Henk Kraak: ‘Botlek is toch wel een beetje mijn clubje geworden’

0
200

Hij moet er zelf duidelijk ook nog een beetje aan wennen. Op zijn site staat ‘Klussenier Henk Kraak’ namelijk nog altijd als keeper van VV Spijkenisse, maar de oud-doelman is inmiddels toch alweer acht jaar lang lid van Botlek. Tegenwoordig als technische man van de selectie en dat bevalt prima.

Toch zal voor veel voetballiefhebbers de naam van de 42-jarige Kraak onlosmakelijk verbonden blijven met Spijkenisse. “Ik heb zo’n zes jaar lang als tweede doelman in het eerste gestaan en daarvoor zat ik in een vriendenteam. Dus ik ken de club goed.” Toch maakte hij een rondreisje door Voorne-Putten, zoals hij het zelf noemt. “Tot de B’tjes voetbalde ik bij Simonshaven, toen vertrok ik voor twee jaar naar Excelsior, maar ik vond voetballen met mijn vrienden toch leuker.” Via Spijkenisse keerde hij weer terug op het oude nest, na twee jaar Rozenburg en een jaartje Hekelingen streek hij neer bij Botlek. “Ze zochten een keeperstrainer en voor mij was het plezier in keepen wel een beetje minder geworden.”

249967_CPI

Goede weg

Kraak hing op zijn 34ste de keepershandschoenen aan de wilgen, pakte de handschoen als keeperstrainer op, maar na vijf seizoenen was het tijd voor iets nieuws. “Ik ben één seizoen trainer geweest van de JO19, maar dat was toch niet helemaal mijn ding.” Technische man voor de eerste selectie van de derdeklasser is dat wel. “Ik ben eigenlijk verantwoordelijk voor alle voetbaltechnische zaken. Het binnenhalen van spelers, het organiseren van trainingskampen, alles rondom de selectie probeer ik te regelen.” Vanwege corona maakte hij nog geen volledig seizoen mee, toch ziet hij een stijgende lijn. “Botlek is een gezellige vereniging, maar het sportieve aspect werd af en toe een beetje vergeten. Het ging meer om bier drinken. Nu zijn ook de prestaties weer belangrijk.” Toch mag de gezelligheid niet vergeten worden, voegt hij snel toe. “Dat gaat in de derde klasse nog altijd wel voorop, maar winnen helpt daar natuurlijk wel bij.” Hij merkt een duidelijk verschil met de tijd dat hij net binnenkwam bij de club. “Tweede klasse en alles ging vanzelf. Goede spelers kwamen en de sfeer was goed. Daarna hebben we wel in een mindere fase gezeten, met vertrekkende spelers, nu zijn we weer op de goede weg.”

Aan de rem trekken

Die goede weg zijn ze ingeslagen met een jonge ploeg, samen willen ze omhoog. “De gemiddelde leeftijd van onze groep is 21 jaar, dat kost tijd.” En dat geduld is er, vertelt Kraak. “De voorbereiding was goed, maar we zitten gewoon in een sterke competitie. Ik denk echt dat er zes of zeven ploegen zijn die mee kunnen in die tweede klasse. We doen het nu vooral met echte jongens van Botlek, dat is mooi om te zien.” De inwoner van Spijkenisse doet het dan ook met alle liefde. “Ik ben er zeker vier dagen in de week mee bezig. De trainer helpen, ik doe alles voor ze. Soms moeten ze even aan de rem trekken.” Want voetbal blijft voor hem het mooiste wat er is. “Ik houd van dat spelletje. Af en toe baal ik nog steeds dat ik het zelf niet meer kan doen. Botlek is echt mijn clubje geworden, hopelijk kan ik hier nog mooie dingen meemaken.” Daar zal hij vermoedelijk nog even op moeten wachten. “We zijn aan iets aan het bouwen, maar daar hebben we allemaal veel vertrouwen in. Dit seizoen is onze doelstelling om in de middenmoot te eindigen, maar daarvoor moeten we iedere wedstrijd honderd procent zijn. Een beetje minder en foutjes worden afgestraft.” Misschien dat zijn eigen ervaring daar nog een bijdrage aan kan leveren. “Ik was een meevoetballende keeper, met een goede trap. In een seizoen had ik best wat assists. De mooiste tijd was bij Rozenburg, maar bij Spijkenisse had ik bijvoorbeeld Adrie Poldervaart als trainer. Dat zijn mooie herinneringen.”

Fantastische functie

Na een moeizame start en een laatste plaats, moet er nu wel echt gewonnen gaan worden. “De organisatie zit goed in elkaar, we voetballen leuk, maar je moet wel wedstrijden winnen. Lovende woorden zijn mooi, maar het draait uiteindelijk om overwinningen.” Ook voor zichzelf is hij daar wel aan toe. “Ik was wel het type voetballer dat hield van een feestje, maar in het veld stroopte ik altijd de mouwen op.” Toch maakte hij niet alleen mooie momenten mee, moet hij eerlijk bekennen. “Bij Simonshaven degradeerden we eigenlijk door een fout van mij, ook dat soort dingen vergeet je nooit meer.” Als technische man heeft hij zijn draai bij Botlek helemaal gevonden en dus komt hij, als het aan hemzelf ligt, nog vele jaren op het scootertje naar de club. “Deze functie is fantastisch! Trainer zijn is eigenlijk niks voor mij, keeperstrainer deed ik vooral om de club te helpen. Hopelijk mag ik dit nog heel lang blijven doen. Zorgen dat die jongens niks tekortkomen, daar geniet ik van.”

Kik op Botlek voor het laatste artikel van de club.