Zeg niet dat seniorenvoetbal per definitie gelijk staat aan rommelen op een kluitje. Daarvoor speelt het veteranenteam van Heukelum te goed over, weet Frank Kosterman (40).
Want zo is het nog altijd wel, vertelt Kosterman op een regenachtige maandagmiddag. Mijmerend over de aantrekkingskracht van het voetbal, zegt hij: “We spelen zo lekker samen.”
Een mooie opbouw over links, die wordt afgewisseld met een diagonaal naar de rechtshalf, Frank Kosterman. Laatstgenoemde geniet met volle teugen wanneer het positiespel van zijn team aan de orde komt. “Ons elftal bestaat uit jongens ooit allemaal hoog gevoetbald hebben”, weet de hovenier. “Een flink aantal heeft bij Heukelum in het eerste gespeeld, een klein aantal is voor het tweede uitgekomen. Ik heb zelf maar één jaartje in het eerste gespeeld en ben vanwege blessureleed naar het tweede verhuisd. Niks mis mee, ik heb er jarenlang een prima tijd gehad. Ik vind voetbal een prachtige sport en vind het heerlijk om te zien dat ook de ouderen van ons team het spelinzicht nog volop hebben. De oudste bij ons is 57 jaar, ik ben met mijn veertigste de jongste van het stel. Samen met alles wat daartussen zit vormen we een mix die elkaar heel goed aanvoelt op het veld. Dat is het belangrijkste als je lekker wilt samenspelen.”
Bierbuiken, drinkgelach, losbandigheid en grofheid op het veld: het is allemaal niet van toepassing op de veteranen van Heukelum, die vorig seizoen nog het vijfde waren. “Nee joh”, vervolgt Kosterman, nog net niet verontwaardigd. “We zijn een hartstikke fatsoenlijk team en houden het gewoon gezellig met elkaar. Ik weet dat van veteranenteams het beeld bestaat dat het allemaal vooral om het bier gaat. Maar bij ons staan gewoon gezelligheid en lekker voetballen toch echt centraal. Natuurlijk drinken we na afloop een pilsje, maar dan houdt het bij een flesje of vier gewoon op. In het veld hebben we wél voetbalhumor natuurlijk, zonder dat dat ik nu exact kan uitleggen hoe dat precies werkt.”
Na enig aandringen doet Kosterman een poging. Hij en zijn teamgenoten kunnen gieren van de lach wanneer de keeper los roept bij een corner, en het projectiel vervolgens een meter of vijf verder achter zich ziet terechtkomen. “We hebben twee keepers en ze zitten allebei geregeld mis”, gniffelt Kosterman. “Zowel Roderick als Stephan moet het geregeld op een leuke manier ontgelden.
Wanneer iemand te laat komt, dan krijgt hij dat ook op een subtiele manier voor zijn kiezen. Het zijn maar heel kleine dingetjes, maar ik kan ontzettend genieten van die humor.”
Kosterman traint op dinsdag met zijn teamgenoten het teergeliefde positiespel. Hij stelt voorzichtig vast dat de jaren zijn gaan tellen en dat zijn lichaam soms moeizaam herstelt. “Het opstaan verloopt steeds minder soepel”, aldus de rechtshalf die naar eigen zeggen veel meters maakt op de flank. “Ik heb best een sterk lijf maar het kost me steeds meer moeite om de stijfheid en de spierpijn eruit te lopen. Niet dat ik daarmee zit, ik speel immers in een veteranenteam. Maar het is duidelijk anders dan twintig jaar geleden.”