Nigel Keehnen kende een seizoen van uitersten bij Brielle. De jonge doelman wist een basisplaats te veroveren, maar moest daarna met zijn club zware strijd leveren om het klassebehoud veilig te stellen. “Het was de laatste anderhalve maand elke week een finale.”
Die druk haalde bij Keehnen en zijn ploeggenoten wel het beste boven. Een serie overwinningen zorgde ervoor dat Brielle zich ook dit seizoen mag manifesteren in de eerste klasse. “Zo slecht starten mag ons dit seizoen niet opnieuw overkomen”, reageert de student logistiek management aan de hoge school in Rotterdam. “We hebben ons langs de randen van de degradatie begeven. Het was kantjeboord. We konden ons op een gegeven moment geen misstap veroorloven.”
Voor Keehnen was het sowieso een bijzonder seizoen. In de voorbereiding verving hij Mitchel Lieshout, daarvoor vaste keeper in Brielle, die met een blessure kampte. Ook toen de competitie begon stond de 19-jarige sluitpost onder de lat en hij bleef daar staan, ook toen Lieshout hersteld was van zijn blessure. “Ik zat er al tegenaan”, kijkt Keehnen terug. “Als keeper weet je dat je op je kans moet wachten. Als speler is dat anders, heb je meer kansen en kan je ook nog invallen. Een keeper wordt niet zo snel in de wedstrijd vervangen. Mijn geluk was dat Mitchel geblesseerd raakte en ik de kans kreeg. Die heb ik met beide handen aangepakt.”
Keehnen werd in Brielle al jaren gezien als toekomstig doelman van de hoofdmacht. Niet voor niets werd besloten dat hij op zijn zeventiende al de overstap maakte naar de selectie. “Ik heb de onder negentien overgeslagen en ben keeper geworden van het tweede elftal. Daar heb ik alle tijd, ruimte en hulp gekregen om me te ontwikkelen”, omschrijft hij het doorgelopen traject. “Ik was nog een fragiel mannetje toen ik doorschoof naar het tweede. Ik moest fysiek groeien, maar ook in mentaal opzicht. Toen heb ik zeker in het eerste jaar de nodige fouten gemaakt. Het was vallen en opstaan. Die twee jaar in het tweede zijn goed geweest.”
Inmiddels is Keehnen een doelman die er staat. Hij is sterk in de één-tegen-één, heeft sterke reflexen en kan ook prima meevoetballen. Het eisenpakket van een keeper is de afgelopen vijftien jaar aardig uitgebreid. “Vroeger werden keepers vooral beoordeeld op het tegenhouden van ballen, nu wordt er ook verlangd dat je meespeelt. Je bent bijna een centrale verdediger”, aldus Keehnen. “Op de training doe ik vaak mee met de rondootjes. Tijdens de keeperstrainingen oefenen we veel op passen en trappen.”
‘Af’ voelt hij zich nog niet als doelman. “Mijn coaching moet beter en ik vind ook dat ik in de lucht meer moet gaan heersen. Ik moet meester van het vijfmeter gebied zijn.”
Dat hij gruwelt van elke tegengoal – zelfs als Brielle met 4-1 wint – is volgens hem een aard van het keepersbeestje. “Ik baal en gruwel van elke tegengoal. Stel dat we met 5-0 voorstaan en we krijgen in blessuretijd de 5-1 tegen… daar kan ik enorm chagrijnig van worden. De nul is heilig. Een spits wil altijd scoren, ik altijd mijn doel schoon houden.”
Klik op vv Brielle voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Brielle voor mee informatie over de club.