Zestien jaar geleden nam Paul Suijkerbuijk plaats op het pluche bij voetbalvereniging Schijf. Buiten een pauze van één seizoen, is hij gedurende die hele periode voorzitter gebleven. Eind september geeft hij de voorzittershamer door, het is goed geweest. Tijd voor een terugblik.
Geboren en getogen in Schijf, een paar jaar weggeweest, maar altijd verbonden gebleven aan de club. Kaderlid, leider, voorzitter. Paul Suijkerbuijk (55) houdt van het dorp en voetbalvereniging Schijf. “Het is hartstikke mooi om voorzitter te zijn van deze club, 95 procent van mijn taken zijn leuk. Ik heb zo veel mooie momenten meegemaakt, van kampioenschappen tot de opening van de tribune en de diverse jubilea. En het gaat heel goed met de club, we verkeren in een blakende gezondheid.” Dat hij eind september het stokje overgeeft, op het moment van schrijven is nog niet bekend wie zijn opvolger wordt, komt dan ook zeker niet omdat hij het beu is. “Absoluut niet en ik zal ook zeker betrokken blijven bij de club, maar dan wat meer op de achtergrond. Het is tijd voor een nieuw gezicht bij Schijf.”
Dat het momenteel op verschillende vlakken voorspoedig gaat met de club, doet Suijkerbuijk deugd. “Schijf heeft nog nooit zo hoog gevoetbald, dit is een uitzonderlijk goede lichting. Dat wij als dorpsclubje meedoen in de derde klasse, vind ik echt bizar. We kunnen vrijuit voetballen, hebben niks te verliezen. Als we zonder nacompetitie behoud bewerkstelligen, hebben we het fantastisch gedaan. En ik geloof dat dit mogelijk is met onze nieuwe trainer Jan Hereijgers junior en deze groep. Jan heeft lang samengewerkt met Jurgen Arnouts, die hier ook een jaar trainer is geweest. Als hij maar een klein beetje van de aanpak van Jurgen meeneemt, komt dat dik in orde. Ik verwacht weer een heel mooi seizoen.”
Dochters Vera en Fleur voetballen in het eerste damesteam van Schijf en zijn vrijwilligers, aan de Suijkerbuijkse keukentafel gaat het dan ook regelmatig over het wel en wee binnen de club. Maar, zo benadrukt de voorzitter, iedereen binnen de vereniging voelt als familie. “Driehonderd leden is goed te overzien, je kent ze allemaal. Ik beleef er elke week weer heel veel plezier aan om bij de club te zijn en die dames en heren, jongens en meisjes enthousiast op het veld te zien staan. Daar doe je het voor.”