Home Blog Pagina 107

Casper Theunissen is bij SPS jeugdcoördinator, bestuurslid én speler

Al vijftien seizoenen loopt Casper Theunissen rond op het sportcomplex van SPS. Bij de club, volgend seizoen uitkomend in de vijfde klasse is de twintigjarige CIOS-student niet alleen speler bij het tweede elftal, maar bovendien ook jeugdcoördinator en bestuurslid. ‘Op deze manier wil ik graag mijn steentje bijdragen voor de club.’ 

Wat voor Theunissen vanuit zijn CIOS-opleiding begon als een stageproject, daar is hij inmiddels bezig aan zijn tweede seizoen als zelfstandig jeugdcoördinator. Net direct een rol die voor de hand ligt op een zo jonge leeftijd. “Misschien niet nee, maar inmiddels is iedereen er wel aan gewend gelukkig. Het was voor mij ook wel fijn dat ik destijds een jaar heb meegelopen met Anco van de Werf. Die gaf aan ermee te willen stoppen en heeft me wegwijs gemaakt. Sinds twee jaar doe ik het nu zelfstandig en het gaat me wel goed af denk ik. Het is leuk om met jeugd bezig te zijn, om de boel op de rit te zetten en de coördineren. In het verleden heb ik wel al vanuit mijn Uefa-C opleiding stagegelopen als jeugdtrainer bij de club, maar dit is toch nog wel even wat anders haha.”

Contact met en aanspreekspunt zijn voor de ouders, zorgen dat alle teams binnen de jeugdafdeling goed zijn voorzien van kader en van voldoende spelers, dat is vooral het takenpakket van de jeugdige SPS-er. “Ik dacht in eerste instantie altijd dat het een flinke rol zou zijn waaraan je heel veel tijd kwijt bent. Maar in de praktijk valt het gelukkig mee. Nou moet ik ook zeggen dat we een prima groep vrijwilligers hebben en dat helpt natuurlijk wel mee. De secretaris zegt altijd ‘de club is van ons allemaal’ en zo is het precies. Als iedereen een stukje voor zijn of haar rekening neemt, dan is het voor iedereen behapbaar en dat blijkt perfect te werken bij ons.”

Vanuit zijn rol heeft Theunissen, die doorgaans dus als speler actief is bij het tweede elftal van de club, ook zitting in het bestuur. “Ik denk dat ik waarschijnlijk wel één van de allerjongste bestuursleden zal zijn die hier in de buurt actief is. Het is wel mooi om te zien dat het hier binnen onze vereniging een aanzuigende werking heeft. Want steeds meer jongere leden zetten zich in voor de club. Dat varieert van het fluiten van jeugdwedstrijdjes tot het actief deelnemen in de activiteitencommissie bijvoorbeeld. Dat is in mijn ogen een goede ontwikkeling en zeker ook noodzaak om de boel zo lang mogelijk overeind te houden en daarmee de leefbaarheid te waarborgen voor de toekomst.”

Het regelwerk, de telefoontjes en alle andere zaken vallen op het takenbordje van de inwoner van Poortvliet, die op zijn vijfde lid werd bij de club. En op zaterdag is hij al van heel vroeg in de ochtend op de vereniging paraat. “Iedere zaterdag zet ik de veldjes uit waarop de teams hun jeugdwedstrijdjes spelen ik vind het ook niet meer dan normaal dat ik bij alle ploegjes geregeld mijn gezicht laat zien. Dat is ook wel zo leuk voor de spelertjes en ook richting de ouders. En het is ook echt heel erg leuk om al die enthousiaste en fanatieke koppies lekker te zien voetballen.  Stiekem ben ik ook best wel trots dat ik al op  zo’n jonge leeftijd deze rol mag vervullen bij de club en dat ik van de mensen ook het vertrouwen en de waardering krijg en voel. Op die manier ben ik ook een beetje medeverantwoordelijk dat we de jeugd op het dorp behouden en er hopelijk op termijn weer wat jeugdspelers doorstromen naar onze seniorenafdeling.”

Klik op SPS voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SPS voor meer informatie over de club.

 

Seizoen voor Halsteren zondag geslaagd na winnen tweede periode

Een ijzersterke reeks wedstrijden leverde voor RKSV Halsteren de winst in de tweede periode op. Tot tevredenheid van middenvelder Jeroen Beerendonk. ‘Sindsdien hebben we overigens te weinig punten behaald dus het is zaak snel weer het goede gevoel te krijgen.’

Beerendonk is, de langst dienende speler in de selectie van de immer ambitieuze geelhemden en momenteel bezig aan zijn tiende seizoen in de hoofdmacht van de zondagtak bij Halsteren. “Samen met Thomas van der Spek en aanvoerder Jelle Vromans speel ik er inderdaad het langste. Dat zegt in mijn geval ook wel iets over hoe goed ik het hier naar mijn zin heb. Ik speel wekelijks en heb gelukkig, ook dit seizoen weer, nog altijd mijn waarde voor het elftal. Per seizoen ben ik als defensieve middenvelder meestal wel goed voor tussen de vijf tot acht goals. Inmiddels heb ik er zeven gemaakt, dus over dat aspect ben ik zeker tevreden. Al ben ik, zeker na de winterstop, net als de rest van de ploeg jammer genoeg niet wekelijks constant geweest.”

Sinds de ploeg van trainer Erwin de Nijs, die eerst zou vertrekken maar toch volgend seizoen tot vreugde van Beerendonk alsnog blijft, de periodetitel pakte is de klad er wat ingekomen. “Dat ligt totaal niet aan de situatie met de trainer overigens, want daarover zijn we heel tevreden. Toen we hoorde dat Erwin wilde vertrekken om plaats te maken hebben Thomas, Jelle en ik de ploeg bij elkaar geroepen en hebben we bij het bestuur aangegeven graag met Erwin door te gaan. Hij geeft goede trainingen, communiceert perfect met de groep, heeft een prima visie en altijd een goed strijdplan. Dat we nu in de middenmoot staan ligt voornamelijk bij ons als groep omdat we gewoon te weinig hebben gebracht de laatste maanden. Gelukkig heeft het bestuur naar ons geluisterd en hebben we ook Erwin weten te overtuigen, want voor deze groep werkt zijn aanpakt perfect.”

De ‘box tot box’-middenvelder is inmiddels achtentwintig, maar dus al tien seizoenen één van de sterkhouders van de ploeg nadat hij overkwam van De Fendert uit zijn woonplaats Fijnaart. “Het eerste jaar speelden we toen eerste klasse en werden kampioen. Sindsdien speel ik hier altijd op hoofdklasse- en Vierde Divisieniveau. Het zou natuurlijk erg leuk zijn als het ooit zou lukken om die Derde Divisie te bereiken. We zijn er al een paar keer dichtbij geweest.”

Nadat de ploeg zich al snel had veilig gespeeld en ook het kampioenschap uit het zicht was, had Halsteren volgens Beerendonk niet direct meer iets om te spelen na het veroveren van de periodetitel. “Dat is een slecht excuus maar zoiets sluipt dan blijkbaar toch in de ploeg. We hebben een aantal duels écht slecht gespeeld en niet gebracht wat we kunnen. Daar speelt ook dat we veel blessuregevallen hebben en dus steeds met andere spelers moeten voetballen. Ook geen excuus, maar wel verklaarbaar. Toch is het zaak om weer het goede gevoel van eerder dit seizoen terug te pakken, want we beschikken over een ploeg met heel veel talent en kwaliteit. Als we dat op juiste moment weer laten samenkomen dan weet je nooit welke krachten er vrijkomen in zo’n extra reeks wedstrijden. Dat we een periode zouden pakken hadden we vooraf niet gedacht, dus maakt het seizoen sowieso al geslaagd.”

Klik op Halsteren voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Halsteren voor meer informatie over de club.

Damian van Haaften beleeft bij Smerdiek seizoen met dubbel gevoel

Een voetbalseizoen met een dubbel gevoel, zo kan het voetbaljaar voor keeper Damian van Haaften van SV Smerdiek het best worden beschreven. De sluitpost debuteerde in het eerste elftal van zijn club, maar degradeerde in zijn debuutseizoen met zijn ploeg naar de nieuw de vormen vijfde klasse. ‘Mooi dat ik nu de kans krijg, maar heel jammer dat we het uiteindelijk niet hebben gered.’

Van Haaften kijkt niettemin voor zichzelf wel terug op een goed debuutjaar als opvolger van de gestopte Jerrol Laurman. “Jerrol had natuurlijk een brok aan ervaring en was een keeper die verbaal ook altijd enorm aanwezig was qua coaching. Dat zijn zaken waar ik nog heel veel in moet groeien, maar gaandeweg denk ik wel dat dit aspect ook beter wordt. Zelf heb ik me als keeper dit seizoen voldoende kunnen laten zien, want in de wedstrijden die we hebben gespeeld heb ik genoeg te doen gehad…. De eerste wedstrijden had ik wel last van spanning, maar dat lijkt me ook niet heel erg raar als je vanuit de JO19 de stap maakt naar de senioren en dan direct de kans krijgt onder de lat.”

Dat Van Haaften nu met keepershandschoenen in het eerste elftal van zijn club zou staan, daar had hij zes jaar geleden zelf geen seconde rekening mee gehouden. “Nee helemaal niet zelfs want toen voetbalde ik nog gewoon. Ik kreeg echter last van een hardnekkige knieblessure en de specialist gaf toen te kennen dat voetballen een te groot risico zou worden qua belasting van de knie. Toen ik vroeg naar alternatieven om te blijven sporten zei hij me dat ik wel kon proberen om te gaan keepen. Dit vanwege de iets mindere belasting qua lopen. Dat heb ik toen gedaan en dat bleek goed te gaan. Sinds die tijd keep ik en dat bevalt me wel.”

Vanaf de JO17 kreeg hij keeperstraining van Aad van Meenen, Rienie Moerland en zijn oom Corné van Haaften. Dankzij hen maakte hij een mooie ontwikkeling door in zijn nieuwe rol op het veld. “Elke training en wedstrijd leer ik nu nog nieuwe dingen. De tips en tricks probeer ik zoveel mogelijk te absorberen en toe te passen. Het is een gegeven dat ik de basistechnieken van het keepersvak nooit heb geleerd en die nu in een soort ‘spoedcursus’  onder de knie moet krijgen. Toch gaat het steeds beter en daardoor groeit natuurlijk ook mijn vertrouwen. De wedstrijden zijn voor mij daarin nog altijd de belangrijkste leermomenten, want dan moét je er gewoon staan. Het mooie is dat je als keeper het spel voor je hebt en dus goed kunt observeren hoe een wedstrijd verloopt.”

Daardoor zag Van Haaften het dit seizoen bij de vierdeklasser ook meer dan geregeld misgaan voor zijn neus. “We kregen elke week wel voldoende kansen, maar scoorden gewoon te weinig en gaven soms te simpel de kansen en goals weg. Dan weet je dat je het lastig krijgt in een competitie waarin toch een aantal heel sterke teams tegenover je staan. Toch hadden we gehoopt om de dans te kunnen ontspringen maar helaas is dat niet gelukt.”

Met een verjongde selectie zal Smerdiek dus moeten proberen om vanuit de vijfde klasse weer de weg omhoog te gaan vinden.  “Veel jonge jongens, waaronder ook ikzelf zijn doorgeschoven en nieuw met seniorenvoetbal. We moesten vooral wennen aan het fysieke aspect. Het doel was om boven de streep te eindigen maar in die missie zijn we niet geslaagd. Blij ben ik wel met mijn debuutseizoen en de kansen die ik nu krijg als eerste keeper. Hopelijk kunnen we vanaf komend seizoen weer terug omhoog kijken.”

Klik op SV Smerdiek voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SV Smerdiek voor meer informatie over de club.

Stijn van der Kroon en Halsteren zaterdag winnen titel in derde klasse

Ooit zette Stijn van der Kroon (21) zijn eerste stapjes op het voetbalveld in de F11 van RKVV Halsteren. Zestien jaar later wint hij met Zaterdag 1 het kampioenschap in de 3e Klasse B. ‘We wilde gaan voor een periode en een plek in de middenmoot maar dat doel hebben we maar bijgesteld.’

De jeugdige verdediger is dus al heel wat jaren drie keer per week op Sportpark De Beek te vinden en voelde nooit de behoefte elders te gaan spelen. “Ik ben hier als klein ventje ooit begonnen in de F’jes nadat ik mijn zwemdiploma A had gehaald. Dat heb ik in sneltreinvaart gedaan, want eerder mocht ik niet op voetbal haha. Vanaf de E-pupillen heb ik daarna altijd in de selectieteams gespeeld tot ik enkele seizoenen geleden een paar keer mocht meetrainen met de Zondag 1. Al snel bleek dat daar voor mij de kansen heel klein zouden zijn, omdat het niveau daar voor mijn gewoon te hoog was. Ik besloot daarop om bij het zaterdagteam aan te sluiten en dat was de beste keus die ik heb kunnen maken. Want ik voetbal vooral om wekelijks ook zoveel mogelijk minuten te maken en die kansen waren daar veel groter.”

In het elftal ziet Van der Kroon zichzelf steevast terug in de basisformatie van de trainers Erik van der Giesen en Anton Verweij. “We wilden in eerste instantie gaan voor middenmoot een meedoen om een periodetitel. Die pakten we begin maart en toen hebben we de blik omhoog gericht.”

In het dagelijks leven pendelt hij tussen Halsteren en Rotterdam waar hij aan de Erasmus Universiteit een master Finance & Investment volgt. “Dan is voetbal een heerlijke manier om je energie kwijt te kunnen en daar geniet ik altijd optimaal van. Het is mijn tweede jaar bij de senioren en merk in alles dat ik nog steeds mezelf ontwikkel. Ik krijg vertrouwen van de staf en speel vrijwel alles. In het verleden was ik altijd middenvelder, maar nu als linksback zie en voel ik de progressie. In het verdedigen, in het kiezen van de juiste momenten ook om mee in te schuiven naar voor. Conditioneel kan ik het aan en ook fysiek sta ik mijn mannetje dus dat ik wel prettig. Het is een geweldig team om in te voetballen en alle puzzelstukjes zijn gewoon dit seizoen in elkaar gevallen.”

Weinig blessures en een kwalitatief goede selectie die na het vertrek van wat ervaren krachten werd aangevuld met vooral jonge spelers. “Dat is ook goed uitgepakt gelukkig. Iedereen knokt voor elkaar en dat zag je groeien gaandeweg het seizoen. Voor volgend jaar komen er een aantal nieuwe spelers bij en zorgt voor extra concurrentie. Dat houdt iedereen scherp.”

Het kampioenschap past ook prima in het beleid van de club dat jaren geleden werd gestart met de zaterdagtak om zodoende als een perfecte brug te kunnen dienen tussen jeugdafdeling en het zondagelftal. “Die stap was altijd gigantisch en heb ik zelf ook ervaren. Nu merk ik geleidelijk aan mee te groeien naar een hoger niveau en dat kan ideaal zijn om de stap te maken. Zelf heb ik nu niet meer direct die ambitie omdat ik hier op mijn plek zit. Ik speel wekelijks en dat was wat ik wilde. Zoveel mogelijk voetballen op een zo mooi mogelijk niveau. Daar zijn we met z’n allen hard op weg naartoe.”

Klik op Halsteren voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Halsteren voor meer informatie over de club.

‘We hebben dit seizoen als ploeg teveel domme punten verloren’

Met een aantal sterke ploegen die allemaal in aanmerking wilden komen voor promotie en het kampioenschap wist Jim Kanters dat Prinsenland bijna wekelijks top moest zijn om mee te kunnen strijden. Dat lukte soms wel, maar te vaak ook niet volgens de aanvaller/ middenvelder. ‘We hebben teveel domme punten verloren en dat is doodzonde.’

Sinds 2018 komt Prinsenland uit in de derde klasse, nadat het in 2012 als fusieclub tussen DIVO en Dinteloord nog begon als eersteklasser. Toen was Kanters negen jaar oud en was het zijn doel om ooit een rol te vervullen in het eerste elftal. “Dat lukte me toen ik een jaartje of vijftien was, ik bij de selectie kwam en geregeld mee mocht doen. Maar pas sinds vorig seizoen ben ik ook echt basisspeler. Daar geniet ik van ik vind het geweldig om voor deze mooie club te mogen spelen.”

Waar Prinsenland elk seizoen volgens Kanters goed uit de startblokken schiet, sluipt er gaandeweg dan toch vaak een soort nonchalance in het spel. “Dat is niet goed en daardoor lopen we uiteindelijk achter de feiten aan. We denken te makkelijk en soms lijkt het alsof we proberen om op zestig procent wedstrijden te winnen. Dat werkt met de teams in onze competitie natuurlijk niet en dan loop je regelmatig tegen zeperds op. Nu moeten we achtervolgen en hopen dat tegenstanders nog fouten maken, terwijl we zeker in mijn ogen voetballend gezien mee moeten kunnen doen.”

Vooral na de winter was het in de ogen van de flankaanvaller veel te wisselvallig. “We winnen thuis van DVV’09 en De Jonge Spartaan, maar verliezen ook van Alliance. Gaan er uit dik af tegen DVV’09 en spelen gelijk tegen koploper Halsteren. Dus we kunnen ons zeker meten met de topteams maar dan moeten we wel vanaf de start scherp zijn en er vol de focus op hebben. Kwaliteit is er voldoende, maar mentaal is het nog te grillig bij velen. En dat moeten we eruit zien te krijgen willen we in de toekomst een stap voorwaarts kunnen maken.”

Want dat er ambitie aanwezig is bij de gewezen eersteklasser, dat moge duidelijk zijn. Kanters kan zich wel vinden in die ambitie van de club en hij hoopt ook dat het ooit bewaarheid wordt. “Ik zit hier prima op mijn plek en onze trainer Natalino Storelli blijft nog minstens drie seizoenen. Hij heeft aangegeven dat hij de ambitie heeft om ons als groep terug te brengen naar de tweede klasse. Daar wil ik graag bij zijn en proberen om mijn bijdrage aan te leveren.”

Waar Storelli de snelle Kanters veelal op ‘tien’ laat spelen, heeft de jongeling zelf een voorkeur voor een rol als linksbuiten. “Daar denk ik met mijn snelheid en onvoorspelbaarheid van grotere waarde te zijn en voel ik me ook vrijer als speler. Maar de trainer is degene die beslist en probeer de rol die ik krijg van hem zo goed mogelijk te vervullen. Daarom baalde ik wel dat ik er vanwege een keelontsteking en operatie aan mijn amandelen een lange tijd uitlag. Dan sta je aan de kant en kan je niks doen. Op die momenten merkte ik pas hoeveel voetbal voor mij betekent en ga je beseffen dat het toch wel mooi is om wekelijks op een mooi niveau in een eerste elftal te kunnen en mogen spelen. Ik ben gelukkig weer fit en hoop mezelf als Prinsenland-speler de komende jaren nog te blijven doorontwikkelen.”

Klik op vv Prinsenland voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Prinsenland voor meer informatie over de club.

Oud-doelman Dennis Uijl nu keeperstrainer én voetballer bij Tholense Boys

Met een rijk verleden als doelman en een bak aan keeperservaring kwam Dennis Uijl twee jaar geleden binnen bij Tholense Boys. Niet om er te strijden voor een plek onder de lat, maar om te gaan voetballen bij Tholense Boys 4. Inmiddels is hij ook keeperstrainer bij de selectie en geeft hij één keer per week training.

“Dat is enorm leuk om te doen en ik probeer om de ervaring die ik in het verleden heb opgedaan als keeper nu over te brengen op de keepers van de selectie. Ik woon inmiddels met mijn vrouw, die uit Tholen-stad komt en onze twee kleine kinderen in een nieuwbouwwijk achter sportpark De Bent, ideaal dus ook.”

Via de jeugd van SPS, RBC en Halsteren kwam Uijl via Halsteren zondag terecht bij VVC’68. Daarna volgde nog v.v. GOES en SV Dosko. Daar kreeg Uijl te maken met serieuze heupklachten en moest hij noodgedwongen de handschoenen aan de wilgen hangen. Voetballen lukt echter nog wel en zodoende is hij bij een groep vrienden in het vierde elftal van Tholense Boys gaan spelen. “Leuk om op deze manier toch nog van het voetbalspelletje te kunnen genieten en gelukkig hebben we met Sander Nagtegaal een prima keeper daar onder de lat staan. Ik ben nu vijfendertig en dan is het van de ene kant jammer dat ik niet meer kan keepen, maar om met vrienden nu puur voor de gezelligheid toch nog lekker een balletje te kunnen trappen dat geeft veel voldoening.”

Toen ze uiteindelijk bij de club op zoek waren naar een keeperstrainer was de optelsom ook heel snel gemaakt. “Vanuit de club werd mijn naam geopperd en heb toen een paar goede gesprekken gehad met hoofdtrainer Leon de Witte en het bestuur. Heb direct ook aangegeven dat ik best één avond per week de keepers voor mijn rekening wilde nemen en niet meer dan dat. Want met een drukke baan en een gezin met jonge kinderen zijn de vrije uurtjes spaarzaam. Dat was prima en zodoende ben ik ook in de rol van keeperstrainer terecht gekomen en dat loopt lekker. Het enige jammere is dat we met het vierde op zaterdag nagenoeg altijd op dezelfde tijd spelen als het eerste elftal dus David écht aan het werk zien lukt vaak niet helaas. Toch krijg ik wel voldoende mee hoe het is gegaan en gezien hij de minst gepasseerde goalie is van de competitie, gaat het vrij aardig haha.”

Waar het eerste elftal promoveert naar de derde klasse, daar zit er voor Tholense Boys 4 zeker geen kampioenschap in. “Nee verre van haha. We hebben een groep jongens die allemaal prima kunnen ballen, maar we trainen niet dus dat breekt ons af en toe tegen jongen honden wel eens op. Maar dat mag de lol tijdens wedstrijden niet drukken. We proberen te gaan voor de winst maar niet te koste van alles en al zeker niet van ons spelplezier.”

Dus ondanks de heupklachten als keeper, is het overbrengen van zijn ervaring als keeperstrainer en het heerlijk ‘ballen voor de lol met maten’ de nieuwe voetbalinvulling die Uijl nog even hoopt vol te houden. “Het trainerschap kost niet extreem veel tijd en ik heb lol in wat ik doe nu. Bovendien heb ik geen pijn en dat is me ook heel veel waard terwijl ik de hobby kan blijven uitoefenen waarvan ik het meeste geniet. Wat wil je dan nog meer?”

Klik op Tholense Boys voor meer artikelen over de club.
Klik op Tholense Boys voor meer informatie over de club.

Vaste basisplaats is voor Julian de Heer bij NOAD’67 hét sportieve doel

Het belangrijkste doel was voor NOAD’67 primair om bij de bovenste zes teams in de competitie te eindigen. Die missie is geslaagd al had men, zeker toen men als tweede de winterstop inging, gehoopt kans te maken op meer dan een plek in de subtop. 

In de 4e Klasse D van het zaterdagvoetbal was er, net als in veel andere competities, sprake van een duidelijke tweedeling qua niveau. “Er zat een flink gat tussen de linker- en de rechterrij en daarom hadden we vooraf gehoopt dat we langer een rol bovenin konden vervullen. Maar doordat we toch te maken kregen met flink wat blessures en daardoor bepalende spelers langere tijd niet beschikbaar waren had dat jammer genoeg invloed op de resultaten.”

Voor De Heer was de afwezigheid van basiskrachten juist een kans om zichzelf te profileren en te laten zien dat hij toch meer is dan een ideale twaalfde man. “Ik sta niet wekelijks in de basis en dat is wel eens balen natuurlijk. Want iedereen wil graag zoveel mogelijk minuten maken en wedstrijden spelen. Van origine ben ik eigenlijk middenvelder, maar bij ons is daar de concurrentie dusdanig groot dat ik voornamelijk mijn kansen moet pakken als linksback. Ik maak gelukkig wel elke week mijn minuten maar hoop uiteindelijk toch wel meer te mogen worden dan invaller of basiskracht bij afwezigheid van anderen.”

Toch zal hij als echte Fliplander nooit zeuren of zaniken dat hij niet speelt. “Nee joh, daar heb je niks aan. Ik geniet van elke minuut speeltijd die ik krijg van de trainer en hoop hem daarin te overtuigen dat ik in de basis hoor. Maar ik ben ook realistisch genoeg om te weten dat andere wellicht meer voetballende kwaliteiten hebben dan ik die het vooral van inzet en werklust moet hebben. Op trainingen en op de momenten dat ik speelkansen krijg doe ik mijn stinkende best voor de ploeg en de club en meer kan ik niet doen.”

De 25-jarige De Heer is al twintig jaar lid bij de club en maakt sinds vijf jaar vast deel uit van de selectie. Een wekelijkse basisplaats heeft hij echter nog altijd niet weten te veroveren. “Dat knaagt wel eens, maar van de andere kant ben ik blij om speler van NOAD’67 te zijn. Mijn vrienden voetballen er en ik kijk er nog altijd wekelijks naar uit om wedstrijden te spelen en te gaan trainen. Doordeweeks heb ik een kantoorbaan, dus dan is het heerlijk om na een dag op kantoor heerlijk op het voetbalveld mijn energie kwijt te kunnen. Doordat ik in de ogen van de trainer veelzijdig inzetbaar ben dan weet ik vooraf niet óf ik speel en op welke positie. Nadeel is soms wel eens dat je niet altijd even constant bent in je prestaties omdat je soms moet schakelen qua positie in het veld. Maar daarin hoop ik nog de nodige stappen te zetten.”

Voor de toekomst is de ambitie bij De Heer meer dan duidelijk: een vaste basisplaats veroveren in het elftal. Dat kan hij dan doen bij de nieuwe trainer Peter van Poortvliet die tussen 2001 en 2025 ook al werkzaam was bij NOAD’67. “Dan begint iedereen weer op nul en dat geeft weer nieuwe kansen, ook voor mij. Want ik denk zeker dat ik als basiskracht voor dit team van waarde kan zijn en daar ga ik ook alles voor doen om dat te realiseren.”

Klik op NOAD’67 voor meer artikelen over de club.
Klik op NOAD’67 voor meer informatie over de club.

‘Bij Stavenisse winnen ze sowieso altijd wel in de derde helft’

Waar het dit seizoen voor SC Stavenisse in de 4e Klasse D verre van crescendo gaat op sportief vlak, daar zijn de kantinedames van mening dat ze toch wekelijks te maken hebben met winnaars. ‘Het is jammer dat ze zo vaak verliezen. Toch mag het hier de pret nooit drukken. Bij Stavenisse winnen ze sowieso altijd wel in de derde helft’, zegt Alice Vogelaar.

 Samen met Paula Ridderhof (moeder van voormalig aanvaller Rudy Ridderhof), Willy Slager en Caroline Dorst (moeder van doelman Sven Dorst) vormen ze het kwartet van kantinedames die wekelijks om toerbeurt klaarstaan om de tapkranen en de frituurpan te bemensen. “Het is voor mij één van de verschillende rollen die ik hier binnen de club voor mijn rekening neem. Doordat de kinderen gingen voetballen bij de club raak je betrokken en voor je het weet is het vrijwilligerswerk zowat een parttime baan haha.”

Alice is namelijk naast kantinedame ook nog actief binnen het hoofdbestuur van de Thoolse dorpsvereniging. “Ik heb een administratieve baan en een aantal seizoenen geleden kreeg ik de vraag of het niet iets voor me was om de rol van secretaris op me te nemen. Ik ben me erin gaan verdiepen en heb toen vier seizoenen geleden besloten om ja te zeggen. Twee jaar geleden ben ik ook in de kantine begonnen als vrijwilligster. Ik zit de hele week op kantoor en dan is het wel leuk om op een actieve manier betrokken te zijn bij de club. Mijn kinderen voetballen hier allemaal en dan is het ook mooi om iets terug te kunnen doen. Als meerderen er zo over zouden denken, dan zou het bij veel clubs een stuk makkelijk worden om alle verschillende taken te kunnen bemensen. Ik vind het bovendien leuk om te doen en je komt ook met heel veel mensen in contact.”

Maar bij het bestuurswerk en het tappen van pilsjes houdt het voor Vogelaar overigens nog verre van op. Want ook het schoonmaken van de kantine op maandagen en het geregeld ook wassen van voetbalkleding staat ook nog op het wekelijkse takenlijstje. “Daarnaast doen we op donderdagen en zaterdagen altijd de kantine open. Ook als er niet getraind of gevoetbald wordt. Het clubgebouw heeft een belangrijke functie op het dorp voor mensen om elkaar te ontmoeten. Dat willen we op deze manier in stand houden en stimuleren, zodat iedereen hier zijn kopje koffie, biertje of borreltje kan drinken. Het is heel gezellig en geeft ook veel energie.”

Natuurlijk merken de dames achter de bar dat de sfeer anders is op het moment dat er, zoals nu het geval is, bijna wekelijks wordt verloren. “Het is misschien wel goed dat de jongens volgend seizoen een klasse lager gaan spelen zodat er weer meer kansen zijn dat er ook op zaterdagen wedstrijden worden gewonnen. Al is het hier wel zo dat jongens het vooral in de kleedkamer er over hebben en met elkaar de teleurstelling bespreken. Zodra ze de deur van de kantine binnenstappen zijn de meesten niet meer echt chagrijnig. Mooi toch?”

Voor haar is de club vooral ook een welkome vrijetijdsbesteding en een plek die ze hoopt zo lang mogelijk in stand te kunnen houden. “De club is belangrijk voor het dorp op meerdere vlakken. Mijn kinderen kunnen hun hobby uitoefenen op het dorp, we hebben een maatschappelijke functie én voor velen is Stavenisse erg belangrijk. Sportief gezien beleven we niet een heel mooi seizoen, maar voor de gemeenschap is en blijft de club van onschatbaar belang. En om daaraan mijn steentje te kunnen bijdragen, dat doe ik graag. En met mij ook de andere vrijwilligers.”

Klik op sc Stavenisse voor meer artikelen over de club.
Klik op sc Stavenisse voor meer informatie over de club.

Het doel is derde klasse dit seizoen voor Heshof en Steenbergen

Dat Steenbergen derde is geworden op flinke afstand van kampioen Tholense Boys is een fikse tegenvaller voor de ploeg van rechtsback Lars Heshof. De 23-jarige Steenbergenaar had met zijn club maar één doel en dat was meestrijden voor het kampioenschap. Dus feitelijk kan worden gesproken van een teleurstellend seizoen.

 “Dat kan je zeker wel stellen! We hebben dit seizoen de punten laten liggen in de topwedstrijden  waardoor we achterop zijn geraakt. En dat verschil hebben we nooit meer weten goed te maken helaas. Vooraf wilden we vol meestrijden voor het kampioenschap maar dat heeft jammer genoeg niet zo mogen zijn.”

Heshof kwam als klein ventje de poorten aan de Seringenlaan doorgewandeld en is er sindsdien nooit meer weggeweest. Alle leeftijdsgroepen doorliep hij, waarna hij alweer vijf seizoenen geleden het shirt van het eerste elftal om zijn schouders trok. Wekelijks laat de verdediger nog altijd de nodige progressie zien in zijn spel. “Sinds ik bij de senioren ben gekomen heb ik mijn kans gekregen en ook gepakt als rechtsachter. In de jeugd speelde ik ook vaak als middenvelder, maar in het eerste heb ik destijds de kans op speelminuten als verdediger met beide handen gepakt.”

Hoewel de ploeg van de vertrekkende trainer Peter van Poortvliet (gaat naar NOAD’67) snel achterop raakte in de strijd voor de titel, daar was degradatie naar de nieuwe vijfde klasse geen moment  aan de orde. “Het is jammer dat er momenteel in deze competitie zo’n groot niveauverschil is tussen de ploegen. Als je kijkt naar de linker en rechterrij dan zegt dat voldoende. Maar wil je zelf zoals wij de stap omhoog maken dan moet je jezelf in de topwedstrijden tegen de sterkere teams vooral laten zien en dat hebben we nagelaten. We begonnen de competitie heel goed met negen uit drie, maar als je dan verderop in het seizoen ziet dat we uit een serie wedstrijden tegen concurrerende teams als NOAD’67, De Fendert en Tholense Boys maar één punt pakken…..”

Niettemin blijft voor de jonge verdediger nog altijd een stap omhoog naar de derde klasse het doel om met de club te bereiken. “Ambitie moet je altijd hebben en durven uitspreken. We hebben een heel jong team, maar zijn in mijn ogen voetballend echt een van de betere ploegen. Maar het probleem zit hem vooral in het ‘killen’ van wedstrijden. Soms moet je er voor zorgen dat je wedstrijden in het slot gooit om resultaat te halen. Dat is een manco en dat breekt je dan uiteindelijk op aan het eind van de rit. We zijn een van de meest scorende ploegen uit de competitie, maar soms worden er andere dingen gevraagd om punten binnen te slepen en dat hebben we onvoldoende gedaan met z’n allen.”

Het sportieve doel met het elftal is helder: doorstoten naar de derde klasse. Ook persoonlijk heeft Heshof nog voldoende punten waarop hij de komende jaren naartoe wil werken. “Ik speelde in de A-jeugd destijds soms twee wedstrijden per weekend, stond als klein ventje al langs de zijlijn te kijken met als doel het eerste elftal te halen. Nu ik al een paar jaar basiskracht ben is dat doel ‘afgevinkt’. Maar in mijn spel kan en moet het ook nog veel beter, vooral het aanvallende aspect. Verdedigend sta ik mijn mannetje wel, maar in balbezit moet ik nog veel beter leren de juiste keuzes te maken. Meer rust aan de bal, werken aan een betere voorzet en mijn timing bij koppen. Ik ben nog relatief jong en kritisch op mezelf. Er valt nog voldoende om te ontwikkelen en dat hoop ik hier de komende jaren nog te kunnen en mogen doen.”

Klik op VV Steenbergen voor de laatste artikelen over de club
Klik op VV Steenbergen  voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.