Home Blog Pagina 61

Jan Lindhout wordt meidencoördinator bij Valken ’68

Wat begon als een spontaan ja op de vraag of hij de MO10-1 wilde trainen, is voor Jan Lindhout (35) inmiddels uitgegroeid tot een serieuze taak binnen Valken ’68. Vanaf komend seizoen wordt hij coördinator van de meidenafdeling bij de club. “Het zat totaal niet in mijn planning,” zegt hij lachend. “Maar ik vind het leuk. En als ik iets doe, wil ik ook weten wat er speelt.”

De aanleiding was eenvoudig: zijn dochter Lizzy begon dit seizoen met voetballen. “Bij het kennismakingsgesprek met de ouders werd er gevraagd of iemand de MO10-1 wilde trainen. Ik stak m’n vinger op. En ja, dan zit je er meteen middenin. Omdat de groep groeide, is er zelfs een MO11 bijgekomen.”

Van voetbalvader naar aanspreekpunt voor zes teams

Inmiddels is Jan benoemd tot meidencoördinator van MO10 tot en met MO20. “Dat zijn zes teams in totaal. Ik word dan het aanspreekpunt voor de trainers en de schakel tussen hen en de club. Als er wat speelt, komen ze bij mij. Daarnaast ga ik het selectiebeleid begeleiden en toernooien regelen.”

Voor Jan is het allemaal nieuw. “Ik ben van nature een nieuwsgierige jongen. Als ik ergens aan begin, wil ik snappen hoe het werkt. En ik vind het leuk om vanaf het hoogste niveau te kijken: hoe kunnen we zorgen voor meer aanwas bij de meiden? Hoe houden we ze enthousiast?”

Valken ’68: niet van oorsprong, wel van hart

Hoewel hij zichzelf geen ‘echte Valkenburger’ noemt, voelt Jan zich duidelijk thuis bij Valken ’68. “Ik ben geen geboren Valkenburger, en dat merk je af en toe. Sommige mensen vinden het lastig dat het eerste team nog maar twee spelers uit Valkenburg heeft. Maar juist die mix maakt het voor mij interessant. Je hebt spelers uit verschillende gemeentes, verschillende achtergronden. Dat zorgt voor een dynamiek die de cultuur binnen de club alleen maar versterkt.”

Jan zelf kent het voetbalwereldje goed. Hij doorliep de jeugdopleiding bij Rijnsburgse Boys, speelde daar in de selectie, in het tweede en O23. Hij was ooit zelfs onderdeel van het KNVB Jeugdplan: district West tussen O12 en O16. Hier speelde de beste 16 geselecteerde amateurspelers uit district West hun wedstrijden voor de KNVB. “Ik heb bij Haaglandia nog op het punt gestaan om in de hoofdklasse te spelen, maar het was net te veel qua trainen en wedstrijden. En op zondag om tien uur of twee uur spelen.. dat botste een beetje met m’n behoefte om te stappen. Ik was 19 en werkte fulltime. Dan maak je keuzes.”

Nu aan het roer bij de meiden

Na omzwervingen via vriendenteams, een terugkeer naar Rijnsburgse Boys, en nog een kort uitstapje tijdens de coronatijd, kwam hij opnieuw uit bij Valken ’68. “En dat bevalt eigenlijk heel goed. De sfeer is gemoedelijk, mensen doen dingen voor elkaar. Het is een saamhorige club, en dat merk je als je er rondloopt.”

Dat gevoel wil hij nu ook overbrengen op de meidenafdeling. “Wat ik zie bij de MO11 – daar ben ik echt trots op. Hoe die meiden gegroeid zijn na de winterstop, dat is geweldig om te zien. Je merkt ook dat het niveau van het vrouwenvoetbal aan het stijgen is. Niet alleen bij de top, maar juist ook op dit soort plekken. Dat is mooi.”

Toekomstmuziek: meer meiden, misschien ooit vrouwen

Voor Valken ’68 zijn de meiden nu nog vooral jeugdteams, maar Jan hoopt dat dat op termijn verandert. “Als we de aanwas erin houden, zou het natuurlijk fantastisch zijn als er uiteindelijk ook een vrouwenteam komt. Maar voorlopig ligt de focus op de jeugd. Op zorgen dat de basis goed staat, en dat elk meisje zich welkom voelt.”

Toernooien spelen daar een belangrijke rol in, vindt hij. “Dat vond ik zelf vroeger ook altijd geweldig. Je speelt eens tegen een andere tegenstander, en het geeft een ander gevoel dan een gewone competitiewedstrijd. Daarom organiseer ik nu ook wat toernooien voor de meiden – ik weet hoe leuk dat is.”

Jan Lindhout begon het seizoen als voetbalvader aan de zijlijn. Komend seizoen is hij het gezicht van de meidenafdeling. “Je rolt er een beetje in, maar het voelt goed. En als ik dan zie hoe die meiden genieten – dan weet je waarvoor je het doet.”

Klik op Valken’68 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Valken’68 voor meer informatie over de club.

Kevin van der Zwet (29): “Terugdoen voor de club die altijd voor mij klaarstond”

0

Bij FC Lisse draait het om meer dan alleen voetbal. Dat bewezen aanvoerder Kevin van der Zwet en zijn ploeggenoten onlangs met een bijzondere jeugddag, bedoeld om de band tussen de selectie en de jongste leden te versterken. “Dit voelt als iets terugdoen voor wat ik vroeger zelf heb gekregen,” zegt de trotse aanvoerder.

Als je Kevin van der Zwet vraagt wat het betekent om aanvoerder te zijn van FC Lisse, volgt geen ingestudeerd verhaal over leiderschap of verantwoordelijkheid. “Ik sta er eigenlijk niet zo vaak bij stil,” zegt hij nuchter. “Natuurlijk voel ik een beetje verantwoordelijkheid, maar dat komt niet eens per se doordat ik aanvoerder ben. Ik vind het gewoon leuk.”

Opgegroeid bij Lisse

Centraal verdediger Van der Zwet ademt FC Lisse. Sinds kleins af aan voetbalt hij bij de club, met een korte onderbreking van vijf jaar toen hij bij ADO Den Haag in de jeugdopleiding zat. “In mijn laatste jaar bij ADO ging het moeizaam,” blikt hij terug. “Mijn groeispurt kwam precies op een ongelukkig moment, en daardoor kwam de kans om door te breken er niet meer. Ik baalde er onwijs van, maar ik kon het gelukkig snel relativeren. Dat kwam omdat al mijn vrienden hier bij Lisse speelde.”

Na nog een seizoen bij UVS in Leiden keerde hij terug op het oude nest. Daar beleeft hij nog altijd veel plezier in het voetbal. Al kreeg zijn carrière nog flinke tegenslagen te verduren: op zijn 23ste én zijn 27ste scheurde Van der Zwet zijn kruisband — eerst links, toen rechts.

Ook in deze tijd bestaat er nog echte clubtrouw. Spelers die hun club nooit verlaten. Kevin van der Zwet is daar het levende bewijs van. Sinds 2016 maakt hij onafgebroken deel uit van de zaterdagselectie van FC Lisse. Hij is niet alleen een vaste waarde binnen de lijnen, maar ook een van de meest ervaren krachten binnen het eerste elftal. Een Lisser pur sang.

De jeugd weer dichterbij halen

Het is precies dat warme gevoel van verbondenheid dat Van der Zwet, samen met de spelersraad en het bestuur, wilde overbrengen op de volgende generatie. “We wilden zorgen voor meer binding,” legt Van der Zwet uit. “Dat kinderen uit de jeugd niet alleen dromen om in het eerste te spelen, maar ook echt de stap kunnen zetten. Dat begint bij betrokkenheid.”

En dus werd een plan gesmeed: een jeugddag, waarbij de jonge talenten de spelers van het eerste van dichtbij konden meemaken. Niet alleen als fans langs de lijn, maar actief: vragen stellen, samen trainen en vooral veel plezier maken.

Een stormloop aan aanmeldingen

De belangstelling was overweldigend. “Al heel snel hadden we 120 aanmeldingen, plus nog een heel elftal van O17-2,” vertelt Van der Zwet. “We moesten op het laatste moment nog van alles regelen om zoveel mogelijk kinderen een plekje te geven. Helaas moesten we sommige leden vertellen dat ze te laat waren met aanmelden.”

Op het programma stond onder meer een persconferentie, waarin kinderen hun vragen mochten afvuren op hun helden. Daarna volgden spelletjes op het veld en kregen de kinderen training van de hoofdtrainer en de eerste selectie. “Alle spelers waren erbij,” benadrukt Van der Zwet. “Dat was belangrijk: het moest niet alleen het initiatief van het bestuur zijn, maar iets van ons allemaal.”

Een traditie om voort te zetten

De reacties waren hartverwarmend. Kinderen vertelden hoe gaaf ze het vonden om hun favoriete speler te ontmoeten, ouders bedankten de club voor de organisatie. “We kregen zoveel positieve reacties dat we eigenlijk meteen dachten: dit moeten we vaker doen,” zegt Van der Zwet.

Hij weet zelf hoe belangrijk zulke momenten kunnen zijn. “Toen ik klein was, werd er ook veel geregeld,” herinnert hij zich. “Ik weet nog dat we eens met alle F’jes in een grote hal gingen slapen, dat vond ik fantastisch. Dat soort dingen vergeet je nooit meer.”

Spelersraad als motor

Naast zijn rol als aanvoerder zit Van der Zwet ook in de spelersraad van FC Lisse. Samen met andere ervaren spelers denkt hij mee over hoe de club stappen kan zetten, zowel binnen als buiten het veld. “We hebben korte lijntjes met het bestuur,” zegt hij. “Dat maakt het makkelijker om dingen als deze jeugddag snel en goed te organiseren.”

De organisatie werd mede mogelijk gemaakt door sponsoren, die zorgden voor extra middelen om de dag tot een succes te maken. “Het was prachtig om te zien hoe iedereen mee wilde denken en helpen,” aldus Van der Zwet.

Blik op de toekomst

Met de jeugddag heeft FC Lisse een zaadje geplant. Niet alleen voor de kinderen die een geweldige dag beleefden, maar ook voor de club zelf. Door de jeugd en de selectie dichter bij elkaar te brengen, hoopt de club uiteindelijk meer talenten door te laten stromen naar het vlaggenschip.

“Als je als kind op het veld hebt gestaan met jongens van het eerste, dan droom je er misschien van om daar ooit zelf te staan,” zegt Van der Zwet. “En dat gevoel, dat hebben we deze dag hopelijk kunnen meegeven. Daarnaast geeft het nog meer binding met de club in het algemeen.”

Persoonlijke voldoening

Voor Van der Zwet zelf betekende de dag meer dan alleen een leuke middag. “Het voelt gewoon goed om iets terug te doen,” zegt hij. “Deze club heeft altijd voor mij klaar gestaan. Dan is het mooi om nu iets voor de nieuwe generatie te kunnen betekenen.”

Met zijn nuchtere instelling en warme betrokkenheid is Kevin van der Zwet de verpersoonlijking van wat FC Lisse wil uitstralen: ambitie, gezelligheid en vooral een hechte clubcultuur.

Klik op FC Lisse voor de laatste artikelen over de club.
Klik op FC Lisse voor meer informatie over de club.

“Quick Boys is mijn tweede huis. Dat blauwe zit in mijn hart.”

Bij Quick Boys kennen veel mensen elkaar. En als je er 54 jaar lid bent, 123 doelpunten in het eerste elftal hebt gemaakt, en op zaterdag nog steeds langs de lijn staat, dan ben je een stukje clubhistorie geworden. Al zou Martin van der Plas dat zelf nooit zo zeggen. “Voor de ouderen ben ik misschien nog een naam, de jongeren weten het vaak niet eens meer. En dat is ook helemaal prima. Het is een teamsport. Of je nou voorin of achterin staat, je doet het met z’n allen.”

De clubman pur sang

Martin is 63 jaar, toezichthouder milieu van beroep, en nog steeds vrijwel iedere zaterdag te vinden op Nieuw Zuid. “Zaterdag is voetbaldag. Al van jongs af aan. Ik ben altijd bij Quick Boys te vinden. Je kent iedereen, en dat blijft bijzonder. Bijna 54 jaar lid inmiddels – het is echt een tweede thuis geworden.” Hij kijkt tegenwoordig het liefst naar de jeugdwedstrijden. “Vooral Onder 21 en de Onder 19. Je voelt je zelf ook nog jong als je naar die gasten kijkt. Die periode, van je zeventiende tot je negentiende, dat is de mooiste tijd. Zeker de A-junioren, dat vergeet je nooit. Wij hadden destijds ook een geweldig A-team. Allemaal Katwijkse jongens. Dat maakt het speciaal.”

Een elftal met een Katwijks gezicht

Die Katwijkse identiteit is belangrijk voor Martin, en hij ziet het nu weer langzaam terugkeren bij het eerste elftal van Quick Boys. “Je moet naar dat Katwijkse gevoel terug. Dat was een tijdje een beetje weg. Maar met Thomas Duivenvoorden als trainer zie je dat terugkomen. Meer strijd, meer voetbal, en vooral: meer Katwijkse jongens in het veld. Dat maakt het voor het publiek ook weer leuk om te komen kijken. Dat gevoel van: dit is óns team.”

De spits met een scherp gevoel voor timing

Als speler was Martin eerst midvoor en later linksbuiten. “De eerste seizoenen zijn het makkelijkst,” zegt hij met een glimlach. “De tegenstanders kennen je nog niet, je krijgt ruimte. Maar daarna gaan ze anders naar je kijken. Je krijgt minder tijd en ruimte, dan moet je slimmer worden. Op den duur leer je wedstrijden lezen. Je weet gewoon wat er gaat gebeuren. Dat is een gevoel, dat ontwikkel je.” Zijn topjaren beleefde hij rond zijn 25e en 26e. “Toen viel alles samen. Fysiek, inzicht, techniek. In de zestien was ik altijd alert. Ik was tactisch sterk, technisch vaardig, maar koppen was niet mijn sterkste punt.” Naast het veldvoetbal speelde hij ook regelmatig futsal. “Dat hielp me met mijn techniek. Alles gaat sneller in de zaal, je moet blijven bewegen en denken.”

Arie Lagendijk en de inschuivende laatste man

Een van de beste trainers die Martin heeft meegemaakt is Arie Lagendijk. “Hij was z’n tijd vooruit. Een van de eersten die speelde met een inschuivende laatste man. Hij bemoeide zich ook met de jeugd. Dat maakte indruk op me. Je voelde je gezien als jonge speler.”
Dat gevoel van continuïteit tussen jeugd en eerste elftal is iets waar Martin zelf ook altijd waarde aan hechtte. Niet voor niets stond hij jarenlang op het trainingsveld, als jeugdtrainer en later ook als spitsentrainer. “13- tot 18-jarigen, dat vond ik het leukst. Afronden, dat is de mooiste training om te geven. Daar genoot ik van. Bij het eerste heb ik dat ook even gedaan, maar met de jeugd had ik echt een klik.”

Club boven carrière

Dat Martin zo lang bij Quick Boys bleef, was geen toeval. Hij kreeg aanbiedingen van ADO Den Haag, Belgische clubs zoals Menen, en verschillende grote amateurclubs. “Maar ik was schilder in die tijd. ADO speelde op zondag, en uit respect voor mijn ouders – en vanwege mijn geloof – heb ik dat niet gedaan. Nooit spijt van gehad. Geld is mooi, maar ik heb hier al 45 jaar dezelfde vrienden rondlopen. Dat is mij veel meer waard dan een zak geld of een avontuur ergens anders.”

Het einde van een glansrijke carrière

Op zijn 27e brak Martin zijn been. “Ik ben daarna nooit meer echt op mijn oude niveau teruggekomen,” zegt hij nuchter. Hij stapte over naar het vijfde elftal, waar hij nog doorn voetbalde tot zijn 40e. “Gewoon lekker ballen met vrienden. Dat was ook mooi.”

Zijn loopbaan als spitsentrainer liep nog jaren door, maar inmiddels is ook dat verleden tijd. “Een paar jaar geleden ben ik gestopt. Soms mis je het, maar het is goed zo. Ik blijf mijn cluppie volgen, dat verandert niet.”

Tijden veranderen, maar het hart blijft blauw

Dat het spel veranderd is sinds zijn actieve jaren, daar is Martin zich weldegelijk van bewust. “Het tempo ligt nu zoveel hoger. De intensiteit ook. En tactisch zijn ploegen veel beter. Maar spelers van vroeger, die waren in mijn ogen wel beter. Meer techniek, meer spelinzicht. Misschien minder snel, maar slimmer.” Toch kijkt hij met veel plezier naar het hedendaagse voetbal, zeker nu er weer een herkenbare Quick Boys-stijl op het veld staat. “Strijd, passie, een team met karakter. Dat is Katwijks. En dat past bij deze club.”

De erfenis van een clubicoon

123 doelpunten maakte Martin van der Plas voor het eerste van Quick Boys – een record dat nog altijd staat. Al zal je hem daar niet snel over horen opscheppen. “Ik ben er wel trots op, natuurlijk. Maar het gaat me niet om de cijfers. Het gaat om wat je samen doet, als team, als club. Ik heb alles hier met liefde gedaan, en dat doe ik nog steeds.”

Quick Boys is meer dan een voetbalclub voor hem. Het is een plek vol herinneringen, kameraadschap, generaties doorgegeven ervaring. “Je voelt het gewoon in je hart. Die beleving, die sfeer, je vrienden – dat raak je nooit meer kwijt. Bij mij zit dat blauwe echt in m’n hart.

Klik op Quick Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Quick Boys voor meer informatie over de club.

Sander Bosma (33) zwaait af bij VV Noordwijk: “Het is goed geweest”

Na jarenlang een vaste waarde te zijn geweest op het middenveld van VV Noordwijk, staat Sander Bosma op het punt om afscheid te nemen van het eerste elftal. De 33-jarige Noordwijker is nuchter over zijn keuze: “Ik ben er 99 procent uit. Er moet iets heel geks gebeuren wil ik volgend seizoen nog op het veld staan.”

Bosma is zo’n speler die al jaren het hart vormt van het elftal, zonder veel bombarie. Geen grote woorden, geen dramatische afscheidsronde – gewoon een relaxte gozer die het spelletje altijd met plezier speelde, maar ook weet wanneer het moment daar is om te stoppen. “Ik ga het missen, absoluut,” zegt hij. “Maar het is ook een keer goed geweest. En als ik stop, dan is het ook definitief. Ik ga niet over een paar maanden roepen: ‘Ik ga toch maar weer meedoen’.”

Fit en fanatiek – maar de keuze is gemaakt

Wat opvalt aan Bosma’s afscheid, is dat het niet voortkomt uit fysieke klachten. Integendeel: hij is nog altijd fit en speelt alles. “Ik heb geen blessures, ik speel nog elke wedstrijd. Maar veel jongens waar ik al jaren mee speel, stoppen er ook mee. Dat speelt mee. Je wil ook niet de laatste zijn die overblijft in het veld.”

Met het vertrek van Bosma verliest VV Noordwijk niet alleen een ervaren middenvelder, maar ook een stukje clubcultuur. De geboren en getogen Noordwijker maakte op zijn 18e zijn debuut in het eerste elftal. “Ik ben een jaartje weggeweest, heb bij SJC gespeeld, maar ben toch weer teruggekeerd. Noordwijk is mijn club.”

Het relaxte alternatief

Dat Bosma altijd zijn eigen pad kiest, blijkt ook uit zijn benadering van het voetbal. Hij hoefde niet per se naar het buitenland, geen droom van een profcarrière over de grens. “Er zijn jongens die naar Finland gingen om daar op het tweede of derde niveau te spelen. Mooi voor hen, maar ik hoef dat niet. Voor mij was het altijd hartstikke prima hier. Mooie club, goed niveau, veel supporters en… het is één minuut rijden van huis.”

Na zijn afscheid bij het eerste elftal zal Bosma zich misschien aansluiten bij het vriendenteam waar veel van zijn kameraden al spelen. Al nuanceert hij direct het niveau. “Dat mag eigenlijk geen naam hebben, het is gewoon recreatief. Lekker ballen op zaterdag, zonder druk.”

Voetbal blijft, maar anders

Wat zijn toekomst betreft, is Bosma helder. “Ik blijf sowieso betrokken bij de club. Voetbal blijft een deel van mijn leven, alleen op een andere manier.” Of dat in een trainersrol of iets anders is, laat hij nog open. “Eerst maar eens het seizoen afmaken en dan kijken wat er op mijn pad komt.”

Het combineren van werk en voetbal is voor Bosma nooit een struikelblok geweest. Met drie trainingen in de week en de club praktisch om de hoek, was het altijd goed te doen. “Het is letterlijk één minuut rijden, dus dat scheelt natuurlijk,” zegt hij met een glimlach. Hij werkt daarnaast vier dagen per week in de financiële sector, en dat bevalt hem uitstekend. “Ook nu ik wat inkomsten misloop doordat ik stop bij de club, blijf ik gewoon vier dagen werken. Dat bevalt me wel, dus daar ga ik niks aan veranderen.”

Een nuchtere slotakte

Wat Bosma misschien het best typeert, is zijn nuchterheid. Geen groot afscheid, geen langgerekte twijfel. “Ik ben 33. Dan is het gewoon tijd om te stoppen. Misschien voor sommigen een jaartje te vroeg, maar voor mij voelt het goed. En daar gaat het om.”

Met zijn vertrek verdwijnt er niet alleen een vertrouwd gezicht van het veld, maar ook een speler die stond voor de loyaliteit en het karakter van een clubman. Iemand die het nooit moeilijker maakte dan nodig – en die ook in zijn afscheid trouw blijft aan die houding: nuchter, rustig, en altijd met beide benen op de grond.

Klik op VV Noordwijk voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Noordwijk voor meer informatie over de club.

Antonio Garcia Mendes nieuwe trainer CWO 2

Met trots verwelkomt CWO Antonio Garcia Mendes, beter bekend als Tony. De 49-jarige Rotterdammer brengt een schat aan ervaring en passie met zich mee naar onze club en zal vanaf komend seizoen het tweede elftal onder zijn hoede nemen.

Als voormalig spits en gepassioneerd trainer staat hij voor aanvallend voetbal en heeft hij ruime ervaring in het begeleiden van jonge spelers in hun ontwikkeling naar de top. Tony beschikt bovendien over een TC3-diploma. Met deze stap treedt hij in de voetsporen van Chris Latupeirissa, die na zeven jaar afscheid neemt als trainer en een rol binnen de technische commissie gaat bekleden.

Tony kijkt terug op een lange en succesvolle carrière als speler, met onder andere periodes bij Garuda, CVV Mercurius, TOGR, Voorschoten ’97, DRL en FC Maense. Tussen 2000 en 2015 speelde hij op niveau in Nederland én in Lissabon. Als spits ontwikkelde hij een sterk tactisch inzicht en een neusje voor het doel – kwaliteiten die hij nu inzet als trainer.

Zijn trainersloopbaan begon in 2015 bij DRL, waar hij de D-jeugd onder zijn hoede had. Al snel groeide hij door binnen FC Maense, waar hij respectievelijk de Onder 17, het Onder 23-team en het eerste elftal (als assistent-trainer) trainde. In deze functies lag zijn focus altijd op technische ontwikkeling, individuele begeleiding en het neerzetten van een herkenbare, aanvallende speelstijl.

We zijn ervan overtuigd dat hij een positieve bijdrage zal leveren aan het elftal dat volgend jaar wederom zal uitkomen in de reserve eerste klasse.

Namens iedereen binnen de club heten wij Tony Mendes van harte welkom bij CWO en wensen hem veel succes en plezier in zijn nieuwe rol als hoofdtrainer van CWO 2!

Klik op sv CWO voor de laatste artikelen over de club.
Klik op sv CWO voor meer informatie over de club.

De accommodatie van VVSB wordt top onderhouden door de VUT-ploeg

0

Bij VVSB draait het niet alleen om prestaties op het veld, maar ook om de mensen achter de schermen die de club draaiende houden. Onder hen bevindt zich de VUT-ploeg, een groep van ongeveer 25 senioren die met tomeloze inzet de accommodatie onderhouden.

Drie dagen per week steken deze mannen, met leeftijden variërend van 63 tot 85 jaar, de handen uit de mouwen op Sportpark de Boekhorst. Van het maaien van het gras tot het schoonmaken van de kleedkamers—iedereen draagt zijn steentje bij. Maar de VUT-ploeg is meer dan een werkgroep: het is een hechte gemeenschap waarin werk en plezier samen gaan. Met koffie, kaarten en verjaardagen die gezamenlijk worden gevierd, vormt de ploeg voor velen een deel van hun sociale leven. “Het sociale aspect is net zo belangrijk als het werk zelf,” vertelt Geek den Elzen (76), het aanspreekpunt van deze bijzondere groep vrijwilligers.

Net zoals vele andere voetbalclubs mag ook VVSB de handen dichtknijpen met alle vrijwilligers die bereid zijn om de club te helpen. Het schoonmaken en onderhouden van de accommodatie is geen kleine klus. De VUT-ploeg van VVSB neemt dat onderhoud voor zijn rekening. De ploeg bestaat uit een stuk of 25 mannen tussen de 63 en 85. Elke maandag, woensdag en vrijdag staan zij klaar om Sportpark de Boekhorst te onderhouden. Geek den Elzen is het aanspreekpunt van deze VUT-ploeg en probeert alles in goede banen te leiden. “Het is en blijft vrijwilligerswerk” weet Geek. “Dus ik zal nooit tegen iemand zeggen dat hij iets móét doen. Dat is niet mijn stijl.”

Op de maandag is vaak iedereen van de VUT-ploeg aanwezig. “Er is een gedeelte wat naar buiten gaat om bijvoorbeeld gras te maaien of de vuilniszakken te vervangen. Anderen maken de kleedkamers schoon of doen wat in de kantine. Iedereen heeft zijn eigen specifieke taken. We hebben heel veel werkzaamheden en er is altijd wel wat te doen. We zijn op leeftijd met z’n allen, dus het gaat ook allemaal niet zo heel snel. Er zijn erbij, die zijn tachtig jaar of ouder. Na een uur of drie zijn zij wel uitgewerkt natuurlijk.”

Het sociale aspect is niet geheel onbelangrijk bij de VUT-ploeg. En dat is een understatement. Op maandagen is vaak de voltallige ploeg aanwezig. “Het voordeel van dat we met zoveel mensen zijn, is dat er altijd wel een verjaardag te vieren is. Diegene neemt altijd wat eten mee en dan drinken we een koffietje met z’n allen. Een biertje wordt er nooit gedronken. Als we met dertig man aan de alcohol gaan, is er altijd wel eentje die zich er niet lekker van voelt. We zijn wat ouder hè. Ook wordt er vaak een potje gekaart.”

Dat Geek zijn VUT-ploeg met zo’n grote groep mannen op leeftijd elke week weer bij elkaar komt, is bijzonder. Geek wil zichzelf niet op de borst slaan. “Bij VVSB zijn er meer dan 200 vrijwilligers die wat doen voor de club. Niet alleen wij.” In het verleden heeft Geek zelf ook nog ander vrijwilligerswerk gedaan voor de club. “Nooit voor de centjes, dat is voor mij een stelregel. Ik denk dat ik nu al zo’n dertig jaar vrijwilligerswerk doe voor VVSB. Ik ben trainer en leider geweest. Een functie in het bestuur heb ik nooit gewild. Mijn vrouw is ook al heel lang betrokken bij de club. Ik denk dat ze al een jaar of veertig achter de bar staat.”

Klik op VVSB voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VVSB voor meer informatie over de club.

Kagia start ambitieus Onder 23-team

0

Met de oprichting van een eigen Onder 23-elftal zet voetbalvereniging Kagia uit Lisserbroek een belangrijke stap richting de toekomst. Onder leiding van hoofd jeugdopleiding Jeffrey van Klaveren en hoofdtrainer Kristian Weijers en zijn assistent trainer Erwin van der Steenhoven krijgt de talentvolle lichting van de club nu een serieuze kans om zich te ontwikkelen richting het vlaggenschip. “We zijn er als club enorm trots op dat we dit hebben kunnen neerzetten,” aldus Van Klaveren.

De keuze voor het opstarten van een O23-team komt niet uit de lucht vallen. “We hebben een hele talentvolle O19, waar we vorig jaar veel in geïnvesteerd hebben met een nieuwe trainer,” legt Van Klaveren uit. “Daaruit is nu de stap ontstaan om een volwaardige O23-lichting te starten, om jongens klaar te stomen voor het eerste elftal. Dat is altijd ons doel geweest.”

De nieuwe O23 bestaat uit een mix van spelers uit de huidige O19 en versterkingen van buitenaf. “Twaalf jongens komen uit onze eigen jeugd, zeven zijn er van buitenaf bijgekomen,” vertelt Van Klaveren. En dat zijn niet de minste. Onder de nieuwelingen bevinden zich twee spelers van Quick Boys, één van Koninklijke HFC en maar liefst vier van FC Lisse. “Ze kennen elkaar goed, vormen een vriendengroep, en dat zie je terug op het veld. Met deze groep kunnen we echt iets opbouwen.”

Kagia laat meteen ambitie zien met het nieuwe team: de O23 zal volgend seizoen uitkomen in de vierde divisie. “We hopen zo snel mogelijk door te stoten naar de derde divisie,” zegt Van Klaveren. “Dat niveau past beter bij de kwaliteit en potentie van deze groep.”

Voor Van Klaveren, die niet alleen hoofd jeugdopleiding is maar ook verantwoordelijk is voor de verbinding tussen jeugd en selectie, is deze ontwikkeling cruciaal. “De O23 traint tegelijkertijd met de selectie, gebruikt dezelfde faciliteiten zoals verzorging en het kledingpakket. Alles is erop gericht om de stap naar het eerste zo klein mogelijk te maken. Het helpt dat ik als hoofd jeugdopleiding ook de schakel tussen de trainer van de O23 en het eerste elftal ben. Die lijnen zijn kort en dat is belangrijk.”

Dat de oprichting van een Onder 23 al langer op de agenda stond, blijkt uit de snelheid waarmee het plan dit jaar werd gerealiseerd. “De voetbaltechnische commissie heeft het initiatief genomen. We zaten al snel allemaal op één lijn. Hoofdtrainer Kristian Weijers was direct enthousiast en wilde graag bouwen met deze groep,” aldus Van Klaveren. “Het is voor het eerst dat we de mogelijkheden hebben om dit te realiseren. Daar zijn we als club blij mee.”

Toch viel de keuze voor wie wel en niet in de O23 komt niet voor iedereen even goed. “We moesten een paar jongens uit de huidige O19 laten weten dat ze het niveau nog niet aankunnen,” vertelt Van Klaveren. “Dat is natuurlijk teleurstellend voor die jongens. Maar het niveau moet omhoog als we deze ambitie willen waarmaken. Ze krijgen de kans om zich volgend seizoen wederom in de O19 verder te ontwikkelen en tegelijkertijd blijven we ze volgen, want ontwikkeling kan soms ineens snel gaan.”

Het uiteindelijke doel is duidelijk: spelers ontwikkelen die binnen afzienbare tijd de stap naar het eerste elftal kunnen maken. “Een aantal jongens hebben die potentie al laten zien. We hopen dat we ze via de O23 kunnen klaarstomen en dat ze het eerste van Kagia gaan versterken. Daar werken we naartoe.”

De oprichting van de O23 is niet alleen een mijlpaal voor de jeugdopleiding, maar ook een signaal van de professionele stap die Kagia als club wil zetten. “We willen niet alleen breed opleiden, maar ook de top van onze jeugdteams betere perspectieven bieden. En met deze lichting hebben we dat eindelijk in handen.”

Kagia kijkt dan ook vol vertrouwen vooruit. Met een talentvolle groep, een betrokken technische staf en een duidelijke visie lijkt de toekomst van het eerste elftal al op het trainingsveld van de O23 te beginnen.

Klik op Kagia voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Kagia voor meer informatie over de club.

Rob Jonkman bouwt aan de jeugd van RKVV Teylingen: “We moeten het samen doen”

Bij RKVV Teylingen is de jeugdopleiding volop in beweging. Onder leiding van Hoofd Jeugdopleiding Rob Jonkman wordt er niet alleen gewerkt aan betere voetbaltrainingen, maar ook aan een sterke, betrokken verenigingscultuur. “We groeien hard. Dan moet je niet achterover leunen, maar juist vooruit denken.”

Jonkman is sinds een jaar verantwoordelijk voor de jeugdopleiding van de club uit Sassenheim en richt zich vooral op de jongste lichtingen. “Onder 7 en Onder 8 – daar begint het allemaal,” vertelt hij. “We hebben nu de pilots met techniektrainingen en loopscholing gedraaid. Dat riep enorm veel enthousiasme op binnen de club.”

Van enthousiasme naar structuur

Die pilots zijn succesvol geweest. Aan de wekelijkse techniektraining doen maar liefst 90 kinderen mee, begeleid door 10 jonge trainers van de club zelf. “Ik kan zelf de inhoud wel verzorgen, maar je moet de mensen meenemen,” zegt Jonkman. “Als ik geen ouders of trainers meekrijg, heeft het weinig zin. Gelukkig is de bereidwilligheid groot. Het enthousiasme spat ervan af.”

Dat enthousiasme wil hij omzetten in een stevig fundament. “We willen dat ouders mee gaan denken en helpen. Niet omdat we hen willen belasten, maar omdat het een vereniging is – geen bedrijf. Als we samen zorgen voor goede trainingen, maar ook randzaken als ballen, hesjes en een goede organisatie, dan bouw je iets wat gedragen wordt.”

Snelle groei, goede lichting

De reden voor al deze inspanningen is duidelijk: Teylingen groeit als kool. “De aanwas is niet normaal. Wat we nu meemaken qua instroom van jonge kinderen, hebben we bij Teylingen nog nooit gezien,” aldus Jonkman. “De Onder 8-lijn telt al vijf teams, en de Onder 8-1 en Onder 10-1 speelt inmiddels in de hoofdklasse. Dat is voor onze club uniek.”

Die groei vraagt om visie. “We moeten vooruitdenken. Niet alleen voor nu, maar ook richting de toekomst. Hoe zorg je dat deze kinderen blijven, zich ontwikkelen en met plezier blijven voetballen?”

Iedereen krijgt aandacht

Wat VV Teylingen volgens Jonkman onderscheidt van omliggende verenigingen, is de manier waarop met spelers wordt omgegaan. “Bij ons krijgt ieder kind evenveel aandacht. Het maakt niet uit of je de nieuwe Messi bent of voor het eerst een bal aanraakt – iedereen leert hier voetballen.”

Naast de sportieve ontwikkeling staat ook het sociale aspect centraal. “Teylingen stond altijd al bekend om z’n sterke jeugdkampen en betrokken sfeer. Nu voegen we daar ook voetbaltechnisch iets sterks aan toe. Die combinatie maakt het compleet.”

Ouders als sleutel tot succes

Een belangrijk onderdeel van de toekomstvisie is het betrekken van ouders. “We hebben informatieavonden georganiseerd, een wervingscampagne opgezet voor het jeugdbestuur en hebben een ‘train de trainer’-cursus opgezet. Als ouders zien dat hun kind blij thuiskomt, zijn ze vaak bereid om iets bij te dragen.”

Volgens Jonkman begint het inmiddels echt te leven binnen de club. “Ik heb nu het volledige jeugdbestuur mee, en steeds meer trainers en ouders sluiten zich aan. We hebben een mooie groep beginnende, welwillende jeugdtrainers. Samen bouwen we aan iets moois.”

Hoofdtrainer in hart en nieren

Hoewel hij nu volledig gefocust is op zijn rol als HJO, mist Jonkman soms het directe voetbalgevoel. “Ik mis het hoofdtrainerschap af en toe wel, dat winnen-en-verliezenverhaal op zaterdag. In de toekomst wil ik dat zeker weer oppakken. Maar op dit moment ligt mijn prioriteit bij mijn werk en deze rol.”

Toekomst met vertrouwen tegemoet

De jeugdopleiding van VV Teylingen is volop in ontwikkeling, en met mensen als Rob Jonkman aan het roer is de basis stevig. “Het draait om samenwerken,” besluit hij. “We doen dit niet alleen voor het voetbal, maar voor het plezier, de ontwikkeling en het verenigingsgevoel. Dat is waar Teylingen voor staat.”

benjamin.vdhaak@gmail.com

Klik op RKVV Teylingen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op  RKVV Teylingen voor meer informatie over de club.

VV Katwijk bouwt nieuw vrijwilligersbeleid

Bij een club als VV Katwijk, waar alles draait op samen, passie, plezier en respect, zijn vrijwilligers onmisbaar. Zonder hen geen draaiende kantine, geen schone kleedkamers, geen draaiend wedstrijdsecretariaat.

Angeline van Duijn werkte mee aan de nieuwe plannen omtrent vrijwilligersbeleid en vertelt: “Een club als vv Katwijk is niet alleen belangrijk voor spelende leden, maar juist ook voor gezinnen, supporters en de gemeenschap als geheel. Maar dan moeten de randvoorwaarden wél op orde zijn. En daar spelen de vrijwilligers een hoofdrol in.”

Hoe bijzonder de vrijwilligersstructuur van VV Katwijk is, wordt regelmatig bevestigd door buitenstaanders. “Zij zijn echt onder de indruk van hoeveel mensen hier vrijwillig aan het werk zijn. Dat soort momenten bevestigen dat we samen iets bijzonders doen Het is niet vanzelfsprekend, en dat zien mensen van buitenaf ook.”  “Echter zien wij als bestuur ook dat het soms lastig kan zijn om bepaalde taken gedaan te krijgen. Vandaar dat wij zijn gaan nadenken hoe wij ervoor konden zorgen dat de taken die er zijn binnen de vereniging ook in de toekomst worden vervuld.” Van vrijblijvend naar bewust meedoen “Binnen het bestuur was het dus duidelijk dat het vrijwilligersbeleid bij VV Katwijk anders ingericht moest gaan worden. Er is daarom een nieuw vrijwilligersbeleid opgesteld met een duidelijke filosofie: Iedereen draagt iets bij.”

Structuur Vrijwilligersbeleid

1.⁠ ⁠Vrijwilligersfuncties:
•⁠ ⁠Langlopende functies (minimaal 1 seizoen).
•⁠ ⁠Functies zoals bestuurslid, commissielid, wedstrijdsecretariaat, scheidsrechter, trainer en leider.
•⁠ ⁠Registratie en bekendheid bij het bestuur.
•⁠ ⁠Samenwerking binnen commissies met een aanspreekpunt per commissie.

2.⁠ ⁠Verenigingswerk:
•⁠ ⁠Taken voor ouders van jeugdleden en leden (15+) die geen vrijwilligersfunctie bekleden.
•⁠ ⁠Taken zoals bar- en keukendienst, pupillenscheidsrechter, onderhoudswerkzaamheden, schoonmaak, beheer materiaalhok, hulp bij toernooien of familiedagen.
•⁠ ⁠Verplichting van 3 uur per seizoen.

3.⁠ ⁠Teamtaken:
•⁠ ⁠Taken binnen het team waarin men zelf of het kind speelt.
Het onderdeel verenigingstaken is nieuw maar het uitgangspunt is simpel. Van ieder lid – of de ouders bij jeugdleden – verwachten we dat ze een verenigingstaak van drie uur vervullen per seizoen. Meer mag altijd, maar niet minder. Die drie uur kunnen met verschillende taken ingevuld worden bijvoorbeeld; van helpen achter de bar tot fluiten, schoonmaken tot meehelpen bij evenementen. “Als het maar ten goede komt aan de club. Er is altijd wel iets te doen.”

Verplicht, maar vooral positief

Hoewel het uitvoeren van de taken ‘verplicht’ is, is de insteek vooral positief. “We willen geen strenge sfeer creëren, integendeel. Het idee is dat mensen de club nóg meer gaan voelen als ze zelf iets bijdragen. En dat werkt. Veel mensen merken pas als ze iets doen, hoeveel gezelligheid en voldoening het geeft.” Er wordt duidelijk uitgewerkt waar de hulp nodig is. Mensen krijgen concrete taken aangereikt, het is niet vaag. Dat maakt het laagdrempelig om mee te doen.”

Oog voor groei en haalbaarheid

De kracht van het beleid zit hem in de realistische aanpak. Het plan is uitvoerbaar en houdt rekening met mensen die weinig tijd hebben. Juist daardoor is het draagvlak groot. En nu kunnen we langzaam kijken of we op bepaalde vlakken wat meer kunnen vragen – maar altijd met oog voor wat haalbaar is.” Dat vraagt ook om blijven schakelen. “Het vrijwilligersbeleid is geen vaststaand iets. Het leeft mee met de club. Wat vandaag werkt, moet misschien volgend jaar anders. Dat is niet erg, als je het maar samen doet.”

Katwijks en krachtig

Het is duidelijk dat het VV Katwijkse familiaire karakter van de club een belangrijke rol speelt in het succes. “We bouwen hier niet alleen aan een club, maar ook aan een gemeenschap.”

Klik op VV Katwijk voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Katwijk voor meer informatie over de club.

Ferris Inyamah maakt ambitieuze stap naar Ter Leede: “Deze kans pak ik met beide handen aan”

De 26-jarige Ferris Inyamah zet de volgende stap in zijn voetbalcarrière. De verdediger verruilt ZSGOWMS voor Ter Leede, dat uitkomt in de Vierde Divisie en duidelijke ambities heeft om door te groeien naar de Derde Divisie. Voor Inyamah, afkomstig uit Hoorn, betekent het een belangrijke kans om zich verder te ontwikkelen. “Ik heb de ambitie om zo hoog mogelijk te spelen,” zegt hij vastberaden.

Inyamah kende een bewogen periode in Amsterdam, waar hij de afgelopen seizoenen actief was. “Ik ben naar Amsterdam gegaan om op een hoger niveau te spelen, maar het is niet geworden wat ik ervan had verwacht,” blikt hij terug. “Het afgelopen seizoen was heel zwaar. Als team zijnde presteerden we zwaar ondermaats.” De stap naar Ter Leede komt dan ook op het juiste moment.

De verdediger heeft een interessante weg bewandeld in het amateurvoetbal. Hij begon bij Always Forward, waar hij alle jeugdteams doorliep. Na zijn eerste jaar in de senioren maakte hij de overstap naar Zwaluwen. Een afgescheurde kruisband gooide echter roet in het eten. “Daarna ben ik teruggegaan naar Always Forward om weer op niveau te komen,” vertelt hij. Vervolgens speelde hij twee jaar bij AGB voordat hij bij ZSGOWMS belandde.

Nu lonkt een nieuwe uitdaging in Sassenheim. Ter Leede klopte bij hem aan met duidelijke plannen. “De club heeft de doelstelling uitgesproken om te promoveren naar de Derde Divisie,” legt Inyamah uit. “Dat spreekt mij enorm aan. Ik pak deze kans met beide handen aan.” Daarbij speelde ook de positieve verhalen van een vriend, Jordan de Jong, die al bij Ter Leede speelde, een rol. “Hij was alleen maar lovend. Bij Ter Leede leeft het echt. Dat was in Amsterdam wel anders.”

Inyamah omschrijft zichzelf als een rechtsbenige centrale verdediger die vooral houdt van verdedigen. “Mijn taak is simpel: de man uitschakelen,” zegt hij met een glimlach. De ervaring op de zware, hobbelige velden van de lagere klassen heeft hem gevormd. “In de vierde klasse speel je op grasvelden in de weilanden. Daar gaat elk duel keihard. Dat heeft me een betere verdediger gemaakt. De boeren houden niet in.”

Ondanks eerdere kampioenschappen – zo werd hij onder andere kampioen met Always Forward en ZSGOWMS – voelt hij dat er nog veel te winnen valt. “Met Always Forward werden we kampioen in coronatijd, maar dat voelde niet echt. We mochten het niet eens vieren. Bij ZSGOWMS werden we gemakkelijk kampioen; het was eigenlijk een walk-over. Ik wil echt een keer op een hoger niveau kampioen worden. Met alles erop en eraan.”

Zijn overstap naar Ter Leede betekent ook dat hij zich eindelijk kan laten zien in een regio waar hij vandaan komt. “Hier in de buurt hebben clubs nooit echt naar me geïnformeerd. Best gek eigenlijk, want ik denk dat ik makkelijk vierde en zelfs derde divisie aan kan. Ik moet natuurlijk even de tijd krijgen, maar ik weet zeker dat ik met het niveau kan meegroeien.”

De 26-jarige verdediger straalt motivatie uit. “Ik ga er alles aan doen om Ter Leede te helpen de doelstellingen te behalen. En hopelijk kan ik mezelf nog verder ontwikkelen. Always forward, dat is altijd mijn motto geweest. Nu bij Ter Leede ga ik dat opnieuw waarmaken.”

Met zijn ervaring, onverzettelijkheid en honger naar succes lijkt Ferris Inyamah een uitstekende versterking voor het ambitieuze Ter Leede. De komende seizoenen zullen uitwijzen of hij samen met de club de droom van promotie kan realiseren.

Klik op VV Ter Leede voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Ter Leede voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.