Home Blog Pagina 66

TSC stoomt jonge talenten klaar voor het eerste elftal met O23-selecties.

TSC Oosterhout is momenteel volop bezig om de jeugdspelers klaar te stomen voor het eerste elftal. De afgelopen jaren zijn zij gestart met de O23-selecties, om zo de kloof tussen de O19 en het eerste elftal kleiner te maken. Trainer van de O23-1, Ferry Janssen, praat ons bij over de O23-teams, de vooruitgang en de ambities van het eerste elftal uiteindelijk.

 TSC Oosterhout is een voetbalclub met een rijke geschiedenis en een duidelijke ambitie: het ontwikkelen van talenten uit eigen jeugd en het laten doorstromen van deze jonge spelers naar het eerste elftal. De afgelopen jaren heeft de club veel aandacht besteed aan het verbeteren van de jeugdopleiding, wat heeft geleid tot de oprichting van de O23-selecties. Dit initiatief is bedoeld om een brug te slaan tussen de jeugdteams en het eerste elftal, zodat veelbelovende jeugdspelers op jonge leeftijd ervaring kunnen opdoen in een hoger niveau van competitie.

Janssen geeft aan dat de extra O23-teams meer mogelijkheden voor de spelers hebben geboden die vanaf de O19 komen. “Het is dit jaar voor de eerste keer dat het selectie is. Alle jeugdteams hebben op een aardig niveau gespeeld, maar zodra jongens dan richting de senioren gaan ontstond er een soort van vacuüm tussen de O19 en het eerste. Als daar geen teams tussen zitten, dan gaan er toch jongens weg. De stap van de jeugd naar senioren is tegenwoordig best wel groot en ze voetballen ook liever tegen leeftijdgenoten. Nu hebben we ze nog wat extra jaren kunnen laten rijpen.”

TSC wil hoge ogen gooien met hun eigen jeugdspelers. Sterker nog, het eerste elftal moet over een aantal jaar eigenlijk uit bijna alleen maar jeugdspelers bestaan. “We willen tachtig procent eigen jeugd en twintig procent van buitenaf. En dat houdt ook in dat het échte versterkingen moeten zijn”, aldus Janssen.

De O23-selecties spelen hierbij een cruciale rol. Deze leeftijdsgroep, bestaande uit spelers tussen de 18 en 23 jaar, vormt de schakel tussen de jeugd en het seniorenteam. Het biedt jonge spelers de kans om zich verder te ontwikkelen in een competitieve omgeving, onder begeleiding van ervaren trainers en coaches.

Ook op sportief vlak wil Janssen met de O23 van TSC stappen maken. Ondanks het feit dat er continu jongens komen en gaan, denkt de trainer na een promotie naar de derde divisie, nog een stap hogerop te maken. “Dat is zeker weten realistisch. Wij zijn vanuit de vierde divisie samen met ‘T Zand gepromoveerd. We hebben al meerdere keren tegen elkaar gespeeld en dat gaat heel erg gelijk op. Zij staan nu bovenaan en wij op de zevende plaats, maar dat heeft ook te maken met dat er een aantal jongens niet bij waren.”

Janssen is honderd procent bewust van het feit dat zijn team slechts een opleidingsteam van het eerste elftal van TSC is. Hij gaf daarbij ook aan dat hij het helemaal niet erg vindt om in een opleidingsrol te moeten fungeren. “Wij hebben echt als doel om spelers beter te maken voor het eerste elftal. We willen een selectie van 24 spelers creëren en daarvan moeten er tachtig procent uit eigen jeugd er staan. Daar hebben we bewust voor gekozen.”

Over zijn eigen rol binnen de O23 is Janssen bijzonder bescheiden. “Ik ben meer een verbinder dan echt een trainer. Ik moet ervoor zorgen dat ik de jongens goed begeleid en dat we de stap voor de jongens richting het eerste zo klein mogelijk maken. Het is allemaal wat fysieker en het gaat een tandje sneller ondanks dat ze in de jeugd al hoog spelen. We hopen dat er een hoop een meerwaarde kunnen zijn voor het eerste”.

TSC is dus een club die een eigen identiteit wil uitstralen in de regio Oosterhout. Als de jongens geluk hebben, kan het zomaar zijn dat de spelers die gaan doorstromen, volgend seizoen in de eerste klasse gaan uitkomen. De tweedeklasser, die volgend jaar naar de zaterdag zal verhuizen, doet nog altijd mee voor promotie. Mochten zij dat bewerkstelligen, zou het zomaar kunnen dat zij op de zaterdag ook op een hoog niveau kunnen laten zien.

Klik op TSC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op TSC voor meer informatie over de club.

Familie De Jong hofleverancier bij DVVC: ‘Ik ben wel beter dan mijn broer!’

De familie De Jong in Dongen zit diepgeworteld in de vijfdeklasser DVVC. Beide ouders doen in hun vrije tijd veel dingen voor de club en daarnaast spelen de kinderen Roos (bij de vrouwen), Guus en Bas in het eerste elftal. Alledrie vertelden zij over hun band met DVVC en wie nou eigenlijk de beste De Jong is.

Vader René en moeder Neletta zijn beiden actief bij DVVC. René speelde eerder bij de club uit Dongen en nam vervolgens een aantal vrijwilligerstaken op zich, Neletta is nog altijd actief in het bestuur. Logisch dus dat hun kinderen ook al op jonge leeftijd gingen voetballen bij DVVC.

Op zevenjarige leeftijd ging Roos op voetbal. Nadat haar zus en broers al eerder waren begonnen, kon ze weinig anders dan ook het groen-witte shirt aantrekken. Inmiddels zit zij in de vrouwen 1. “Iedereen hier was altijd aan het voetballen en zo ben ik er ook ingerold. Ik begon bij de jongens, maar zit nu in een meidenteam. Ik vind het gewoon heel leuk en gezellig altijd op de club.”

Roos voelt zich thuis bij DVVC in de vrouwen 1. Zelf geeft ze aan dat ze ongeveer al haar vriendschappen eruit heeft gehaald. “Als we in het veld staan willen we natuurlijk wel winnen, maar daarnaast is het heel gezellig. We doen veel dingen samen buiten het voetbal om en hebben ook weleens uitjes.”

Over haar eigen broers, die in het eerste van DVVC spelen, is Roos heel duidelijk. “Ze zijn best wel verschillend. Guus is aanvoerder en neemt het enorm serieus. Als ze tegen Olympia’60 spelen, wat de rivaal is, zal hij nooit een biertje drinken de avond ervoor. En mijn andere broer Bas vindt het gewoon heel leuk. Die wilt wel winnen, maar komt ook voor de gezelligheid. Dat botst trouwens totaal niet, al kan Guus wel heel fanatiek zijn”, vertelt ze lachend.

Guus, aanvoerder en een van de belangrijkere spelers van DVVC, zit net als de rest van de familie op zijn plek bij DVVC. Op 4-jarige leeftijd begon hij al met voetballen bij DVVC en heeft ook een aantal seizoenen bij VV Dongen gespeeld. Maar de aanvaller voelde zich uiteindelijk meer thuis bij DVVC. “Ik ben een creatieve speler denk ik, die op meerdere posities uit de voeten kan. Ik heb liever de bal in mijn voeten dan dat ik er achteraan moet rennen”, zo geeft hij zelf aan.

Over de uitspraken van zus Roos, die zei dat hij serieuzer was dan Bas, reageerde hij: “Is dat zo? Dat is dan denk ik omdat ik ook bij een andere club heb gespeeld”, zei hij lachend. “Ik heb er wel in de jeugd iets meer om gegeven, dus vandaar denk ik”, voegde hij daaraan toe.

Guus is dus een van de uithangborden van DVVC, vanwege het aanvoerderschap. Gezien de band van de familie met de club, vindt hij het alleen maar mooi dat hij de aanvoerder mag zijn. “Ik ben geen typische aanvoerder qua praten denk ik, maar meer qua houding. Ik vind het wel hartstikke leuk natuurlijk. Het is niet zo dat ik het echt een eer vind, maar het blijkt wel dat de trainer vertrouwen in mij heeft.”

Aangezien Bas een aantal jaren ouder is, betekent dat dat hij wel luistert naar zijn jongere broertje? “Jazeker hoor. Wij kunnen goed discussiëren met elkaar. Soms uit de emotie roep ik wel eens wat in het veld, maar thuis is het altijd meteen weer goed.” Op de vraag wie de betere is van de twee reageerde Guus vol zelfvertrouwen: “Ik zal altijd mijzelf zeggen!”

De oudste van de drie, Bas, is net zoals de rest van de familie onlosmakelijk verbonden met DVVC. “Het is gewoon mijn clubje, dus ik zal daar nooit meer weggaan”, aldus Bas. De rechtsback van het eerste erkent de woorden van zijn zus. “Guus kan inderdaad slechter tegen zijn verlies, dat hoort er ook denk ik bij aangezien hij de aanvoerder is. Hij is twee jaar jonger, maar ook ik zal wel moeten luisteren naar hem”, voegde hij daar lachend aan toe.

“Het is natuurlijk geweldig dat we samen in het eerste elftal spelen. We hebben vroeger samen in de tuin en op pleintjes gevoetbald. Om dan nu samen wedstrijden te spelen is echt heel leuk”, vervolgde Bas die enorm bescheiden inging op de uitspraken van zijn jongere broertje over wie de betere van de twee is.

“Helaas, ik moet daar eerlijk in zijn. Hij is wel beter dan ik en dat zal ook wel even blijven. Maar het belangrijkste is dat we samen in de basis zijn. Hij is een van de belangrijkere spelers in ons team. Maar ik kan nu wel zeggen dat ik het meest bescheiden ben!”.

Klik op de link voor meer artikelen over DVVC
Klik op de link voor meer informatie over DVVC

 

 

 

 

 

SV Terheijden hoopt walking football-team uit te breiden

Twee jaar geleden introduceerde SV Terheijden haar eerste walking football-team. En met succes. Momenteel staat de teller op twaalf man en de bedoeling is dat dat er nog meer gaan worden. Peter Snoeren, de trainer van het walking football-team vertelt ons uitgebreid over de voetballers die niets van stoppen willen weten.

Twee jaar geleden werd SV Terheijden een demonstratie gegeven over walking football door dorpsgenoot en concurrent Madese Boys. In eerste instantie werd dat van de tafel geveegd, maar onder aanvoering van Mitchel Boomaars, de coach voor Snoeren, is het uiteindelijk toch opgestart.

Walking Football is een aangepaste vorm van voetbal, speciaal ontwikkeld voor ouderen en mensen die minder intensief willen sporten. Het belangrijkste verschil met traditioneel voetbal is dat rennen niet is toegestaan; spelers moeten altijd wandelen. Dit verlaagt de fysieke belasting en het risico op blessures, terwijl het toch een leuke en sociale manier blijft om in beweging te blijven.

De spelregels zijn aangepast om veiligheid te garanderen. Zo zijn er geen slidings, wordt lichamelijk contact beperkt en mag de bal niet boven heuphoogte komen. Walking Football wordt vaak gespeeld op een kleiner veld met teams van 5 tegen 5 of 6 tegen 6.

Het is niet alleen goed voor de lichamelijke gezondheid, maar ook voor de sociale interactie. Veel clubs organiseren naast het voetballen ook sociale activiteiten, waardoor deelnemers nieuwe mensen ontmoeten en betrokken blijven bij een actieve gemeenschap.

Volgens Snoeren is Terheijden begonnen met walking football om zo ook de ‘oudjes’ binnen de club de mogelijkheid te bieden om nog lekker met de bal te kunnen spelen. “Er was een hoop animo voor en inmiddels hebben we twaalf man. Over het algemeen hebben we acht man en het gaat er nog best fanatiek aan toe”, zo geeft Snoeren aan.

“Mitchel pakte het meteen goed op. we begonnen met een warming-up en echte gymnastiekoefeningen. Daarna doen we nog tien minuten met de bal spelen en een partijtje en we sluiten af met een cooling-down. Het is gewoon goed voor je lijf en ook sociaal is het leuk om te doen”, voegde hij daaraan toe.

Het walking football-team is er dus niet alleen om de oudere voetballers op de been te houden, maar wil ook serieus laten zien wat het kan. Zo geeft Snoeren aan dat er in Terheijden al meerdere derby’s hebben plaatsgevonden. “We spelen twee keer per seizoen tegen Madese Boys. Een keer bij hen en een keer bij ons. Het is niet in competitieverband, maar we spelen natuurlijk wel om te winnen. En na afloop drinken we gezellig een biertje met elkaar, we hebben een gezonde concurrentie.”

Als het aan Snoeren ligt, had Terheijden al veel eerder het walking football-team opgericht moeten worden. “Zeker weten, ik heb tot mijn vijftigste gevoetbald en nu ben ik 77. Twee jaar geleden ben ik ermee begonnen en vind het jammer dat het er niet eerder was. Maarja, het was er nou eenmaal niet.”

Een sociaal avondje voor de senioren in Terheijden en een leuke derby tegen Madese Boys is leuk, maar volgens Snoeren kan het nog meer worden. “Hoofdzakelijk willen we de vrijdagavond in Terheijden aanhouden. Kijk, als er nog een club bij komt waar we ook tegen kunnen spelen, dan is dat leuk. We proberen na afloop dan drie biertjes te drinken en dan is het klaar.”

Klik op de link voor meer artikelen over SV Terheijden
Klik op link voor meer informatie over SV Terheijden

Raymond Sponselee kan debuutseizoen bij Terheijden bekronen met kampioenschap in vierde klasse

Afgelopen zomer streek hoofdtrainer Raymond Sponselee neer bij Terheijden en dat bleek meteen een schot in de roos te zijn. Sponselee kan namelijk in zijn debuutseizoen kampioen worden bij de vierdeklasser uit de regio Oosterhout. De trainer, afkomstig uit Dordrecht, geeft daarbij aan dat hij nooit had verwacht dat hij hoofdtrainer zal worden.

Al op zijn vijftiende debuteerde Sponselee in het eerste elftal van zijn eerste club ODS uit Dordrecht. De Dordtenaar legt daarbij uit dat hij op vroege leeftijd al fysiek in orde was. “Ik ben al snel goed genoeg bevonden”, zo vertelt hij zelf lachend. “Ik speelde toen in de A1 en mocht al een aantal keer minuten maken bij het eerste. De trainer was toen dusdanig tevreden dat ik al snel bij het eerste terechtkwam.”

Op zijn 34e werd Sponselee trainer/speler en groeide daarna uit tot hoofdtrainer. “Ik had heel lang in het eerste gespeeld en was op het laatste moment aanvoerder. Toen had ik een grote mond tegen de voorzitter en die zei toen dat ik het zelf maar mocht proberen als trainer. Ik had het geluk dat we toen meteen promoveerden naar de derde klasse. Dat was een goede binnenkomer.”

Sponselee had zelf nooit verwacht toen hij voetbalde, dat hij hoofdtrainer ging worden. “Nee, totaal niet. Ik vond voetbal heel leuk, maar ik dacht toen al dat een trainer veel gezeur met zich meedraagt en dat er best wel wat bij komt kijken. Het beeld dat je hebt van een trainer trainer is heel anders totdat je het zelf doet. Dat hoor je nu nog steeds veel, men denkt soms even een training te geven. Maar daar vergissen mensen zich nog weleens in. Tegenwoordig draait het ook veel om het psychologische gedeelte.”

Bij Terheijden heeft Sponselee, naar zijn mening, een enorm sociale groep onder zijn hoede gekregen. “Het is bijna een vriendenteam, iedereen speelt al lang met elkaar. Het is een hele sociale goede groep. Ze geloven in wat ik zeg en wat ik doe, dat is natuurlijk heel belangrijk. En in de omgang zijn ze heel prettig, het zijn totaal geen asociale gasten.”

De komst van Sponselee bij Terheijden blijkt tot nu toe een schot in de roos te zijn geweest. De club uit de regio Oosterhout is momenteel een van de titelkandidaten, maar de concurrentie ligt op de loer. “We hebben de pech dat Waspik het momenteel ook goed doet”, zo geeft Sponselee aan. “Normaal ben je met dit aantal punten al kampioen, die pech hebben we dat we volop aan het concurreren zijn met Waspik. Ik vind sowieso dat we allebei moeten promoveren”, voegde hij daaraan toe.

Ondanks de moordende concurrentie van Waspik, heeft Sponselee het vertrouwen erin dat hij en Terheijden het kampioenschap gaan pakken in de vierde klasse. “Ja, dat moet je uitspreken. Waspik zal dat ook hebben, maar in deze fase moet je vol voor het kampioenschap gaan. Ik denk dat wij aan het einde van de rit meer kwaliteit zullen hebben dan Waspik. Op voetballend gedeelte denk ik dat wij net wat beter zullen zijn.”

Klik op de link voor meer artikelen over SV Terheijden
Klik op link voor meer informatie over SV Terheijden

Terreinknechten Irene’58 in het zonnetje gezet: ‘Het is gewoon mijn cluppie’

Een amateurclub zonder vrijwilligers is helemaal niets. Dit blijkt ook bij Irene’58 uit Den Hout, waar clubhelden Arnold van den Hout en Kees Moerenhout zich al jaren inzetten voor de club. Beide heren spraken uitgebreid met het VoetbalJournaal over de liefde voor ‘hun’ club.

Van den Hout heeft ongeveer alle functies bij Irene’58 gehad die er zijn. De 72-jarige vrijwilliger loopt maar liefst 62 jaar rond bij Irene’58. “Ik ben op mijn tiende begonnen met voetballen bij Irene’58 en heb een aantal jaren later een paar wedstrijden in het eerste gespeeld. Op mijn 18e ben ik het bestuur ingegaan en daar ben ik zeven jaar geleden mee gestopt, dus ik heb er wel even gezeten”, zegt Van den Hout lachend.

Alle functies die je bij een amateurclub kan bedenken, heeft Van den Hout gehad. “Ik ben voorzitter, penningmeester, kantinebeheerder, leider en jeugdleider geweest. Ik ben alleen geen secretaris geweest. Ook heb ik even wat jeugdelftallen getraind”, aldus Van den Hout die inging op zijn respectievelijke CV bij Irene’58.

Momenteel fungeert Van den Hout met zijn goede vriend Kees Moerenhout als terreinknecht bij Irene’58. De inmiddels gepensioneerde vrijwilliger houdt ervan om bezig te blijven met de club waar hij het meeste heeft. “Het is gewoon mijn cluppie, dat is het gewoon.”

Op de vraag of Van den Hout een clubicoon is, reageert hij bijzonder bescheiden en heeft hij tegelijk een prachtige onthulling. “Natuurlijk kan ik dat niet over mijzelf zeggen, dat moeten anderen maar doen. Maar als vrijwilliger heb ik wel bij het 65-jarige jubileum een gouden speld gekregen van de gemeente Oosterhout en van de KNVB. Dus ik heb toch wel iets goed gedaan. Ik had het niet verwacht, maar het was een hele mooie verrassing.”

Op de vrijdag doet Van den Hout een bakje koffie op de club, doet hij de bestellingen van de kantine en prepareert hij met zijn maatje Kees Moerenhout de kleedkamers en kantine. Moerenhout zelf ging ook in op zijn werkzaamheden bij de club. “Vanaf 2002 ben ik begonnen als leider bij Irene’58. Dat heb ik heel lang gedaan en na de corona-periode ben ik ermee gestopt en ben ik ook gestopt met werken. Toen heb ik die vrijwilligerstaken opgepakt.”

Moerenhout voelt zich gewaardeerd bij Irene’58 na al die jaren. “Ze vragen hier en daar hoe het met mij gaat. Als ik een klootzak zou zijn, dan zouden ze dat niet doen. Ik heb dus toch wel iets goed gedaan”, zo vertelde hij zelf. Zelf heeft hij nooit gevoetbald, maar vanwege het sociale aspect is hij op de vrijdag vaak op de club te vinden.

Van den Hout en Moerenhout doen op de vrijdag enorm veel om het complex van Irene’58 te prepareren voor het voetbalweekend. Moerenhout zelf geeft aan er veel plezier uit te halen om de kleedkamers schoon te maken en hier en daar het veld te maaien. “Ik vind het best wel leuk. Zo blijf je lekker bezig. Met zijn tweeën kan je ook lekker koffie drinken en een beetje kletsen. Arnold en ik kennen elkaar al heel lang. We hebben een goede klik en daar doe je het voor. Als ik iets ervoor krijg is het mooi, maar het gaat om de gezelligheid.”

Het aantal vrijwilligers bij amateurclubs lijkt soms minder te worden, ziet ook Moerenhout. De vrijwilliger hoopt daarom wel dat er op een dag een aantal opvolgers klaar zullen gaan staan. “Elke vrijwilliger moet je waarderen en proberen te behouden, want het worden er steeds minder. Ik spreek niet iedereen meer, want ik ben alleen nog op vrijdag op de club. Ik kom er voor de rest niet meer zoveel sinds ze op zaterdag voetballen. Ik heb er niet zoveel behoefte meer aan. Maar elke vrijwilliger is enorm belangrijk.”

Klik op de link voor meer artikelen over Irene’58
Klik op de link voor meer informatie over Irene’58

 

Van Oosterhout ziet af van damesteam om zelf weer te voetballen.

Het begon als een grapje tijdens een feestje in de kantine van VV DHV, maar dat liep uiteindelijk behoorlijk uit de hand. Inmiddels is de 24-jarige Thieme van Oosterhout de trainer van de vrouwen 18+ bij de club uit de regio Oosterhout. Vol enthousiasme vertelde hij uitgebreid over hoe het zover heeft kunnen komen.

Van Oosterhout begon op jonge leeftijd al met voetballen bij DHV en is daar nooit meer weggegaan. Hij doorliep de hele jeugdopleiding, maar drie jaar geleden sloeg het noodlot toe. “Ik ben toen geopereerd aan mijn knie en daardoor kon ik niet echt meer voetballen. Daardoor ben ik meer teams gaan trainen en heb ik ook mijn trainerscursus gehaald. In 2023 begon ik ook met het trainen van de dames”, zo geeft hij zelf aan.

 Toch kreeg Van Oosterhout kriebels om weer te gaan voetballen. De 24-jarige is toen goed hersteld van zijn knieblessure. “Ik heb een wedstrijd met het tweede meegedaan omdat zij te kort hadden. Daarnaast doe ik nog steeds training geven.” Nu traint hij wekelijks met de selectie mee en heeft hij minuten mogen maken in het eerste elftal.

Het trainen van teams begon langzaam uit de hand te lopen, zo geeft Van Oosterhout zelf aan. “We hadden een feestje in de kantine, daar begon het als een grapje. Het meidenteam dat ik nu train is bij elkaar gekomen door de aanhang van de vriendjes van het eerste en het tweede wat een hechte vriendinnengroep is. Zo is dat toen een team geworden en vroegen ze aan mij of ik daarvan de trainer wilde worden. In 2023 zijn we gestart met trainen, omdat ik al lang betrokken ben bij de club heb ik enkele oud-voetbalsters gevraagd of ze dit team wilde versterken. Waar we begonnen met 7 dames is het team al gegroeid naar een groep van 14.

Uiteindelijk heeft Van Oosterhout besloten om ondanks het plezier, toch te stoppen met trainen. Omdat hij de bal zelf niet los kan laten, heeft hij besloten om zelf weer te gaan voetballen. “In het begin was het hard werken, we gingen in het begin met 10-0 onderuit. Maar uiteindelijk door hard te trainen en aanvulling van ervaren speelsters kregen we kansen om voor het kampioenschap te spelen. Dit zag ik ook terug op het trainingsveld. We begonnen regelmatig trainingen met zes dames. Na enkele gesprekken met dames gehad te hebben, kwamen zij ook vaker trainen en stonden we met 10/11/12 dames op het veld. Dit gaf mij ook een goed gevoel. Met trots heb ik het stokje doorgegeven aan Levy, die door zijn blessure helaas niet kan voetballen. Hij wordt nu geholpen door Nick en Erica. Ik mag wel zeggen dat er een leuk en hecht team staat. En ik ben ervan overtuigd dat zij nog mooie resultaten gaan boeken.”

Klik op de link voor meer artikelen over DHV
Klik op de link voor meer informatie over DHV

‘Ik ben dat Rotterdamse gewend’

Hij woont in Hoek van Holland, maar rijdt iedere week met alle liefde naar Galder. Michel Kraaijbeek heeft er veel voor over om trainer te zijn van de JO19 van Chaam en RKVV Gesta. En dus neemt de oud-jeugdkeeper van Sparta Rotterdam het combinatieteam sinds het begin van dit seizoen vol passie onder handen. “Die jongens moeten vooral plezier hebben in het spelletje, dat is het belangrijkste.”

En daarvoor kwamen ze in de zomer, dus bij hem uit. “Mijn vrouw heeft een massagepraktijk in Chaam en Baarle-Nassau, daar lopen natuurlijk mensen van de voetbal rond. Chaam en Gesta hadden niemand, toen vroegen ze het aan mij.” Nuchter als Kraaijbeek (55) is, was zijn antwoord simpel. “In gesprek kunnen we altijd.” En niet veel later. “Laten we het maar proberen dan!” Zo geschiedde. “Het bevalt prima.” Ondanks de afstand dus. “Het is een kleine anderhalf uur rijden, maar gelukkig hebben we ook een chaletje in Baarle-Nassau, dus dan valt het best mee.” Heel lang nodig om na te denken, had de voormalig doelman dan ook niet. “Mijn vrouw is ook verzorgster bij het eerste van Chaam. Ze zijn altijd goed voor haar geweest, dan doe je een keer wat terug.”

Goede trainers
Onbekend, is de voetbalwereld voor Kraaijbeek, opgegroeid in Spangen, ook niet. “Ik heb eigenlijk mijn hele leven gevoetbald. Onder meer bij Neptunus, RFC 2000 en in de jeugd van Sparta.” Bij die laatste club kreeg hij uiteindelijk geen contract, desondanks kijkt hij met veel plezier terug op zijn actieve voetbalcarrière. “Bij al mijn clubs, heb ik het onwijs naar mijn zin gehad.” Dat hij vervolgens trainer zou worden, had Kraaijbeek zelf ook niet helemaal verwacht. “Ik heb wel een tijdje keepers getraind, verder heb ik geen papieren.” Maar wel een hoop goede trainers gehad, vertelt hij. “Ben Wijnstekers, Robert Verbeek en Dolf Roks. Die kennis kan ik nu gratis overbrengen.” Net als zijn eigen ervaring. “In het begin was ik echt een pure lijnkeeper, later moest je ook meer meedoen in het veldspel.” Neemt hij dat soort dingen mee in zijn trainingen? “Dingen die ik zelf heb geleerd, proberen over te dragen op die jongens. Dat is voor mij eigenlijk het leukste!” Eén keer in de week, twee uur lang, op donderdag. “Ze moeten het vooral leuk vinden en plezier hebben in het spelletje. Dat is het belangrijkste.” En gelukkig, weet Kraaijbeek wel hoe hij dat moet doen. “De winnaars van de partij gaan altijd op de foto. De speler met de meeste overwinningen, krijgt aan het einde van het seizoen een prijs.”

Een vreemde
Een mooie opmaat voor de zaterdag. “Ik ben nog altijd supporter van Sparta, dus tijdens hun wedstrijden zit ik in het stadion. Ook uit. Dat is en blijft mijn club in hart en nieren. Gelukkig kan ik nu, dankzij een gunstig speelschema, ieder weekend bij allebei aanwezig zijn.” Gesta en Chaam, beginnen langzaam dan ook hun plekje in zijn voetbalhart te veroveren. “Het is het eerste seizoen dat ze samen zijn, maar het is een superfijn team.” Eén waar Kraaijbeek dus wel een klik mee heeft. “Voor hen was ik natuurlijk een vreemde, dat werkt goed. No-nonsense, mensen op de juiste plek zetten en alles met bal. Aan het begin heb ik ook eerlijk gezegd: Laten we het proberen, als het niets is, stoppen we ermee.” Voorlopig, is dat nog niet het geval. “Het rijden is geen probleem, dus als het aan mij ligt gaan we langer door.” Ambities als trainer, heeft Kraaijbeek echter nog steeds niet. “Maar ik vind het geweldig als spelers beter worden en het naar hun zin hebben.” Of zich netjes en keurig gedragen, lacht hij. “Ik ben dat Rotterdamse gewend. In Brabant word je nog net niet met ‘U’ aangesproken.” Toch blijft de kern van het spelletje, gewoon hetzelfde. “Ze moeten komen én gaan met plezier!”

Klik op RKVV Gesta voor de laatste artikelen over de club.
Klik op RKVV Gesta voor meer informatie over de club.

‘Ons doel is om samen een eerste elftal te trainen’

Nadat ze door aanhoudende knieproblemen allebei op zeventienjarige leeftijd moesten stoppen met voetballen, vonden ze hun nieuwe passie in het geven van training. En met de ambitie om door te groeien naar de senioren, kwamen Jacco en Tygo Verschuren twee seizoenen geleden bij de JO19 van Beek Vooruit terecht. “Dit is net als Moerse Boys echt een dorpsclub.”

De club waar de twee broers, inmiddels 24 jaar oud, bij de F’jes ooit begonnen met voetballen. Tot ze last kregen van knieproblemen, vertelt Tygo. “Ik had, een jaar eerder dan Jacco, last van opgezwollen knieën. Vol met vocht, zo erg dat je ze nauwelijks kon bewegen.” Zijn tweelingbroer kreeg niet veel later met precies hetzelfde euvel te maken. “In allebei de benen, dat wisselde steeds af. Je kon na een inspanning amper een sprint trekken.” Gedwongen om op jonge leeftijd te stoppen, gingen ze samen aan de slag als trainer. Bij Moerse Boys dus. Tot het duo uit Zundert graag de volgende stap wilde zetten. “We wilden toegroeien naar het seniorenvoetbal, maar bij ‘de Moer’ kon dat niet. Toen zijn we een andere club gaan zoeken in de regio”, legt Jacco uit.

Eigen jongens
Die club vonden ze in Prinsenbeek. “We hadden positieve herinneringen aan Beek Vooruit én onze vader kende een aantal mensen hier. Vervolgens hebben we een open sollicitatie gestuurd en mochten we op gesprek komen”, aldus Tygo. “En het klikte eigenlijk meteen”, vult zijn broer hem aan. Na twee jaar bij de JO19, maken de gebroeders Verschuren volgend seizoen de overstap naar het tweede elftal van de vereniging. “Die positie kwam vrij en wij willen graag die stap maken. Er spreekt natuurlijk ook veel vertrouwen uit vanuit de club.” Dat gevoel, is overigens wederzijds, vertelt Jacco. “Het voelde hier meteen als thuis. Alsof we sommige gasten al jaren kennen.” Toch was dat in het begin, wel even wennen. “Voor het eerst met spelers die echt helemaal nieuw voor ons waren.” Gelukkig, lijkt Beek Vooruit volgens de twee trainers veel op Moerse Boys. “Het zijn allebei dorpsclubs en in het eerste wordt vooral gewerkt met eigen jongens. Jongens van het dorp. Die hechtheid en vriendschap zijn belangrijk.” Hun verbondenheid met de club waar ze training geven is dus niet veranderd, maar de manier van werken ook niet, aldus Tygo. “We proberen nog steeds innovatief te zijn met oefeningen of het gebruik van videobeelden.” In de omgang met spelers, heeft het tweetal wel een stap gemaakt, vinden ze. “Vooral in het overbrengen van de oefenstof.”

Band opbouwen
Hoe zit het met de principes die ze hanteren? “Die zijn nog steeds hetzelfde, alleen zitten we nu bij een oudere leeftijd, dus kun je er dieper op ingaan.” Tygo geeft een voorbeeld. “Op het middenveld willen we graag een overtal creëren, zodat we op een voetballende manier tot kansen kunnen komen.” En gelukkig, zijn ze het altijd met elkaar eens. Of tenminste, bijna altijd dan. “Het botst niet heel vaak. Als dat toch het geval is, kunnen we alles zeggen en veel van elkaar hebben. Uiteindelijk komen we er altijd weer uit.” Dat moet ook. Zeker met het oog op de toekomst. “Ons doel is uiteindelijk om samen een eerste elftal te trainen. Vooral omdat we dat zelf door die blessure nooit gehaald hebben.” Al zullen ze daarvoor nog wel wat lastige keuzes moeten maken. “Eén van de twee, gaat volgend jaar de VC3-cursus volgen. We moeten alleen nog bepalen maken wie.” De reden daarachter, is simpel, meent Tygo. “Als we de stap naar het seniorenvoetbal maken, is het handiger om één iemand altijd beschikbaar te hebben. Dan kan die ander ‘rustig’ de cursus doen.” Hoe ze die keuze gaan maken? “We willen het in principe allebei gaan doen, dus misschien moeten we wel een dobbelsteen gooien”, lacht Jacco. “Als hij het wordt, kan ik in ieder geval dingen van hem leren én alles overschrijven”, voegt Tygo meteen toe. Aan plezier en voldoening, voorlopig dus geen gebrek. Jacco: “Spelers beter zien worden of de stap zien maken naar de selectie, is het mooiste wat er is. Dat je daar een bijdrage aan mag leveren.” Onder meer door regelmatig tussen de spelers te staan, sluit zijn broer af. “Op deze manier kunnen we toch verbonden blijven met een voetbalteam. Dat is het leuke. Met een groep gasten aan de slag gaan en samen een band opbouwen. Op en naast het veld.”

Klik op Beek Vooruit voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Beek Vooruit voor meer informatie over de club.

VV Dongen MO17-1 straalt plezier en gezelligheid uit

Sinds een aantal jaar heeft VV Dongen niet alleen maar senioren en jeugdteams voor de mannen, maar tegenwoordig trekken ook de dames het geel-blauwe shirt aan. Jurgen Witlox is trotse leider van de MO17-1 en praat ons bij over het plezier en de gezelligheid die de dames van Dongen met elkaar uitstralen.

Exact vijf jaar geleden werd het eerste jeugdteam voor meiden opgericht bij VV Dongen. Vanuit daar werden er net genoeg dames aangemeld om op een half veld te spelen. Uiteindelijk is dat uitgebreid en zijn zij verder gegroeid tot de MO17-1. Vanwege het aantal speelsters, moet er soms gemanaged worden maar volgens Witlox loopt dat tot nu toe op rolletjes.

“Eerst hadden ze een leidster, maar nadat haar dochter ermee stopte zochten ze een nieuwe leider of leidster. Ik regelde al een beetje de auto’s en ik hielp een beetje mee. Mijn dochter speelt er ook in dus ik kwam al vaak kijken. En voor ik het wist werd ik de leider van het team”, zo vertelt een lachende Witlox nadat gevraagd werd hoe hij in het team terechtkwam.

Witlox geeft aan dat het bij de dames vooral om gezelligheid draait. Iedereen gaat goed met elkaar om, zo geeft hij zelf aan. “Vanaf de MO15 spelen we al op een groot veld. Echter zijn we vanaf dit seizoen eerste klasse gaan voetballen, omdat we in de tweede klasse ook tegen negentallen spelen en we zijn nu al met 21 speelsters. Dan zijn we nog meer aan het wisselen dan we nu doen. Dat is voor de trainer en trainster een hele opgave. De eerste klasse was een gokje, maar het valt niet tegen.”

Als het aan Witlox ligt, is het meidenteam één geheel en gaat iedereen uitstekend met elkaar om. De leider van de MO17-1 geeft daarbij aan dat hoe ouder iedereen werd, des te beter ze één team zijn geworden. “Met de carnaval kwamen ze elkaar allemaal tegen. Dat wordt denk ik meer, maar dat is alleen maar leuk. Het leukste aan dit team is de gezelligheid. Als ze 5-1 verliezen maar ze maken een mooie goal, dan is iedereen tevreden. De sfeer is enorm goed.”

Naast de verrichtingen op het veld organiseerde Witlox een aantal uitjes om op pad te gaan met de MO17. Zo waren zij aanwezig bij een aantal wedstrijden van de Oranje Leeuwinnen, de finale van de Champions League van de vrouwen en stonden ze op de middenstip van de Johan Cruijff ArenA. “De meeste zijn voor Ajax, dus wilde ik iets regelen om daar naartoe te gaan. Dat soort dingen komt het team alleen maar ten goede.”

Witlox hoopt dat VV Dongen met de start van dit meidenteam wellicht in de toekomst meer dames te kunnen werven in Dongen, alleen geeft hij zelf aan dat dat lastig zal worden. “Je hebt natuurlijk hier drie clubs in het dorp. Daar zijn ze ook al een MO15 begonnen en het zal misschien makkelijker zijn geweest als we wat konden uitlenen aan elkaar. Het was om het meidenvoetbal in Dongen op de kaart te zetten makkelijker geweest als we met drie Dongense clubs samen zouden gaan.”

Klik hier voor meer artikelen over VV Dongen
Klik hier voor meer informatie over VV Dongen

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.