‘Van voetballen werd ik moe’

0
606
7_Wilhelmina_Keeper (1)

Hij begon ooit als voetballer, keepte vervolgens acht jaar lang in de jeugd van FC Den Bosch, maar geniet nu van het amateurvoetbal bij Wilhelmina’26. Toch heeft doelman Joran de Laat zijn ambities nog niet helemaal uit het hoofd gezet. “Het is een heel andere mindset, maar ik wil nog steeds voor het maximaal haalbare gaan.”

Maar voordat we het daar verder over gaan hebben, eerst even wat anders. Namelijk de start van Wilhelmina’26. “Daar zijn we heel tevreden mee! Subtop tweede klasse, daar hadden we op voorhand voor getekend.” Boven verwachting dus, vertelt de 21-jarige De Laat. “Het is een lastige competitie, met veel goede ploegen. Er is bij ons heel veel vertrouwen. De eerste wedstrijd wonnen we met 3-0 van Achilles’29, die staan nu bovenin. Toen merkte je dat goede gevoel al meteen!” Kan de doelstelling dan ook direct bijgesteld worden? “We mikken altijd op handhaving, maar wie weet kunnen we onszelf wel belonen met een periode. Eerst zo snel mogelijk veilig, dan hopen op meer.”

Oefenwedstrijd

Want met een aantal nieuwe jongens, is ook het positivisme bij De Laat zelf groot. “Daardoor heb je een bredere selectie én dus meer concurrentie. Je merkt ook dat er goed getraind wordt. Het niveau ligt hoog.” Met hem voor het tweede seizoen op rij als eerste keeper. En dat nadat hij via een flinke omweg, in Wijk en Aalburg terechtkwam. “Ik ben ooit bij Nivo Sparta begonnen, toen acht jaar FC Den Bosch en via opnieuw Nivo Sparta, kwam ik bij Wilhelmina. Tim de Laat, mijn neef, speelde hier toen al.” Toch was de manier waarop, een bijzondere, lacht de inwoner van Zaltbommel. “De toenmalige keeper raakte geblesseerd tijdens een oefenwedstrijd en ik stond te kijken. Of ik niet een helftje wilde keepen. Dat ging best goed, daarna werd ik gevraagd.” De Laat maakte uiteindelijk dus de overstap, maar moest in het begin wel even wennen. “Je gaat van de profs, naar de amateurs. Van zeven keer per week trainen, naar misschien drie keer.” Het moeilijkste voor hem? “Het is een heel andere mindset. Bij Nivo Sparta speelde ik samen met vrienden in een team, dat is natuurlijk anders qua sfeer.” Maar wel ook ontzettend leuk, vertelt hij. “Dan kun je ineens een biertje pakken.” Inmiddels gewend aan het amateurvoetbal, zit De Laat bij Wilhelmina’26 uitstekend op zijn plek. Helemaal na zijn overstap van het tweede. “Daar komen natuurlijk veel minder mensen kijken. En staat er ook niemand naar je te roepen. Dat was ik toen daarna bij het eerste, helemaal niet gewend.” Maar ondertussen dus wel. Ook voetballend. “Het niveau ligt hoger en het gaat allemaal een stuk sneller. Aanvallers schieten ook harder.”

Voetballer

Bij een club die voor De Laat na vier jaar voelt als familie. “Dit zie je nergens anders… Iedereen leeft zo met je mee. De sfeer is goed, op en buiten het veld. Dat is denk ik heel belangrijk. Fijne mensen, gemoedelijk en altijd even een praatje in de kantine.” Of op trainingskamp. “Dan gaan er 54 man mee naar Spanje. Dat zegt heel veel.” Tegenwoordig doet hij dat dus als keeper, al had dat ook zomaar heel anders kunnen zijn. “Ik ben in de mini’s begonnen als voetballer, maar daar werd ik moe van. Toen zei ik tegen mijn vader: ‘dit wordt hem niet, ik ga keepen’.” Ondanks dat zijn vader het eigenlijk niet zo zag zitten, gebeurde het toch. “Al snel mocht ik op stage bij Feyenoord. Op mijn zevende ging ik naar Den Bosch. Ik kon gewoon veel beter keepen dan voetballen.” Een beslissing waar De Laat tot op de dag van vandaag, geen spijt van heeft. “Keeper zijn is soms lastig, maar ook ontzettend mooi. Die combinatie, is het mooiste voor mij. Uiteindelijk ben je toch altijd een soort individu.” Maar natuurlijk wel in een team. “Samen met mijn verdedigers, ben ik heel erg bezig met die ‘nul’. Dat voelt toch als een dubbele overwinning.” Als lijnkeeper, die het vooral van zijn reflexen en één-op-één situaties moet hebben, draagt De Laat daar een belangrijk steentje aan bij. Net als zijn voorbeelden. “Ik kijk op tv liever naar keepers dan voetballers. Naar wie? Ter Stegen of Sommer.” Die laatste, zorgt meteen voor een lach op zijn gezicht. “Jongens uit mijn team noemen me vaak Sommer. Ik denk door het haarbandje!” Voorlopig dus nog bij Wilhelmina’26. “Voetballend moet ik nog stappen maken, daar zijn we hard mee bezig. Uiteindelijk wil ik het beste uit mezelf halen en voor het maximaal haalbare gaan. Maar gezelligheid en plezier zijn voor mij ook heel belangrijk. Het is mooi als je dat kunt combineren!”

Klik op Wilhelmina ’26 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Wilhelmina ’26 voor meer informatie over de club.