Home Blog Pagina 10

Bolnes kent krankzinnig einde van het seizoen: ‘Promoveren is nog altijd mogelijk’

Bolnes kijkt terug op een bizar slot van het seizoen. In de vijfde klasse leken zij even mee te kunnen doen om het kampioenschap, maar moesten voorlopig genoegen nemen met de vierde plaats. Izak Lavooij, speler van Bolnes, vertelde ons uitgebreid over het knotsgekke slot en de mogelijke promotie.

Lavooij belandde na een avontuur bij L.M.O. bij Bolnes, waar hij op het middenveld de lijnen uitzet. “Ik denk dat ik een nuttige speler ben. Ik ben echt een nummer zes die veel ballen afpakt en weinig scoort. Ik kan denk ik wel zeggen dat ik een dragende kracht ben.”

Het seizoen 2024/2025 begon voor Bolnes niet zoals zij gehoopt hadden. Van de eerste drie duels werd er geen een gevonden, maar daarna vonden zij de weg omhoog. Met twee gigantische overwinningen van 2-12 en 11-2 kwam het vertrouwen terug en werd de weg ingeslagen om bovenin mee te doen. “We begonnen inderdaad belabberd. Hoe dat kwam weet ik ook niet precies, maar in de tweede seizoenshelft wonnen we alles op een wedstrijd na”, zo geeft Lavooij aan.

“We kregen in de eerste seizoenshelft een hoop doelpunten tegen en op een gegeven moment hebben we het omgegooid. We zijn anders gaan voetballen en daardoor kregen we minder tegendoelpunten. Daarna begon het te lopen”, voegde hij nog daaraan toe.

Uiteindelijk kroop Bolnes langzaam omhoog en gingen zij de strijd om de titel aan met de Egelantier Boys, Rijnmond Hoogvliet Sport en IJVV de Zwervers. Tot de laatste speeldag ging het tussen die vier, waarin Bolnes in de laatste wedstrijd rechtstreeks tegen Rijnmond speelde. Maar toen sloeg het noodlot toe. Bolnes ging met 3-2 onderuit, waardoor zij in de play-offs uit zullen komen tegen Simonshaven. “Natuurlijk wil je kampioen worden en ik denk ook dat we daar de spelers voor hebben. We hebben veel jongens in de dertig en wat jongere jongens. Misschien zijn we daarom ook wel verplicht om te promoveren en die druk zullen we onszelf op moeten leggen.”

Ondanks sommige leeftijdsverschillen in het eerste elftal van Bolnes, schetst Lavooij dat iedereen goed met elkaar omgaat. “De meesten kennen elkaar al langere tijd, waardoor er ook een vriendschappelijke band in het team is. Dat is wel leuk om te zien. Het is altijd wel gezellig en op voetballend gebied proberen we altijd wel het spel te maken. We proberen van achteruit verzorgd te spelen.”

In de winterstop stond Bolnes nog achtste, maar sloop langzaam richting de top in de vijfde klasse in de regio Barendrecht. Met een tweede plaats op de laatste speeldag, kon het kampioen worden tegen Rijnmond. Dat verliep niet volgens plan en uiteindelijk gingen Lavooij en consorten onderuit met 3-2. “Zij waren gewoon beter, daar moeten we eerlijk in zijn. Het was heel zuur, maar we moeten ook niet vergeten waar we vandaan kwamen. Uiteindelijk hebben we nog een plek in de nacompetitie en is promotie nog altijd mogelijk.”

Maar ondanks de domper van de laatste speeldag, houdt Lavooij er alle vertrouwen in dat het seizoen van Bolnes tot een goed einde gaat komen. “We moeten dit gewoon zien als een incident wat op het verkeerde moment is gevallen. Maar wij hebben gewoon een goede ploeg. Ik denk nog steeds wij in de play-offs een goed resultaat kunnen halen.

Klik op SV Bolnes voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SV Bolnes voor meer informatie over de club.

BVV Barendrecht floreert met eigen zaalvoetbalcompetities

BVV Barendrecht mag trots zijn op de twee zaalvoetbalcompetities die de club in bezit heeft. Aankomend seizoen zal de zaalvoetbalcompetitie voor maar liefst de 44e keer van start gaan. Niek Haerkens, coördinator en scheidsrechter, praatte ons uitgebreid bij over zijn uit de hand gelopen hobby.

Na de invoering van de zaalvoetbalcompetities door Mels van der Pas, ontvouwde het zaalvoetbal tot een dominante factor binnen de club BVV Barendrecht. Inmiddels bestaan er twee competities, waar in totaal 15 teams aan meedoen. “Het is echt hoogstaand voetbal geworden”, vertelt Haerkens erover. “Nieuwe teams kunnen meteen meedoen en dan bepalen wij in welke divisie zij terechtkomen”, voegde hij daaraan toe.

Het zaalvoetbal biedt de mogelijkheid aan voetballers die vanwege omstandigheden niet meer in het weekend kunnen voetballen. Door het zaalvoetbal hebben zij daarom ook de kans om nog steeds te kunnen voetballen, zegt ook Haerkens. “Hierdoor kunnen inderdaad heel veel verschillende jongens blijven voetballen. Ook studenten die op kamers gaan, kunnen op maandag elkaar weer even zien en daarna een biertje drinken. Daarbij komen ook een aantal jongen vaders die niet altijd op zaterdag weg kunnen.”

Voor Haerkens is het zaalvoetbal een uit de hand gelopen hobby geworden. De Brabander die inmiddels woonachtig is in de regio Barendrecht, is een van de steunpilaren van de zaalvoetbaltak. “Ik zorg ervoor dat alle nieuwsbrieven eruit gaan, dat alles wordt geregeld en ik ben daarbij scheidsrechter samen met iemand anders. Wij geven aan alle wedstrijden leiding en we zorgen ervoor dat als mensen vragen hebben, dat zij bij ons terecht kunnen.”

Volgens Haerkens was het in eerste instantie helemaal geen ambitie om uiteindelijk in het zaalvoetbal terecht te komen. Maar nadat hij eerst voor de KNVB wedstrijden had gefloten, zijn eigen zaak had opgericht en zijn kinderen werden geboren, wilde hij toch nog een beetje bij het voetbal betrokken blijven. “Ik heb een jaar of vijf niets gedaan omdat ik te druk was. Nadat ik bij Barendrecht terecht kwam, begon ik daar een beetje met fluiten op het veld en dat vond ik hartstikke leuk. Toen benaderde Mels mij of ik ook in de zaal wilde fluiten. Zo is het balletje gaan rollen en nu zit ik er alweer twintig jaar in.”

Voor Haerkens is het zaalvoetbal uiteindelijk een belangrijke bezigheid in zijn leven geworden. De coördinator en scheidsrechter geeft aan veel plezier te halen uit zijn uit de hand gelopen hobby. “Het klikt onderling heel goed met de mensen. Laatst hebben we nog afscheid genomen van iemand anders met wie we heel fijn samengewerkt hebben. Het is altijd fijn als je het goed kan vinden met elkaar.”

Haerkens geeft daarbij aan dat BVV Barendrecht niet alleen draait om het eerste elftal of de jeugdopleiding. Volgens de Brabander geeft de zaalvoetbaltak nóg meer kleur aan de enorme amateurclub. “Er komen nu ook heel veel teams die niet uit Barendrecht komen. Het leuke eraan is dat ik iedere week fluit voor veel jongens die hier ook al twintig jaar komen. Die leer je dan ook kennen en we hebben bijna geen akkefietjes of vechtpartijen. Iedereen is fanatiek, maar plezier staat altijd voorop bij ons. En daarbij wordt er ook goed gevoetbald en dat is hartstikke leuk om te zien.”

Ambitieus als Barendrecht is, hoopt de club niet alleen het eerste elftal of de jeugdopleiding, maar ook de zaalvoetbalcompetitie uit te breiden. Haerkens benadrukt daarbij dat iedereen welkom is. “Nu is het moment dat we weer nieuwe teams kunnen aannemen. Het maakt mij niet van welke niveaus het is, iedereen is altijd welkom bij ons.”

Klik op BVV Barendrecht voor de laatste artikelen over de club.
Klik op BVV Barendrecht voor meer informatie over de club.

‘Ik was als klein jongetje altijd op de voetbal’

Dat stilzitten niks is voor Kees Hollemans, is bij iedereen binnen Heerjansdam hoogstwaarschijnlijk wel bekend. Want na tientallen jaren als scheidsrechter en lid van het jeugdbestuur, kan de vrijwilliger er nog altijd geen genoeg van krijgen. “Mijn vader speelde in het eerste, dus ik was als klein jongetje altijd op de voetbal.”

En dan word je er vanzelf door aangetrokken, lacht de inmiddels 77-jarige Hollemans. “Ik was vroeger altijd met een bal bezig. Vind het spelletje gewoon heel leuk!” Toch kon de inwoner van Heerjansdam er als voetballer zelf, maar kort van genieten. “In mijn jeugdjaren heb ik tot aan de E’tjes op voetbal gezeten, toen kreeg ik last van bronchitis.” Inmiddels, is hij daar gelukkig overheen gegroeid. “Maar ik had graag langer en hoger gevoetbald!”

Opgegroeid

Toch was dat nog lang niet het einde, van zijn avontuur bij de club. “Dan word ik maar vrijwilliger, dacht ik.” Zo geschiedde. “Ik heb zelf twee meiden, die hebben niks met voetbal. Maar als dan iemand vraagt of je samen de F’jes wil gaan trainen, ga je dat automatisch doen. En voor je het weet, zit je dan ook in het jeugdbestuur.” Zoals gezegd, hield Hollemans dat een aardige tijd vol. “Ik heb tien jaar lang in het jeugdbestuur gezeten, ben 25 jaar scheidsrechter geweest en ben met het team waarmee we in de F’jes begonnen, tot de B’s meegegaan.” Een mooie tijd, zo memoreert de clubman in hart en nieren. “Samen met Rob Snijders. Van hem heb ik heel veel geleerd.” Ingegeven door zijn eigen vader, vertelt hij. “Mijn vader was een verdienstelijk voetballer in het eerste van Heerjansdam. Daardoor was ik er altijd.” Sterker nog. Na een kleine 50 jaar lidmaatschap, is Hollemans dat nu nog steeds. Onder meer als lid van de onderhoudsploeg. “In principe pakken we alle werkzaamheden op het sportpark aan. Snoeien, schoonmaken, van alles wat.” En op donderdag, worden steevast de lijnen getrokken. “Het is vooral gewoon heel gezellig onder elkaar. Ik ben een geboren én getogen Heerjansdammer, dan ben je met de club opgegroeid.” Stilzitten, is dan ook niks voor hem. “Ik ben 40 jaar dakdekker geweest, dan heb je een druk leven. Sinds 2005 zit ik in de VUT, dan moet je toch wat doen.” Bijvoorbeeld scheidsrechtercoördinator worden bij de jeugd, de Pupil van de Week begeleiden of de scheidsrechter bij het eerste ontvangen. “Alles een beetje in de gaten houden en zorgen dat iedereen boven wat te eten en te drinken heeft.”

Waardering

Met nog altijd evenveel liefde en plezier. Zeker nu de club deze maand 80 jaar bestaat. “We zijn natuurlijk ontzettend trots op ons jubileum! Het is bijzonder dat we al zolang bestaan.” Mede dankzij hem. “Door de club ben ik geridderd als lid van verdienste. Net als mijn vader.” Hollemans heeft alle ups en downs dan ook meegemaakt. “De brand op ons sportpark, was wat dat betreft natuurlijk het grootste dieptepunt.” Al blijkt daaruit ook de kracht van Heerjansdam, vindt hij. “De dorpskern draait alleen maar om voetbal. Het gevoel van samen zijn, maakt je sterk. Nu hebben we een prachtige accommodatie. Dat maakt het zo’n geweldige club!” Met meer dan genoeg hoogtepunten. “In 1989 werden we algeheel kampioen van Nederland. Dat was zó mooi.” En een blijvende herinnering. “Daar hebben we nog prachtige foto’s van hangen op de club. Iedere keer kijk ik daar met veel trots naar.” Hollemans, die ooit een voorwedstrijd mocht spelen bij een bekertreffen tussen Feyenoord en Ajax, is dan ook nog altijd net zo betrokken. Ook bij het eerste. “Ik ga altijd kijken!” Ook uit. “Daarom is die Vierde Divisie een mooie competitie, anders wordt het allemaal veel te ver reizen. En voor de kassa, is het ook goed.” Aan stoppen, denkt de vrijwilliger dan ook nog lang niet. “Zolang ik gezond blijf, ben ik elke dag op de club te vinden. Mijn ‘nis’ staat er nog net niet…” Weten ze ook bij de club maar al te goed, zo blijkt eens te meer. “In september word ik erelid van verdienste, dat is toch een fantastische waardering?”

Klik op VV Heerjansdam voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Heerjansdam voor meer informatie over de club.

‘We moeten één opleidingsvisie hebben’

Wat minder op, en wat meer naast het veld. Na achttien jaar actief te zijn geweest als jeugdtrainer, begint Jeffrey de Geus als Hoofd Jeugdopleiding volgend seizoen bij VVGZ aan een nieuw hoofdstuk in zijn voetballeven. Al heeft hij die uitdaging, stiekem al met beide handen aangepakt. “Ik heb de afgelopen weken meer dan vijftig mensen binnen de club gebeld.”

Want tijd om stil te zitten, heeft de huidig trainer van de O23 eigenlijk niet. “We doen het echt met elkaar, dus wil ik bij iedereen zoveel mogelijk kijken waar de behoefte ligt. Daar haal ik tot nu toe al een aantal leuke dingen uit.” Dingen waar De Geus (32) als HJO mee aan de slag kan. “Eigenlijk moet ik zorgen voor structuur en een rode lijn. We moeten één opleidingsvisie hebben, van jong tot oud.” Oftewel, simpel gezegd. “Wat willen we spelers per leeftijdscategorie leren? Hoe gaan we onze jeugd opleiden?”

Specifiek plan

Vragen waar De Geus in de komende weken, duidelijke antwoorden op gaat proberen te geven. “De onderbouw is met name gericht op techniek. Daarom zijn we bezig met het maken van techniekfilmpjes en techniektrainingen.” In de middenbouw én bovenbouw, komt de nadruk meer te liggen op de doorstroming richting het eerste en tweede elftal. “Onder meer door te gaan werken met een selectieprocedure.” En het voeren van gesprekken. “Er wordt nu te weinig aan spelers verteld waar ze aan moeten werken. Daar zit niet echt een lijn in. Teams werken wat dat betreft ieder voor zich.” Aan De Geus de taak, om betere randvoorwaarden te gaan scheppen. “Je wilt spelers de uitdaging geven, die ze nodig hebben.” Bijvoorbeeld door voor de ‘high potentials’ een specifiek plan te maken. “Dat zijn spelers van boven de zestien, waarvan we denken dat ze op korte of langere termijn onderdeel uit kunnen gaan maken van de selectie. Want dat is bij VVGZ toch wel een beetje de clubcultuur. Eigen jeugd in het eerste elftal. Mensen willen een herkenbaar eerste zien, dat is inherent aan een dorpsclub.” Maar logischerwijs, gaat dat niet vanzelf. “We gaan werken met een zes wekelijkse jaarplanning, op basis van spelprincipes.” Aangepast op leeftijd én niveau. “In de onderbouw gaan we niet alleen circuittrainingen doen, maar maken we ook gebruik van kindertaal. Dus bal beweegt, team beweegt, wordt dan vogels volgen de bal.” Aan trainers vervolgens de taak, om hun eigen accenten te leggen. Met behulp van De Geus. “We gaan thema-avonden organiseren, over het coachen van een wedstrijd of het geven van een training. En ik ga meelopen met selectietrainers, om te observeren én feedback te geven. Wat verwacht je van een training? En wanneer ben je tevreden?”

Stapje terug

Want als iemand dat kan weten, is het de inwoner van Zwijndrecht wel. “Op mijn veertiende ben ik begonnen met training geven bij de F1 van VVGZ, voor mijn maatschappelijke stage op school.” Via Oranje Wit, Barendrecht, ASWH, de jeugd van Sparta Rotterdam en Spijkenisse, keerde De Geus vorig seizoen terug op het oude nest. Inmiddels in het bezit van zijn UEFA C en B. “Ik had altijd de ambitie om ooit jeugdtrainer te worden bij een BVO, maar dat is ‘m helaas niet geworden. Dus heb ik, met een dochtertje van een jaar, bewust een stapje teruggedaan. Ook omdat ik er waarschijnlijk niet mijn brood mee ga verdienen.” En wonend ‘aan de andere kant van de dijk’, was de keuze snel gemaakt. “Ik wilde in de avonden graag mijn dochter op bed kunnen leggen, daar paste de O23 perfect bij.” Zelf voetballen, zit er voor de voormalig jeugdspeler van de club al een tijdje niet meer in. “Vanwege blessures aan beide knieën, ben ik op mijn negentiende gestopt.” Hoe moeilijk hij dat ook vond. “Ik had, door een geboorteafwijking, last van zwervende knieschijven. Dus die schoten er continu uit. Vanaf de B1 kreeg ik daar steeds meer last van, waardoor ik geopereerd moest worden.” Toch was blijven voetballen, eigenlijk geen optie. “Als ik door zou gaan, had ik over vijftien jaar waarschijnlijk kunstknieën gehad.” Gelukkig vond hij in het zijn van trainer, een nieuwe uitlaatklep. “Daardoor was ik toch nog bezig met voetbal.” En bezig met voetbal, is De Geus de afgelopen periode als nieuwe HJO meer dan ooit. “Ik vond vaak dat er geen plan of visie was. Wat gaan we doen met bepaalde spelers? Als je dan kritisch bent, moet je er ook iets aan doen. Zeker als ze het dan vragen. En voor mijn ontwikkeling, is het ook wel goed om wat anders te gaan doen.”

Ontwikkeling

Als trainer, zullen we De Geus voorlopig dan ook niet meer zien. “Ik heb mezelf er wel een beetje bij neergelegd dat waar ik altijd van droomde, trainer worden bij een BVO, voorlopig even in de koelkast komt te staan. Daarom heb ik ook doelbewust gekozen voor deze functie.” Een rol die hem, naar eigen zeggen minimaal net zo goed past. “Vanuit mijn werk als pedagogisch begeleider, vind ik het leuk om kinderen wat mee te geven en te leren. Behalve voetbal, is het ook een stukje opvoeding. Puur vanuit het plezier voor het spelletje. Met het accent op ontwikkeling in plaats van resultaat.” Bijvoorbeeld door te gaan werken met de ‘passeerbeweging van de maand’. “Daar gaan we filmpjes voor maken, zodat trainers die in de app kunnen verspreiden. En misschien, laten we spelers dan ook wel een filmpje terugsturen. Daar moeten we nog naar kijken.” Met als doel, om daar tijdens de training profijt van te hebben. “Eerst oefen je de dubbele schaar, daarna ga je één tegen één spelen en vervolgens sluit je af met een partij. Dan komt het passeren iedere keer weer terug.” Kortom, de nieuwe HJO is in zijn hoofd én op papier, stiekem al begonnen. “Er zit heel veel tijd in, maar dat is helemaal niet erg. Daarom heb ik ook afgesproken met de club dat ik dit graag voor meerdere jaren wil gaan doen!”

Klik op VVGZ voor meer artikelen over de club.
Klik op VVGZ voor meer informatie over de club.

‘Ik heb het zelf voetballen toch wel heel erg gemist’

Een goed seizoen, met als kers op de taart een kampioenschap. De vrouwen van IFC kroonden zich op een bloedstollende laatste speeldag, tot kampioen van de derde klasse. En dus laat assistent-trainster Mandy van den Hoek de groep volgend jaar met een gerust gevoel achter. “Ik heb het zelf voetballen toch wel heel erg gemist.”

Want ondanks dat Van den Hoek (29) inmiddels alweer zo’n drie jaar actief is als assistent, blijft dat toch het leukste wat er is. “Dat heb ik altijd gedaan en gaat er nooit meer uit.” En dus sluit ze na de zomer, opnieuw aan bij Vrouwen 3. “Het is heel goed bevallen om assistent-trainer te zijn, alleen is het helaas niet te combineren. Hoe zonde ik dat ook vind. Maar als ik iets doe, wil ik het ook volle bak doen.” Zoals ze dit jaar dus heeft gedaan. “Het is een leuke groep én echt een team. Ook buiten het veld.”

Ongeslagen

Van den Hoek kijkt dan ook terug op een geslaagd seizoen, vertelt de inwoonster van Hendrik-Ido-Ambacht. “Je kunt wel zeggen dat we het goed hebben gedaan! Met als kers op de taart het kampioenschap.” Niet alleen leuk, maar ook terecht, vindt ze. “Vorig jaar degradeerden we via de nacompetitie, dus hadden we nu als doel gesteld om kampioen te worden.” Een doelstelling die na een overtuigende start, steeds meer ging leven, herinnert Van den Hoek. “We wonnen elf wedstrijden op rij en stonden in de winterstop ongeslagen bovenaan!” De eerste nederlaag volgde pas in maart. “Toen kregen we even het deksel op onze neus en werden we weer met beide benen op de grond gezet.” Uiteindelijk bleek een overwinning op de slotdag, genoeg voor promotie naar de tweede klasse. Al was de voorsprong met slechts twee punten op concurrent Papendrecht nipt. “De club heeft uitgesproken dat ze graag in de eerste klasse zouden willen spelen, maar ik weet niet of dat met dit team zou kunnen. Tweede klasse lukt sowieso.” En Van den Hoek, kan het weten. “Ik heb zelf, voordat ik assistent werd, een aantal jaar in het team gevoetbald.” Tussendoor, speelde ze drie seizoenen lang bij Vrouwen 3. “Maar dat was puur voor de gezelligheid.” Al begon de speelster zelf, ooit met voetballen bij de buurman. “Op mijn vijfde, net nadat ik mijn zwemdiploma had gehaald, ben ik bij ASWH gaan voetballen. Altijd tussen de jongens.” Tot de A’tjes. “Bij de senioren mocht dat niet meer, dus ben ik toen naar IFC gegaan.”

Andere prioriteiten

Om vervolgens na een aantal jaar als voetbalster, drie seizoenen geleden dus assistent-trainer van Vrouwen 1 te worden. “Ik vond het leuk om een keer aan de ‘andere kant’ te staan. Voor veel meiden ben je toch een soort aanspreekpunt, omdat het voor hen makkelijker is om naar een vrouw toe te stappen.” Als tussenpion, in combinatie met hoofdtrainer Wilfred Brinkhuis. “Een deel van de speelsters zijn van mijn leeftijd, dus het was een super gezellig jaar.” Al werd er toch vooral, hard gewerkt. “Ook in het veld was het echt een team. Daar heb ik het meeste van genoten. We hebben echt alles samen gedaan, qua inzet, positiviteit én gezelligheid.” Toch komt daar na dit seizoen, dus een einde aan. En niet alleen omdat ze zelf haar voetbalschoenen weer aantrekt. “Er komt een geheel nieuwe staf en ik wilde niet weer opnieuw gaan bouwen.” Ambities om in de toekomst trainer te worden, heeft Van den Hoek voorlopig niet. “Eerst qua training geven even een jaartje niks, en dan zie ik het wel.” Betrokken, blijft ze natuurlijk wel. “Ik sta straks lekker als supporter langs de lijn, dan hoef ik me ook niet zo druk te maken, haha!” Tijd genoeg, om zich te focussen op haar prestaties bij het derde vrouwenelftal van de club. “Vroeger ben ik spits, centrale verdediger en rechtsbuiten geweest, maar bij Vrouwen 3 stond ik altijd op doel. En ze zoeken nog een keepster, dus dat is oud en vertrouwd!” Met haar rentree, geeft ze zelf indirect ook meteen het goede voorbeeld. “Je merkt dat de aanwas bij de vrouwen minder begint te worden. Mannen hebben toch andere prioriteiten en voetballen langer door. Vrouwen gaan sneller iets anders doen als ze ouder worden.” Daar ligt voor IFC dan ook een belangrijke uitdaging, denkt Van den Hoek. “De club heeft iemand aangesteld voor de technische zaken omtrent het vrouwenvoetbal, dus daar zijn ze goed en serieus mee bezig. De meiden die je hebt, moet je zien te behouden. Dat is het belangrijkste.” Ook voor speelsters van buitenaf. “Dan blijf je als vereniging aantrekkelijk, zeker als je ooit eerste klasse wilt gaan spelen.”

Klik op IFC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op IFC voor meer informatie over de club.

‘We raakten onze aanvoerder én rechtsbuiten kwijt’

Met veertien punten uit twaalf wedstrijden, draaide Jens Jonas met derdeklasser Groote Lindt dit seizoen een verdienstelijke eerste seizoenshelft. Maar na een veel mindere tweede, moet de club uit Zwijndrecht toch via de nacompetitie lijfsbehoud zien te bewerkstellingen. “Het werd lastig toen we niet meer op volle sterkte waren.”

En op volle sterkte, waren ze bij Groote Lindt dit seizoen lange tijd niet, vertelt de achttienjarige Jonas. “In de eerste seizoenshelft ging het nog goed, toen was iedereen fit. Daarna raakten we onze aanvoerder én rechtsbuiten kwijt met blessures.” Ook de middenvelder zelf, kwam niet ongeschonden uit de strijd. “Ik lag er zes weken uit, met een ingescheurde enkelband.” Toch kwamen de mindere prestaties, de Zwijndrechtse club pakte maar zeven punten in de tweede periode, niet alleen door de afwezigheid van een aantal belangrijke spelers. “We hebben ook wel pech gehad. Met ballen op de paal, gemiste kansen of tegendoelpunten in de laatste minuut.”

Geslaagd seizoen

Onnodige nederlagen dus, als het aan Jonas ligt. “Als we een fitte selectie hebben, kunnen we zeker in de derde klasse blijven. Nu moesten we continu gaan schuiven.” Al bood dat voor de jongeling op zijn beurt, dan weer de nodige kansen. “Vorig jaar had ik al een paar keer meegedaan, onder andere tijdens de nacompetitie. Dus mocht ik tijdens de voorbereiding meedoen, maar het was nog niet zeker dat ik vast onderdeel zou worden van één.” Een goede indruk achtergelaten, miste Jonas vervolgens nauwelijks een minuut. “Eigenlijk heb ik bijna alles gespeeld.” Persoonlijk, kijkt hij dan ook terug op een geslaagd seizoen. “Je merkt vooral fysiek gezien een behoorlijk groot verschil. Tegenstanders zijn toch oudere én grotere mannen.” Die barsten van de slimme trucjes, lacht Jonas. “Eén keer raken, of juist niet en vooral heel slim hun lichaam gebruiken.” Desondanks, kon de creatieveling voor zijn gevoel snel mee. “Voetballend ging het wel. Mede omdat ik ook al bij het eerste meetrainde.” Dit seizoen veelvuldig als nummer 8, vertelt hij. “Vroeger speelde ik vaker op 10, zodat ik de diepte kon zoeken.” Nu staat Jonas dus wat lager op het veld. “Een technische speler, die het spel probeert te verleggen.” Bij de club, waar hij nagenoeg al heel zijn leven komt. “Op mijn derde voetbalde ik al bij de kabouters. Later ging ik kijken bij het eerste en hoopte ik daar zelf ooit te staan.” En dat niet alleen. “Met de jongens die er toen al zaten, speel ik nu samen.” Waaronder zijn trainer van de JO15. “Dat maakt Groote Lindt een heel hechte club. Met veel van mijn vrienden, voetbal ik nu gewoon bij één.” Jonas kent ondertussen, dan ook zo’n beetje iedereen. “We wonen allemaal in de buurt, onze vaders spelen of speelden samen en we komen op elkaars verjaardagen.”

Handhaven

Zaak om die saamhorigheid, komend seizoen om te zetten in meer overwinningen. “Mijn gevoel zegt dat er meer in had gezeten. Zeker als je ziet hoeveel punten we voor de winterstop hebben gepakt.” Desondanks, kan de doelstelling nog wel worden gehaald. Al zal dat dan moeten gebeuren via de nacompetitie. “Ons doel was handhaving, maar het liefste hadden we natuurlijk hoger geëindigd.” Is Jonas uiteindelijk, gezien alle blessures, dan toch tevreden? “Een beetje! Als we ons handhaven via de nacompetitie dan tenminste.” Gezien zijn liefde voor Ajax, kan de inwoner van Zwijndrecht na de laatste weken sowieso wel een opsteker gebruiken. “Ik ben ook fan van Barcelona. En dan met name Pedri. Dat vind ik echt een mooie speler om naar te kijken. Soms denk ik: hoe bedenk je dat?” Wie weet haalt Jonas er voor zijn eigen ontwikkeling, nog wat inspiratie uit. “Het zou aan de ene kant leuk zijn om ooit een stap omhoog te maken, maar ik zou het ook niet erg vinden om hier te blijven voetballen.” Want, zo is de tiener eerlijk. “Wat je bij Groote Lindt hebt, zie je nergens!”

Klik hier voor meer informatie over Groote Lindt
Klik hier voor meer artikelen over Groote Lindt

‘Van elkaar eisen dat we voor een periode spelen’

Met een gelijkspel vlak voor de winterstop tegen kampioen IFC, werd voor tweedeklasser VVGZ het startsein gegeven voor een veel betere tweede seizoenshelft. En dus klom de ploeg van aanvoerder Mike Roodhorst van de elfde plaats, op naar plek zeven. Toch zat er dit seizoen volgens de verdediger eigenlijk nog veel meer in. “We hebben er het beste van gemaakt.”

Maar het beste, is wat Roodhorst (31) betreft niet goed genoeg. “Met het team wat we hebben, kan zevende worden eigenlijk niet. We moeten van elkaar eisen dat we bij de eerste vier of voor een periode spelen.” Al kon die doelstelling, dit seizoen al snel in de prullenbak, vertelt hij. “Rond de winterstop stonden we tiende of elfde, dat was absoluut niet wat we wilden. Daar hebben we het onderling ook echt wel over gehad.” Duidelijkere afspraken en meer besef, zorgden in het vervolg van de competitie uiteindelijk voor betere resultaten. “Het leek lange tijd ook een beetje tegen te zitten. We speelden wel goed, maar kregen dan toch net weer een lullige tegengoal. Vaak verloren we maar met één doelpunt verschil.”

Niet tevreden

Met 29 punten uit de laatste 18 duels, liep het de laatste maanden dan ook een stuk beter, bij de Zwijndrechtse ploeg. “Wat dat betreft kunnen we zeker tevreden zijn over de tweede seizoenshelft! Al begon het eigenlijk net voor de winterstop al, toen we gelijkspeelden tegen IFC. Maar ook daarna, is het heel goed gegaan.” Zijn verklaring? “We kregen sowieso weinig goals tegen, alleen moesten we meer gaan scoren. En we zijn met z’n allen hard blijven werken.” Want ook bij VVGZ, kregen ze op een gegeven moment wel last van degradatiezorgen, is Roodhorst eerlijk. “Daar hadden we het toevallig laatst nog met een aantal spelers over. De degradatie naar de tweede klasse doet nog steeds pijn. Ik zal toch niet twee keer degraderen? Denk je dan.” Zover kwam het gelukkig voor de rechtsback en heel VVGZ dus niet, desondanks kijkt hij terug op een teleurstellend seizoen. “We hebben er het beste van gemaakt, maar tevreden zijn we niet.” Helemaal niet als jongen van de club. “Ik ben hier begonnen op mijn twaalfde, in de D3. Vanaf mijn zeventiende, zit ik bij het eerste.” Relatief gezien vrij laat dus. “In mijn jeugd deed ik aan zwemmen, al voetbalde ik wel altijd op straat.” Dankzij vrienden, besloot Roodhorst toch ‘lekker’ bij VVGZ te gaan voetballen. “We spelen misschien niet het mooiste voetbal, maar zijn wel allemaal strijders en werken keihard. Dat maakt het zo mooi.” Tel daar een hoop gezelligheid bij op en de inwoner van Hendrik-Ido-Ambacht zit helemaal op zijn plek in Zwijndrecht. “Je groeit er in feite op en kent iedereen. Vroeger stond ik zelf altijd tussen de velden te voetballen terwijl het eerste speelde, dan is het mooi om daar nu zelf te staan.” Toch dacht Roodhorst er in 2014 aan, om de familieclub te verlaten, is hij eerlijk. “Ik zat steeds vaker op de bank, dus dacht wel bij mezelf: is dit het nou?”

Verantwoordelijk

Hoe anders is dat nu, in zijn tweede seizoen als aanvoerder. “Dat is iets waar ik echt wel trots op ben! Ik ben niet de meest tactische speler, maar moet het vooral hebben van mijn strijdlust.” En het regelen van dingen buiten het veld. “Wat dat betreft voel ik me ook wel een beetje verantwoordelijk voor de club. Dan maakt het niet uit of ik wel of niet die band heb.” Sowieso past Roodhorst zich makkelijk aan, lacht hij. “Ik ben ooit begonnen als nummer 10, iemand met veel snelheid en diepgang.” Tot de toenmalige rechtsback in 2015 geblesseerd raakte en trainer Gerrie Schaap vroeg of Roodhorst daar niet eens zou kunnen spelen. “Waarschijnlijk omdat ik rechtsbenig en snel ben.” Een nieuwe positie was geboren. “Daarna ben ik er nooit meer weggegaan!” Al is zijn spel hier en daar, wel wat veranderd, moet hij toegeven. “Ik ben meer van het aanvallen, dan het verdedigen. Maar vroeger haalde ik vaker de achterlijn. Dat wordt nu wat minder.” Toch kunnen ze ook volgend seizoen blijven genieten van zijn rushes langs de lijn. “Zolang mijn benen willen én ik het naar mijn zin heb, blijf ik lekker hier voetballen.” En het liefste, nog vijf jaar. “Dan bestaat VVGZ 100 jaar, dat zou natuurlijk wel het mooiste moment zijn om afscheid te nemen.” Goed voor zijn lichaam blijven zorgen, lijkt dan ook het devies. “Gelukkig heb ik weinig last van blessures en voorlopig voel ik mezelf nog fit. Al merk ik na een training wel dat ik wat meer last krijg van mijn enkels, knieën en rug.” Maar eerst, tijd voor een welverdiende zomerstop. “Ik hoop dat we de club weer terug kunnen brengen naar de eerste klasse. Er komen wat jongens bij, dus een periode moet lukken. Hopelijk kunnen we dat flikken met elkaar! Dan moeten we alleen wel iets beter beginnen dan dit seizoen…”

Klik op VVGZ voor meer artikelen over de club.
Klik op VVGZ voor meer informatie over de club.

MO17 van Pelikaan kampioen: ‘De juiste snaar raken’

Samen met Tim den Boer, Dennis Snoek en Miranda Schiefer is Wesley Neeskens sinds dit seizoen verantwoordelijk voor de MO17 van Pelikaan. En na een uitdagende eerste paar maanden en degradatie naar de derde klasse tot gevolg, leverde de tweede seizoenshelft een fraai kampioenschap op. Tot tevredenheid van de trainer. “Je ziet een enorme verbetering.”

Verbetering die de 41-jarige Neeskens stiekem eigenlijk al aan zag komen, vertelt hij. “Mijn bonusdochter speelt in het team, dus ik ging al regelmatig kijken. Dan zie je de potentie van die meiden.” Op zoek naar een trainer, kwam de club afgelopen zomer bij hem uit. “Toen heb ik het, samen met Tim, Dennis en Miranda, overgenomen. Vooral omdat we dachten dat we ze naar een hoger niveau konden krijgen.” En dat gevoel, bleek te kloppen. “Je ziet een enorme verbetering sinds het begin van het seizoen.”

Giechelen

Al moesten speelsters en technische staf, wel even aan elkaar wennen, is Neeskens eerlijk. “We vragen het maximale, dus daar moesten we wel even de goede mix in zien te vinden. Die juiste snaar, moet je zien te raken.” Aan de begeleiding, kan het in ieder geval niet liggen. “Tim is er als trainer iedere maandag, woensdag en zaterdag bij, Dennis op woensdag en zaterdag als vaste vlagger en Miranda is onze teammanager. Die regelt alles om het voetballen heen. Van verzameltijden, tot aan de kleding.” Neeskens zelf, geeft op maandag en zaterdag acte de présence. “Ik heb vroeger ook de jeugdteams van mijn zoontje getraind en daarnaast, heb ik onder meer bij Pelikaan, Groote Lindt en vijf jaar in de jeugdopleiding van NAC Breda gevoetbald. Dus ik weet er wel wat vanaf.” Toch was het voor de voormalig centrale verdediger even omschakelen, van de jongens naar de meiden. “Qua luisteren is het echt wel anders. Jongens letten meteen op en gaan het dan doen. Meiden staan vaak te giechelen en het lijkt alsof ze met andere dingen bezig zijn.” Ook de mentaliteit, is wezenlijk anders, vertelt hij. “Te laat komen, of makkelijk afmelden.” Maar, zo lacht Neeskens. “Je leert er op een gegeven moment mee leven. Voetbal is uiteindelijk vooral ontspanning.” Ontspanning die de inwoner van Zwijndrecht, keer op keer vindt bij de club. “Pelikaan is gewoon echt mijn vereniging. Doe maar normaal, dan doe je gek genoeg. En iedereen kent elkaar.”

Onderlinge sfeer

Zeker als je wint. “Het gaat boven verwachting goed! In de tweede fase zijn we gedegradeerd naar de derde klasse, maar dat was een beetje geflatteerd. Vooral door een stukje conditie. Daarna hadden we eigenlijk niet echt een doelstelling. Gingen gewoon voor het maximale.” En dat maximale, bleek uiteindelijk het kampioenschap. “We hadden het vuurwerk en de medailles al besteld, dus het mocht ook niet meer misgaan.” Mis, ging het dan ook niet. “Het niveauverschil met de tweede klasse was best wel groot.” Desondanks, heeft Neeskens vol overgave genoten. “Hard werken om een zege eruit te slepen, blijft voor mij het mooiste.” Al komt dat natuurlijk niet vanzelf. “Je ziet dat ze enorme stappen hebben gemaakt. Met name in het durven voetballen, vragen om de bal en het elkaar coachen.” Ook conditioneel, gaat het beter. “Dat hoort er nu eenmaal bij. Maar wel zoveel mogelijk met bal. Johan Cruijff zei ooit: ‘Conditietraining is baltraining’. Dat heb ik altijd onthouden.” Plezier, staat dan ook voorop. “Het enthousiasme van die meiden, is voor mij het leukste om te zien. Hoe blij ze zijn als ze elkaar zien, of de onzin in de app. Die onderling sfeer, doet me goed.” En zijn bonusdochter ook. “Die is helemaal gek van voetbal. Soms gaan we ook samen naar de Ajax Vrouwen.” Of ze volgend seizoen samen bij Pelikaan blijven, weet Neeskens nog niet helemaal zeker. “We moeten nog inventariseren wie er doorgaan, daar zijn we behoorlijk afhankelijk van. In het begin van het seizoen zijn we begonnen met twintig meiden, maar ondertussen zijn er een paar gestopt. Dan wordt het steeds lastiger om er genoeg te hebben. Daarom hebben we ook een tijdje als negental gespeeld.” Inmiddels weer met elf, ziet Neeskens zelf een extra jaar wel zitten. “Als we een team hebben, die meiden het ook leuk vinden én Pelikaan wil dat ik trainer blijf, dan zie ik geen reden om het niet te doen.” Zijn blik, richt hij dan ook alvast op komend seizoen. “De tweede klasse moet kunnen met dit team!”

Klik op Z.V.V. Pelikaan voor meer artikelen over de club.
Klik op Z.V.V. Pelikaan voor meer informatie over de club.

Seizoen zonder zorgen voor Heerjansdam

Een seizoen zonder zorgen. Zo kan Gianni Straal het tweede jaar van Heerjansdam in de Vierde Divisie het beste omschrijven. En gezien de directe handhaving, een achtste plek en bijna winst van de derde periode, valt daar weinig tegenin te brengen. “Al met al kunnen we zeker tevreden zijn!”

Want de doelstelling, zo snel mogelijk veilig spelen, werd met nog vier wedstrijden voor de boeg, ruimschoots gehaald. “Uiteindelijk zijn we zonder zorgen het seizoen doorgekomen. En voor een club als Heerjansdam, is een achtste plaats natuurlijk hartstikke mooi.” Tevredenheid overheerst dan ook, bij de 26-jarige Straal. “Rond de winterstop stonden we er niet zo goed voor, maar het vertrouwen is nooit weggeweest. Dus al met al, kunnen we tevreden zijn.” Zeker gezien de eindsprint in de derde periode. “Dat deden we vorig jaar ook!”

Even wennen

Al leverde het nu, mede dankzij achttien punten in de laatste tien duels, directe handhaving op. In tegenstelling tot de nacompetitie van vorig jaar. “Het eerste seizoen, is het altijd even wennen aan het niveau”, blikt Straal terug op het debuut van Heerjansdam in de Vierde Divisie. “Nu waren we daar al aan gewend. Dat is wat mij betreft de belangrijkste reden dat het beter liep.” Ondanks de dus ietwat moeizame start. “We zijn vooral rustig gebleven. Ook omdat we wisten dat er wedstrijden gingen komen waarin het wél mee zou zitten. Daar moesten we in blijven geloven.” En die kwamen er. Met winst van de derde periode, nog bijna tot gevolg. “Dat had helemaal een mooie beloning geweest, maar het is ook niet heel erg dat we die niet gewonnen hebben.” Straal kijkt dan ook verder dan alleen de prestaties op de ranglijst. “Ieder jaar proberen we weer een stapje te zetten. Vorig seizoen werden we dertiende, nu achtste. Wie weet lukt dat volgend jaar weer. En dan zien we wel waar we eindigen.” Om uiteindelijk, een stabiele vierdedivisionist te kunnen worden. “Dat is uiteindelijk wel het doel van de club.” Met Straal er in ieder geval volgend seizoen, gewoon weer bij. Voor het vierde jaar op rij. “Voordat ik hier kwam spelen, kende ik veel jongens al, maar ondertussen zijn dat vrienden geworden. Wat dat betreft hebben we wel een unieke groep.” Aan een vertrek, heeft de middenvelder dan ook eigenlijk niet gedacht. “De sfeer is altijd goed, binnen en buiten het veld. Dat maakt het zo leuk. Daarom ga ik ook niet zomaar weg.”

Vrij in hoofd

Straal heeft zijn plekje dan ook helemaal gevonden. Iets wat hij na een zware blessure in de jeugdopleiding van Excelsior Rotterdam, wel kon gebruiken, vertelt hij. “Toen ik daar in de JO17 speelde, kreeg ik last van een scheurtje in mijn bekken. Daardoor heb ik een heel jaar niet kunnen voetballen en werd ik aan het einde van het seizoen weggestuurd. Dat is natuurlijk nooit leuk.” Maar als een verrassing, kwam het voor de Rotterdammer niet, is hij eerlijk. “Als je weinig speelt, weet je dat de kans bestaat dat je weg moet. Er zijn daar zoveel andere jongens…” Via SC Feyenoord en Rijsoord, belandde hij drie seizoenen geleden bij Heerjansdam. Op voorspraak van toenmalig trainer Ben Mierop, die hij kende van zijn tijd bij Feyenoord. Al was zijn overstap van het profvoetbal naar de amateurs, in het begin wel even wennen. “Tuurlijk is dat anders. Maar voetbal is voor mij het leukste spelletje wat er is, en op welk niveau, maakt dan eigenlijk niet uit. Achteraf is het ook wel goed voor me geweest, om mijn plezier terug te kunnen vinden.” En met succes. Want na de laatste competitiewedstrijd, werd Straal bij Heerjansdam uitgeroepen tot Speler van het Jaar. “Ondanks dat ik het niet had verwacht, is het altijd leuk om zoiets te winnen. Dat is toch een mooie waardering vanuit de club.” De nummer 6 kijkt dan ook met een positief gevoel terug op zijn eigen seizoen. “Het was, denk ik, weer een stapje beter en constanter dan afgelopen jaar. Dat probeer ik altijd.” Hoe dat kwam? “Ik was vrij in mijn hoofd. Waar dat aan ligt, weet ik niet. Gewoon lekker een potje voetballen.” Als verdedigende middenvelder dus. “Een echte teamspeler. Iemand die de vuile meters maakt, gaten dichtloopt, rustig is aan de bal en het spelletje goed leest.” Kwaliteiten waar ze in Heerjansdam, in ieder geval nog een seizoen van kunnen genieten. En misschien wel langer. “Ik had altijd de ambitie om profvoetballer te worden, maar dat gaat op mijn leeftijd natuurlijk niet snel meer gebeuren. Toch zou ooit nóg hoger voetballen leuk zijn. Wie weet Tweede of Derde Divisie?” Al moet het dan wel allemaal kloppen, voegt hij daar meteen aan toe. “Ik heb het hier ontzettend goed naar mijn zin, dus ga Heerjansdam niet zomaar verlaten. Dan moet het echt een club zijn met een plan en die goed bij me past!”

Klik op VV Heerjansdam voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Heerjansdam voor meer informatie over de club.

Goed seizoen voor ASWH

Door: Rutger Rotmeijer

ASWH kan terugkijken op een prima seizoen. Met een twaalfde plaats in de competitie en een succesvolle campagne in het KNVB beker toernooi is het seizoen geslaagd en kan verder gebouwd worden aan de toekomst.

In Hendrik-Ido-Ambacht zat de schrik er wel even in toen ASWH, in het seizoen na de degradatie uit de Tweede Divisie, direct degradeerde uit de Derde Divisie. Dat was in de zomer van 2023. Daarna werd de clubnaam ‘Altijd Sterker Worden Hendrik-Ido-Ambacht’ eer aangedaan en richtte ASWH zich op en werd met grote afstand kampioen in de Vierde Divisie, waardoor het dit seizoen weer mocht aantreden in de Derde Divisie B.

Een eerste seizoen als promovendus is zelden eenvoudig. Op alle niveaus in binnen- en buitenland zie je dat teams nadat ze gepromoveerd zijn moeite hebben om aan te haken bij het hogere niveau. Dat gold ook voor ASWH: de eerste vier wedstrijden werden verloren en eind oktober vond ASWH zichzelf terug op de zestiende plaats met slechts zeven punten. Even was er twijfel: gaat dit nog goed komen? De zwart-witten boekten vervolgens vier overwinningen en speelden twee keer gelijk en stond bij de winterstop tot ieders opluchting in de middenmoot.

Waar er in de eerste helft van de competitie ups en downs waren, was het KNVB beker toernooi een enorme zegetocht. In de voorronden werden in Hendrik-Ido-Ambacht achtereenvolgens Eerste Klasser SVBO uit Emmen en Tweede Divisionist HHC Hardenberg uitgeschakeld. In de eerste ronde van het hoofdtoernooi mocht ASWH uit naar Quick’20 in Oldenzaal. Lang leek het erop dat ASWH, gesteund door een bus vol supporters en talloze fans die met eigen vervoer waren gekomen, het onderspit zou delven tegen de Vierde Divisionist uit Overijssel. Totdat Joshua Adney zich vrijspeelde en de bal tussen de keeper en spits Bradley Tuinfort bij de tweede paal plaatste en de bal in een keer het doel invliegt. Quick’20 voerde vervolgens de druk op, maar uit de counter

schiet Quincy Tavares de bal hard en strak binnen en wint ASWH met 0-2. De beloning volgde daarna toen SC Heerenveen uit de koker rolde. De komst van de eredivisieclub, met trainer Robin van Persie (inmiddels Feyenoord) aan het roer, maakte heel veel los in Ambacht en omstreken. Het sportpark was stijf uitverkocht, er waren sfeeracties, speciale wedstrijdsjaals en sponsorarrangementen en de landelijke media was aanwezig. ASWH toonde zich een waardige tegenstander, maar uiteindelijk won Heerenveen met 0-1 en zat het bekeravontuur erop.

Na de winterstop start ASWH, met de teruggekeerde Luuk Admiraal in de gelederen, sterk en boekt direct drie overwinningen. Even wordt er gedroomd van een hoge eindpositie op de ranglijst en zelfs van meedoen om de derde periodetitel, maar dat blijkt net iets te hoog gegrepen. De Ambachters blijven echter ruim weg uit de degradatiezone en met een twaalfde plaats in de eindstand, in het eerste seizoen na de terugkeer in de Derde Divisie, en de bekersuccessen mag er terecht met trots teruggekeken worden.

ASWH heeft dit seizoen een basis gelegd om komend voetbaljaar weer nieuwe successen te behalen!

Klik op ASWH de laatste artikelen over de club.
Klik op ASWH voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.