Hij ontwikkelt zich sterk, staat fysiek zijn mannetje en heeft een goede trap in de benen. Tenminste, als we zijn trainer moeten geloven. Binnen derdeklasser DSE staat Kristian Aarts er in ieder geval dus alvast goed op. “Dat is altijd mooi om te horen, ik heb zelf gelukkig ook het gevoel dat ik vooruitgang boek!”
En dat is, na zijn komst van Internos, precies waar de nu negentienjarige Aarts op hoopte. “Ik was toen zestien en kreeg bij DSE de kans om in de JO19 te komen spelen. Samen met mijn broer.” Samen maakten ze, niet tegelijk, uiteindelijk de overstap. Zonder spijt. “Dat ligt hier gelukkig niet zo gevoelig. Het bevalt heel goed, een leuk team en de sfeer is gezellig!”
Stijf uit de bus
In zijn derde seizoen bij de senioren, hoopt Aarts nu dan toch op de volgende stap in zijn ontwikkeling. “Eerst zat ik soms op de bank bij het eerste, maar speelde bij het tweede. Tot de nieuwe trainer (Peter Sweres), toen kreeg ik de kans.” Een kans die de rechtsback of verdedigende middenvelder, met beide handen aangreep. “De overstap van de jeugd naar de senioren ging goed, fysiek gezien kan ik goed mee. Het tempo ligt natuurlijk hoger, daar zit wel een verschil in.” Maar, zo vertelt Aarts. “In de jeugd speelde ik als jongere gast ook al in een hoger elftal, dat heeft geholpen. Daardoor was ik er al aan gewend.” Waar de inwoner van Etten-Leur minder makkelijk aan kan wennen, is de huidige positie op de ranglijst. “Tiende valt echt heel erg tegen! We hebben het zelf te vaak laten liggen.” Hoe dat komt? “Soms terecht, vaak ook veel pech. Ik vind eigenlijk dat we in die middenmoot horen.” In een goede, maar soms iets té Zeeuwse competitie. “Reizen naar Zeeland is echt pittig. Ben je een uur onderweg en kom je stijf de bus uit… Van mij mogen die Zeeuwse clubs er wel uit, haha!” Toch zullen Aarts en zijn teamgenoten het er voorlopig mee moeten doen en dus kun je dan maar beter beginnen met het winnen van wedstrijden. “We hebben net een mooie overwinning gepakt en je merkt dat er na de winterstop meer beleving in de groep zit. Qua mentaliteit en sfeer valt er sowieso nog wel wat winst te boeken, denk ik.” Wat hij daar precies mee bedoelt? “Meer samenwerken en in het veld harder werken, daar begint het toch mee.”
Minder zoeken
Ook op zijn eigen posities. “Het liefste speel ik als verdedigende middenvelder, maar rechtsback vind ik ook niet erg.” Toch komt hij dus in de as, het beste tot zijn recht. “Fysiek, duelletjes pakken en de tegenstander uit zijn spel halen. Daar houd ik wel van. Aan de bal, met een goede trap, het spel proberen te verdelen.” Met Jude Bellingham ter inspiratie. “Ik kijk graag naar hem, dat vind ik echt een mooie speler.” Ook om van te leren. “Je merkt dat het de laatste weken steeds een beetje makkelijker gaat, het is minder zoeken. In wedstrijden speel je fijner en simpeler.” Toch blijft Aarts kritisch. “Meer overzicht hebben en vaker de rust bewaren. Zeker als middenvelder is dat heel belangrijk.” Met de hulp van zijn trainer, moet dat gaan lukken. “Peter is een fijne trainer, van hem heb ik natuurlijk ook de kans gekregen. Hij is heel fanatiek en komt van een hoger niveau, dat merk je. Langs de lijn hoor je hem wel hoor, hij zit er kort op, haha!” Iemand waar de rechtspoot nog genoeg van kan leren en dus zit de jongeling voorlopig prima op zijn plek. “Ik heb het hier nu goed naar mijn zin, dus ik zie wel wat er op me af komt. Als het interessant is, kan ik het overwegen. Terug naar Internos? Dat hoeft niet per se!”
Klik op DSE voor meer artikelen over de club.
Klik op DSE voor meer informatie over de club.