Als assistent-trainer bleef Bas Liebregts de afgelopen jaren lekker in de luwte. Want eigenlijk was hij, zoals de trainer het zelf zegt, aan het afbouwen. Tot DSE aanklopte en zijn voetbalhart opnieuw sneller begon te kloppen. Maar, is hij wel meteen duidelijk: “Dit wordt echt mijn allerlaatste klus.”
Al zou die klus wel zomaar, een flinke tijd kunnen duren, lacht de inmiddels 39-jarige Liebregts. “Ik ben wel een trainer van de lange termijn. Dus het kan ook twee, drie of vier jaar worden. Dat zie ik zelf wel zitten!” Want zijn eerste weken bij de vereniging uit Etten-Leur, bevallen hem uitstekend. “Het is een leuke en warme club, waar de dingen goed geregeld zijn. Qua leden is het nu zelfs de tweede vereniging uit de buurt.” Wat dat betreft zit DSE dus in de lift. “Helaas zijn ze afgelopen seizoen gedegradeerd naar de vierde klasse. Het was een kleine groep, met veel blessures. Dus er moest weer wat gebeuren.”
Vertrouwen
En dus kwamen ze bij Liebregts uit. “Via-via raakten we in gesprek. Gevraagd worden is altijd leuk, dat streelt je.” Toch was het allesbehalve een uitgemaakte zaak. “Na zestien jaar als jeugdtrainer en zes seizoenen bij de senioren, was ik eigenlijk afbouwend…” De oud-trainer van onder meer JEKA, Baronie en SC Gastel, in verschillende functies, ging er open en nuchter in, vertelt hij. “Laten zien wat ik in huis had. Dat waren goede gesprekken. Er waren vier of vijf kandidaten, maar de volgende dag wilden ze meteen een vervolggesprek. Dat geeft natuurlijk vertrouwen.” Een jonge trainer, die midden in de groep staat, bleek wel bij DSE te passen. “Toen moest ik het alleen thuis nog even overleggen. Naast een baan van 40 uur, sta ik ook nog graag op de tennisbaan én speel ik padel.” Goedkeuring binnen, kon Liebregts begin augustus dan eindelijk aan de slag. “Het is echt een vriendengroep. Daar ligt ook wel meteen de uitdaging. Het is een jonge ploeg, waaruit acht tot tien spelers zijn vertrokken. We hebben doorgeselecteerd.” Een herhaling van zetten, voor de ervaren oefenmeester. “Bij JEKA kwam er toentertijd ook veel jeugd door. Het is leuk om te gaan doen én om te laten zien hoe het kan!”
Weer lekker
Dat begint met een goede klik. “Soms ga je ook met die jongens naar het café, dat hoort erbij. Gelukkig kan dat hier ook allemaal.” Bij een club, die in het hoofd van Liebregts op voorhand voor wat vraagtekens zorgde. “Ik kende DSE nog niet echt. De dames spelen natuurlijk hoog, dat zorgt voor wat bekendheid.” Maar, zo heeft hij gemerkt: “Alles is hier goed geregeld. Het bestuur, de TC.” Met zijn eigen ervaring op zak, hij was onder meer drie jaar hoofdtrainer bij JEKA, moet het wat dat betreft wel goed gaan komen. Toch moest Liebregts de afgelopen weken, na een periode als assistent-trainer, weer héél even wennen. “Vooral qua tijd. Als assistent werk je toch een beetje in de luwte, nu heb je opnieuw alles. Vooral organiseren vergt veel tijd.” Toch schrikt hem dat voorlopig zeker niet af. “Ik vind het eigenlijk wel weer lekker! Het zorgt voor een nieuw soort enthousiasme.” Enthousiasme wat hij, na de degradatie van vorig seizoen, meer dan prima kan gebruiken. “Dat varkentje heb ik al een keer gewassen. JEKA was toen ook een gedegradeerde club. Zoiets geeft juist kansen. En het is natuurlijk leuker om veel te winnen.”
Herkenbaar
Dat moet in die vierde klasse, nu dus gaan gebeuren. “We gooien een jonge groep voor de leeuwen, maar moeten meedoen voor promotie.” Al wordt dat nog niet zo makkelijk, als dat het misschien klinkt. “Het zijn heel veel onbekende tegenstanders, waar je nu nog moeilijk iets over kunt zeggen.” En dat ligt niet aan Liebregts zelf. “Sinds februari, heb ik geen wedstrijd meer gemist. Ik ben naar alles gaan kijken, ook uit. Daardoor wist ik op een gegeven moment heel veel van die tegenstanders uit de derde klasse, maar daar hebben we nu niks meer aan, haha!” Een frisse start, met een nieuwe trainer en dus nieuwe kansen. “Twee dingen vielen mij toen al wel op. Het verdedigend ingrijpen, alsof je leven ervan afhangt. Dat miste ik wel. Én, hoe zetten we druk?” Sommige dingen, zullen dus gaan veranderen, is Liebregts eerlijk. “De speelstijl is héél anders, maar daar ga ik niet al te veel over zeggen. Het belangrijkste is dat mijn manier van spelen herkenbaar moet zijn. Durven vooruit te stappen en druk te zetten. Als dat ons lukt, ben ik tevreden.” Een mooie uitdaging, zo vindt hij. “We hebben geen geboren leiders binnen onze ploeg. De oudste is 25. Daardoor mis je ook het stukje praten met elkaar.”
Veldtrainer
Gelukkig is Liebregts daar zelf, wél vrij bedreven in. “Een duidelijke en rustige trainer. Coaching doe ik vaak individueel.” Een mensenmens, zo meent de inwoner van Breda. “Ik probeer er altijd een hecht team van te maken. Dat werpt tijdens het seizoen zijn vruchten af.” Ook door in de breedste zin van het woord betrokken te zijn. “De jeugd én het tweede, moeten we er net zo goed bij betrekken. Bijvoorbeeld door ze een keer training te geven.” Trainingen die best pittig kunnen zijn, lacht Liebregts. “Dynamisch en alles met bal. Soms één tegen één op een groot veld, dan staan ze met hun handen op de knieën.” Conditioneel, maar ook creatief. “Een pass- en trapvorm zonder pionnetjes, dat spelers zelf na moeten denken.” Nadenken doet de UEFA B-trainer in ieder geval zelf meer dan genoeg. “Ik vind mezelf meer een veldtrainer, dan een tactische coach. Daarom liep het ook zo goed met Jurriaan (van Poelje) bij Baronie. Dat was als assistent echt een gaaf seizoen.”
Even niks
Een hoofdstuk waar Liebregts, werkzaam als vestigingsmanager, tijdens zijn laatste periode als hoofdtrainer graag nog een fraaie paragraaf aan toe zou willen voegen. “Ruim 23 jaar al die verplichtingen… Soms is het lekker om een avondje even niks te moeten. Een potje padel, tennis of op een bootje zitten. Dan is het fijn om wat meer vrije tijd te hebben. Maar ik wil eerst mooi afsluiten als trainer!”
Klik op DSE voor meer artikelen over de club.
Klik op DSE voor meer informatie over de club.