Home Blog Pagina 37

‘Ik vind dat we in de eerste klasse thuishoren’

Na een moeizame start, hebben ze de stijgende lijn bij Moerse Boys de laatste weken aardig te pakken. Dat is nodig ook, want voorlopig bevindt de eersteklasser zich in de gevarenzone. En dat is voor Joris Goossens na zestien jaar in het eerste, allesbehalve hoe hij het seizoen wil afsluiten. “Ik wil alles doen voor handhaving!”

Een meer dan uitdagende klus, realiseert de 32-jarige Goossens zich. “We wisten vooraf wel dat het een niveautje lager niet meteen makkelijk zou worden. Als je spelers inlevert, wordt het knokken voor ieder punt.” En dat bleek. “Onze doelstelling was handhaving. We begonnen slecht, maar de laatste weken hebben we een stijgende lijn te pakken. Goed spel, alleen doen we onszelf dan te vaak tekort. Vooral door makkelijk goals weg te geven.”

Smalle selectie

Aan vertrouwen, ontbreekt het bij Goossens echter gelukkig niet. “De groep is heel hecht en blijft alles geven. Tot het laatste moment zullen we blijven strijden.” Want, zo weet de routinier. “Als we dit doortrekken, gaan we het spel een keer omzetten in punten. Dan zie ik het nog wel positief in!” Al gaat het niet vanzelf. “We hebben een redelijk jonge ploeg. Slimmigheden en een bepaalde ervaring, moet je dan eigenlijk nog leren. Daarnaast is het ook een paar keer pech geweest.” Met een smalle selectie, is de spoeling dan ook dun. “We moeten eigenlijk elkaar fit zien te houden. Helemaal aanvallend, kunnen we weinig missen. Scoren doen we sowieso weinig.” En daar brengt ook hij, als verdediger, niet zo snel verandering in. “Ik speel nu zestien jaar in het eerste. Begon hier toen ik vijf was, heel de jeugd doorlopen en nooit ergens anders.” De club zit dan ook letterlijk en figuurlijk in zijn hart. “Alles is goed geregeld, het is heel gemoedelijk en iedereen kent elkaar. Het voelt als één grote familie, vooral omdat we allemaal uit de buurt komen. Eigenlijk zijn het in al die jaren allemaal vrienden geworden”, vertelt Goossens. “Voor mij is het gewoon fijn om hier te spelen.” Helemaal de afgelopen seizoenen, herinnert hij zich. “De twee promoties waren natuurlijk het mooiste. Van de tweede naar de eerste klasse en daarna zelfs naar de hoofdklasse. Dat is iets unieks, als je dat met je eigen club kunt doen.”

Handhaving

De clubman maakte het allemaal al een keer mee. “Op mijn zeventiende promoveerden we naar de tweede klasse. Daarna heb ik ook een degradatie meegemaakt.” Hoe lastig dat is? “Voor mezelf wil ik altijd het hoogste eruit halen, maar je moet ook realistisch zijn. Als dorpsclub, met eigen jongens, is het niet verkeerd om eerste of tweede klasse te spelen. Dat is eigenlijk al een heel mooi niveau!” Wel één waar ze zich nu dus nog op moeten zien te handhaven. “En ik vind ook dat we daar thuishoren.” Met hem als aanvoerder. “Buiten het veld ben ik heel rustig, daarbinnen sta ik mijn mannetje en probeer ik de boel aan te sturen en te helpen.” Als centrale verdediger, met het spel voor zich. “Ik ben meer een meevoetballend type, dus moet met name de opbouw verzorgen.” En dat is nodig ook, want de inwoner van Klein-Zundert, barst voorlopig nog van het fanatisme. “Zorgen dat we afsluiten met handhaving, dat is een mooi doel. Daar ga ik alles aan doen!”

Klik op Moerse Boys voor meer artikelen over de club.
Klik op Moerse Boys voor meer informatie over de club.

Frans van Dorst scoort bij RSV buiten de lijnen

Een tegelpaadje leggen, lijnen trekken of een stukje grasmaaien. Je kunt het zo gek niet bedenken, of Frans van Dorst doet het samen met zijn ‘kameraden’ bij RSV. Want als lid van de onderhoudsploeg, heeft de voormalig voetballer het er maar gezellig druk mee. “Het is leuk om te doen en voelt nooit als een verplichting.”

En vooral dat laatste, is maar goed ook. Want Van Dorst (70) is steevast iedere maandag op de club te vinden. “We zijn allemaal pensionado’s, dus dat is hartstikke gezellig onderling. Bakje koffie en een worstenbroodje, zo gaat dat.” Met een mannetje of tien. “Laatst zijn we met z’n allen uit eten geweest.” Op eigen kosten, lacht hij. “We halen met een aanhanger oud-ijzer op, dat brengen we dan weer weg.”

Waardering

Een terechte beloning, voor alles wat ze bij RSV doen. “Met een maaimachine buiten de velden maaien, reclameborden schoonmaken, kleedlokalen en de kantine onderhouden of wat hekwerk. Eigenlijk allerlei veel voorkomende werkzaamheden.” Gewoon om elkaar te helpen. “Ik zit nu al best lang bij de onderhoudsploeg, sinds 2014. Daarvoor heb ik twintig jaar de kantine gedaan.” Maar tegenwoordig gaan ze dus op maandag aan de slag. “Toen zijn we een ploegje gaan vormen, dat was natuurlijk veel makkelijker. Het is gewoon zo leuk om te doen.” Vooral het straatwerk en het maaien, vertelt hij. “Dat vind ik het leukste om te doen. Maar er zit ook geen drang of verplichting achter, hè. Soms zetten we bankjes naast het veld, of vervangen we de reclameborden. Die worden bruin van de beregening.” Gelukkig wordt hun werk, meer dan gewaardeerd, merkt Van Dorst. “Dan krijgen we complimenten: ‘Het is een mooi paadje geworden’. Of jongens van het eerste komen wat drinken brengen, als we met het klusteam bij elkaar zitten.” Niet zo gek ook, blijkt. “Ik voetbalde vanaf mijn negende bij RSV, eerder mocht toen nog niet. Pas op mijn 60ste ben ik gestopt.” Tot het eerste, schopte Van Dorst het echter niet echt. “Een half jaartje maar, voor de rest vooral in het tweede of derde.” Als spits. “Dan moet je proberen veel doelpunten te maken, hè.”

Jubileum

Scoren doet hij buiten het veld, nu in ieder geval wel. “Je zit er helemaal in gebakken, met de mensen om je heen. Zo’n club verlaat je niet.” Eveneens als voormalig kantinebeheerder dus. “Dat heb ik twintig jaar gedaan, daarna komt er altijd weer een nieuw iemand.” Maar met zijn betrokkenheid, is na al die seizoenen nog altijd niks mis. “Thuis ga ik altijd kijken bij het eerste, uit naar Zeeland vind ik tegenwoordig wat te ver. Vroeger ging ik dan wel mee.” Hopend op een kampioenschap? “Dat is natuurlijk altijd mooi, alleen promoveren naar die derde klasse hoeft voor mij niet zo. De vierde klasse is mooi voor RSV, dat vind ik een mooie competitie.” Met de inwoner van Rucphen in ieder geval langs de lijn. “Ik blijf het doen, zolang ik het kan. We hebben onlangs ons 90-jarig bestaan gevierd, nu hoop ik natuurlijk het 100-jarig jubileum ook mee te maken!”

Klik op RSV de laatste artikelen over de club.
Klik op RSV voor meer informatie over de club.

Van Wortel stopt bij RSV: ‘Straks ga je te lang door’

Na drie seizoenen als trainer van RSV, komt er na de zomer een einde aan het huwelijk tussen Jaimy van Wortel en de Rucphense vierdeklasser. Ondanks dat de spelersgroep eigenlijk wel met hem door wilde. “Voor mij voelde een vierde jaar als net iets te veel…”

Misschien wel een klein beetje ingegeven, door de resultaten, vertelt hij. “We hebben hier en daar iets te veel dure puntjes laten liggen. De doelstelling was om de top vijf te halen, dat kan nog steeds, maar we moeten toch ook te veel naar onder kijken.” Van Wortel (34) weet wel waarom. “We zijn echt een voetballende ploeg geworden, tegen fysieke tegenstanders. Daar gaan we soms te veel in mee en dan troeven ze ons af.” Daardoor krijgt RSV naar zijn zin, ook te veel doelpunten tegen. “We willen graag vooruit, met een jonge groep, alleen moet dan wel de restverdediging op orde zijn. En vaak moeten we wedstrijden ook zelf eerder afmaken.”

Voetballen

Want ook daar, zit wel een beetje de crux, volgens Van Wortel. “Je moet jezelf belonen in goede wedstrijden, door doelpunten te maken.” Zorgen maken doet de oefenmeester zich echter niet. “Het woord degraderen ga ik niet in mijn mond nemen, maar die nacompetitie zweeft toch wel een beetje in het hoofd.” Bij de club die hem drie jaar geleden, naar eigen zeggen, een mooie kans bood. “Ik kwam natuurlijk van de jeugd, dus daar ben ik RSV nog steeds heel dankbaar voor.” Overgekomen van VVR, belandde Van Wortel in het seniorenvoetbal. “Er was veel werk aan de winkel, want eigenlijk speelden ze hier altijd op de counter of de lange bal. De klik met de groep was er meteen, dus daar wilde ik destijds graag mee gaan werken!” En naar zijn hand zetten. “We hebben bewust voor ‘voetballen’ gekozen, om dat erin te slijpen. Uiteindelijk denk ik dat we iets moois hebben neergezet, als een stabiele vierdeklasser.” Want het countervoetbal, dat moest eruit. “Niet achteruitlopen, maar drukmomenten kiezen. Positiespel spelen en veel meer tactiek. We hebben echt voetbal erin gebracht. Nu willen we zelf de bal hebben.” Iets om trots op te zijn, vindt Van Wortel. “Dat ik het vanuit mijn hoofd, bij de spelers heb weten te leggen. Daardoor hebben we echt goed voetbal gespeeld, ik vind het mooi dat we dat samen hebben kunnen bereiken.”

Leerzaam

Maar genoeg voor een vierde jaar, was dat dus niet. “Een moeilijke beslissing. De groep wilde graag nog een seizoen door, maar ik vond dat net iets net te veel. Straks ga je te lang door… Nu kunnen we in ieder geval goed afsluiten.” Want dat, is natuurlijk wel de bedoeling. “Ik vind nog niet dat we er het maximale uit hebben gehaald, de resultaten zitten nog wat tegen. Toch gaan we niet anders voetballen, dan haal je het plezier uit die spelers.” En voordat Van Wortel vertrekt naar competitiegenoot en concurrent WVV’67 wil de trainer genieten van zijn laatste weken in Rucphen. “Voor mezelf moest ik een stapje zijwaarts zetten. Hun manier van voetballen sprak me aan en ook het trainen van een jonge groep is goed bevallen, maar ik ga de club en het gevoel van één team zijn straks echt wel missen. Net als de drive van die jongens. Ik ben hier altijd met open armen ontvangen.” Een meer dan leerzame periode, zo reflecteert hij. “Ik heb geleerd hoe je om moet gaan met seniorenvoetbal. Hoe je spelers moet benaderen en juist individueel met jongens bezig moet zijn. Vooral door veel te praten met elkaar.” En goed te presteren natuurlijk. “Vijfde worden zou een mooie afsluiting zijn. Helemaal na ons bekerseizoen.” Daarna slaat de inwoner van Hoeven zijn vleugels verder uit. “Mijn ambities zijn groot, maar het moet ook allemaal maar net passen. De komende drie jaar wil ik mijn UEFA B halen, daarna kijken we verder!”

Klik op RSV de laatste artikelen over de club.
Klik op RSV voor meer informatie over de club.

SVC wil terug naar de vierde klasse

De knop omzetten na een degradatie, is lang niet altijd makkelijk. Toch bewijst vijfdeklasser SVC dit seizoen dat het kan. Want met de koppositie op zak, lonkt een snelle terugkeer in de vierde klasse, weet Jorn Magielse. “Hier hadden we natuurlijk op gehoopt, al wisten we dat het pittig zou worden.”

En pittig, is het voorlopig in die vijfde klasse. Want ondanks dat SVC de trotse lijstaanvoerder is, kan het volgens hem nog alle kanten op. “We hebben helaas een paar puntjes laten liggen, maar we mogen niet klagen. Het gaat prima!” Precies zoals ze vooraf in Standdaarbuiten dus hadden gehoopt. “Ons doel was om kampioen te worden of te promoveren. In ieder geval zo snel mogelijk terug naar die vierde klasse. Het zou mooi zijn als dat via een kampioenschap is.”

Spel maken

Met het vertrouwen zit het bij de 26-jarige Magielse wat dat betreft wel goed. “Eigenlijk zijn we er in kwaliteit op vooruitgegaan. Weinig spelers verloren, plus een paar aanwinsten. Wat dat betreft doen we het nog bijna met dezelfde groep.” Een team dat het moet hebben van het voetballen, aldus Magielse. “Vorig jaar waren we een stabiele vierdeklasser, maar gingen we er via de nacompetitie toch net uit. Dat was onnodig. Tegen Neerlandia’31 hadden we toen echt een off-day.” Eén met flinke gevolgen. “Dan zijn de consequenties groot en degradeer je gewoon.” Een flink verschil, vertelt hij. “Het is in deze competitie veel de lange bal naar voren en strijd leveren, terwijl wij juist meer weerstand kunnen bieden tegen voetballende teams. Daar moesten we in het begin wel even aan wennen.” Vooral ook in de manier van spelen. “Nu moet je zelf het spel maken en aanvallen, in plaats van op de counter te spelen. Daardoor speel je toch een aantal pittige wedstrijden.” Met Gloria UC als belangrijkste concurrent. “Dat is in mijn ogen ook gewoon echt een vierdeklasser. Die winnen hun wedstrijden ook vaak ruim.” Met de laatste wedstrijd als onderlinge clash, kan het zomaar nog lang ongemeend spannend blijven. “Toch heb ik er vertrouwen in dat we kampioen gaan worden!” Al kunnen er dan nog wel een paar dingen beter. “Ik merk soms dat we wel iets scherper aan de wedstrijd mogen beginnen. En ook de breedte van de selectie is een gevaar. Als we kampen met te veel blessures.”

Klaar voor

Bij de club waar Magielse al zijn hele leven voetbalt. “Vanaf mijn vierde. En altijd gebleven! Op mijn veertiende maakte ik mijn debuut in het eerste.” Toch sloot hij een overstap nooit uit, is de inwoner van Standdaarbuiten eerlijk. “Maar als je dan gaat strepen, wilde ik toch liever bij SVC blijven. Dan was de keuze voor mij duidelijk.” En niet voor niks. “Het is een echte dorpsclub, even gezellig na de wedstrijd wat drinken. Ondertussen speel je al jaren met elkaar in een elftal, je kent iedereen door en door.” Ook van vroeger. “Het is leuk om de jeugd er nu zo tussen te zien, sommigen heb ik zelfs nog training gegeven.” Voor Magielse is er op dat vlak een belangrijke taak weggelegd. “Ik ben één van de spelers met de meeste ervaring. Daardoor probeer ik veel te coachten en aan te sturen. Dat vind ik leuk en zit ook wel in me.” Begonnen ooit als spits. “In de jeugd. Bij het eerste ook nog als linksback, maar nu weer een stapje naar voren.” Een positie die hem wel ligt, vertelt Magielse. “Voorin kun je toch meer een bijdrage leveren, een soort box-to-box in een 442. Iemand met tactisch inzicht en een goede trap.” Het leverde de linkspoot al acht doelpunten op. “Wat dat betreft ben ik boven mezelf uitgestegen. Hopelijk komen er nog een paar bij.” Alles om dat ene doel te behalen. “Zo snel mogelijk terug naar die vierde klasse. Dat zou weer een mooie uitdaging zijn. En ik denk dat we er klaar voor zijn!” Met hem, al lopend naar de club, er gewoon weer bij. “Ik heb het naar mijn zin, dus als we de groep bij elkaar kunnen houden, blijf ik zeker nog een aantal jaar bij SVC.”

Klik op SVC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SVC voor meer informatie over de club.

‘Als je er toch bent, kun je beter wat doen’

Met twee voetballende meiden, kon haar betrokkenheid als ouder natuurlijk ook niet achterwegen blijven. En dus is Charlotte van Gammeren, samen met haar man, als trainer en teamleider betrokken bij de JO9 van DSE. “Als je er toch bent, kun je beter wat doen!”

En dus besloot ze dat bijna vier jaar geleden dan ook maar gewoon te doen. Inmiddels dus bij de JO9 van haar jongste dochter. “Meestal geeft mijn man training, maar als hij niet kan, doe ik het! Op zaterdag ben ik er altijd bij als teammanager.” Of toeschouwer van de oudste, bij de MO13-2. “Daar zijn ook een hoop fanatieke ouders, dus hebben we verder weinig neventaken, haha!” Neventaken die ze naast het zijn van teamleider bij de JO9, nog wel degelijk heeft. “Verder doe ik nog een aantal vrijwilligersklusjes. Bij het organiseren van activiteiten, bijvoorbeeld voor sinterklaas, ben ik van de partij!”

Op voetbal

Maar vooral op zaterdag, heeft Van Gammeren (39) het er dus maar ‘druk’ mee. “Ik zorg altijd dat ik weet welke spelertjes aanwezig zijn, gewoon door een peiling. Zodat ze op tijd kunnen afmelden. Daarna maak ik een opstelling. We hebben er negen, maar spelen slechts met zes.” Ook het vervoer, valt onder haar bewind. “Dat proberen we vanaf de club te doen, al lukt dat niet altijd. Toch is dat wel fijner, ook voor het carpoolen.” Allemaal in gang gebracht, door haar jongste dochter, vertelt Van Gammeren, die zelf ook tot haar vijftiende bij DSE voetbalde. “Die wilde héél graag op voetbal. Haar vriendinnetjes zaten hier ook, dus dat trekt aan. En het maakte haar niet uit, dat het tussen de jongens was. De drie proeftrainingen vond ze helemaal leuk!” Hoe anders was dat bij haar ‘oudste’. “Die wilde juist absoluut niet bij de jongens voetballen, dus die heeft gewacht tot de MO11. Ze heeft het nu in de MO13-2 helemaal naar haar zin.” Niet zo gek ook, vindt Van Gammeren. “Het is een heel gezellige club, net één grote familie. En er wordt veel georganiseerd voor de jeugd, van thema-activiteiten tot het kamp. Onze meiden gaan er gewoon graag heen.” Sterker nog. “Als een wedstrijd wordt afgelast, zijn ze gewoon chagrijnig en willen ze toch graag gaan. Dat geeft wel aan hoe leuk ze het vinden, dat is voor ons natuurlijk ook goed.” Al lijken ze dus niet al te veel op elkaar. “De één is wat stoerder, de ander meer meisjesachtig.”

Spannend

Bij een club, waar iedereen elkaar volgens Van Gammeren kent. “Juist door alle activiteiten die worden georganiseerd, daardoor ontmoet je verschillende mensen. Tijdens het kamp, worden de teams ook bewust door elkaar heen ingedeeld.” Al wordt dat steeds lastiger. “DSE was ooit een kleine club, maar is behoorlijk gegroeid. Als ik eerlijk ben, hoop ik niet dat we nog veel meer gaan groeien, dan worden we te groot en krijg je toch een andere sfeer. Dat je elkaar minder goed kent.” Aan haar inzet, zal het in ieder geval niet liggen. “Mijn instelling is toch altijd een beetje: mijn kinderen zijn er en ik ook, dan kan ik net zo goed wat doen.” En dus is Van Gammeren er best wel vaak, begint ze te lachen. “Die meiden trainen op verschillende dagen, dus ik ben er vier keer. Plus zaterdag.” Naast dat het heel leuk is, ook best handig, vertelt de inwoonster van Sprundel. “Je dochter speelt toch tussen de jongens, dat is een klein beetje spannend. Zo kan je een klein oogje in het zeil houden.” Want je kinderen zien voetballen, is natuurlijk het leukste wat er is. “En dan kan je net zo goed ook teamleider worden.” Precies zoals het een echte DSE-familie betaamt. “Dat kun je gerust zeggen! Vroeger was dat bij mij in huis niet anders, vier van de vijf voetbalden bij DSE.” Toch gaat het thuis niet altijd alleen maar over voetbal, vertelt Van Gammeren licht opgelucht. “Gelukkig is dat niet het dagelijkse onderwerp, dat is wel fijn.” Want, zo lacht ze. “Ik krijg al vaak genoeg opmerkingen naar mijn hoofd: Ben je er nu alweer? Heb je hier een matrasje liggen?” Haar contract voor volgend jaar, ligt dan ook alweer klaar. “De jongste gaat naar een meidenteam, daar ben ik van plan om mijn leiderschap voort te zetten. Wel met graag iemand erbij.” Of ze ook, samen met haar man training blijft geven? “Als er andere ouders zijn die dat willen doen, zou dat alleen maar mooi zijn. Maar anders doen wij het!”

Klik op DSE voor meer artikelen over de club.
Klik op DSE voor meer informatie over de club.

‘Er zit een goede lichting aan te komen’

Als jeugdtrainer én speler van tweedeklasser Victoria’03, weet Brian Hellemons als geen ander hoe belangrijk het opleiden van eigen jeugd is voor de club. Want niet alleen binnen de lijnen, is de centrale verdediger bloedfanatiek. “Het gaat om herkenbare gezichten, dat is belangrijk voor ons als dorp.”

Helemaal als het dan ook nog eens goed gaat. “We draaien eigenlijk boven verwachting, maar de verschillen zijn klein.” Toch staat Victoria’03 er met een plek in de middenmoot prima voor. “De start van het seizoen was goed. We wilden ons zo snel mogelijk veilig spelen en dan kijken naar meer.” En dus is de lat inmiddels al een stukje hoger gelegd. “Nu willen we bij de eerste zes eindigen. Of misschien zelfs wel top vijf. Dat hebben we in de winterstop met elkaar gezegd.” Al blijft de 26-jarige Hellemons op zijn hoede. “Je moet toch ook altijd stiekem nog een klein beetje naar onder kijken.” Een periode, ligt dan ook niet direct in het verschiet. “Dan moet je waarschijnlijk vierde worden, dat wordt lastig. Dat is ook geen doelstelling op zich, meer een bonus.”

Ontwikkeling

Bij de club waar Hellemons toch eigenlijk wel een beetje kind aan huis is. “Ik ben op mijn vijfde begonnen met voetballen bij Victoria’03. Daarna heb ik nog twee jaar in de senioren bij MOC’17 gevoetbald, inmiddels ben ik alweer vijf seizoenen terug.” En met succes. “Het is echt een dorpsvereniging. Met allemaal jongens uit het dorp óf de omgeving. Eigenlijk gaat iedereen onderling goed met elkaar om. Van het eerste tot het derde. Dat draagt ontzettend bij aan de sfeer.” Helemaal als er dan ook nog gepresteerd wordt. “Ik hoop dat we ons kunnen handhaven in de top vijf. Daarvoor worden de komende weken heel belangrijk, tegen directe concurrenten.” Wat er dan beter moet? “We hebben een redelijk jonge groep, dus we moeten soms iets volwassener zijn. En in de laatste fase kan het nog wel wat beter. De opbouw is vaak goed verzorgd, maar daarna missen we wat creativiteit.” Iets waar Hellemons zelf, weinig aan kan doen. “Ik sta meestal centraal achterin. Moet het van mijn voetballende kwaliteiten en spelinzicht hebben.” Heel gek is dat gezien zijn rol als jeugdtrainer dan ook niet. “Volgend seizoen word ik hier trainer van de JO19. Via het CIOS heb ik mijn UEFA C en B gehaald, toen zat ik nog bij MOC’17.” Vanaf zijn 21ste, is hij daar al druk mee in de weer. “Het spelletje voetbal vind ik gewoon heel leuk, bezig zijn met jonge gasten. De ontwikkeling zien als team én individu, dat heeft wel iets.” Helemaal als ze daarna doorgaan naar het eerste. “Dat is natuurlijk heel mooi en uiteindelijk ons doel.” Want, zo vertelt hij. “We willen bij Victoria’03 graag de jeugd een boost geven, met veel oud-voetballers die training geven.”

Rustig

Als selectiespeler, weet de inwoner van Oudenbosch als geen ander hoe belangrijk dat is. “Er komen de laatste jaren wat minder jongens door. Maar gelukkig merk je nu dat er bij de JO17 een goede lichting aan zit te komen. Dat is belangrijk voor ons als dorp. Die herkenbare gezichten.” Aan hem dus de taak, daar de komende jaren een steentje aan bij te dragen. “Via het lesgeven op het CIOS, ben ik daar eigenlijk zo een beetje ingerold. En ik vind het heel leuk! Ik wil eerst zo lang mogelijk zelf voetballen, maar daarna wil ik daar graag in verder.” Aan ambities dan ook geen gebrek. “Als speler zou ik best nog een keer een stap naar bijvoorbeeld de Vierde Divisie willen maken. Om te kijken of dat erin zit. Anders voetbal ik hier gewoon met mijn vrienden.” Als een soort voetballende trainer. “In het veld probeer ik de boel ook altijd tactisch weg te zetten.” Langs de kant, is hij de rust zelve. “Ik ben behoorlijk rustig van mezelf, kijk vooral analytisch. Af en toe probeer je de boel natuurlijk wel op te peppen, maar ik sta niet steeds te roepen.”

Klik op Victoria’03 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Victoria’03 voor meer informatie over de club.

Bogers ging van keeper naar speler bij Schijf

Toen Lars Bogers op zeventienjarige leeftijd als jeugdspeler mee mocht trainen met de selectie, was de concurrentie voor zijn positie groot. Want van keepers, hadden ze er bij Schijf eigenlijk wel genoeg. En dus is hij sinds twee seizoenen veldspeler. “Die omschakeling was best wel pittig.”

We beginnen voor de volledigheid dan ook bij het begin. “Ik heb heel de jeugd gekeept. Eén keer, in de JO15, was ik veldspeler. Maar meer niet.” Talent als keeper, had Bogers (20) dan ook wel. “Toen ik zeventien was, trainde ik al mee met de senioren.” Alleen was er één probleem, herinnert hij zich. “De selectie had twee best wel goede keepers. Als je jezelf daar op die leeftijd mee moet meten, als derde doelman…”

Best pittig

Het stelde Bogers een aantal seizoenen later voor een lastig dilemma. “Toen ik de overstap moest maken naar de selectie, had ik twee opties: als tweede doelman of verder als ‘voetballer’. Het werd dus veldvoetballer.” Een wereld ging voor hem open. “Ik heb, voordat ik echt de stap maakte naar de selectie, eerst een half seizoen bij het tweede gespeeld, als rechtsback. Dat ging redelijk, dus wilde ik het wel proberen.” En met succes. “Inmiddels heb ik overal wel een beetje gestaan. In het begin van dit seizoen nog even als keeper, omdat onze eerste doelman geblesseerd was. Daarna kwam ik op de bank, maar vanwege blessures kreeg ik vlak voor de winterstop de kans als rechtshalf. Nu speel ik weer rechtsback.” Een flinke omschakeling, zoals gezegd. “Na een half jaartje bij het tweede, kreeg ik al de kans om mee te trainen bij het eerste. Uiteindelijk groei je mee met het niveau. Al was het soms best pittig.” Maar het was het waard, meent Bogers. “Als ik nu zie hoe ik ben gegroeid. De eerste seizoenshelft stond ik nog wissel, nu sta ik in de basis. Door de trainingen, ben ik echt beter geworden. Naarmate je het vaker doet, komt dat vanzelf.” Helemaal met zijn geschiedenis, lacht hij. “Ik ben natuurlijk wel verdedigend ingesteld, doordat ik keeper ben geweest. Dat helpt mij nu als verdediger, daardoor ben ik één op één sterk.” Dus rijst nu de vraag: gaat hij veldspeler blijven? “Dat vragen mensen natuurlijk heel vaak, maar ik weet het nog niet. Ik vind het allebei even leuk! En je bent multi-inzetbaar, haha.”

Vriendenteam

Die inzetbaarheid kunnen ze bij Schijf dan ook maar wat goed gebruiken, vertelt Bogers. “De aantallen zijn afgenomen. Soms hebben we voor een wedstrijd maar dertien of veertien man. Er zijn best wat basisspelers weg, dan lever je in qua kwaliteit.” En dus is hij best tevreden met een plek in de middenmoot van de derde klasse. “Ons doel is handhaven zonder nacompetitie. Daar ben ik ook niet bang voor. We hebben al laten zien dat we ons goed staande kunnen houden.” Met de club waar Bogers al zijn hele leven speelt. “Ik was vijf of zes, toen ik bij Schijf begon. Ook nooit overwogen om ergens anders te gaan spelen. Lekker op het fietsje naar de club.” En niet voor niks. “Iedereen kent elkaar, ons kent ons. Dat vind ik fijn. Samen opgegroeid in de jeugd en nu bij het eerste. Eigenlijk zie ik ons ook als een soort vriendenteam.” Eén waar Bogers wat hem betreft, nog lang trouw aan zal blijven. “Ik ga hier nooit weg, denk ik.” Tijd genoeg dus, om iets moois neer te zetten. “Mijn ambitie is om een dragende speler te worden en met Schijf op de lange termijn misschien wel naar die tweede klasse te gaan. Wie weet lukt dat ooit…”

Klik op RKVV Schijf voor de laatste artikelen over de club.
Klik op RKVV Schijf voor meer informatie over de club.

‘Terugkeren naar de derde klasse met Clinge is ons enige doel’

Na een verblijf van drie seizoenen in de derde klasse zondag viel in mei 2023 het doek voor v.v. Clinge. Dit seizoen is de ploeg van middenvelder Teun van Putte er alles aan gelegen om direct weer terug te keren naar een hoger niveau. ‘Terugkeren naar de derde klasse is ons enige doel.’

Het liefst willen de roodhemden dat doen met een kampioenschap en daar heeft Clinge vooralsnog de beste papieren voor. Het leek erop dat de titelstrijd na de 4-1 thuisoverwinning op naaste belager Hoeven al zo goed als beslist was. Maar eind maart liepen Van Putte en zijn ploegmakkers tegen een onverwachte zeperd op in Woensdrecht. Op het kunstgras van WVV’67 verloren de Clingenaren verrassend met 3-2 en zag men het gat weer verkleind worden.

“Dat was een tegenvaller natuurlijk, zeker omdat we de week ervoor tegen Hoeven zo’n overtuigende winst hadden geboekt. We lieten toen zien dat we over veel kwaliteit beschikken en dat we in mijn ogen ook in derde klasse moeten kunnen meedraaien. De tweede seizoenshelft van vorig jaar gaf ons zeker vertrouwen. Alleen was het pleit toen al beslecht en kwamen we niet meer onderin weg met rechtstreekse degradatie tot gevolg. Dat was doodzonde want na de winter lieten we meermaals zien dat we ook op dat niveau gewoon onze punten konden pakken.”

Het enige minpunt is volgens Van Putte, dat de selectie te smal is op sommige momenten in een seizoen. “Er moet bij ons niet heel veel misgaan, want dan moeten we te vaak een beroep doen op jongens uit het tweede of spelers die bij het eerste doelbewust zijn gestopt om lager te gaan spelen zoals Thomas Leegwater en Bert Buijsse. Al is dat overigens geen straf om zulke ervaren spelers er nog geregeld bij te hebben moet ik bekennen.”

Talent en kwaliteit is er volgens de middenvelder meer dan voldoende aanwezig om de kampioensdroom tot een goed einde te kunnen brengen. Zelf is hij momenteel bezig aal zijn derde seizoen bij v.v. Clinge, waarvan de laatste twee hij wekelijks basisspeler is in het elftal van trainer Mario Vermeirssen. Overigens niet altijd op zijn vertrouwde positie als controleur, maar soms ook aan de buitenkant op het middenveld. “Van nature ben ik een verdedigend ingestelde speler en ben ik iemand die zorgt voor de balans op het midden. Soms is het echter afhankelijk van de beschikbare spelers waar de trainer me opstelt. Wanneer onze aanvoerder Dominic de Maagt erbij is dan speel ik vooralsnog links op het midden, anders op ‘zes’. Voor mij was het aan de zijkant in het begin echt wennen, maar nu begin ik steeds beter mijn draai te vinden. Al hoop ik op termijn toch wel mijn kans te kunnen pakken in de as van het veld, waar toch meer mijn kwaliteiten liggen vind ik persoonlijk.”

De 19-jarige Van Putte, wiens broer Dries ook in het eerste van Clinge actief is, woont in Hulst en kwam via de jeugd van Hulsterloo en HVV’24 uiteindelijk met een aantal vrienden in de JO19 van Clinge terecht. Van daaruit maakte hij de stap naar de hoofdmacht en doet er dus nu een gooi naar de titel. “Ik hoop echt dat we het redden, want de groep wil zo snel mogelijk weer terugkeren in de derde klasse. Daarin spelen een paar Zeeuws-Vlaamse clubs zoals Breskens, Hontenisse, HVV’24 en Steen. Zeker die laatste twee clubs dat zijn voor ons echt geweldige wedstrijden om te spelen. Veel publiek, strijd en mooie duels. Daar kijken we stiekem met z’n allen toch wel naar uit.”

Klik op VV Clinge voor meer artikelen over de club.
Klik op VV Clinge voor meer informatie over de club.

Van Hanegem wil met goals belangrijk zijn voor promovendus Terneuzen

Momenteel is Bart van Hanegem (20) bezig aan zijn derde seizoen bij v.v. Terneuzen. Vorig seizoen pakte hij overtuigd te titel in de 3e Klasse A van het zondagvoetbal. De club besloot ‘horizontaal’ over te stappen en komt daardoor nu uit in de sterke zaterdag 2e Klasse E waar het in de brede middenmoot acteert.

“Ons voornaamste doel wat we hebben gesteld is handhaven. Maar het is al gebleken dat je wekelijks alert moet zijn en toch vooral punten moet sprokkelen. Want bijna alle teams kunnen van elkaar winnen, maar dus ook van elkaar verliezen. Alleen MZC’11 en Heinenoord steken er wat bovenuit, naar van plaats vier tot tien zitten er slechts een paar punten. Het is dus zaak om tegen de ploegen waartegen je punten moét pakken ze ook pakt, zoals tegen WHS onder andere.”

De ploeg van de jonge aanvaller begon slecht aan het avontuur in het zaterdagvoetbal, want de eerste vijf duels leverde slechts drie puntjes op. “Dat was echt matig inderdaad. En dan moet je gelijk in de achtervolging en vol aan de bak om snel onderin weg te komen. We speelden best aardig voetbal alleen wonnen we niet en dat zijn dan toch teleurstellingen. Maar daarvan hebben we ons inmiddels daarna goed hersteld.”

Zelf is Van Hanegem, wiens vader als aanvaller ook een garantie was voor veel goals, redelijk tevreden over zijn prestaties tot nu toe. “Het gaat zeker niet onaardig, maar als het gaat over effectiviteit en doeltreffendheid dan moet het zeker nog beter. Bij de winterstop stond ik op tien goals maar daarmee ben ik niet tevreden. Een spits bij een ploeg als Terneuzen die moet er in mijn ogen minstens vijftien maken per seizoen. Daar hoop ik minimaal wel op te eindigen want anders heb ik het vind ik zelf alsnog niet goed gedaan.”

Zelfkritisch als hij is, hoopt hij dat zijn ploeg het lukt om ook volgend seizoen uit te komen in de tweede klasse. Een mooi niveau zegt de voormalig jeugdspeler van IJzendijke en JVOZ. Na een verblijf bij de Jeugd Voetbal Opleiding Zeeland belandde hij op zijn achttiende bij Terneuzen, de ploeg waar vader Adri ook nog één seizoen speelde. “Na JVOZ begon ik hier drie seizoenen geleden nog bij de JO19. Na de winterstop kwam ik al bij het eerste en ben sindsdien nauwelijks nog uit de basis verdwenen. Dus je kan zeker stellen dat het een meer dan goede keuze is geweest.”

Maar de scorende spits hoopt dat er voor Terneuzen op termijn nog meer in de tank zit dan wat er nu uitkomt. “We hebben een selectie met enkele oudere spelers, maar verder is het vooral een heel erg jonge groep. Dat gaat soms met wisselvalligheid en met vallen en opstaan. Maar er zit heel veel talent in en als we hier de boel een aantal seizoenen bij elkaar kunnen houden, dan zie ik het positief in.”

Hoelang hij daar zelf nog deelgenoot van blijft dat is vooralsnog toekomstmuziek. “Ik wil er sportief wel graag het maximale uithalen, al moet ik volgend seizoen toch even pas op de plaats maken als het gaat om het voetbalspelletje. Ik vertrek dan voor mijn studie ‘International Business’ een jaar naar het buitenland. Een half jaar Frankfurt en een half jaar Spanje. Dus dat zal even schakelen zijn denk ik.”

Daarom geniet hij nu wekelijks extra wanneer hij op het veld staat en probeert zijn bijdrage te hebben met hard werken, assists en doelpunten. “Handhaven en resultaat halen is één, maar af en toe scoren is toch lekker. Ik ben momenteel clubtopscorer en zo wil ik ook graag het seizoen afsluiten. Voor mij als aanvaller is dat toch wel extra lekker.”

Klik op VV Terneuzen voor meer artikelen over de club.
Klik op VV Terneuzen voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.