Rechtsback Hero van Lopik houdt van aanvallen

0
114

Als rechtsback vormt Hero van Lopik dit seizoen een onbetwiste basiskracht bij SV Spakenburg. Dat terwijl het 19-jarige talent, die woont en werkt op een steenworp afstand van het sportpark, de positie nog nauwelijks anderhalf jaar invult. Bijzonder gegeven: vier keer in de week staat hij op hetzelfde veld als vader Remko, keeperstrainer van de Tweede Divisionist. “Als ik hem roep tijdens de training? Dan is het ‘pa’ of ‘pap’.”

Webbanner VoetbalJournaal Robey-sportswear-teamkleding-teamwear

BUNSCHOTEN – Het moment herinnert hij zich nog goed. “Een grappig verhaal. Mijn opa is een echte Rooie. Hij voetbalde niet alleen op het middenveld bij Zuidvogels, maar ook bij IJsselmeervogels. Hij pushte me om lid te worden van de buren. Mijn vader keerde dat jaar van DVS’33 Ermelo juist terug naar SV Spakenburg. Hij wilde natuurlijk dat ik lid van de Blauwen werd. Dan luister je toch naar je vader, haha.” Een keuze waarvan hij geen moment spijt heeft. Al zorgt het nu in zijn vriendengroep voor de nodige gespreksstof. “We zijn met vijftien jongens. Slechts drie daarvan zijn Blauwen. De rest is allemaal voor de Rooien. De derby leeft daardoor enorm. Ik moet toegeven dat ik de nacht daarvoor van de spanning altijd minder goed slaap.”

Ondanks zijn jonge leeftijd maakt Van Lopik alweer voor het derde seizoen deel uit van de selectie van SV Spakenburg. “In de voorbereiding van het seizoen 2019/20 kreeg een aantal jongens uit de Onder 19 de kans om mee te trainen met het eerste elftal. Na twee weken vernam ik dat ik mocht blijven. Een mooie opsteker. Ik verwachtte mijn speelminuten dat seizoen in het tweede elftal te maken, maar ik reisde op de derde speeldag al met de selectie mee naar Kozakken Boys. In de rust liep ik wat te pielen met een bal, toen trainer John de Wolf naar me toekwam. Ik moest er bij aanvang van de tweede helft direct in.”

Van Lopik acteerde toen nog op het middenveld. “Ik ben in de jeugd begonnen als aanvaller. Eigenlijk als keeper. In de F’jes stond ik een helft onder de lat, de andere speelde ik. Voetballen vond ik veel leuker. Ik speelde voorin en vanaf de D-jeugd op het middenveld. Na de komst van trainer Eric Meijers werd ik plotseling rechtsback. In het begin betekende dat wennen, maar het ging al heel snel heel goed. Dit seizoen begon ik stroef. Sinds het systeem door Meijers voor Excelsior Maassluis-thuis is omgezet van 4-3-3 naar 4-4-2 voel ik me weer comfortabel en haal ik mijn oude niveau. Ik krijg weer ruimte om aan te vallen en heb niet standaard nog een speler voor me staan. Verdedigend moet ik stappen maken, met name in één-tegen-één duels heb ik het lastig. Al zal ik nooit een echte verdediger worden. In de toekomst is het mijn ambitie om weer belangrijk op het middenveld te zijn.”

FC Utrecht
In de D-jeugd werd de Bunschoter opgepikt door FC Utrecht. “In die periode kende de KNVB regionale jeugdteams. Met dat team speelde ik een oefenwedstrijd tegen FC Utrecht. Twee weken later werd ik uitgenodigd voor een stage en een oefenwedstrijd. Dat ging goed en een week later werd ik opgebeld dat ik mocht blijven. Of ik twijfelde? Nee, natuurlijk niet. Ik vond het prachtig. Ik was in die periode al fan van FC Utrecht, aangestoken door mijn oom en neef. In mijn eerste jaar zat ik nog in groep 8 van de basisschool. Ik mocht elke dag om 12.00 uur gaan en dan bracht mijn moeder me naar Zoudenbalch, het trainingscomplex. Een seizoen later ging ik naar het Oosterlicht College in Vianen, net als bijna alle jeugdspelers van FC Utrecht. Werd ik elke ochtend tussen 6.15 uur en 6.30 uur opgehaald. Met busjes werden we daarna ook naar het trainingscomplex gebracht. Elke avond was ik om 19.00 uur thuis. Jasper Beekhuis, nu mijn ploeggenoot, zat ook in dat busje.”

Drie jaar maakte Van Lopik deel uit van de jeugdopleiding. “Toenmalige ploeggenoten als Djevencio van der Kust, Raymond Huizing en Reda Akmum spelen nu voor Jong FC Utrecht in de Keuken Kampioen Divisie. In de competitie stond ik tegenover de broertjes Timber, Ryan Gravenberch, Brian Brobbey en Mohamed Ihattaren. Met FC Utrecht waren we middenmoter. Helaas begon ik pas laat te groeien. De andere jongens waren allemaal groter en fysiek sterker. Ik kreeg moeite met het niveau en concludeerde dat ik niet goed genoeg was. Natuurlijk baalde ik. Een jongensdroom viel in duigen. Ik zette de knop snel om en wilde me herpakken. Ik meldde weer aan bij Spakenburg, ging weer lekker in het dorp naar school, hoefde niet meer elke ochtend voor dag en dauw op en was op een normale tijd thuis. Die lange dagen bleken voor mij achteraf te zwaar.” Hij is FC Utrecht niet vergeten. “Ik zit regelmatig op de Bunnikside bij de thuiswedstrijden. Niet bij de harde kern hoor. Vaak bijna bovenin. Van daaruit heb ik het beste zicht.”

In het voorjaar van 2020 slaagde hij voor de havo en sindsdien werkt hij fulltime bij De Vitaminebron, een groenteboer in Bunschoten-Spakenburg. “Al sinds mijn vijftiende loop ik daar rond. De winkel zit in het centrum. Ik werk in het productiegedeelte, dat op het bedrijventerrein huist. Daar bereiden we alles voor, zodat het de winkel in kan. Boontjes snijden, dat soort werk. Volgend schooljaar ga ik weer een opleiding volgen. Iets in de sport. Begeleider, fysiotherapeut, opvang, een baan waarbij ik met mensen werk. Ik ben absoluut niet iemand die dagelijks van negen tot vijf achter een computerscherm op kantoor zit. Dat is niets voor mij.”

Tips
Vader Remko komt hij niet alleen thuis, maar ook vier keer in de week op het veld tegen. “Hij traint de selectiekeepers. Ik zie hem dan als collega. Wanneer ik hem aanspreek, probeer ik meestal een naam te vermijden. Als het niet anders kan, is het ‘pa’ of ‘pap’. We evalueren thuis altijd mijn wedstrijd. Hij is straight to the point, zegt eerlijk hoe het is. Dat kan hard aankomen, maar daar houd ik van. Hij geeft me tips, maar zegt me ook als ik een verkeerde keuze heb gemaakt.”

Dit seizoen hoopt Van Lopik met Spakenburg snel in rustiger vaarwater te komen. Iets dat moet gebeuren onder het nieuwe trainersduo Chris de Graaf en Jochem Twisker. “We stonden vorig seizoen tweede toen de coronastop volgde. Als doel formuleerden we deze zomer minimaal top zes, al sloten we niet uit voor het kampioenschap te gaan. Waarom het niet is gelukt, is moeilijk aan te geven. Nu zijn we blij als we zevende of achtste eindigen. Als we dat bereiken en we één of twee keer de derby winnen, kunnen we toch tevreden terugkijken.” (SB)

Meer informatie over SV Spakenburg? Klik hier.
Klik hier voor meer artikelen over SV Spakenburg.