Ruben de Groot staat met Honselersdijk voor inhaalrace

0
219

Bij corners en andere spelhervattingen mag hij rekenen op een dubbele bewaking. Met zijn twee meter twee wordt Ruben de Groot (23) al snel door tegenstanders beschouwd als potentieel gevaar.

“Ze proberen vaak van alles om mij maar niet te laten koppen”, zegt de inwoner van Monster. “Vasthouden, duwen, tegen mij aan lopen. Alles grijpen ze aan om mij maar de kans te ontnemen. Ik ben het gewend. Bij de eerste corner kan ik nog wel eens aan de aandacht ontsnappen, maar daarna worden er vaak twee man aan mij opgeofferd. Daar zouden anderen van moeten profiteren.”

Met Honselersdijk belegde De Groot – hij voltooide vorig jaar zijn studie commerciële economie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en werkt nu tijdelijk in het beveiligingsbedrijf van zijn vader – begin januari een trainingskamp in het zonnige Benidorm. “Het was lekker om weer te beginnen en vooral ook omdat bijna iedereen er weer bij was. Fit en wel.”

Blessures trokken in de eerste competitiehelft een zware wissel over Honselersdijk. Trainer André Lourens, die de succesvolle Piet Boon opvolgde op De Strijphorst, zag vooral aanvallers afhaken. “Angelo Zwirs, Youri Riep, Brian Valstar en Tom van Veen”, somt De Groot op. Ze waren alle vier vanwege blessures een tijdlang niet inzetbaar voor de Westlandse formatie. “Alsof het hart uit ons team was gerukt”, geeft De Groot aan. “Ieder team had problemen gehad als ze zulke belangrijke spelers hadden gemist. De winterstop kwam dan ook als geroepen.”

Met de geheelde blessures en de terugkeer van de sterkhouders verwacht De Groot dat Honselersdijk een inhaalrace kan inzetten. Die inhaalrace is hard nodig, want met de dertiende plaats liggen de oranjehemden op degradatiekoers. De Groot sombert echter niet, hoewel het eerste optreden in 2020 voor de Westland Cup (2-0 verlies tegen derdeklasser Naaldwijk) geen reden tot groot optimisme was. “De verschillen onderin zijn klein. Ik geloof in dit team.”

De Groot koos vorig jaar bewust om over te stappen naar Honselersdijk. Hij had nog een contract bij hoofdklasser FC ’s-Gravenzande, maar liet dat met wederzijds goedvinden ontbinden. “Hier heb ik geen contract hoor”, haast hij zich te zeggen. “Bij Honselersdijk worden geen spelers betaald.”

In ’s-Gravenzande was hij enige jaren basisspeler. Dat veranderde vorig seizoen toen trainer Richard Elzinga steeds minder vaak een beroep op hem deed. “Trainen en voetballen is leuk, maar als je niet speelt niet meer”, verzekert hij. “Ik had veel moeite met mijn rol. Ik had het gevoel dat ik drie keer per week voor niks trainde. Het werd steeds meer een last. Het was beter dat ik vertrok. Mijn perspectief was ook niet geweldig, want de trainer bleef.”

Het geld ruilde hij in voor speeltijd. “Dat was een makkelijke keuze. Ik ben 23 jaar en voetbal voor mijn plezier. Ik train niet om op de bank te zitten. Honselersdijk stond bekend als een sfeervolle club met gezellige derde helften en lag bovendien om de hoek. Dat wij als selectie zelf ons trainingskamp organiseren zegt ook wel iets over de ontspannen sfeer. Ik heb het prima naar mijn zin. Het enige wat nog ontbreekt is een mooie positie op de ranglijst. Die moeten we dan maar in de tweede competitiehelft bereiken.”

Meer informatie over Honselersdijk? Klik hier.
Klik hier voor een ander artikel over Honselersdijk.