Leo Tol cijfert zichzelf altijd weg voor Smitshoek

0
166

Als hij zijn eigen dood mag regisseren, dan weet Leo Tol het wel. “Sterven in het harnas, op het voetbalveld dus.” Hij voegt eraan toe dat hij nog niet van plan is ‘te vertrekken’. Daarvoor geniet hij nog te veel van zijn vrouw, kinderen, kleinkinderen én Smitshoek.

Toen Tol(69) een paar jaar geleden met pensioen ging – hij werkte veertig jaar met mensen met een verstandelijke beperking – hoefde hij niet te vrezen voor een zwart gat. Met de uren die hij maakte bij Smitshoek kon hij zo op voor een tweede baan. “Toen ik werkte, was het wel eens druk, nu gaat het dat veel makkelijker.”

Hij is bijna iedere avond op de club. Hij meldt zich om half zes om vervolgens vier, vijf uur later de deur achter zich dicht te trekken. Ook op zaterdag is hij niet weg te slaan. Vrijwilligers van de club vragen hem nooit tevergeefs om hulp. “Ik heb de uurtjes nooit geteld. Ga ik ook niet doen. Ik vind Smitshoek een fantastische club met fantastische mensen.”

“Ik ben coördinator van de A. B en C. De niet-selectie-eftallen. Ik ondersteun leiders en trainers waar het kan. Ik sta regelmatig bij de poort als het eerste thuis speelt en draai DOV-diensten, Dienst Op het Veld. Ik registreer of leden hun uren als vrijwilliger maken. Ik ben stagebegeleider en daarnaast train ik de mini’s. Dat doe ik samen met Henk Ebben en Fred Buik.”

Hij kent veel leden van de club, andersom kennen nog meer leden Los. “Ik ken niet iedereen bij naam. Ik verbaas me altijd over Henk Ebben, die weet echt iedere naam bij een gezicht. Dat vind ik knap. Over belangrijke mensen binnen Smitshoek gesproken: Henk vertolkt echt een spilfunctie.”

Zelf werd hij vorig jaar gekozen tot Lid van Verdienste. “Ik ben veertien jaar geleden begonnen met het trainen van de C3, C4 en C5. Sindsdien is mijn takenpakket steeds wat uitgebreider geworden.”Hij geniet als hij samen met Henk Ebben en Fred Buik de mini’s traint. “Ons paradepaardje. Wij moeten ze klaar maken voor het competitievoetbal. Het is onze kweekvijver. Als spelertjes er aan toe zijn, gaan ze door naar de JO7, ook als ze eigenlijk nog te jong zijn.”

Los heeft zijn sporen als opleider al ruimschoots verdiend. Hij trainde zelfs vijf jaar in de jeugd van Feyenoord. “Ik was assistent van Jan Mak bij de A1 waar toen Henk Duut, Peter Barendse, Mario Been en Mike Snoei in speelde.”

Hij was ook jarenlang trainer bij seniorenteams. Hij was werkzaam bij DJS, Steeds Hooger, The Harvards en FC Metro. “Ik zou er een boek over kunnen schrijven. Het was een mooie tijd, maar ik ben niet iemand die in het ver- leden leeft. Wat geweest is, is geweest.”

“Die jongens van DJS zie ik overigens nog regelmatig. Ik heb daar drie geweldige jaren gehad. Wat was dat een eenheid. Ze hadden een kleine kantine, maar het was altijd supergezellig. We legden daar regelmatig een biljartje. Er was geen plaats voor een tafel, daarom was die tafel aan het plafond gehangen. Als we wilden spelen, werd die tafel naar beneden gehesen.” Bij Smitshoek traint hij alleen de niet-selectieteams. “Aan selectieteams heb ik geen behoefte meer. Dat mogen anderen doen.”

page1image6040page1image6200page1image6360page1image6520page1image6680page1image7104page1image7264page1image7424page1image7584