Max Wegereef van WFB voelt zich thuis tussen de ‘boeren’

0
592
max-wegereef-wfb.png

In een team vol met spelers uit de eigen jeugd, is Max Wegereef op het eerste oog een klein beetje de vreemde eend in de bijt. Toch, is niets minder waar. De doelman van WFB voelt zich als ‘overkanter’, meer dan thuis tussen de ‘boeren’. “Daar maken we natuurlijk altijd grapjes over, maar het is hier heel saamhorig!”

Want, zo begint de 22-jarige keeper met een grote glimlach te vertellen. “Eigenlijk alles onder Hellevoet, zijn boeren, zeggen wij hier altijd. Zij vinden ons dan weer de overkant. Zo gaat dat.” Toch voelt Wegereef zich in zijn derde seizoen bij de vierdeklasser dus meer dan op zijn gemak, al had hij dat zelf in eerste instantie misschien ook niet helemaal verwacht. “Dat is niks voor mij, dacht ik toen…” Toch veranderde dat gevoel al snel. “Wat had ik te verliezen?”

Langs de kant
Niks dus. De zoon van oud-topscheidsrechter Jan Wegereef besloot het erop te wagen én met succes. Al won hij ook bij zijn vader vooraf nog het nodige advies in. “Ik was toen negentien en moest gewoon ergens gaan keepen. Dat werd bij Hellevoet met vijf keepers gewoon een lastig verhaal.” Mede door een vervelende blessure, die Wegereef lange tijd langs de kant hield. “De aanhechting van mijn lies was nog niet volgroeid, dat duurde zeker zes maanden.” Een lastige periode voor de jonge doelman. “Ik ben vrij fanatiek, dus dan wil je gewoon voetballen. Het was een kwestie van groeien, dus echt veel kon je niet doen.” Dat allemaal achter de rug, tijd om te keepen. Zou je zeggen. “In mijn tweede seizoen, liep ik tijdens de voorbereiding, een scheurtje op in mijn bovenbeen. Was ik pas na de winterstop weer fit.” Maar vanaf dat moment, was alle ellende verleden tijd. “Sindsdien ben ik niet meer uit de basis geweest.” En dat is te zien, want met een plek bij de eerste vier, presteert WFB meer dan naar behoren. “Dat lag, om eerlijk te zijn, wel een beetje in de lijn der verwachting. We proberen vooral veel te voetballen, daar ligt onze kracht. Met creatieve jongens.” Al zit daar ook meteen de achilleshiel, denkt Wegereef. “Echt onze schouders eronder, als het voetballend niet lukt, dat missen we wel. Eens in de zoveel tijd spelen we een wedstrijd waar het allemaal niet loopt, maar dat is misschien ook de jeugdigheid.”

Naam maken
Zelf is de sluitpost tevreden over zijn seizoen tot nu toe. “Over het algemeen haal ik een goede voldoende, maar daar sta je ook voor.” Zeker in de duels, die er echt om gaan. “Onder druk presteer ik vaak nog beter, dat vind ik lekker!” Snel in paniek raken, doet hij dan ook niet. “Vanuit Hellevoet heb ik altijd geleerd om mee te voetballen, dat is mijn kracht. Dan probeer ik vaak een extra verdediger te zijn in de opbouw.” Heel vreemd is dat voetballende vermogen ook niet, zo blijkt. “Ik ben begonnen als voetballer en pas gaan keepen in de D’tjes.” Precies op het moment dat Maarten Stekelenburg furore maakte op het WK van 2010 in Zuid-Afrika. “Die pakte toen bizarre ballen, van hem was ik echt onder de indruk. Dat weet ik nog goed.” Van de carrière van zijn vader, weet de trotse Wegereef een stuk minder. “Ik ben maar één seizoen met hem meegegaan, inmiddels is hij al elf jaar gestopt. Alleen de oude mannen weten dat nog, haha!” Tijd om zelf dus naam te maken, bijvoorbeeld met WFB. “We moeten deze vorm gewoon lekker doortrekken en bovenin mee blijven doen. Het ligt echt aan onszelf als dat niet lukt.” Bij een club, waar de jongeling het dus prima naar zijn zin heeft. “Een leuke groep jongens en de vereniging is heel saamhorig, iedereen doet wel wat. Een vader of een oom, noem maar op. Dat vind ik leuk!” Aan een vertrek denkt hij dan ook niet, tenzij… ” Het was eigenlijk de bedoeling om één of twee seizoenen minuten te maken bij WFB en dan weer terug te gaan. Dus als ik ooit nog ergens anders speel, is het Hellevoet!”

Foto: Ruud Vermeer

Klik op WFB voor de laatste artikelen over de club.
Klik op WFB voor meer informatie over de club.