De waarde van SVS staat op het veld en op het dak

0
165

Geen klusje is ze te veel en hoewel ze maar met zijn zessen zijn kunnen ze ‘slap ouwehoeren’ voor tien. SVS koestert de zeskoppige onderhoudsploeg, die van alle markten thuis is. “Hier zijn we nog nuttig, thuis vooral tot last.”

Vijf man en één vrouw sterk zijn ze. Wat ze gemeen hebben is dat ze hun club in hun hart hebben gesloten. “Een vijfde colonne, zoals bij veel andere clubs, is er eigenlijk niet”, zegt Ton Bartels, die 27 jaar is, ‘maar dan andersom’. “SVS is nog een betrekkelijk jonge vereniging. De club is, als ik het goed heb, in 1984 opgericht. De oud-eerste elftalspelers zijn daardoor nog betrekkelijk jong. Bij andere clubs wordt de werkploeg gevormd door oude knarren die vroeger zelf hebben gespeeld.” Dat is bij SVS niet het geval. Bartels kwam in aanraking met de club toen zijn zoon lid werd. “Ik ben klein begonnen, met het omleggen van een gasleiding.”

Jan van Kruining, de coördinator van de werkploeg, liep sportpark Schenkel voor het eerst op toen zijn kleinzoon in het blauw en wit ging voetballen. “Ze kregen mij er gratis bij”, lacht hij. Ook Richard Bennink maakte op een soortgelijke wijze kennis met de club. “Dat aapie daar was twaalf toen hij ging voetballen.” wijst hij naar buiten.

Bennink zag Van Kruining op een goede dag stoeien met een doel. “Ik ben gaan helpen en nooit meer weggegaan.” Bennink (48) is de jongste van het stel. Volgens Bartels is hij nog een ‘broekie’. Bennink: “Daar wordt flink misbruik van gemaakt. Als er iets in de hoogte gedaan moet worden, kijken ze naar mij.”

Bij SVS heeft hij zich gespecialiseerd: hij trekt de lijnen op het veld. “Dat is best een geconcentreerd werkje.” “Zeker omdat het derde en vierde veld niet egaal zijn”, vult Bartels aan. Het nodigt uit voor een leuke anekdote over een scheidsrechter die zich afvroeg of de lijnentrekker wat gedronken had voor hij aan zijn werk begon. Bennink: “Toen heb ik het op zaterdagmorgen nog maar een keer gedaan.”

Die grasvelden kostten de zes overigens de nodige hoofdbrekens. De oorzaak: mollen. Ze gaan regelmatig op jacht. “In de winter heb je er niet zo last van, dan zitten ze diep”, vertelt Bartels. “Als het warmer wordt, komen ze omhoog.” Van Kruining: “Dan begint de ellende. We hebben liever dat ze dat ergens anders doen. Als het echt erg wordt, vragen we Sportief Capelle. Een paar mollen kunnen we wel aan. In de mollenhoogtijdagen worden er klemmen uitgezet. Momfer is hardnekkig. We hebben niks tegen de beestjes, maar ze maken het veld levensgevaarlijk. We hebben wel eens meegemaakt dat er een jeugdspelertje in zo’n gang stapte.”

De lijst met klussen is lang en is nooit helemaal afgewerkt. Daar zorgt Van Kruining wel voor. “We zijn nu bezig om de boel te bestraten bij de opslagruimte. Het moet er wel een beetje fatsoenlijk uitzien.”

De enige dame in het team, Dorien de Koning, ontbreekt vandaag maar wordt door haar mannen op handen gedragen. “Een stoere meid. Ze wilde wat doen voor de club. We zochten net iemand voor op de grasmaaier. Dat doet ze vol overgave. Sportief Capelle heeft voor haar bij Feyenoord geregeld dat ze een keer een kijkje mag nemen in De Kuip., Feyenoord-Vitesse begin mei. Erwin Beltman, de grasmeester van Feyenoord, vond dat ook wel leuk geloof ik.”

Bartels wil nog even de aandacht vestigen op de tweedeurs koelkast die in de kantine staat. Een ‘foutje’ met bestellen. “Hij kan de deur van de keuken niet door. Hij is gloednieuw, niks mis mee. Geïnteresseerde clubs kunnen zich melden en ‘m voor een mooi prijsje komen afhalen.”

Voor meer informatie over SVS, klik hier.
Meer artikelen lezen over SVS, klik hier.