Onderhoudsploeg Excelsior’20 met een buizerd en stagiaire 

0
209
Excelsior'20 Onderhoudsploeg

Ze houden de boel schoon en netjes. De onderhoudsploeg van Excelsior’20 is echter veel meer dan dat. De acht man sterke formatie is vooral kleurrijk. “We hebben hier een buizerd en een stagiaire.”

Omdat hij aan de koffietafel bij de eerste schermutselingen het hoogste woord heeft, moet Bert Halkes de leider van de troepen zijn. Er volgt echter een snelle ontkenning. “Ik ben thuis al de sous-chef.” En na een korte stilte. “Mijn vrouw is daar de chef.”

De mannen van de onderhoudsploeg van de Schiedamse traditievereniging zijn deze morgen in vorm. Ze wijzen vol trots naar het plafond waar infrarode platen zorgen voor de verwarming van het clubgebouw. “De club heeft een hele verduurzaming gedaan”, zegt Teun van Aken. “Overal is infrarode verwarming gekomen. In het clubgebouw, maar ook in de kleedkamers.”

Het dak ligt inmiddels ook vol met zonnepanelen. “Jan Wegman, onze penningmeester, is de architect achter het plan. Hij heeft overal subsidies losgepeuterd.”

“Het voordeel is”, vult Halkes aan, “dat als je een plukje mensen hebt zitten aan de bar dan niet de hele verwarming aan moet. Het is slimme techniek.”

De installatie van de nieuwe warmtebron heeft de onderhoudsploeg overgelaten aan erkende specialisten. Er is echter weinig waar de leden hun hand voor omdraaien. Het ene projectje volgt het andere snel op, of het nu om een kapotte deurknop gaat of om het schilderen van de kantine.

En dan zijn er nog de dagelijkse onderhoudswerkzaamheden. Na een weekend vol voetbal en straks weer cricket wordt de jacht geopend op zwerfvuil op het complex. De kleedkamers worden schoongemaakt, de velden gemaaid en belijnd. Dat laatste is een klusje voor Van Aken, die zijn eigen werk bagatelliseert: “Iedereen kan een lijn trekken.”

Het werk is soms niet zonder risico, want af en toe duikt er op het sportpark een roofvogel op. Volgens Mario Schnieder gaat het om een buizerd. “Hij heeft hier ergens een nest in een boom. Ik was op een gegeven moment aan het werk op een veld toen ik hem zag komen aanvliegen. Het is best een indrukwekkend beest, met die poten. Toen heb ik me maar even snel uit de voeten gemaakt.”

Excelsior’20 mag dan een eigen buizerd hebben, vroege vogels zijn de leden van de onderhoudsploeg niet. Om half tien wordt eerst begonnen met koffie, een half uur later gaat de werktijd in. “Meestal blijven we tot half één”, zegt Halkes, die er twee keer per week is. Teun van Aken is elke dag aanwezig op het complex.

Schnieder voelt zich niet alleen doelwit van de lokale roofvogel, hij zit naar eigen zeggen ook nog in zijn proefperiode. “Ik loop stage”, laat hij triomfantelijk van onder zijn petje weten. Dat hij in zijn stageperiode zit, heeft volgens de andere leden van de ploeg te maken met zijn achtergrond. Schnieder werkte een leven lang in de verzekeringen en is niet gewend om met zijn handen te werken. Zelf doet hij geen moeite om het te ontkennen. “Ik had twee linkerhanden. Ik loop vaak met Jos van Deventer mee. We doen dan de sponsorborden. Ik steek daar veel van op.”

Klik op rksv Excelsior’20 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op rksv Excelsior’20 voor meer informatie over de club.