‘Het plannen van een weekendje JEKA is een puzzel’

0
117

Het is elk weekend erg druk bij JEKA. De club telt meer dan 1600 leden en 70 teams. Op zaterdag worden er soms wel 52 thuisduels gespeeld. Er komt heel wat kijken bij de organisatie van een ‘weekendje JEKA’, vertellen Wim de Groot en Frans Maas.

BREDA – Op zaterdagen is Frans Maas vaak rond 07.30 uur aanwezig op de club. De eerste thuiswedstrijden starten om 08.00 uur en alles moet opgestart worden, voordat de lange dag begint. Tot 16.30 uur worden er namelijk wedstrijden gespeeld.  “JEKA is een voetbalclub, maar eigenlijk ook een klein bedrijf. Het is ongelooflijk wat er allemaal geregeld moet worden achter de schermen om iedereen te kunnen laten voetballen”, zegt de wedstrijdsecretaris van de club. Het is op Sportpark Beukenlaan in het weekend een komen en gaan van voetballers, die allemaal op hun vrije dag een potje willen voetballen. En dat zijn er nogal wat. ‘Jeugdig Enthousiasme Kan Alles’ luidt de afkorting van deze beroemde club in Breda, maar toch kan er niet gevoetbald worden zonder de mensen van het wedstrijdsecretariaat. Zij zijn namelijk verantwoordelijk voor het plannen al die wedstrijden en dat valt niet altijd mee. “De KNVB plant soms wedstrijden in tijdens vakanties, of op dagen dat er bijvoorbeeld open dagen zijn van scholen. Dan hebben teams bijvoorbeeld te weinig spelers en moeten wij dat weer regelen. Maar het is leuk werk hoor, het is altijd gezellig op de club”, zegt Wim de Groot.

Frans Maas en Wim de Groot steken enorm veel uren in het plannen van de duels. Het duo probeert de wedstrijden altijd twee zaterdagen vooruit te plannen. Daarna start het indelen van de kleedkamers en het toewijzen van de scheidsrechters. De club heeft ongeveer 1750 leden en gelukkig staan de wedstrijdcoördinatoren er niet alleen voor. Sterker nog: bij JEKA wordt men verplicht om vrijwilligerswerk te doen, om zo de boel draaiende te houden. Seniorenteams draaien om de zoveel tijd een kantine-en keukendienst op zaterdag. Ook worden jeugdspelers ingezet voor het fluiten van pupillenwedstrijden en helpen ze op zaterdag mee in de kantine. “Het is in eerste instantie goed voor de club dat dit gebeurt, maar ook voor die jonge jongens is dit een positief proces. Ze leren verschillende dingen en ontwikkelen hun sociale vaardigheden”, zegt Maas. Naar eigen zeggen is de wedstrijdsecretaris wekelijks wel twintig uur kwijt met het regelen van wedstrijdzaken bij JEKA. “Ik werk zelf als planner, dat scheelt. Ik heb dus veel ervaring op dat gebied en vind het ook erg leuk om te doen”, zegt hij.

Digitaal plannen
Zijn compagnon Wim de Groot richt zich vooral op het inplannen van toernooien. De club heeft het beleid dat elk jeugdteam jaarlijks een of twee (internationale) toernooien speelt, naast het afwerken van competitieduels en het eigen jeugdtoernooi van JEKA. “Ik snap dit wel: want puur statistisch gezien speel je als team jaarlijks niet super veel officiële duels. Daarom hebben we afgesproken dat onze teams na het seizoen deelnemen aan deze toernooitjes, die meestal in één dag worden afgewerkt.” Dit kost wat minder planning dan een schema maken voor een ‘weekendje JEKA’, maar toch is De Groot ook aardig wat tijd kwijt aan deze activiteit. “Je moet hele tijd schakelen tussen leiders, organisatoren en mensen van de club”, legt hij uit.

De Groot en Maas zijn blij met alle technologische ontwikkelingen die de werkzaamheden voor het wedstrijdsecretariaat hebben vereenvoudigd. Wedstrijdformulieren hoeven niet meer per mail ingevuld te worden, maar dit kan allemaal digitaal via Sportlink. Daarnaast kunnen ze bij JEKA niet meer zonder de website ‘Mijnclub.nu’. Via dat kanaal kan de indeling van velden, kleedkamers en scheidsrechters online worden geregeld. Op het gebied van kleedkamers zit men trouwens een beetje krap bij JEKA. “We hebben maar twaalf kleedlokalen, daarom is het improviseren. Spelers moeten hun spullen droppen in kluisjes tijdens wedstrijden, zodat andere teams ondertussen kunnen omkleden. Na hun duel halen ze hun tassen weer op, zodat ze daarna kunnen douchen”, zegt De Groot. Dit systeem werkt goed en is veilig: op die manier voorkomt de club dat er eigendommen worden gestolen uit kleedlokalen.

Het moge duidelijk zijn dat het op een zaterdag enorm druk is op Sportpark Beukenlaan, dat gelegen is aan de rand van een snelweg. “Het is voor velen wel een stukje fietsen, vandaar dat veel leden met de auto komen. Hierdoor is onze parkeerplaats ook meestal overvol”, aldus De Groot. “De club is erg groot en blijft maar groeien”, vervolgt Maas. Ondanks de enorme stijging van het ledenaantal, is JEKA voor Frans Maas nog altijd de warme familieclub waar hij al jarenlang met veel plezier rondloopt. “De mensen kennen elkaar, de sfeer is goed en organisatorisch is alles erg goed geregeld. De club is naar mijn idee een voorbeeld voor andere amateurclubs in de regio en ik ben trots om onderdeel uit te maken van deze vereniging”, besluit hij.