, en je maakt er een verhaal of rode draad van.”

Verschil thuis en uit

Die verhalen worden, verklapt Schlemper, vaak positief ingestoken. “Je laat de beelden zien die goed zijn, maar je geeft ook wel aan wat beter kan. Of een speler vertelt dat zelf. Dan analyseert hij wat hij ziet. Waar we ook veel mee bezig zijn, is het verschil tussen thuis- en uitwedstrijden. Vorig seizoen, toen Thijs en ik er nog niet waren, was Hillegom thuis ongeslagen maar uit won de ploeg nooit. Hoe kan dat? Eigenlijk was de conclusie dat het vooral in de hoofden van spelers speelden en weinig met tactiek te maken had. Het gaat dit seizoen wat beter.”

Trainersvak

Schlemper haalt veel voldoening uit zijn werk als videoanalist. “Ik heb zelf psychologie gestudeerd en kreeg dit werk snel onder de knie. Ik denk wel dat het leuk is om een stap te maken als ik die kans krijg, maar eigenlijk liggen mijn ambities in het trainersvak. Ik ben naast videoanalist ook assistent-trainer van Hillegom. In de toekomst wil ik het als hoofdtrainer proberen, maar ik ben nog jong. Ik heb geen haast. En als videoanalist kan je ook stappen maken. Dat is ook een mooie manier om ergens te komen.”

Schlemper vindt het mooi dat hij de spelers van Hillegom door het gebruik van videobeelden sneller leert kennen. “Dat is echt zo. Als je beelden terugkijkt van een wedstrijd, zie je altijd dingen die je tijdens de wedstrijd niet gezien hebt. Dat is heel waardevol, want als trainer neem je 60 procent van een wedstrijd in je op, 40 procent niet. Dat is best veel. Op beelden zie je bijvoorbeeld ook hoe speler zich gedraagt op het veld.”

Dat Hillegom als eersteklasser gebruik maakt van camerabeelden is niet uniek. “Vijf jaar geleden nog wel denk ik, maar tegenwoordig werken de meeste clubs op dit niveau met een camerasysteem. Alleen heeft niet iedereen zo’n opleiding gehad als ik. Het verschil zit hem in het programma waarmee ik werk, waar ik mee monteer. Dat zie je op ons niveau minder. Voor ons is dat een voordeeltje.”

Klik op SV Hillegom voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SV Hillegom voor meer informatie over de club.

Stephan Spruijt: ‘Ik heb veel vrienden gemaakt bij Van Nispen’

0

Het eerste elftal van Van Nispen degradeerde vorig seizoen kansloos uit de derde klasse. Met zeven punten na 26 competitiewedstrijden had het jonge team van trainer Stephan Spruijt geen schijn van kans op handhaving en ook dit jaar is het een niveau lager vechten voor de punten. “We gaan niet echt een rol van betekenis spelen”, zegt de 59-jarige oefenmeester. Spruijt is thuis bij Van Nispen.

Spruijt is een geboren Haarlemmer, maar hij loopt over twee periodes al ruim twaalf jaar rond bij Van Nispen. Eerst bij de inmiddels opgeheven zondagtak en sinds 2017 op zaterdag. “Ik ben echt verweven met de club. Een ontzettend fijne vereniging, Ik voel me hier thuis en heb in die jaren ook vrienden gemaakt. Mensen waar je mee optrekt.”

Longkanker

Dat Spruijt een warm gevoel heeft bij Van Nispen heeft ook te maken met persoonlijk leed. In 2012 werd bij de in Lisse woonachtige trainer longkanker geconstateerd. “Dat was in mijn derde jaar bij Van Nispen. Dat is pittig hoor, als je die boodschap krijgt. De reacties die ik kreeg van de clubleiding van Van Nispen waren overweldigend. Ik kreeg alle tijd die nodig was om weer terug te keren. Ze wilden met mij door. Dat vond ik zo mooi.”

Snel herstel

Spruijt kwam terug, bijzonder snel, en als een ander mens. “Ik herstelde gelukkig goed. Ik hoefde geen chemotraject in te gaan, geen bestralingen, maar ze hebben tijdens een operatie wel mijn rechterlong weggehaald. Dat merk ik nu wel, maar joh, ik ben er nog. Dat is het belangrijkste. Ik werk gewoon 40 uur per week, sta op het trainingsveld, kan nog veel. Alleen zelf sporten zit er niet meer in.”

Dat laatste frustreert Spruijt soms wel. “Ik sta heel positief in het leven, maar ik heb altijd gesport. Tennissen, voetballen, ook op hoog niveau bij RCL en FC Lisse. Nu moet ik na een sprintje door de zeikregen een half uur bijkomen. Het kan gewoon niet meer. Tennissen met mijn zoon ook niet en bij een voetbaltoernooi sta ik langs de kant. Dat is soms frustrerend, maar ik heb het wel zelf naar gemaakt.”

Clichés

Spruijt was een kettingroker. “Ik weet eigenlijk niet meer waarom. Je stinkt enorm en je verziekt je gezondheid. Maar ik had het nodig. Mijn vrouw was er niet blij mee, mijn kinderen van toen 5 en 6 jaar ook niet, maar ik kon niet stoppen. Tot ik werd gedwongen. Ik heb heel veel geluk gehad, want longkanker is niet de ‘fijnste’ kanker. Ik sta sindsdien ook anders in het leven. Alle clichés zijn waar. Ik tel mijn zegeningen en geniet meer”, aldus Spruijt. Voetbal speelt al jaren een grote rol in het leven van Spruijt. “Maar het is niet heilig meer. Dat je er als vader kunt zijn voor je kinderen, dat is belangrijk!”

Sinds 2017 is Spruijt trainer van de zaterdagafdeling van Van Nispen. “Toen ik destijds gevraagd werd, twijfelde ik geen seconde. Ik had al een zondagclub, RCH, maar ik wilde Van Nispen helpen. Ik was niet vergeten hoe ze mij steunden in 2012 tijdens die zware periode. Maar ik zit nu nog bij de club”, lacht hij. “De club verlengde vorig seizoen zelfs mijn contract toen we nul punten hadden na elf wedstrijden.”

“Sportief hebben we het zwaar. Vorig seizoen wonnen we twee wedstrijden en speelden we een keer gelijk. De andere duels verloren we, en vaak ruim ook. Soms door een beetje pech, maar vaak genoeg werden we gewoon weggetikt. Niet gek hoor, want veel jongens waren gestopt in het eerste elftal en we speelden met jongens van 16 of 17 jaar. Fysiek kwamen we er helemaal niet aan te pas. Dit seizoen hebben we het ook lastig in de vierde klasse. Ik hoop dat we ergens tussen plek zes en acht kunnen spelen. Het is alleen jammer dat we niet in West II zijn ingedeeld door de KNVB. We missen alle leuke derby’s. Dat vinden we jammer.”

Klik op Van Nispen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Van Nispen voor meer informatie over de club.

 

Kick Groot (Noordwijk): ‘Misschien wel in mijn beste vorm ooit’

0

Kick Groot is bezig aan zijn eerste seizoen bij Noordwijk. De verdediger kwam afgelopen zomer over van ODIN ’59, waar hij na enkele moeizame jaren – vanwege blessureleed – weer met plezier op het voetbalveld stond. Lang lonkte voor Groot een mooie carrière in het betaald voetbal.

Hij speelde in de jeugd van AZ samen met onder meer Calvin Stengs en  Teun Koopmeiners, maar uiteindelijk deed zijn lichaam niet altijd wat zijn hoofd wilde. “Ik heb regelmatig het idee gehad dat mijn lichaam niet gemaakt is voor profvoetbal.”

Kick is de kleinzoon Cees Groot, die in de jaren 50 en 60 bij Ajax speelde. Henk Groot, oud-speler van Ajax en Feyenoord, is de broer van Cees. “Mijn opa heb ik nooit gekend, hij overleed in 1988, maar met Henk heb ik het wel over hem gehad. Helaas is Henk in 2022 overleden. In alle verhalen die ik nog over mijn opa hoor, komt naar voren dat hij altijd vriendelijk was en zijn sport met passie beoefende. Ze scoorden allebei enorm veel goals voor Ajax en Feyenoord. In de eeuwige topscorerslijst van Ajax staan ze ook hoog. Natuurlijk ben ik trots. Ik vind het leuk om over ze praten en de verhalen te horen van oudere mensen.”

Centrale verdediger

Cees en Henk scoorden vroeger aan de lopende band, op het allerhoogste niveau, in grote en volle stadions. “Dat heb ik niet bepaald van ze overgenomen”, lacht Kick. “In de jeugd speelde ik nog wel eens op ‘10’, maar ik zakte steeds verder naar achteren. Ik speel nu alleen nog maar centraal in de verdediging, maar ik heb ook als verdedigende middenvelder gespeeld en als rechtsback. Centraal achterin voel ik me het fijnst, dat is mijn plek. Ik heb het spel graag voor me.”

Blessures

Kick doorliep de jeugdopleiding van AZ, speelde uiteindelijk ook duels met Jong AZ in de Keuken Kampioen Divisie en stond nog kortstondig onder contract bij Telstar. Te vaak wierp een blessure, voornamelijk aan de knieën, hem terug. “Ja, het zat niet altijd mee. Ik ga niet zeggen dat ik 500 duels had gespeeld in de eredivisie, dat niet, maar in ieder geval wel meer wedstrijden in het betaald voetbal. Weet je, ik heb er wel alles aan gedaan. Mijn vader zei altijd: ‘Doe er alles aan, dan kan je nooit spijt krijgen.’ Ik kan wel zeggen dat ik ervoor geleefd heb. Absoluut. Maar ik heb ook pech gehad.”

Voor Kick is met name zijn periode bij AZ er een om nooit te vergeten. “Toen ik een jaar of 16 was stond ik tegenover Phil Foden van Manchester City. Brahim Diaz, die nu bij Real Madrid speelt, zat ook in dat elftal. Dat zijn prachtige herinneringen. Ik heb tegenover geweldige voetballers gestaan, jongens die nu op het hoogste niveau spelen. Toen zag je al dat zij de top van de wereld waren. Het ging allemaal zo snel. Een van mijn beste vrienden is Donyell Malen, ook tegen hem heb ik gespeeld.”

Eenzaam

Na AZ volgde Telstar, maar bij die club speelde Kick zelden. “Ik was heel veel geblesseerd. Als je alleen traint en werkt aan je herstel, voel je je eenzaam. Ik kan echt goed op mezelf zijn, maar je gaat naar een club om te voetballen. En toch ben ik altijd positief gebleven, ik heb nooit in de put gezeten. Maar na een tijdje dacht ik wel: mijn lichaam is niet gemaakt voor profvoetbal. Zeven keer per week trainen, veel krachttraining, en wedstrijden.”

Na een paar mooie seizoenen bij de amateurs van ODIN ’59, meldde Noordwijk zich bij de 25-jarige verdediger, die tegenwoordig werkzaam is als personal trainer. “Noordwijk wilde mij heel graag hebben. Weer een hoger niveau, dat wilde ik na ODIN ’59. Ik voel me hartstikke goed én fit. Misschien ben ik wel in mijn beste vorm ooit. Ik sta weer met plezier op het voetbalveld, dat is het belangrijkste. Dat plezier was wel een tijdje weg.”

Klik op VV Noordwijk voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Noordwijk voor meer informatie over de club.

Remco Breuer (Warmunda): ‘Over elke beslissing wordt twee keer nagedacht’

0

Remco Breuer is al enkele jaren hoofdtrainer van vierdeklasser Warmunda. Dat doet hij samen met Barry van Rijn. “Een fijne samenwerking”, zegt de 37-jarige Breuer, net als zijn kompaan een kind van de club. “Over elke beslissing wordt twee keer nagedacht.”

Vorig seizoen handhaafde de hoofdmacht van de club uit Warmond zich ternauwernood in de vierde klasse. “Door de versterkte degradatieregeling moesten we strijden tot op de laatste dag. Dat hoeven we dit seizoen hopelijk niet. Ik denk dat we met Warmunda op de goede weg zijn, we willen in de middenmoot meedraaien, ergens rond plek 5 a 6. In het linkerrijtje dus.”

Twintig jaar

Breuer groeide als kind op bij Warmunda en speelde zelf jarenlang in de selectie. “Ik schipperde een beetje tussen het eerste en tweede team. Ik heb eigenlijk maar één jaar echt vast in het eerste gespeeld. Toen ik nog voetbalde ging mijn voorkeur al uit naar training geven. Dat deed ik er altijd bij. Vanaf mijn zeventiende. Ik vind het leuk om met jonge jongens te werken, om de ontwikkeling te zien van voetballers. Daar ben ik sinds ik begon als tiener nooit meer mee gestopt. Inmiddels alweer dik twintig jaar.”

Andere keuken

Bij Warmunda had Breuer meerdere jeugdteams onder zijn hoede, maar toch wilde hij ook een keer in een andere keuken kijken. “Ik heb vier jaar bij UVS gezeten, tussen 2013 en 2017. Ik trainde daar de C2, D1 en twee jaar de C1. Een leuke periode. Bij RCL heb ik vervolgens een jaar de A1 gedaan. Toen ik in 2018 terugkeerde bij Warmunda ging ik aan de slag met het O19-team en een jaar later sloot ik volledig aan bij het eerste elftal.”

Samen met Barry van Rijn. “Die samenwerking is leuk en prettig. We zitten vaak op één lijn, soms ook niet, maar uiteindelijk komen we altijd wel ergens uit waar we allebei tevreden over zijn. We doen het echt samen. Ik neem het organisatorische deel voor mijn rekening, plannen en teamsamenstelling. Dat werkt prima. Het enthousiasme tijdens trainingen komt meer van Barry, ik doe weer meer het organisatorische deel. Ik vind het wel fijn dat twee mensen nadenken over de juiste koers. Daar wordt het resultaat alleen maar beter van, denk ik. Het geeft ook iets meer rust.”

Klein dorp

Warmunda is een vierdeklasser en grote ambities om het hogerop te zoeken heeft de club niet direct. “Warmond is een klein dorp. Het is vooral mooi dat we eigen jongens een mooie omgeving kunnen bieden om te sporten op een zo hoog mogelijk niveau. We zijn tevreden met het niveau waarop we spelen, maar we willen wel op een leuke manier meedoen. Dat wel.”

Veel spelers van het eerste team van Warmunda kent clubman Breuer al van jongs af aan. “Ik denk dat ik 80 procent van de groep in de jeugd ook getraind heb. Ik vind het leuk om te zien hoe die jongens groeien. Ook spelers waarvan je het jaren geleden niet eens had verwacht. Dat is zo mooi aan het trainerschap, om voetballers waarmee je werkt een ontwikkeling te zien doormaken. Het is echt een vriendengroep. Vijf jongens van het eerste spelen al vanaf de E-tjes met elkaar. Die weten niet beter.”

O23-team

“We spelen al jaren in de vierde klasse, maar het zijn altijd wel leuke seizoenen. We hebben een keertje wat spelers van buitenaf gehaald. Toen haalden we een hoger niveau, ook omdat onze eigen jongens zich daar aan optrokken. In de fase waarin we nu zitten moet de eigen clubspelers weer opstaan. We hebben dit jaar ook weer een O23-team, een goede ontwikkeling met het oog op de toekomst.”

Klik op SV Warmunda voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SV Warmunda voor meer informatie over de club.

 

Robin Frijns over start G-afdeling: ‘Voetbal is voor iedereen’

Rijnsburgse Boys is afgelopen zomer gestart met een G-afdeling. Dertien kinderen zijn na een Open G-middag lid geworden van de vereniging. “Een prachtig resultaat, zegt Robin Frijns (30). Hij nam na een gesprek met vrienden het initiatief om te starten met G-voetbal voor kinderen tussen de 6 en 12 jaar. “Mijn vrienden hebben een dochter met een beperking. Zij wilde heel graag voetballen, maar er was nergens plek. Dat vond ik heel kwalijk. Voetbal is voor iedereen.”

Frijns aarzelde niet en ging bij de club waar hij al ruim twintig jaar lid is en training geeft, vragen naar de mogelijkheden. “Ik heb voorzitter Peter Zandbergen benaderd en hem gevraagd of we een G-afdeling konden starten. Hij vond het idee fantastisch. Ik heb een plan van aanpak gemaakt, dat gedeeld met het bestuur, en ik ben nog op onderzoek uitgegaan. Ik kwam erachter dat er voor de jeugd in onze regio niets is. Er zijn wel clubs met een G-afdeling, maar alleen voor senioren. Voor jeugd niets. Dat verbaasde me enorm. Er is geen enkele club in de regio die G-voetbal voor kinderen faciliteert. Alleen Noordwijk en Oegstgeest hebben een ASS-afdeling (autistisch spectrum stoornis, red.).”

Het begon dus allemaal na een gesprek met zijn vrienden, Christine en Gert van Zuilen. “Weet je, ik heb zelf vier kinderen zonder beperking. Als je er niet mee te maken krijgt, weet je het simpelweg niet. Toen Christine en Gert dit vertelden wilde ik het gaan regelen. En zij gingen er direct in mee.”

Open G-middag

Het resultaat mag er zijn, want Rijnsburgse Boys heeft inmiddels dertien kinderen met een beperking aan zich gebonden. “De Open G-middag die wij organiseerden afgelopen zomer was fantastisch. We hebben flyers laten maken, waren actief op social media, en in korte tijd hadden we zeventien aanmeldingen. Daarvan zijn twaalf kinderen lid geworden van Rijnsburgse Boys en korte tijd later kwam er nog iemand bij uit Leiden. Ontzettend mooi. En met veel dank aan de trainers die geholpen hebben. We stonden met z’n tienen op het veld.”

Grote ambities

Toch moet Frijns met zijn team ook nog ‘nee’ verkopen aan mensen die zich graag willen aansluiten. “Er staan twee tieners op de wachtlijst. Ze zijn te oud helaas. Maar we zijn heel ambitieus en hopelijk hebben we binnenkort wel plek. We willen binnen vijf jaar een van de grootste G-afdelingen van Zuid-Holland neerzetten. Of dat lukt weten we niet, maar dat is wel het doel. Er liggen kansen. We willen de afdeling van jongs af aan omhoog trekken. Dus je begint met de jongste jeugd, die moet je binnenboord houden, en zo werk je automatisch naar boven toe.”

Zorg

“We kijken momenteel wat de mogelijkheden zijn voor kinderen tussen de 13 en 18 jaar. Dus ook weer door te flyeren op scholen. Maar we hebben ook meer vrijwilligers nodig. Op dit moment geven zeven vrijwilligers training, Christine loopt daar omheen en ik zorg voor de organisatorische kant en maak de trainingen. We vinden het heel belangrijk om de kinderen goed op te vangen. Christine werkt in de zorg. Zij kan zorg bieden als dat nodig is voor bijvoorbeeld een kindje met diabetes of voor iemand die medicijnen gebruikt. Ook werkt een van onze trainers in het speciaal onderwijs. Zo is het team samengesteld. Met zorg en kennis.”

Steun krijgt Frijns genoeg. “De Dirk Kuyt Foundation helpt ons met opstarten. We hebben nieuwe materialen aan kunnen schaffen, de trainingspakken zijn gesponsord. Echt fantastisch. Ik hoop dat andere clubs ons voorbeeld volgen als wij dit op poten krijgen. De bereidheid van mensen is enorm. Als we volgend jaar zomer tussen de 20 en 30 leden hebben, zou dat top zijn. En hopelijk kunnen de kinderen dan echt competitie spelen, nu trainen ze alleen. Er is niets leuker dan een echte wedstrijd voetballen. Dat is onze wens.”

Klik op Rijnsburgse Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Rijnsburgse Boys voor meer informatie over de club.

 

Jonathan Smelt is de toekomst van GDC

Hij kampte in zijn laatste jaar bij de jeugd met een maandenlange blessure, knokte zich terug op het veld en sloot vorig seizoen in de voorbereiding aan bij het eerste. En dus begint de negentienjarige Jonathan Smelt bij derdeklasser GDC te wennen aan het seniorenvoetbal. “Ze zijn allemaal net een stukje slimmer.”

Meetrainen bij het eerste, wedstrijden bij het tweede en niet al te veel minuten. De overstap van de jeugd naar de senioren, was voor Smelt toch best een grote. “Alles gaat net wat sneller, vooral ook qua balbehandeling. Maar inmiddels gaat het de goede kant op. Ik begin het door te hebben.” Zijn route richting het vlaggenschip van GDC, verliep dan ook niet helemaal zoals gehoopt. “Ik was zeventien en raakte behoorlijk zwaar geblesseerd. Aan de aanhechting van mijn kuit en achillespees. Daar heb ik toen vier of vijf maanden last van gehad. Met rust ging het uiteindelijk weer over.”

Kampioenschap

En dus is Smelt dit seizoen vastberaden om voor zijn kans te gaan. “Tot nu toe heb ik altijd bij het eerste gezeten. In de competitie stond ik drie keer in de basis, de rest ben ik ingevallen.” Bij de club waar het voor hem allemaal op jonge leeftijd is begonnen. “Ik was zeven toen ik bij GDC begon. Heb ook altijd in Genderen gewoond. Als voetbal dan van jongs af aan een hobby is, kom je vanzelf hier terecht.”

Zo werd met vrienden buiten voetballen, al snel serieus. “Het is echt een dorpsclub, met een gemoedelijke sfeer. En natuurlijk blijft het spelplezier, toch het leukste!” Helemaal als dat met jongen is, die je al jarenlang kent. “Dat zorgt toch voor een gezellige sfeer.” Al was het aan het einde van vorig seizoen, iets minder gezellig. Toen GDC een bijna zeker lijkend kampioenschap, uiteindelijk nog weggaf. “Met nog vier wedstrijden te gaan, stonden we volgens mij zeven punten voor. Je merkte het toen ook wel op trainingen. Er werd scherp getraind, fel en iedereen ging er vol voor. Maar wel met de gedachte: we mogen niet nog een keer verliezen…”

Dat gebeurde dus wel. “Last van blessures en misschien wat pech. Je verliest als team. Dan heeft het ook geen zin om elkaar dingen te gaan verwijten.”

Vaste waarde

Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Maar GDC heeft voorlopig nog niet echt het geluk aan hun kant. “Belangrijke spelers zijn gestopt. Jongens met extra individuele kwaliteiten die een wedstrijd over de streep konden trekken.”

Om over ervaring nog maar te zwijgen. “Coachen en de boel neerzetten.” Toch heeft Smelt vertrouwen in een goed seizoen. “Als we zo doorgaan, zit vechten voor promotie er echt wel in. Het zou mooi zijn als dat lukt.” Voor zichzelf, heeft de jongeling een heel ander doel. “Zoveel mogelijk minuten en weer stappen proberen te maken. Zodat ik volgend seizoen een vaste basisplek af kan dwingen.” Op welke positie? “Dat maakt eigenlijk niet uit! Centraal achterin of op het middenveld.”

Met zijn kwaliteiten, moet dat gaan lukken. “Een rustige speler, niet echt iemand met een actie. Inspelen, doorspelen en veel lopen. Ik ben niet de meest technische, maar heb wel inzicht. Vroeger won ik ook makkelijk de duels, nu gaat dat iets minder.” Eén van de aandachtspuntjes voor de rechtspoot, zo vindt hij. “Duelkracht, sneller handelen, mijn trap met beide benen en slimmigheidjes.” Een beetje zoals zijn voorbeelden bij Ajax. “Ik ben Ajacied, dus op dit moment is het een beetje pijnlijk om te kijken. Maar Jorrel Hato is er natuurlijk wel eentje. Net als Frenkie de Jong of Matthijs de Ligt. Die zijn voetballend én verdedigend zó goed.”

Gelukkig heeft Smelt nog genoeg tijd om op zijn voorbeelden te gaan lijken. Lekker bij GDC. “Ik wil hier de komende jaren blijven, in de basis komen en kijken hoe ver we het kunnen schoppen. Een stap hoger hoeft voor mij niet, het blijft een hobby.” En dus staat de motor van zijn scooter alvast weer te draaien. “Mijn steentje bijdragen in het eerste en misschien ga ik daarna wel de jeugd trainen!”

Klik op GDC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op GDC voor meer informatie over de club.

 

Den Besten is de balansbewaker van Almkerk

Een goede voorbereiding, een iets minder zware competitie en dus een goede start van het seizoen. Bij eersteklasser Almkerk zijn ze tot nu toe vooral heel erg tevreden. Maar tijd om het iets rustiger aan te gaan doen, is er volgens Remco den Besten niet. “We hopen bij de eerste vijf te eindigen.”

Want de 30-jarige Den Besten weet met al zijn ervaring inmiddels maar al te goed, hoe snel het om kan draaien. “De eerste wedstrijd van het seizoen, liepen we tegen Sparta’25 meteen in het mes. Die speelden voortdurend op de counter.” Maar daarna pakte de ploeg van Vincent de Klerk de draad dus weer op. “We hebben ook in veel duels, meer dan prima gevoetbald!” In een competitie, die Almkerk klaarblijkelijk wel ligt. “Dat was vooraf lastig inschatten, op het oog lijkt de zaterdag wat sterker. Dit zijn leukere tegenstanders én misschien iets minder zwaar.”

Beter presteren

En dus zet Den Besten meteen maar hoog in. “We hopen toch wel mee te draaien bij de bovenste vijf. Stiekem verwacht ik dat zelf misschien ook wel.” Niet voor niks, vertelt hij. “Door een aantal versterkingen, hebben we nu meer opties voorin. Lucas (Ligtvoet) is bijvoorbeeld gekomen van Achilles Veen, hij heeft zich snel aangepast.”

Beter presteren dan vorig seizoen, is wat betreft Den Besten dan ook het credo. “Toen hebben we het onszelf nog onnodig moeilijk gemaakt. Daardoor bleef het tot op de laatste dag spannend. We verzaakten om het af te maken.” Waarom? “Dat is een goede vraag. Misschien een beetje gemakzucht. Niemand had denk ik echt het idee dat wie in die nacompetitie voor degradatie zouden belanden. Het komt wel goed…”

Toch werd het dus nog even heet onder de voeten, maar met een zevende plek, bleef Almkerk eersteklasser. Met Den Besten er ook dit jaar opnieuw weer bij. “Dit is nu mijn achtste seizoen in het eerste. Oorspronkelijk kom ik van Be Ready, daar heb ik tot de C’tjes in de jeugd gespeeld. Daarna vertrok ik naar Kozakken Boys.” Via vrienden kwam de middenvelder vervolgens terecht bij Veerse Boys, alvorens hij op aanraden van Niels Nieuwesteeg naar Almkerk trok. “We hadden nog samen in de klas gezeten, dus ik kende Niels al.” Toch duurde zijn overstap, nog wel even. “Een jaar later, dan ik in eerste instantie was gevraagd.”

Verademing

Later of niet, Den Besten zit helemaal op zijn plek. “Veel van de jongens hier, blijven langer hangen. Het is een gezellige en hechte groep. Op en buiten het veld. Even een drankje, of een feestje. Je wordt hier goed opgenomen.”

Maar hoe leuk de sfeer ook is, er moet natuurlijk wel gepresteerd worden. “Op zaterdag willen we uiteindelijk allemaal winnen. Dan moet je ook kritisch op elkaar kunnen zijn.” Een vriendengroep waar Den Besten wat hem betreft, voorlopig nog gewoon deel van uit blijft maken. “Ik heb geen blessures en denk eigenlijk nooit aan stoppen. Het was altijd de bedoeling om samen met vrienden ergens af te gaan bouwen, maar die zijn inmiddels allemaal al gestopt. Eind februari word ik vader, dus dat wordt wel even kijken hoe het loopt.”

Maar met Vincent de Klerk als trainer, geniet de ‘nummer zes’ meer dan ooit van het spelletje. “Vincent is echt een verademing! Hij is jong, heeft een duidelijke speelwijze en is continu bezig om beter te worden. Bijvoorbeeld met camerabeelden of videoanalyses.” Iets waar Den Besten als verdedigende middenvelder, ook nog genoeg van kan leren. “Ik ken mijn taken en geef altijd alles. De bal naar de juiste kleur spelen en zorgen voor een goede organisatie. Een beetje de balans bewaken. Daardoor komen anderen beter tot hun recht.”

Net als tijdens het carpoolen, vanuit Breda, lacht de inwoner van de Brabantse stad. “Dat doen we met vier jongens. Kan je toch af en toe een drankje doen!”

Klik op Almkerk voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Almkerk voor meer informatie over de club.

‘Lekker om jezelf weer fitter te gaan voelen’

Hij raakte tijdens corona geblesseerd aan zijn knie, viel daarna van de ene blessure in de andere en is pas sinds dit seizoen weer echt fit. En dus hoopt Dillis de Vries na al die ellende dit jaar bij derdeklasser Woudrichem vooral weer lekker te kunnen voetballen. “Op een gegeven moment ben je er klaar mee.”

Want makkelijk, was die periode voor de 29-jarige buitenspeler niet. “Ik had na corona weer zin om te voetballen, maar vervolgens heb je steeds weer last van verschillende blessures. Dan blijf je kwakkelen.” Want nadat de Woudrichemmer in de derby met Sleeuwijk eerst geblesseerd raakte aan zijn knie. “Een botkneuzing en mijn binnenbanden opgerekt.” Ging het daarna alleen maar van kwaad tot erger. “Enkel, scheurtje in mijn kuit, een botkneuzing…” En dat terwijl De Vries in eerste instantie op de weg terug leek. Al weet hij het bewuste moment nog goed. “Ik zakte door mijn knie heen en hoorde knak. Een operatie was echter niet nodig. Toen ben ik voorzichtig weer begonnen, met alles rustig opbouwen.”

Bouwen

Gelukkig gaat het met zijn knie, nu weer goed. “Eigenlijk begin ik pas sinds dit seizoen weer fitter te worden. In de voorbereiding was ik nog geblesseerd, inmiddels zit ik bijna op negentig minuten.” Maar, zo lacht De Vries meteen. “Je wordt ook ouder, dus het herstel duurt langer. Zeker als we op kunstgras hebben gespeeld. Dan moet je toch op je gestel gaan letten.”

Want hij weet inmiddels ook: “Het is lekker om weer te kunnen voetballen en jezelf fitter te gaan voelen.” Voor hopelijk een langere tijd. “Een paar jaar blessurevrij blijven, zou fijn zijn. Al vergeet je dat ook snel hoor, als je weer eenmaal bezig bent.” Maar waar De Vries, inmiddels ook vader, persoonlijk de stijgende lijn weer te pakken heeft, geldt dat nog niet voor de resultaten. “Na de degradatie, zijn we gaan bouwen aan een nieuw elftal. Jongens met ervaring zijn gestopt en we hebben een nieuwe trainer. Dat moet op elkaar inwerken.”

Toch heeft hij genoeg vertrouwen, dat het goed gaat komen. “Als je kijkt naar het begin én naar nu…” In een competitie, die anders is dan vorig seizoen. “De derde klasse is hard werken. Met alleen maar mooi voetbal, win je hier geen wedstrijden. In de voorbereiding zijn we twee keer weggetikt door Altena, die stonden een tijdje laatste.” Opportunistisch, veel lang en spelen vanuit de tweede bal. De Vries moet er even aan wennen. “In de tweede klasse had je meer voetbal.”

Eigen dorp

Al lukte het Woudrichem dus niet, om zich op dat niveau te handhaven. “We wisten eigenlijk al snel dat het lastig ging worden. Helemaal met die versterkte degradatie.” Eenmaal in die neerwaartse spiraal, werd het alleen maar moeilijker. “Het was ook gewoon een stukje kwaliteit. En ergens hebben we misschien wat geluk gemist.”

Toch ziet De Vries, die zich voor de club bezighoudt met onder meer de website, ook ‘voordelen’. “Als je nu naar die tweede klasse kijkt, is dit beter. We wisten dat we afscheid gingen nemen van wat spelers, dan is het goed om lekker in die derde klasse te spelen. Eigenlijk waar je hoort als Woudrichem zijnde.” Meer winnen dan verliezen dus. “Daar valt of staat alles mee. Dan gaat de sfeer én het plezier, vanzelf weer omhoog.”

In zijn elfde jaar bij het eerste, zit De Vries nog steeds op zijn plek. “Het is gewoon een leuk team. Qua niveau is het prima en met vrienden is dat gewoon super. Helemaal als je dan ook nog soms kampioen wordt.” Met zijn familie op de tribune. “In je eigen dorp… Ik woon er nog steeds, ben hier nooit weggeweest.” En dus kunnen ze langs de lijn al flink wat jaren van hem genieten. Letterlijk en figuurlijk. “Ik moet het hebben van mijn snelheid en actie. Meestal als links- of rechtsbuiten.”

Tijd voor wat doelpunten en assists dus. “We zijn nu niet in de positie om uitspraken te doen over een periode. Eerst maar eens wedstrijden winnen en lekker omhoog krabbelen.” Met hem, hopelijk dan, nog lang en fit binnen de lijnen.

Klik op Woudrichem voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Woudrichem voor meer informatie over de club.

‘Je moet het ontdekken in de praktijk’

Is het trainersvak iets voor hem? Om op die vraag antwoord te kunnen krijgen, zat er voor Jeffrey de Zwart vorig seizoen maar één ding op: assistent-trainer worden bij Altena. En na anderhalf jaar, lijkt zijn zoektocht bijna ten einde. “Ik wil nu zeker voor mijn papieren gaan!”

Want zijn samenwerking met Rick Kolff, hoofdtrainer bij de derdeklasser, bevalt alleraardigst. “Er was meteen een klik! Qua leeftijd, maar ook de passie voor het spelletje. We zijn allebei gek van voetbal. En daarnaast, eerlijk en duidelijk naar elkaar toe. Daar houd ik van.” Ook de jas van assistent, zit hem als gegoten. “Ik sta vooral tussen de groep. Als onderdeel van het team. Even een praatje maken en bezig zijn met die jongens. Dat vind ik het leukste. Wat dat betreft ben ik wel een mensenmens.” De start van het seizoen mag dan moeizaam zijn, aan vertrouwen geen gebrek bij de 38-jarige rechterhand. “Er zit genoeg voetbal in ons team, om het weer om te draaien. De voorbereiding was goed, dat moet weer terug gaan komen.”

Keeper

Want het linkerrijtje, is nog altijd de doelstelling. “Dat is ook realistisch, met deze groep. Jong, maar wel talentvol. Het zit een beetje bij Altena in het DNA, willen voetballen. Dat is in deze klasse nog een beetje zoeken, het is toch vooral fysiek.” En dus geeft de stand volgens De Zwart een vertekend beeld. “We zijn net begonnen, dus geen paniek.” Bij een club, waar hij zelf ook nog niet zo heel lang rondloopt. “In 2017 ben ik in Nieuwendijk komen wonen. Ik kende iemand van het eerste en was vroeger zelf altijd keeper, toen zochten ze hier een keeperstrainer voor de jeugd. Dat ben ik een jaar later gaan doen.”

De Zwart trainde vervolgens ook mee bij de hoofdmacht, speelde anderhalf seizoen lang zijn wedstrijden bij het tweede en hing vier jaar geleden zijn keepershandschoenen aan de wilgen. Na een mooie carrière, voor de van oorsprong Rotterdammer. “In de jeugd heb ik nog bij Feyenoord gevoetbald. Daarna ben ik wat gaan zwerven, onder meer bij Nieuwerkerk.”

Na een korte pauze, omdat hij het plezier kwijt was, en een periode in een vriendenteam bij Drechtstreek, belandde hij dus bij Altena. “De mensen hier zijn fijn. Ik voelde mij snel op mijn gemak.” Net als zijn kinderen. “Hoe die hier vrij rond kunnen lopen, dat is goud. De sociale controle is groot, ze weten je altijd weer te vinden.” Ook toen ze bij het eerste dus een assistent-trainer zochten. “Dat begon vorig seizoen, samen met Richard den Ouden. Voor mij was het vooral een zoektocht: wat wil ik? Ga ik mijn papieren halen?”

Zelf ervaren

Zijn ontdekkingstocht werd vervolgens doorgezet onder leiding van Marinus van der Pijl. “Als je ergens niet zeker van bent, moet je uitzoeken of het iets is. Die ruimte kreeg ik bij Altena ook.”

En? “Ik vind het leuk! Bij de vorige trainer keek ik vooral mee, onder Rick mag ik ook heel veel zelf doen. Trainingen voorbereiden, vormen geven. Dat vertrouwen krijg ik van hem.” Meer dan ondersteunend zijn. “Een beetje de verbinding met het team. Een klankbord naar de spelers toe. Ze moeten mij alles in vertrouwen kunnen vertellen. Wat dat betreft sta ik misschien een beetje tussen Rick en de jongens in.”

Een meer dan leerzame samenwerking, vertelt De Zwart. “Mijn kijk op voetbal, leer ik van hem. Waar je op moet letten, hoe je communiceert of hoe je het team kunt helpen.” Want als trainer zijnde, komt er veel meer bij kijken, weet hij inmiddels. “Daar sta je als speler helemaal niet bij stil. Het is bijna een soort ‘politiek’. Praatjes met spelers, de club of supporters. Dat zijn dingen die er ook allemaal bij horen.”

Want hoewel ze elkaar op voorhand nog niet kenden, loopt de samenwerking gesmeerd. “Pas toen hij tekende, is het contact ontstaan. Een goede vriend van mij, heeft nog met Rick bij VVGZ gevoetbald. Waar ik vandaan kom, is het heel normaal om eerlijk tegen elkaar te zijn. Maar natuurlijk is er ook ruimte voor een lolletje.” Het heeft het vuurtje in hemzelf, in ieder geval aangewakkerd. “Ik wil voor mijn UEFA C gaan, die optie krijg ik ook vanuit de club. Eerst wilde ik altijd kijken hoe ik zou willen zijn als trainer. Zoals Rick het doet, dat past bij mij!”

Zijn papieren halen, daarna ziet De Zwart het wel. “Naast het eerste, geef ik ook nog training aan mijn zoontje bij de jeugd. Ik ben vier avonden per week op de club. Plus de zaterdag. Wat dat betreft heb ik geluk met mijn gezin. Je moet het ook allemaal kunnen regelen.” Gelukkig, kan dat. “Het bestuur is tevreden met mijn invulling. Dit soort dingen moet je toch ontdekken in de praktijk. Je kunt het wel denken, maar moet het uiteindelijk ervaren!”

Klik op Altena voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Altena voor meer informatie over de club

 

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.