Home Blog Pagina 90

Wedstrijdverslag Victoria’04-CWO

De Vlaardingse derby werd in de eerste helft grotendeels gedomineerd door het bezoekende CWO. De thuisclub Victoria’04 verdedigde fanatiek om niet een vroege achterstand op te lopen.

In de omschakeling trachtte Victoria’04 waar mogelijk het doel van CWO op te zoeken. Beide defensies gaven geen krimp, waardoor zich sporadisch gevaarlijke momenten voordeden. Het was wachten op doelpunten, die wel gescoord werden in de tweede helft.

De wedstrijd was nauwelijks op gang gekomen of invaller Michael Blok kreeg van CWO veel ruimte over de rechterflank. De snelle aanval bracht vervolgens topscorer Nailey Girigorie in stelling. Zijn fraaie volley eindigde snoeihard in het doel van CWO: 1-0. De bezoekers antwoordden met aanvallend voetbal, maar liepen zich keer op keer stuk op de stugge verdediging van Victoria’04.

Tot de 78ste minuut toen CWO op gelijke hoogte kwam. Uit een gevaarlijk indraaiende hoekschop werd de bal van dichtbij achter doelman Jochem van der Hoff gekopt: 1-1. Een gemotiveerd spelend Victoria’04 toonde meteen veerkracht en liet zich niet van de wijs brengen. Twee minuten later was het al weer raak. Wederom was het rechtsachter Michael Blok, die de diepte werd ingestuurd door invaller Joey Fastenau om vervolgens de bal vanaf de achterlijn voor te zetten. Het leer bereikte Lars Kortleven, die het buitenkansje volledig uitpakte en Victoria’04 heel snel weer op voorsprong bracht: 2-1.

In de spannende slotfase wist Victoria’04 het fel aandringende CWO van dadendrang af te houden om de zevende achtereenvolgende overwinning over de streep te trekken. Bijzonder vermeldenswaard is, dat het door blessures geplaagde Victoria’04 de laatste wedstrijden winnend wist af te sluiten met veel jeugdige invallers, die afkomstig zijn uit de eigen jeugdopleiding.

Klik op sv CWO voor de laatste artikelen over de club.
Klik op sv CWO voor meer informatie over de club.

Dik verdiende 4-0 overwinning op De Zwerver geeft Spirit hoop op goede afloop

Spirit heeft zaterdag in de 2e klasse F een gaatje kunnen slaan met de degradatieplaatsen. In een rechtstreeks duel met De Zwerver wonnen de Ouderkerkers met 4-0. Beide ploegen stonden in punten gelijk op de één na laatste plaats, dat aan het eind van het seizoen degradatie betekent.

Bij Spirit maakte Kevin Kriek weer als basisspeler zijn rentree bij de hoofdmacht van Spirit. Vorige week was de centrale verdediger ook al aan de selectie toegevoegd en viel toen in de 2e helft in. Vorig seizoen nam Kevin Kriek afscheid van Spirit 1, maar door de personele bezetting is hem gevraagd naar een tijdelijke terugkeer. Samen met Cris de Jong vormde hij het hart van de verdediging.

Spirit speelde gretig en zette vroeg druk op de tegenstander. Ondanks het speloverwicht duurde het wel lang voordat Spirit het verschil in doelpunten omzette. Het kreeg wel een paar mogelijkheden via Eric Jansen (schot over en een vrije trap in de handen van de keeper) en Niels de Vries (net naast) voordat Lukas Bos dacht te scoren. De scheidsrechter constateerde echter dat de bal de achterlijn was gepasseerd voordat de bal op het hoofd van de aanvaller belandde en de treffer niet doorging. Een mooie aanval via Robbin Brouwer en Ruben Slooff kwam bij de opkomende Tjerk de Kogel. De inzet ging via een Zwerver-verdediger naast het doel.

Toch kwam Spirit in de 1e helft goed weg. Laconiek uitverdedigen werd door De Zwerver tot 2 keer toe niet afgestraft. Op slag van rust was het dan toch raak voor Spirit. Lukas Bos schoot in de draai de bal prachtig in de kruising: 1-0.

2e helft

Kort na rust verdubbelde de spits de voorsprong met een echte spitsen goal. Ruben Slooff kreeg de bal mee, manoevreerde zich door de verdediging, maar zag zijn schot door de keeper gepareerd. De afgeslagen bal kwam voor de voeten van de deze winter uit Spanje teruggekomen spits (2-0).

Als de wedstrijd nog niet beslist was, dan was dat wel na een uur spelen toen Ruben Slooff nu wel koelbloedig was en de bal achter de Kinderdijkse doelman tikte (3-0). Vlak voor tijd bepaalde Cris de Jong de eindstand op 4-0.

Een dikverdiende overwinning voor Spirit, dat daarmee nog wel op de 11e plaats blijft staan. Concurrenten Rijsoord (0-1 bij EBOH) en Alexandria’66 (2-0 tegen Streefkerk) wonnen ook. Pelikaan kwam niet in aktie en zakte weer naar de ‘nacompetitie-zone’, samen met Spirit en cvv Zwervers. De Capelse ploeg verloor met 0-2 van Spartaan’20. De Alblas (3-0 nederlaag bij Oranje Wit) staat nu 8e, de laagste ‘veilige’ plaats, maar wel in punten gelijk met Pelikaan. Rijsoord en Alexandria’66 staan, met 1 punt meer, boven De Alblas.

Voor Spirit zal het nog een moeilijke klus worden om zich veilig te spelen. De Ouderkerkers moeten 4 en 5 punten goed moeten maken t.o.v. resp. De Alblas en Rijsoord/Alexandria’66. Met nog 6 wedstrijden te gaan, waarvan 4 wedstrijden op eigen veld en 3 wedstrijden tegen ‘concurrenten’, heeft de afscheidnemende trainer Richard van Cappellen nog wel alle vertrouwen in een goede afloop.

Volgende week (paasweekend) is Spirit vrij. Op dinsdag 2 april speelt Spirit in en tegen Capelle de kwartfinale van de beker, waarna de competitie weer wordt hervat met een thuiswedstrijd tegen EBOH.

Klik op VV Spirit voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Spirit voor meer informatie over de club.

 

Jordi Smit stopt bij DBGC: ‘Ego als trainer opzij kunnen zetten’

Na vier seizoenen in dienst van DBGC, is Jordi Smit bezig aan zijn laatste maanden als trainer van de tweedeklasser. Niet vanwege de tegenvallende resultaten, maar door zijn veranderende werksituatie. Want alles wat de oefenmeester doet, gaat met volle overgave. “Dit is iets waar ik ook goed in wil worden, dan moet ik er nog meer tijd en energie insteken.”

Naast de voetbal, heeft Smit sinds vorig jaar namelijk ook een eigen bedrijf. In het helpen van scholen met betrekking tot ‘lastige groepen’. “En die vraag is zo groot, dat ik het eigenlijk niet kan bedienen. Ik ben als ZZP’er begonnen met één dag, maar zit nu al op tweeënhalf.” Dus besloot de 37-jarige inwoner van Middelharnis in de zomer eens na te denken. “Als ik daar beter in wil worden, moet ik er meer uren insteken.” Combineren, wist hij al snel, ging niet. “Op het veld ben je met vijftien tot twintig man bezig, hier is de maatschappelijke impact veel groter. Dan moet je je ego als trainer opzij kunnen zetten en blijft deze keuze over.”

Moeheid

Maar voordat het zover is, heeft Smit nog een flinke klus in handen: handhaven in de tweede klasse. “Het valt qua resultaten heel erg tegen, hadden zeker op meer gehoopt.” Want na de vijfde plaats van vorig seizoen, zette DBGC hoog in. Hoger dan de huidige tiende plek. “Al is deze competitie sterker dan in andere jaren. Er zitten eigenlijk nog nauwelijks zwakke broeders in.” En ook bij de club uit Oude-Tonge zelf, loop het nog allesbehalve soepel. “We hebben vanwege het weer al een keer of vijftien niet kunnen trainen, dat doet wat met je fitheid. En het is lastig om er ritme in te krijgen.” Het zorgt, ook bij Smit, voor een bepaalde moeheid. “Steeds weer uitwijken, naar een zaal of ergens anders oefenen. Daar gaat veel motivatie en energie aan verloren. Daardoor zijn we als groep ook mentaal kwetsbaarder, helemaal als je meer gaat verliezen.” Toch probeert hij de oorzaak bij zichzelf én het team te zoeken. “We moeten ons focussen op de dingen waar we invloed op hebben. Dat is niet het veld.” Maar hoe doe je dat? “Door er veel met elkaar over te praten en die jongens handvaten te geven.” Vooral over wat beter moet. “In aanvallend opzicht is het zoeken. Het veldspel is vaak nog behoorlijk, alleen ontbrak het aan kansen. Dat is nu verbeterd, maar we scoren nog steeds moeilijk.” En dus is het doel, serieus meedoen om promotie, een lastig verhaal. “Vorig jaar zijn we de nacompetitie net misgelopen, nu zijn we slecht gestart.” Sterker nog. “Het is een realistisch scenario dat we in die nacompetitie voor degradatie belanden.”

Plezier

Zorgen maken, doet Smit zich echter niet. “Ik vind absoluut dat DBGC de komende jaren thuishoort in die tweede klasse, alleen is het dit seizoen nog niet goed genoeg.” Al is dat meer dan alleen het benutten van kansen, is hij eerlijk. “Soms moet je fasen herkennen dat het niet lekker loopt. Dan kun je beter gegroepeerd blijven en elkaar steunen.” Daar ontbreekt het nog te vaak aan, vindt Smit. “Aan echt leiderschap. Goede resultaten camoufleren dat. Nu zijn we te afhankelijk van de staf.” Tot zijn eigen ontevredenheid. “Dat was mijn grootste doelstelling toen ik bij DBGC kwam. Zorgen voor hiërarchie op het veld. Elkaar aan durven spreken op ‘negatieve’ dingen. Daar ben ik niet in geslaagd.” Toch kijkt hij met een goed gevoel terug op zijn tijd bij de club. “Ik ben qua punten heel blij met de afgelopen twee volle seizoenen. Maar misschien nog wel belangrijker, het plezier dat we hadden in de manier van voetballen.” En dus is Smit nog altijd blij met de kans. “Uiteindelijk heeft het van mij een completer mens gemaakt. Het was ook voor mij allemaal nieuw. Vier jaar vol uitdagingen.” Vier jaar waarin hij vooral veel spelers beter heeft gemaakt. “Dat is voor mij als trainer wel het leukste. Met goede trainingen en door duidelijke taken mee te geven. Het imago van DBGC was altijd de lange bal op Jeroen Sep. Dat is totaal niet meer. We spelen nu fris en aanvallend voetbal.”

Kunstgras

Wat gaat hij straks het meeste missen? “Een wedstrijd beleven, observeren en tips meegeven. Als je dan resultaat haalt, geeft dat heel veel voldoening. Dat is toch een stukje ego.” Net als met handhaving vertrekken via de voordeur. “De spelers moeten uiteindelijk die noodzaak voelen. Ik ben er volgend seizoen niet meer.” Maar of we de trainer, in het bezit van UEFA B, zelf ooit nog langs de lijn zien? “Ik ga uit van wel! Daarvoor heb ik er te veel plezier in gehad. Maar eerst de balans op orde zien te krijgen.” En daarna een club met kunstgras vinden. “Als ik weer ergens hoofdtrainer word, is dat wel een voorwaarde. Buienradar heeft mij de afgelopen maanden te veel stress bezorgd…”

Klik op DBGC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op DBGC voor meer informatie over de club

De Roon is de ‘accountmanager’ van Den Bommel

Hij is pas negentien, maar zit sinds vorig jaar al in het bestuur van voetbalvereniging Den Bommel. Daniek de Roon is bij de derdeklasser dan ook veel meer dan alleen voetballer. Want als lid van de sponsor- en activiteitencommissie, heeft de jongeling het er maar druk mee. “Eigenlijk ben ik nu een soort accountmanager bij de voetbal.”

En dat begon dus allemaal, ruim een jaar geleden. “Onze oud-voorzitter, Martijn Engels, stopte. Daardoor waren er nog maar drie mensen in het bestuur over. Toen heb ik mezelf aangemeld en ben ik ingestapt.” Terwijl hij het vertelt, moet De Roon er zelf ook een beetje om lachen. “Maar het is super leuk! Iedereen heeft zijn eigen commissie, ik doe de sponsoring en de activiteiten.” Naast ‘verslag doen’ van lopende zaken. “Sponsors zoeken, kleding regelen en relaties onderhouden. Maar ook feestavonden verzorgen of de familiedag en het Jaap Keijzer Toernooi organiseren.”

Ontmoetingsplek

Gelukkig bevalt het hem, tot nu toe allemaal uitstekend. “Er zijn veel jonge jongens die iets doen op de voetbal. Ik heb toch altijd wel een bepaald verantwoordelijkheidsgevoel, dan is het leuk om wat te doen. Voor mij was het een logische stap.” En dus zit hij om de vijf weken bij de bestuursvergadering. “Sommige zaken zijn natuurlijk ook afhankelijk van de verschillende periodes.” Een functie die goed bij hem past. “Ik ben werkzaam op een administratiekantoor en volg de studie Finance. Op de voetbal ben ik nu eigenlijk een soort accountmanager. Die afwisseling bevalt me wel.” Bij de vereniging, waar De Roon kind aan huis is. “Ik ging van zwemles af en kwam toen bij Den Bommel. Nooit ergens anders en dat ben ik ook niet van plan.” Ingegeven door zijn ouders. “Die zijn hier eigenlijk ook altijd betrokken geweest. Dan was ik heel de zaterdag op de voetbal. Eerst zelf voetballen, daarna bij het eerste kijken en naar de kantine.” Zoals zoveel mensen. “In Den Bommel heb je niet heel veel, dus de club is ook een soort ontmoetingsplek. Dat vind ik fijn.” Al wordt er daarnaast natuurlijk ook gewoon gevoetbald. In zijn geval als speler van het eerste. “Sinds de winterstop van vorig jaar, zit ik er echt bij. Daarvoor deed ik al wel af en toe mee.” Maar inmiddels, heeft De Roon zijn plekje dus helemaal gevonden. Centraal achterin. “Ik ben niet de beste en meest mooie voetballer. Moet het vooral hebben van hard werken en niet opgeven. Voetballen laat ik aan anderen over.”

Geen zorgen

Dat ging, zeker aan het begin van het seizoen, boven verwachting goed. “Toen wonnen we van de bovenste ploegen.” Laat dat nu net zijn, waar voor Den Bommel wat hem betreft het probleem zit. “Tegen teams die minder willen voetballen, hebben we het lastig. Die geven vaak minder ruimte weg, dat is moeilijk voor ons. Duels zoeken en dan naar voren, dat is een beetje ons spelletje.” Een plek in het rechterrijtje, valt dan ook wat tegen. Alhoewel. “Het doel was in principe handhaven. Alleen dachten we na die goede start: waarom gaan we niet voor de top drie? Die leek heel even haalbaar. Nu moeten we ons gewoon veilig spelen. Daar maak ik me geen zorgen om.” Met het vertrouwen, zit het dus wel goed. “We hebben genoeg kwaliteit. Als we punten blijven pakken, komen we niet in de problemen.” Al komen die punten natuurlijk niet vanzelf. “Consistenter zijn, ook tegen mindere ploegen. En fitter worden. Daar valt nog wel wat winst te behalen.” Ook voor de toekomst. “Ik ga hier nooit weg! Zolang Den Bommel bestaat en ik hier woon, speel ik in het blauw-zwarte tenue. Maar niet dat van De Jonge Spartaan, hè!” Ooit ook in een rol als voorzitter? “Die ambitie heb ik nu niet. Daar komt nog meer verantwoordelijkheid bij kijken. Het hangt ook af van mijn studie. Al blijf ik me sowieso inzetten voor de voetbal.” De komende weken wel met een iets minder bekend gezicht. “In de wedstrijd tegen Kogelvangers heb ik bij een kopduel mijn neus gebroken. Dus ik zal met een masker moeten spelen…”

Klik op Den Bommel voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Den Bommel voor meer informatie over de club.

Julian Broeders doet alles om FIOS te helpen

Hij is speler van het tweede, lid van de spelersraad en zit zo nu en dan bij het eerste. Als Julian Broeders FIOS kan helpen, doet hij dat. Dus is één ding voor de inwoner van Achthuizen héél duidelijk: “Ik heb er nog nooit aan gedacht om ergens anders te gaan voetballen en dat ga ik ook nooit doen.”

Daar is dan ook geen enkele reden voor, vindt de 26-jarige Broeders. “Het is gewoon een gezellige vereniging, daar haal ik energie uit.” En niet voor niks. “Sinds dit seizoen zijn het eerste en tweede, één grote selectie. Dat is een tijd lang niet zo geweest. Uiteindelijk is dat veel leuker.” En dus trainen ze niet alleen samen. “Er doen ook jongens van ons met één mee.” Al draait het daar, met een laatste plaats in de vierde klasse, nog niet heel soepel. “We bouwen dit seizoen met een jonge groep aan de toekomst. Een hoop spelers zijn weggegaan, dus we leggen nu de basis voor volgend jaar.”

Middelpunt

Waar het tweede meer een soort vriendenelftal is, probeert het eerste natuurlijk zo goed mogelijk te presteren. Toch lukt dat nog niet altijd. En dus is degradatie, eigenlijk onafwendbaar. “Maar het is nog steeds gezellig en we blijven hard voor elkaar werken. Dat de groep dicht bij elkaar blijft, is voor nu meer waard.” Want ondanks de vele nederlagen, heeft Broeders het meer dan naar zijn zin. “Het is zo’n leuke groep en we proberen gewoon lekker te voetballen.” Op een iets andere manier, vertelt hij. “Uitgaan van eigen kracht.

Dan zien we vanzelf wel hoeveel punten het oplevert.” Met hem dus voornamelijk in het tweede. “Maar iedereen wil elkaar helpen. Dat is het mooie van FIOS.” Broeders weet sinds zijn vierde dan ook niet beter. “De voetbal is eigenlijk een beetje het middelpunt van Achthuizen. Gezelligheid, activiteiten en mensen hebben wat voor elkaar over.” Kortom, alles is mooi. “Ook de ‘oudere’ heren langs de lijn. Die trekken zich het aan als het slecht gaat, die leven echt voor FIOS.” Misschien wel een beetje net als hij. “Ik heb zes jaar in het bestuur gezeten, bij het wedstrijdsecretariaat. Twee seizoenen geleden ben ik daarmee gestopt, omdat het niet meer te combineren viel met mijn werk.”

Bijdrage leveren

Toch zit Broeders sindsdien natuurlijk niet stil. “Sinds vorig jaar ben ik lid van de spelersraad. Het spraakbaken tussen de verschillende teams en het bestuur. Ieder elftal, heeft twee afgevaardigden.” Eén keer in de maand, zitten ze samen. “Om thema-avonden te organiseren of om te bespreken wat er goed en slecht gaat.” Alles om de leefbaarheid van FIOS in stand te houden. “Het is in Achthuizen dé ontmoetingsplek. Dat mag niet vergaan.” En dus draagt Broeders daar met alle liefde zijn steentje aan bij. Ook als ze straks mogelijk degraderen. “Soms is dat, hoe gek het misschien ook klinkt, nog niet zo verkeerd. Veel derby’s, dus meer mensen en lekker bovenin meedraaien.” Want Broeders weet inmiddels een klein beetje hoe het werk. “Een foutje wordt bij het eerste meteen afgestraft, daar ligt het niveau toch een stukje hoger.

Bij het tweede kan je best een keer je mannetje laten lopen. Bij ons is het ook meer met vrienden én recreatief, bij één is het natuurlijk volle bak gaan.” Wat doet hij zelf het liefste? “Het maakt voor mij niet uit waar ik speel. Ik doe alles om de vereniging te helpen”, lacht Broeders. “Dat is een politiek correct antwoord, hè? Het is leuk om bij het tweede met vrienden te spelen, maar ook om daarna aan te sluiten bij het eerste. En eerlijk is eerlijk, daar zitten ook gewoon spelers die beter zijn.” Toch kent de verdediger zijn eigen kwaliteiten. “Fysiek sterk, voetballend niet de meest technisch verfijnde.” Gelukkig kunnen ze bij FIOS nog lang van de clubman genieten. “Een vertrek is onbespreekbaar. Ik hoop in de toekomst ook in een andere vorm een bijdrage te kunnen leveren. Dat is voor mij het belangrijkste.” Zijn enthousiasme werkt in ieder geval aanstekelijk. “Er zijn steeds meer jonge gasten die aansluiten, in het bestuur of de spelersraad. Het is fijn om te zien dat ze beseffen hoe belangrijk FIOS is voor Achthuizen!”

Klik op FIOS voor de laatste artikelen over de club.
Klik op FIOS voor meer informatie over de club.

Degradatie zit bij Jongejan in zijn achterhoofd

Na een prima start van het seizoen, hadden ze bij SNS eigenlijk verwacht halverwege toch wel iets hoger te staan. Maar door een mindere fase vlak voor de winterstop, moet de vierdeklasser het doen met een plek in de middenmoot. En dus dreigt degradatie, weet ook Jari Jongejan. “Het zit toch in je achterhoofd.”

En dat terwijl ze bij de club uit Stad aan ‘t Haringvliet dus juist zo lekker aan het seizoen waren begonnen. “Tegen moeilijke tegenstanders, hebben we uitstekend gepresteerd. Daarna kregen we last van veel blessures en dus staan we er nu toch wat minder goed voor.” Al was de doelstelling vooraf vrij duidelijk: “Overleven! Dit jaar degraderen zes van de twaalf teams, dus ons doel was echt handhaven.” En gelukkig, kan dat natuurlijk nog steeds. “We maken ons er misschien een beetje zorgen om, het zit toch in je achterhoofd. Iedere wedstrijd is vanaf nu een zespuntenwedstrijd.”

Teleurstelling

Want als er iets is, wat de 21-jarige Jongejan met ‘zijn club’ niet wil, dan is het wel degraderen. De dorpeling speelt er namelijk al lang. “Ik heb in de jeugd, vanaf de F tot en met de D, altijd bij SNS gespeeld. Daarna ben ik naar De Jonge Spartaan gegaan, maar op mijn zeventiende kwam ik weer terug. Dat was altijd mijn plan!” Toch maakte hij dus, al was het kort, een uitstapje. “Om op een hoger niveau te gaan spelen. Maar veel van mijn vrienden zitten hier.” Het voelt voor Jongejan dan ook als een warm bad. “Het dorp is niet zo groot, dus iedereen kent elkaar. Het is gezellig en echt een soort vriendenclub. Je doet samen een biertje en alles kan of mag.” Ook als ze verliezen? “Dan is de sfeer heel even minder, tot we weer gaan trainen!” En dat is maar goed ook. “Ik hoop dat we de komende tijd punten gaan pakken. We willen echt allemaal in die vierde klasse blijven, al kunnen we ook zomaar degraderen. Zo realistisch moeten we zijn.” Geen schande, maar wel een grote teleurstelling, vertelt Jongejan. “Voor zo’n kleine club, met weinig jeugd. Zelfs ons tweede elftal heeft vaak te weinig man om te kunnen spelen. Dan is het best moeilijk om als vereniging overeind te blijven.” Een lastige situatie. “Ik ben fanatiek, wil winnen én zo hoog mogelijk spelen. Toch lukt dat niet altijd.” Ook niet op de training. “Normaal hebben we genoeg spelers om te trainen, een stuk of tien, twaalf. Maar als je dan een paar blessures hebt, blijven er soms nog maar acht over…”

Notities

En dus moeten ze het bij SNS vooral op zaterdag, tijdens de wedstrijd, dan maar doen. “Vroeger was ik altijd linksbuiten, maar nu spelen we met twee spitsen. Ik ben de snelste van ons team, redelijk loopvermogen en een aardige dribbel. Rechtsbenig, dus ik kom graag vanaf links naar binnen.” Toch is de jongeling nog niet helemaal tevreden. “Ondanks dat ik nog vrij jong ben binnen het team, wil ik graag meer een leider worden. En mijn schot kan nog wel beter!” Gezien zijn doelpuntenproductie, ook niet zo gek. “Tot nu toe heb ik er één…” Al zit daar een verhaal achter, begint Jongejan te lachen. “Ik heb vooral op het middenveld gespeeld. Als ‘6 of als 10’. We scoren sowieso niet veel.” Toch houdt hij het allemaal bij. “In mijn notities, op mijn telefoon. Ik heb wel al vijf assists!” Om zijn doel te bereiken, moeten er echter nog wel een paar bij. “Voor het seizoen, wilde ik eigenlijk één goal of assist per wedstrijd. Nu hoop ik bij tien doelpunten betrokken te zijn.” En dat zal nodig zijn ook. “Ik wil een speler worden die SNS op sleeptouw kan nemen. Promotie naar de derde klasse zou leuk zijn, maar anders blijf ik gewoon voor de gezelligheid.” Want een stap hogerop is voor Jongejan, die lopend naar de club komt, voorlopig niet aan de orde. “Misschien als ooit die kans komt of het niet hier kan…”

Klik op SNS voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SNS voor meer informatie over de club.

Melissant hoopt toch nog op een toetje

Na een seizoen waarin nacompetitie voor promotie werd gehaald, waren de verwachtingen dit jaar opnieuw toch wel hooggespannen. Maar voorlopig, weten ze die bij vijfdeklasser Melissant nog niet helemaal waar te maken, ziet ook verdediger Daniël Nagtegaal. “We hebben een paar keer het deksel op onze neus gekregen.”

En als dat te vaak gebeurt, sta je dus in de middenmoot. “Ons doel was eigenlijk wel weer een beetje om nacompetitie te halen. Het is nog steeds mogelijk, maar we hebben al te vaak niet gewonnen, terwijl het wel mogelijk was.” Waar dat aan ligt? De 22-jarige Nagtegaal heeft op zich wel een idee. “Dan gaan we te gretig voor de winst en krijgen we het deksel op onze neus.” Toch is er bij hem, weinig sprake van ontevredenheid. “Het kan beter, ook slechter. Niet echt tevreden, een beetje neutraal eigenlijk.”

Pittige stap

Aan de sfeer, zal het bij Melissant dit seizoen in ieder geval niet liggen. “Ik voetbal hier al sinds de E’tjes. Geboren en getogen. Er is voor mij maar één club. Na al die jaar, heb ik het nog steeds goed naar mijn zin.” En dat is niet voor niks. “Het is een klein clubje, iedereen kent elkaar en maakt samen een praatje. Daarnaast hebben we gewoon een leuk elftal. Vol met vrienden.” Eentje waar Nagtegaal, student Masterconstructiemanagement aan de TU in Delft, maar wat graag onderdeel van uitmaakt. “Ik ben hier wel blijven wonen, dus af en toe is het een beetje haasten. Maar over het algemeen is het goed te doen en kan ik altijd trainen.” Trainingen die hij op zijn zeventiende, vlak na zijn overstap naar de senioren, meer dan prima kon gebruiken. “Het blijft een pittige stap. In het begin heb ik eerst een paar jaar bij het tweede gespeeld. Je moet echt wennen aan het niveau en een stukje kracht. Ook bij het tweede. De bal gaat sneller, de duels zijn harder en je hebt minder tijd.” Gelukkig gaat dat nu beter, vertelt Nagtegaal. “Verdedigend sta ik mijn mannetje! Een spits heeft tegen mij een zware middag, denk ik. Als voorstopper moet ik hem uitschakelen. Onze laatste man maakt het spelletje, ik sta er om te verdedigen. Dat is mijn kwaliteit.” Al zou hij zich, ook op dat andere vlak, nog graag verder willen ontwikkelen. “Voetballend meer mijn rol pakken. Dat is nog even schakelen, want soms gaat het echt snel.”

Mooie toekomst

Mocht dat lukken, kan er dit seizoen voor Melissant misschien nog wel een leuk toetje in zitten. “Ons doel is nacompetitie, kijken of dat mogelijk is. Dan speel je toch weer een paar leuke wedstrijden, dat hebben we vorig jaar natuurlijk nog meegemaakt.” Al komt dat niet vanzelf, weet Nagtegaal inmiddels. “We moeten nu echt resultaat uit bepaalde duels gaan halen. Alleen goed spelen, heb je niks aan. Constanter worden en punten pakken.” Met hem in ieder geval in de gelederen. “Ik wil gewoon hier blijven, heb niet de ambitie om naar een andere club te gaan.” Want, zo vertelt hij. “We gaan met Melissant echt een mooie toekomst tegemoet, dan is er toch geen reden om ergens anders te gaan kijken? Een jonge ploeg, met een paar oudere jongens. Er zit nog genoeg groei in deze groep.” En dus legt Nagtegaal de lat maar lekker hoog. “Binnen een aantal jaar, denk ik zeker dat we naar die vierde klasse moeten kunnen gaan!”

Klik op VV Melissant voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Melissant voor meer informatie over de club.

‘Eigenlijk zijn we nog met zijn tweeën over’

Als de één stopt, stopt de ander ook. En dus is de kans heel groot, dat vierdeklasser WFB na dit seizoen afscheid moet nemen van twee steunpilaren. Want na jaren van trouwe dienst in het eerste, denken Gijsbert van Estrik en Simon Bremer toch echt serieus over het einde van hun loopbaan na. “Het is ook een keer goed geweest.”

En na al die jaren, mag dat wat Van Estrik (40) betreft misschien ook wel. “Ik ben ooit begonnen bij Moerkapelle, tot ik op mijn dertiende naar Goedereede ben verhuisd. Dan is de keuze voor WFB logisch.” Gestart in de C2, groeide de middenvelder jaren later uit tot een vaste waarde in het eerste. “Ooit wel aanbiedingen gehad van andere clubs én op mijn achttiende ook even getwijfeld, maar nooit gedaan. We kregen ook een leuk elftal, op een goed niveau.” Een stukje clubliefde, lacht Van Estrik. “De sfeer, de derde helft. En je hebt echt binding met de vereniging. Loop je in de supermarkt, word je toch even aangesproken.”

Valt tegen

Dat geldt ongetwijfeld ook voor zijn zes jaar jongere ‘collega’. Als kind van de club. “Ik speel al sinds de F’jes bij WFB. Alle jeugdelftallen doorlopen en op mijn zestiende in het eerste.” Toch is Bremer (34) in de loop der jaren bij een aantal andere teams op gesprek geweest. “Maar nooit had ik het gevoel: dit is het! Daar heb ik ook geen spijt van hoor.” Want de aanvoerder, had het al die jaren goed naar zijn zin. “Vriendschap zorgt voor veel plezier in het voetballen.” Weet ook Van Estrik. “Soms is het ook gewoon prima zo. Dan is het gras ergens anders niet altijd groener.” Al is het gras bij WFB dit jaar, niet al te groen. “Een negende plek valt tegen! We hadden ons er allemaal wel iets meer van voorgesteld. Vorig jaar deden we nog mee voor de bovenste plekken en haalden we een periode. Met dezelfde groep.” En, zo vult Bremer hem aan. “We hebben pech dat de onderste zes eruit gaan. Dat maakt het nog zwaarder.”

Oudere generatie

Hoe het nu dan zoveel minder kan gaan? Van Estrik heeft wel een idee. “Een slechte voorbereiding plus een hoop blessures. Dat vangen we lastig op. Nu moeten we ons zelfs zorgen gaan maken om degradatie.” Toch doet de routinier dat nog niet. “Ik heb wel vertrouwen dat we boven die streep kunnen eindigen. Maar dan moeten we nu wel een goede reeks neerzetten. In ons geval moet je dan weinig geblesseerden hebben. Dan hebben we genoeg kwaliteit om boven in die vierde klasse mee te spelen.” Al ligt het niet alleen aan de vele afwezigen. “De beleving mag in zijn geheel wel wat beter. Qua opkomst en inzet op trainingen.” Toch kijkt Bremer, ondanks de resultaten, iedere week weer uit naar ‘matchday’. “Dan begint het weer te kriebelen. Naar die wedstrijd toeleven, uitwedstrijden met de bus. Ik ben wat dat betreft echt een voetbaldier.” Maar wel één die nadenkt over stoppen. “Dit jaar voor het eerst, dat het door mijn hoofd schoot. Ga ik wel of niet door? Ik merk na een wedstrijd dat ik last heb van mijn onderrug én ik ben pas vader geworden van een dochtertje. Dan kom je toch in een andere levensfase.” Helemaal nu een groot deel van de oudere generatie al afscheid heeft genomen. “Eigenlijk zijn we nog met zijn tweeën over. Dan is het tijd voor de jeugd.” Al twijfelt Bremer soms nog wel. “Handhaving speelt ook nog enigszins een rol. Vijfde klasse is nog steviger voetbal, dat is niet ideaal.”

Cultuur

Van Estrik, inmiddels vader van drie kinderen, zit wat dat betreft in een soortgelijke situatie. “De thuisbaas is er ook wel een beetje klaar mee. En het is een keer goed geweest. Ik merk bij mezelf dat het steeds meer energie kost om het op te brengen. Je bent toch heel je zaterdag kwijt.” Mocht het zover komen, gaat hij ‘dat gevoel’ straks enorm missen. “Het willen presteren, maar ook het publiek. Al die tijd heb ik ontzettend genoten. Van het spelletje, een goede wedstrijd, drie punten of een lekkere actie.” Tegenwoordig vooral als verdedigende middenvelder. “De balans bewaken en zorgen dat we goed staan. Ik zou zelf liever wat aanvallender willen spelen, meer ‘op tien’, maar dit is nu de rol zoals die binnen het team gegroeid is.” En met succes. “De jaren in de derde klasse, hadden we een ontzettend goed elftal. Daar hebben we eigenlijk nog te weinig uitgehaald. Met zulke goede spelers… Als we er echt voor hadden gegaan. Dat was ook een beetje de cultuur. We hielden van een biertje. Daar hebben we toch wel een kans laten liggen.”

Hechte band

Desondanks hebben ze samen een hoop voor WFB mogen betekenen. “We stonden allebei op ons zestiende in het eerste. Uiteindelijk hebben we achttien jaar samengespeeld. Vooral de laatste seizoenen is onze band hechter geworden. Dan trek je toch nog meer naar elkaar toe, als oudsten van de groep. Jongens met dezelfde mentaliteit”, realiseert Van Estrik. “Willen winnen! En aan de slag gaan om het team beter te maken.” Gelukkig voelden ze elkaar ook in het veld, uitstekend aan. “Simon is een spits met een neusje voor de goal. Zijn kwaliteiten zijn door de jaren heen wel een beetje veranderd. Vroeger op snelheid wegdraaien, nu toch meer balvast en een aanspeelpunt. Iemand met veel balgevoel en overzicht. Heel belangrijk voor onze ploeg.” Gesteund door zijn maatje op het middenveld. “Gijsbert is een echte controleur ‘op zes’. Weet waar hij moet lopen, om de looplijnen eruit te halen. Mensen neerzetten, is echt zijn kracht. Net als zijn man uitschakelen, zonder zelf al te veel te lopen, haha!” Aan Bremer dus de taak, om voor de doelpunten te zorgen. “Afgelopen seizoen ben ik op twintig geëindigd, maar dat ga ik dit jaar niet halen. Ik sta nu pas op vier…” Al weet hij wel hoe dat komt. “Ik speel nu op een iets andere manier. Meer helpen bij het opzetten van aanvallen. Balletje vasthouden, iemand wegsteken of even een overstapje doen. Vroeger stond ik vaker op de goede plek.”

Vast riedeltje

Dat kan straks zomaar voor de laatste keer zijn. “Je wilt stoppen voordat je gaat merken dat je niet meer net dat beetje extra kan toevoegen. Dat gevoel heb ik nu gelukkig nog wel. Ik kijk dan ook met een heel goed gevoel terug. Altijd veel plezier gehad, bij mijn clubje in Ouddorp”, aldus Bremer. Want als inwoner van Schiedam, maakt hij de nodige kilometers. “Dat doe ik al een jaar of vijf. Mijn ouders wonen in Ouddorp, dus daar schuif ik dan lekker aan. Een vast riedeltje. Als ik stop, kan het zijn dat je dat toch minder gaat doen. Dat is zonde, want ik ben wel echt een familiemens.” Al stopt hij dan niet definitief. “Ik ga zeker in een lager team voetballen. Ik kan niet zonder.” Want dat laatste, is een understatement. “Sinds mijn 24ste ben ik aanvoerder van WFB, daar ben ik trots op. Dat is iets wat ik erg zou gaan missen.” Maar zoals dat ooit zo is gegroeid en ze elkaar beloofden: “Als jij stopt, stop ik ook.”

Klik op WFB voor de laatste artikelen over de club.
Klik op WFB voor meer informatie over de club.

Voor Ad Buijs (64) blijft voetbal een prachtsport

De gang mag er dan een klein beetje uit zijn, genieten van voetbal doet Ad Buijs (64) wekelijks nog steeds. Want ook na ruim 30 jaar bij de veteranen van Melissant, is de fanatieke voetballiefhebber nog lang niet uitgespeeld. “We hebben een gezellige ploeg en voetbal blijft een prachtsport!”

Een prachtsport die Buijs inmiddels al meer dan vijftig jaar vol passie beoefent. “In 1969 ben ik begonnen in Middelharnis, bij Flakkee.” Tot hij op zijn 24ste naar Melissant verhuisde. Al bleek de overschrijving, iets lastiger dan gedacht, lacht de voetballer. “De voorzitter van Melissant zou dat wel even regelen. Uiteindelijk deed de KNVB een beetje moeilijk en heeft het een half jaar geduurd.” Gelukkig heeft hij die verloren tijd, ondertussen ruimschoots goed gemaakt. “Ik zit alweer 30 jaar bij de veteranen. Mijn knie is niet zo soepel meer, dus soms neem ik een paar weken rust.”

Gezelligheid

Toch doet Buijs dat naar eigen zeggen eigenlijk liever niet. “Proberen te winnen, die beleving en de sociale contacten. We hebben allemaal een goede band, zien elkaar ook op verjaardagen.” Al gaat het tegenwoordig anders, dan ‘vroeger’. “Mensen zeggen sneller af, toen was je er altijd. Zelfs 30 man is soms te weinig. Alleen als er een feestje is, dan zijn ze er allemaal, haha!” Aan de gezelligheid, doet dat bij de veteranen (35+) van Melissant echter niks af. “We bungelen van onder, maar hebben echt een gezellige ploeg, staan altijd voor elkaar klaar.” Ook binnen het veld. “De gang is er een beetje uit. We worden toch ouder én zwaarder. Ik ben ook niet zo snel meer.” Want dat was Buijs vroeger als ‘middenvoor’ en rechtsbuiten van het eerste dus wel. “En ik stond gelukkig vaak op het goede plekje. Dus heb dikwijls gescoord!”

Toch was het natuurlijk niet alleen maar geluk, vertelt hij. “Je best doen, kunnen we allemaal. Daar hoef je geen ster voor te zijn. Dat is altijd mijn motto geweest.” En nu nog steeds. “Ik maak al een jaar of 35 de kleedkamers schoon. Daarnaast onderhoud ik ook de machines, zoals de tractor en de grasmaaier.” Eén ding is in zijn geval duidelijk: “Het is prachtig om op de voetbal te zijn. Op zaterdag en zondag. En soms op woensdag trainen.” Met hem als aanvoerder. “Ik bepaal de opstelling, of eigenlijk ‘de formule’. Zo noem ik dat. We hebben genoeg spelers nodig, met al die oude mannetjes.”

Zingen en springen

Want de hedendaags mentaliteit, is toch veranderd. “Vroeger hadden we vijf elftallen, toen had je veel minder andere dingen te doen. Stond je buiten op straat lekker te voetballen. Dat is nu over. Tegenwoordig hebben we er nog maar twee…” Maar het grootste verschil? “Je had geen mobieltje! Dan moest je naar de sigarenwinkel, om te kijken of je mee mocht doen.” Ook het regelen van trainingspakken, ging er in ‘zijn tijd’ heel anders aan toe. “Op mijn twintigste, kreeg ik mijn eerste tenue. Geregeld via het plaatselijke café.” Aan zijn eergevoel, veranderde dat bij Buijs echter niets. “Ik vond het altijd schitterend om in het eerste te voetballen. Net als nu met de veteranen. We zijn al een paar keer kampioen geworden, dat is toch mooi?” En sinds kort, kunnen dat soort prestaties ook uitbundig gevierd worden. “We hebben een JBL Box gekocht, staan we daar te zingen en te springen. Op Nederlandstalige muziek!” En dus hoopt Buijs, als fanatieke supporter van het eerste, ook daar nog eens een kampioenschap mee te maken. “Al wordt dat natuurlijk steeds moeilijker, als klein dorpje. Veel jongens gaan ergens anders spelen.

Ze bouwen hier geen huizen en kinderen moeten toch ook naar school. Dat is jammer. Daarom vind ik het juist zo mooi als jongens van Melissant hier wel blijven voetballen!” Precies zoals hij al die jaren heeft gedaan. “Als het kan, blijf ik dat nog seizoenen doen. Maar dat hangt ook van mijn knie af. Het is nu toch vaak een pilletje of zwachteltje.” En een ICD-kastje om zijn hartritme in de gaten te houden. “Ik heb negen jaar geleden een hartstilstand gekregen, toen ik in de garage aan het werk was. Daar heb ik wel geluk mee gehad, dat ik nu nog gewoon lekker kan voetballen.” En een derde helft kan ‘spelen’. “We gaan echt wel om te winnen, maar die duurt vaak knap lang! Dan moet ik wel op het fietsje, als penningmeester van de pot…”

Klik op VV Melissant voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Melissant voor meer informatie over de club.

Mastenbroek kijkt met DVV’09 stiekem omhoog

Na iets meer dan een half seizoen voetballen, heerst er bij derdeklasser DVV’09 vooral ‘redelijke tevredenheid’. Want nadat de ploeg zich als doel stelde om niet te degraderen, durft Jens Mastenbroek na een moeizame start stiekem naar boven te kijken. “We hopen nu gewoon zo hoog mogelijk te eindigen.”

Toch liep het bij de club uit Dirksland aan het begin van het seizoen, met acht punten uit de eerste zeven duels, allesbehalve als een geoliede machine. Op de vraag hoe dat komt, moet de negentienjarige Mastenbroek het antwoord schuldig blijven. “Het begin was moeizaam. Waarom? Ik weet het niet zo goed.” Gelukkig keerde daarna het tij en vinden we DVV’09 ondertussen terug in de subtop van de derde klasse. “Daar zijn we voor nu redelijk tevreden mee.” Helemaal als je kijkt naar gestelde doelstelling vooraf. “We wilden uit de degradatiezone blijven. Dus wat dat betreft gaat het goed.”

Veel vertrouwen

Al blijft het met twee directe degradanten en drie teams die via de nacompetitie moeten strijden voor lijfsbehoud, ook voor DVV’09 oppassen. “Toch kijken we wel echt naar boven.” Bij de club waar Mastenbroek zich sinds vier jaar helemaal thuis voelt. “Ik ben begonnen bij De Jonge Spartaan, maar kwam op mijn vijftiende naar hier.” Een bewuste keuze. “Bij ‘Spartaan’ liep het niet meer echt. Ik was altijd de kleinste, dus duels waren moeilijk. Op een gegeven moment stond ik liever wissel dan dat ik speelde. Toen dacht ik echt aan stoppen.” Niet veel later, besloot Mastenbroek dat ook daadwerkelijk te doen. Al duurde die periode niet lang. “Ik ging mee met een vriend, om te kijken. Die speelde bij DVV’09. Zijn trainer vroeg of ik het toch niet zag zitten. En stiekem miste ik het voetballen wel…” Mede door zijn vader, lacht hij. “Van hem moest ik wel wat qua sporten blijven doen. Uiteindelijk heeft dat maar een halfjaartje geduurd.” En met succes. “Het plezier is weer helemaal terug en ik heb het hier enorm naar mijn zin. Leuke jongens én ik ben goed ontvangen.” Ook door trainers John Kleijn en Ruud Wiltschut. “Sinds ik bij de selectie zit, hebben ze mij heel veel vertrouwen gegeven. Als jeugdspeler mocht ik al invallen, later werd ik ook voor de nacompetitie gevraagd en nu speel ik eigenlijk alles in de basis. Het is voor mij persoonlijk dan ook jammer dat ze na dit seizoen weggaan.” Tijdens zijn eerste seizoen bij de senioren, doorgestroomd vanuit de JO19. “We trainden al wel eens samen, dus zo rol je er alvast een beetje in. Ik vind het tot nu toe hartstikke leuk, ook met die jongens.”

Ervaring

Een mooie uitdaging, vertelt Mastenbroek. “Vooral fysiek en qua baltempo.” Maar gelukkig, is de aanvaller gegroeid, lacht hij. “Ik ben een stuk groter dan in de jeugd!” Al moet hij het nog steeds niet van zijn kracht hebben. “Een technische speler. Ik zie het spelletje denk ik goed. Snel en kan heel behoorlijk afwerken.” Het bezorgde hem bij DVV’09 een plekje als linksvoor. “Eerst begon ik als spits, nu sta ik daar. Op zich vind ik het wel fijn. Veel acties maken, alleen krijg je wat minder de bal.” En dus, als Mastenbroek mag kiezen: “Sta ik het liefste in de spits. Dan kom je toch vaker voor de goal én kun je scoren. Dat is uiteindelijk het leukste, daar draait het om.” Toch heeft hij geen doel qua aantal in zijn hoofd. “Zó gretig ben ik ook weer niet. Het belangrijkste is winnen. En assists zijn ook mooi.”

Misschien een klein beetje geïnspireerd door Thiago Alcántara van Liverpool, een speler waar hij graag naar kijkt. “Die is zo technisch!” Zaak voor de inwoner van Sommelsdijk om daar dus een beetje bij in de buurt te komen. “Het is altijd mooi om op een hoger niveau te gaan spelen, maar eerst wil ik hier een paar jaar blijven en ervaring opdoen. Als die kans daarna komt, zou ik dat wel leuk vinden!”

Klik op DVV’09 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op DVV’09 voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.