Het vervult hem met trots als hij op zaterdagmiddag de hoofdmacht van FC Lisse ziet voetballen met zes eigen opgeleide spelers. Rick Gerritsen stond de afgelopen jaren aan de basis van de succesvolle jeugdopleiding die onlangs de officiële toekenning van de status van Regionale Jeugd Opleiding (RJO) kreeg.
“Met de RJO-status begint het pas”, zegt Gerritsen, die officieel geen functie meer bekleedt – hij was acht jaar bestuurslid technische zaken – maar het proces rondom de kwaliteitsimpuls begeleidde.
“We hebben dit traject van RJO-certificering al in 2015 ingezet”, vervolgt hij. “Het is niet zomaar een status, maar weinig amateurclubs hebben deze certificering. Daarom mogen we er als club heel trots op zijn.” In Nederland telt het kwaliteitsprogramma voor jeugdopleiding vier niveau’s. “De eerste twee zijn voor ons onhaalbaar, omdat dat internationale en nationale academies zijn”, zegt Gerritsen. “Daarnaast heb je lokale en regionale jeugdopleidingen. Van die laatste, waartoe we nu met FC Lisse behoren, zijn er in Nederland niet zo veel.”
Om in aanmerking voor een RJO-status werd FC Lisse binnenste buiten gekeerd ”Er is een programma van eisen van meer dan honderd punten”, schetst Gerritsen. “Dat gaat van het hebben van gediplomeerde trainers tot het beschikbaar hebben van een ruimte waar spelers na blessures kunnen revalideren.”
Die scan werd in opdracht van de KNVB uitgevoerd door NMC Bright. Na de scan volgde een audit waarbij er met betrokkenen op de club gesprekken volgde.
“De KNVB heeft aangegeven dat het veel waardering heeft voor het door ons gecreëerde draagvlak voor onze voetbal- visie en de wijze waarop wij het opleidingsplan hebben kunnen verankeren, uitdragen en bewaken.”
FC Lisse is al veel langer bezig om de kwaliteit van het jeugdopleiding te verhogen. “Een jaar of zes geleden heeft het bestuur duidelijk gekozen voor deze weg”, vertelt Gerritsen. ”Enerzijds uit noodzaak, omdat we zagen dat FC Lisse niet meer met grote geld van andere top amateur clubs mee kon, maar ook omdat we het belangrijk vonden een eerste elftal te hebben waarmee onze supporters zich kunnen identificeren.
In die keuze speelde ook mee dat we wilden dat ieder voetballertje, getalenteerd of minder getalenteerd, een opleiding op niveau moest krijgen.”
“Om prestatievoetbal te spelen heb je een stevig fundament nodig en dat is er in vorm van de breedtesport. Vandaar dat we vanaf het begin hebben ingezet op een kwaliteitsimpuls clubbreed. In de praktijk is dat wat lastiger voor lagere teams, denk maar aan het vinden van goede trainers, maar dat hebben we ondervangen door de verantwoordelijkheid daarvoor bij coördinatoren en hoofdtrainers van diverse selectieteams neer te leggen.”
Het begin was het moeilijkst, kijkt Gerritsen terug. “We moesten eerst tot een visie komen. Zo’n visie drop je niet even. Dat werkt niet, dat wekt eerder weerstand op. Vandaar dat we in die periode met trainers en coördinatoren heel veel met elkaar gesproken hebben. We zijn met een blanco vel begonnen en uiteindelijk met elkaar tot een breed gedragen plan gekomen. Nu staat er een stevig hekwerk waarbij iedereen dezelfde ideeën uitdraagt.” Op het veld is die omarmde visie en de uitwerking ervan terug te zien met een structureel hoger niveau. Gerritsen:“Acht jaar geleden speelden we met onze hoogste jeugdteams op hoofdklasse-niveau, nu spelen we in de derde of zelfs tweede divisie.”