Home Blog Pagina 163

Degradatie zit bij Jongejan in zijn achterhoofd

Na een prima start van het seizoen, hadden ze bij SNS eigenlijk verwacht halverwege toch wel iets hoger te staan. Maar door een mindere fase vlak voor de winterstop, moet de vierdeklasser het doen met een plek in de middenmoot. En dus dreigt degradatie, weet ook Jari Jongejan. “Het zit toch in je achterhoofd.”

En dat terwijl ze bij de club uit Stad aan ‘t Haringvliet dus juist zo lekker aan het seizoen waren begonnen. “Tegen moeilijke tegenstanders, hebben we uitstekend gepresteerd. Daarna kregen we last van veel blessures en dus staan we er nu toch wat minder goed voor.” Al was de doelstelling vooraf vrij duidelijk: “Overleven! Dit jaar degraderen zes van de twaalf teams, dus ons doel was echt handhaven.” En gelukkig, kan dat natuurlijk nog steeds. “We maken ons er misschien een beetje zorgen om, het zit toch in je achterhoofd. Iedere wedstrijd is vanaf nu een zespuntenwedstrijd.”

Teleurstelling

Want als er iets is, wat de 21-jarige Jongejan met ‘zijn club’ niet wil, dan is het wel degraderen. De dorpeling speelt er namelijk al lang. “Ik heb in de jeugd, vanaf de F tot en met de D, altijd bij SNS gespeeld. Daarna ben ik naar De Jonge Spartaan gegaan, maar op mijn zeventiende kwam ik weer terug. Dat was altijd mijn plan!” Toch maakte hij dus, al was het kort, een uitstapje. “Om op een hoger niveau te gaan spelen. Maar veel van mijn vrienden zitten hier.” Het voelt voor Jongejan dan ook als een warm bad. “Het dorp is niet zo groot, dus iedereen kent elkaar. Het is gezellig en echt een soort vriendenclub. Je doet samen een biertje en alles kan of mag.” Ook als ze verliezen? “Dan is de sfeer heel even minder, tot we weer gaan trainen!” En dat is maar goed ook. “Ik hoop dat we de komende tijd punten gaan pakken. We willen echt allemaal in die vierde klasse blijven, al kunnen we ook zomaar degraderen. Zo realistisch moeten we zijn.” Geen schande, maar wel een grote teleurstelling, vertelt Jongejan. “Voor zo’n kleine club, met weinig jeugd. Zelfs ons tweede elftal heeft vaak te weinig man om te kunnen spelen. Dan is het best moeilijk om als vereniging overeind te blijven.” Een lastige situatie. “Ik ben fanatiek, wil winnen én zo hoog mogelijk spelen. Toch lukt dat niet altijd.” Ook niet op de training. “Normaal hebben we genoeg spelers om te trainen, een stuk of tien, twaalf. Maar als je dan een paar blessures hebt, blijven er soms nog maar acht over…”

Notities

En dus moeten ze het bij SNS vooral op zaterdag, tijdens de wedstrijd, dan maar doen. “Vroeger was ik altijd linksbuiten, maar nu spelen we met twee spitsen. Ik ben de snelste van ons team, redelijk loopvermogen en een aardige dribbel. Rechtsbenig, dus ik kom graag vanaf links naar binnen.” Toch is de jongeling nog niet helemaal tevreden. “Ondanks dat ik nog vrij jong ben binnen het team, wil ik graag meer een leider worden. En mijn schot kan nog wel beter!” Gezien zijn doelpuntenproductie, ook niet zo gek. “Tot nu toe heb ik er één…” Al zit daar een verhaal achter, begint Jongejan te lachen. “Ik heb vooral op het middenveld gespeeld. Als ‘6 of als 10’. We scoren sowieso niet veel.” Toch houdt hij het allemaal bij. “In mijn notities, op mijn telefoon. Ik heb wel al vijf assists!” Om zijn doel te bereiken, moeten er echter nog wel een paar bij. “Voor het seizoen, wilde ik eigenlijk één goal of assist per wedstrijd. Nu hoop ik bij tien doelpunten betrokken te zijn.” En dat zal nodig zijn ook. “Ik wil een speler worden die SNS op sleeptouw kan nemen. Promotie naar de derde klasse zou leuk zijn, maar anders blijf ik gewoon voor de gezelligheid.” Want een stap hogerop is voor Jongejan, die lopend naar de club komt, voorlopig niet aan de orde. “Misschien als ooit die kans komt of het niet hier kan…”

Klik op SNS voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SNS voor meer informatie over de club.

Melissant hoopt toch nog op een toetje

Na een seizoen waarin nacompetitie voor promotie werd gehaald, waren de verwachtingen dit jaar opnieuw toch wel hooggespannen. Maar voorlopig, weten ze die bij vijfdeklasser Melissant nog niet helemaal waar te maken, ziet ook verdediger Daniël Nagtegaal. “We hebben een paar keer het deksel op onze neus gekregen.”

En als dat te vaak gebeurt, sta je dus in de middenmoot. “Ons doel was eigenlijk wel weer een beetje om nacompetitie te halen. Het is nog steeds mogelijk, maar we hebben al te vaak niet gewonnen, terwijl het wel mogelijk was.” Waar dat aan ligt? De 22-jarige Nagtegaal heeft op zich wel een idee. “Dan gaan we te gretig voor de winst en krijgen we het deksel op onze neus.” Toch is er bij hem, weinig sprake van ontevredenheid. “Het kan beter, ook slechter. Niet echt tevreden, een beetje neutraal eigenlijk.”

Pittige stap

Aan de sfeer, zal het bij Melissant dit seizoen in ieder geval niet liggen. “Ik voetbal hier al sinds de E’tjes. Geboren en getogen. Er is voor mij maar één club. Na al die jaar, heb ik het nog steeds goed naar mijn zin.” En dat is niet voor niks. “Het is een klein clubje, iedereen kent elkaar en maakt samen een praatje. Daarnaast hebben we gewoon een leuk elftal. Vol met vrienden.” Eentje waar Nagtegaal, student Masterconstructiemanagement aan de TU in Delft, maar wat graag onderdeel van uitmaakt. “Ik ben hier wel blijven wonen, dus af en toe is het een beetje haasten. Maar over het algemeen is het goed te doen en kan ik altijd trainen.” Trainingen die hij op zijn zeventiende, vlak na zijn overstap naar de senioren, meer dan prima kon gebruiken. “Het blijft een pittige stap. In het begin heb ik eerst een paar jaar bij het tweede gespeeld. Je moet echt wennen aan het niveau en een stukje kracht. Ook bij het tweede. De bal gaat sneller, de duels zijn harder en je hebt minder tijd.” Gelukkig gaat dat nu beter, vertelt Nagtegaal. “Verdedigend sta ik mijn mannetje! Een spits heeft tegen mij een zware middag, denk ik. Als voorstopper moet ik hem uitschakelen. Onze laatste man maakt het spelletje, ik sta er om te verdedigen. Dat is mijn kwaliteit.” Al zou hij zich, ook op dat andere vlak, nog graag verder willen ontwikkelen. “Voetballend meer mijn rol pakken. Dat is nog even schakelen, want soms gaat het echt snel.”

Mooie toekomst

Mocht dat lukken, kan er dit seizoen voor Melissant misschien nog wel een leuk toetje in zitten. “Ons doel is nacompetitie, kijken of dat mogelijk is. Dan speel je toch weer een paar leuke wedstrijden, dat hebben we vorig jaar natuurlijk nog meegemaakt.” Al komt dat niet vanzelf, weet Nagtegaal inmiddels. “We moeten nu echt resultaat uit bepaalde duels gaan halen. Alleen goed spelen, heb je niks aan. Constanter worden en punten pakken.” Met hem in ieder geval in de gelederen. “Ik wil gewoon hier blijven, heb niet de ambitie om naar een andere club te gaan.” Want, zo vertelt hij. “We gaan met Melissant echt een mooie toekomst tegemoet, dan is er toch geen reden om ergens anders te gaan kijken? Een jonge ploeg, met een paar oudere jongens. Er zit nog genoeg groei in deze groep.” En dus legt Nagtegaal de lat maar lekker hoog. “Binnen een aantal jaar, denk ik zeker dat we naar die vierde klasse moeten kunnen gaan!”

Klik op VV Melissant voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Melissant voor meer informatie over de club.

‘Eigenlijk zijn we nog met zijn tweeën over’

Als de één stopt, stopt de ander ook. En dus is de kans heel groot, dat vierdeklasser WFB na dit seizoen afscheid moet nemen van twee steunpilaren. Want na jaren van trouwe dienst in het eerste, denken Gijsbert van Estrik en Simon Bremer toch echt serieus over het einde van hun loopbaan na. “Het is ook een keer goed geweest.”

En na al die jaren, mag dat wat Van Estrik (40) betreft misschien ook wel. “Ik ben ooit begonnen bij Moerkapelle, tot ik op mijn dertiende naar Goedereede ben verhuisd. Dan is de keuze voor WFB logisch.” Gestart in de C2, groeide de middenvelder jaren later uit tot een vaste waarde in het eerste. “Ooit wel aanbiedingen gehad van andere clubs én op mijn achttiende ook even getwijfeld, maar nooit gedaan. We kregen ook een leuk elftal, op een goed niveau.” Een stukje clubliefde, lacht Van Estrik. “De sfeer, de derde helft. En je hebt echt binding met de vereniging. Loop je in de supermarkt, word je toch even aangesproken.”

Valt tegen

Dat geldt ongetwijfeld ook voor zijn zes jaar jongere ‘collega’. Als kind van de club. “Ik speel al sinds de F’jes bij WFB. Alle jeugdelftallen doorlopen en op mijn zestiende in het eerste.” Toch is Bremer (34) in de loop der jaren bij een aantal andere teams op gesprek geweest. “Maar nooit had ik het gevoel: dit is het! Daar heb ik ook geen spijt van hoor.” Want de aanvoerder, had het al die jaren goed naar zijn zin. “Vriendschap zorgt voor veel plezier in het voetballen.” Weet ook Van Estrik. “Soms is het ook gewoon prima zo. Dan is het gras ergens anders niet altijd groener.” Al is het gras bij WFB dit jaar, niet al te groen. “Een negende plek valt tegen! We hadden ons er allemaal wel iets meer van voorgesteld. Vorig jaar deden we nog mee voor de bovenste plekken en haalden we een periode. Met dezelfde groep.” En, zo vult Bremer hem aan. “We hebben pech dat de onderste zes eruit gaan. Dat maakt het nog zwaarder.”

Oudere generatie

Hoe het nu dan zoveel minder kan gaan? Van Estrik heeft wel een idee. “Een slechte voorbereiding plus een hoop blessures. Dat vangen we lastig op. Nu moeten we ons zelfs zorgen gaan maken om degradatie.” Toch doet de routinier dat nog niet. “Ik heb wel vertrouwen dat we boven die streep kunnen eindigen. Maar dan moeten we nu wel een goede reeks neerzetten. In ons geval moet je dan weinig geblesseerden hebben. Dan hebben we genoeg kwaliteit om boven in die vierde klasse mee te spelen.” Al ligt het niet alleen aan de vele afwezigen. “De beleving mag in zijn geheel wel wat beter. Qua opkomst en inzet op trainingen.” Toch kijkt Bremer, ondanks de resultaten, iedere week weer uit naar ‘matchday’. “Dan begint het weer te kriebelen. Naar die wedstrijd toeleven, uitwedstrijden met de bus. Ik ben wat dat betreft echt een voetbaldier.” Maar wel één die nadenkt over stoppen. “Dit jaar voor het eerst, dat het door mijn hoofd schoot. Ga ik wel of niet door? Ik merk na een wedstrijd dat ik last heb van mijn onderrug én ik ben pas vader geworden van een dochtertje. Dan kom je toch in een andere levensfase.” Helemaal nu een groot deel van de oudere generatie al afscheid heeft genomen. “Eigenlijk zijn we nog met zijn tweeën over. Dan is het tijd voor de jeugd.” Al twijfelt Bremer soms nog wel. “Handhaving speelt ook nog enigszins een rol. Vijfde klasse is nog steviger voetbal, dat is niet ideaal.”

Cultuur

Van Estrik, inmiddels vader van drie kinderen, zit wat dat betreft in een soortgelijke situatie. “De thuisbaas is er ook wel een beetje klaar mee. En het is een keer goed geweest. Ik merk bij mezelf dat het steeds meer energie kost om het op te brengen. Je bent toch heel je zaterdag kwijt.” Mocht het zover komen, gaat hij ‘dat gevoel’ straks enorm missen. “Het willen presteren, maar ook het publiek. Al die tijd heb ik ontzettend genoten. Van het spelletje, een goede wedstrijd, drie punten of een lekkere actie.” Tegenwoordig vooral als verdedigende middenvelder. “De balans bewaken en zorgen dat we goed staan. Ik zou zelf liever wat aanvallender willen spelen, meer ‘op tien’, maar dit is nu de rol zoals die binnen het team gegroeid is.” En met succes. “De jaren in de derde klasse, hadden we een ontzettend goed elftal. Daar hebben we eigenlijk nog te weinig uitgehaald. Met zulke goede spelers… Als we er echt voor hadden gegaan. Dat was ook een beetje de cultuur. We hielden van een biertje. Daar hebben we toch wel een kans laten liggen.”

Hechte band

Desondanks hebben ze samen een hoop voor WFB mogen betekenen. “We stonden allebei op ons zestiende in het eerste. Uiteindelijk hebben we achttien jaar samengespeeld. Vooral de laatste seizoenen is onze band hechter geworden. Dan trek je toch nog meer naar elkaar toe, als oudsten van de groep. Jongens met dezelfde mentaliteit”, realiseert Van Estrik. “Willen winnen! En aan de slag gaan om het team beter te maken.” Gelukkig voelden ze elkaar ook in het veld, uitstekend aan. “Simon is een spits met een neusje voor de goal. Zijn kwaliteiten zijn door de jaren heen wel een beetje veranderd. Vroeger op snelheid wegdraaien, nu toch meer balvast en een aanspeelpunt. Iemand met veel balgevoel en overzicht. Heel belangrijk voor onze ploeg.” Gesteund door zijn maatje op het middenveld. “Gijsbert is een echte controleur ‘op zes’. Weet waar hij moet lopen, om de looplijnen eruit te halen. Mensen neerzetten, is echt zijn kracht. Net als zijn man uitschakelen, zonder zelf al te veel te lopen, haha!” Aan Bremer dus de taak, om voor de doelpunten te zorgen. “Afgelopen seizoen ben ik op twintig geëindigd, maar dat ga ik dit jaar niet halen. Ik sta nu pas op vier…” Al weet hij wel hoe dat komt. “Ik speel nu op een iets andere manier. Meer helpen bij het opzetten van aanvallen. Balletje vasthouden, iemand wegsteken of even een overstapje doen. Vroeger stond ik vaker op de goede plek.”

Vast riedeltje

Dat kan straks zomaar voor de laatste keer zijn. “Je wilt stoppen voordat je gaat merken dat je niet meer net dat beetje extra kan toevoegen. Dat gevoel heb ik nu gelukkig nog wel. Ik kijk dan ook met een heel goed gevoel terug. Altijd veel plezier gehad, bij mijn clubje in Ouddorp”, aldus Bremer. Want als inwoner van Schiedam, maakt hij de nodige kilometers. “Dat doe ik al een jaar of vijf. Mijn ouders wonen in Ouddorp, dus daar schuif ik dan lekker aan. Een vast riedeltje. Als ik stop, kan het zijn dat je dat toch minder gaat doen. Dat is zonde, want ik ben wel echt een familiemens.” Al stopt hij dan niet definitief. “Ik ga zeker in een lager team voetballen. Ik kan niet zonder.” Want dat laatste, is een understatement. “Sinds mijn 24ste ben ik aanvoerder van WFB, daar ben ik trots op. Dat is iets wat ik erg zou gaan missen.” Maar zoals dat ooit zo is gegroeid en ze elkaar beloofden: “Als jij stopt, stop ik ook.”

Klik op WFB voor de laatste artikelen over de club.
Klik op WFB voor meer informatie over de club.

Voor Ad Buijs (64) blijft voetbal een prachtsport

De gang mag er dan een klein beetje uit zijn, genieten van voetbal doet Ad Buijs (64) wekelijks nog steeds. Want ook na ruim 30 jaar bij de veteranen van Melissant, is de fanatieke voetballiefhebber nog lang niet uitgespeeld. “We hebben een gezellige ploeg en voetbal blijft een prachtsport!”

Een prachtsport die Buijs inmiddels al meer dan vijftig jaar vol passie beoefent. “In 1969 ben ik begonnen in Middelharnis, bij Flakkee.” Tot hij op zijn 24ste naar Melissant verhuisde. Al bleek de overschrijving, iets lastiger dan gedacht, lacht de voetballer. “De voorzitter van Melissant zou dat wel even regelen. Uiteindelijk deed de KNVB een beetje moeilijk en heeft het een half jaar geduurd.” Gelukkig heeft hij die verloren tijd, ondertussen ruimschoots goed gemaakt. “Ik zit alweer 30 jaar bij de veteranen. Mijn knie is niet zo soepel meer, dus soms neem ik een paar weken rust.”

Gezelligheid

Toch doet Buijs dat naar eigen zeggen eigenlijk liever niet. “Proberen te winnen, die beleving en de sociale contacten. We hebben allemaal een goede band, zien elkaar ook op verjaardagen.” Al gaat het tegenwoordig anders, dan ‘vroeger’. “Mensen zeggen sneller af, toen was je er altijd. Zelfs 30 man is soms te weinig. Alleen als er een feestje is, dan zijn ze er allemaal, haha!” Aan de gezelligheid, doet dat bij de veteranen (35+) van Melissant echter niks af. “We bungelen van onder, maar hebben echt een gezellige ploeg, staan altijd voor elkaar klaar.” Ook binnen het veld. “De gang is er een beetje uit. We worden toch ouder én zwaarder. Ik ben ook niet zo snel meer.” Want dat was Buijs vroeger als ‘middenvoor’ en rechtsbuiten van het eerste dus wel. “En ik stond gelukkig vaak op het goede plekje. Dus heb dikwijls gescoord!”

Toch was het natuurlijk niet alleen maar geluk, vertelt hij. “Je best doen, kunnen we allemaal. Daar hoef je geen ster voor te zijn. Dat is altijd mijn motto geweest.” En nu nog steeds. “Ik maak al een jaar of 35 de kleedkamers schoon. Daarnaast onderhoud ik ook de machines, zoals de tractor en de grasmaaier.” Eén ding is in zijn geval duidelijk: “Het is prachtig om op de voetbal te zijn. Op zaterdag en zondag. En soms op woensdag trainen.” Met hem als aanvoerder. “Ik bepaal de opstelling, of eigenlijk ‘de formule’. Zo noem ik dat. We hebben genoeg spelers nodig, met al die oude mannetjes.”

Zingen en springen

Want de hedendaags mentaliteit, is toch veranderd. “Vroeger hadden we vijf elftallen, toen had je veel minder andere dingen te doen. Stond je buiten op straat lekker te voetballen. Dat is nu over. Tegenwoordig hebben we er nog maar twee…” Maar het grootste verschil? “Je had geen mobieltje! Dan moest je naar de sigarenwinkel, om te kijken of je mee mocht doen.” Ook het regelen van trainingspakken, ging er in ‘zijn tijd’ heel anders aan toe. “Op mijn twintigste, kreeg ik mijn eerste tenue. Geregeld via het plaatselijke café.” Aan zijn eergevoel, veranderde dat bij Buijs echter niets. “Ik vond het altijd schitterend om in het eerste te voetballen. Net als nu met de veteranen. We zijn al een paar keer kampioen geworden, dat is toch mooi?” En sinds kort, kunnen dat soort prestaties ook uitbundig gevierd worden. “We hebben een JBL Box gekocht, staan we daar te zingen en te springen. Op Nederlandstalige muziek!” En dus hoopt Buijs, als fanatieke supporter van het eerste, ook daar nog eens een kampioenschap mee te maken. “Al wordt dat natuurlijk steeds moeilijker, als klein dorpje. Veel jongens gaan ergens anders spelen.

Ze bouwen hier geen huizen en kinderen moeten toch ook naar school. Dat is jammer. Daarom vind ik het juist zo mooi als jongens van Melissant hier wel blijven voetballen!” Precies zoals hij al die jaren heeft gedaan. “Als het kan, blijf ik dat nog seizoenen doen. Maar dat hangt ook van mijn knie af. Het is nu toch vaak een pilletje of zwachteltje.” En een ICD-kastje om zijn hartritme in de gaten te houden. “Ik heb negen jaar geleden een hartstilstand gekregen, toen ik in de garage aan het werk was. Daar heb ik wel geluk mee gehad, dat ik nu nog gewoon lekker kan voetballen.” En een derde helft kan ‘spelen’. “We gaan echt wel om te winnen, maar die duurt vaak knap lang! Dan moet ik wel op het fietsje, als penningmeester van de pot…”

Klik op VV Melissant voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Melissant voor meer informatie over de club.

Mastenbroek kijkt met DVV’09 stiekem omhoog

Na iets meer dan een half seizoen voetballen, heerst er bij derdeklasser DVV’09 vooral ‘redelijke tevredenheid’. Want nadat de ploeg zich als doel stelde om niet te degraderen, durft Jens Mastenbroek na een moeizame start stiekem naar boven te kijken. “We hopen nu gewoon zo hoog mogelijk te eindigen.”

Toch liep het bij de club uit Dirksland aan het begin van het seizoen, met acht punten uit de eerste zeven duels, allesbehalve als een geoliede machine. Op de vraag hoe dat komt, moet de negentienjarige Mastenbroek het antwoord schuldig blijven. “Het begin was moeizaam. Waarom? Ik weet het niet zo goed.” Gelukkig keerde daarna het tij en vinden we DVV’09 ondertussen terug in de subtop van de derde klasse. “Daar zijn we voor nu redelijk tevreden mee.” Helemaal als je kijkt naar gestelde doelstelling vooraf. “We wilden uit de degradatiezone blijven. Dus wat dat betreft gaat het goed.”

Veel vertrouwen

Al blijft het met twee directe degradanten en drie teams die via de nacompetitie moeten strijden voor lijfsbehoud, ook voor DVV’09 oppassen. “Toch kijken we wel echt naar boven.” Bij de club waar Mastenbroek zich sinds vier jaar helemaal thuis voelt. “Ik ben begonnen bij De Jonge Spartaan, maar kwam op mijn vijftiende naar hier.” Een bewuste keuze. “Bij ‘Spartaan’ liep het niet meer echt. Ik was altijd de kleinste, dus duels waren moeilijk. Op een gegeven moment stond ik liever wissel dan dat ik speelde. Toen dacht ik echt aan stoppen.” Niet veel later, besloot Mastenbroek dat ook daadwerkelijk te doen. Al duurde die periode niet lang. “Ik ging mee met een vriend, om te kijken. Die speelde bij DVV’09. Zijn trainer vroeg of ik het toch niet zag zitten. En stiekem miste ik het voetballen wel…” Mede door zijn vader, lacht hij. “Van hem moest ik wel wat qua sporten blijven doen. Uiteindelijk heeft dat maar een halfjaartje geduurd.” En met succes. “Het plezier is weer helemaal terug en ik heb het hier enorm naar mijn zin. Leuke jongens én ik ben goed ontvangen.” Ook door trainers John Kleijn en Ruud Wiltschut. “Sinds ik bij de selectie zit, hebben ze mij heel veel vertrouwen gegeven. Als jeugdspeler mocht ik al invallen, later werd ik ook voor de nacompetitie gevraagd en nu speel ik eigenlijk alles in de basis. Het is voor mij persoonlijk dan ook jammer dat ze na dit seizoen weggaan.” Tijdens zijn eerste seizoen bij de senioren, doorgestroomd vanuit de JO19. “We trainden al wel eens samen, dus zo rol je er alvast een beetje in. Ik vind het tot nu toe hartstikke leuk, ook met die jongens.”

Ervaring

Een mooie uitdaging, vertelt Mastenbroek. “Vooral fysiek en qua baltempo.” Maar gelukkig, is de aanvaller gegroeid, lacht hij. “Ik ben een stuk groter dan in de jeugd!” Al moet hij het nog steeds niet van zijn kracht hebben. “Een technische speler. Ik zie het spelletje denk ik goed. Snel en kan heel behoorlijk afwerken.” Het bezorgde hem bij DVV’09 een plekje als linksvoor. “Eerst begon ik als spits, nu sta ik daar. Op zich vind ik het wel fijn. Veel acties maken, alleen krijg je wat minder de bal.” En dus, als Mastenbroek mag kiezen: “Sta ik het liefste in de spits. Dan kom je toch vaker voor de goal én kun je scoren. Dat is uiteindelijk het leukste, daar draait het om.” Toch heeft hij geen doel qua aantal in zijn hoofd. “Zó gretig ben ik ook weer niet. Het belangrijkste is winnen. En assists zijn ook mooi.”

Misschien een klein beetje geïnspireerd door Thiago Alcántara van Liverpool, een speler waar hij graag naar kijkt. “Die is zo technisch!” Zaak voor de inwoner van Sommelsdijk om daar dus een beetje bij in de buurt te komen. “Het is altijd mooi om op een hoger niveau te gaan spelen, maar eerst wil ik hier een paar jaar blijven en ervaring opdoen. Als die kans daarna komt, zou ik dat wel leuk vinden!”

Klik op DVV’09 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op DVV’09 voor meer informatie over de club.

‘Als ik er vijftien maak, krijg ik een kratje bier’

Hij begon ooit als een ‘scharminkel’ bij de senioren, maar is inmiddels uitgegroeid tot een volwassen spits. En dus ligt de lat voor Thijs van Splunter bij Herkingen’55 dit seizoen na een weddenschap met de assistent-trainer uitdagend hoog. “Als ik er vijftien maak, krijg ik een kratje bier.”

En met de teller al in de dubbele cijfers, moet dat de twintigjarige Van Splunter wel gaan lukken. Een mooie motivatie, vertelt hij. “Ik was er nooit zo mee bezig, maar nu is het natuurlijk wel leuk. Eerst die vijftien halen, al zou twintig helemaal mooi zijn.” Het vergaat de vierdeklasser dit seizoen dan ook goed. “We zijn wel tevreden! De onderste zes ploegen degraderen dit jaar direct, daar wilden we vooral niet eindigen. Dat hebben we echt met elkaar benadrukt. Daardoor kwam er wel wat extra druk op te liggen.” Maar met een plek bij de eerste vijf, lijkt daar voorlopig geen sprake van. Al staat het nog allemaal dicht bij elkaar. “En we hebben nog een taaie helft te gaan…”

Plezier terug

Toch barst de spits van het vertrouwen. “Op basis van vorig seizoen, toen we net niet via de finale van de nacompetitie promoveerden, gingen we dit jaar positief in. Nu kunnen we naar boven kijken en wie weet écht meedoen. Misschien wel weer voor een periode.” Met de club waar Van Splunter zich inmiddels helemaal thuis voelt. “Ik heb hiervoor altijd bij De Jonge Spartaan in de jeugd gespeeld, maar voelde mij daar op een gegeven moment niet meer op mijn plek. Andere prioriteiten, dus zakte ik in niveau. Terwijl mijn vrienden allemaal nog wel in de eerste teams bleven spelen.”

De doelpuntenmaker van beroep raakte zijn plezier kwijt en belandde via Jim Molenaar, een vriend van de middelbare school, bij Herkingen’55. “Die zei dat ik echt naar hier moest komen. Toen was ik vijftien.” Na lang wikken en wegen, besloot Van Splunter het te doen. “Ik kom uit Sommelsdijk, dus dat was best wel een grote stap. Spartaan is qua club heel groot, Herkingen eigenlijk heel klein.” Maar spijt, heeft de aanvaller allerminst. “Het beviel eigenlijk meteen heel goed! Mijn plezier is ook weer helemaal terug. Achteraf is het een goede keuze geweest.” En niet voor niks, vertelt hij. “Het is een soort vriendenclub. Iedereen is vrienden van elkaar. Daardoor is het misschien wat menselijker én fijner, juist omdat het wat kleiner is.”

Slimmigheidjes

Klein is iets wat Van Splunter zelf, nooit echt is geweest. Al was seniorenvoetbal toch echt behoorlijk anders. “Ik ben altijd wel lang geweest, maar was nooit een sterke gozer. Dat draaide na de jeugd, toen ik drie jaar geleden bij de senioren kwam, snel om. Meer fysiek, alles gaat sneller en je moet slimmer zijn. Vooral in het gebruiken van je lichaam.” Dus besloot de jongeling in het begin vooral heel goed om zich heen te kijken. “Naar hoe onze spits dat deed of juist die van de tegenstander. Daar kon ik veel van leren.” Het bezorgde hem de nodige ervaring. “Even een klein zetje geven, leunen, vastpakken of je kont erin draaien. Dat soort slimmigheidjes pik je dan op.” Want door veel bezoekjes aan de sportschool, komt zijn imposante fysiek niet, lacht hij. “Vroeger waarschijnlijk veel schoppen onder mijn kont gekregen, denk ik.”

En dat is maar goed ook. “Ik ben een balvaste spits, iemand die je met zijn rug naar de goal aan kunt spelen. Vaak doe ik er dan wel iets goeds mee.” Zoals bijvoorbeeld dus scoren. “Scherp én gretig voor de goal, maar ook technisch wel in orde.” Mede door zijn verleden als middenvelder. De verwachtingen zijn wat hem betreft dan ook hoog. En niet alleen voor dat felbegeerde kratje bier. “Hopelijk kunnen we écht bovenin meedoen, voor de top drie. Dan moeten we winnen van onze directe concurrenten en ‘ons ding doen’ tegen de lagere teams. Zakelijk zijn.” Met een vaste basis, die goed op elkaar is ingespeeld. “We kennen elkaars krachten, gaan voor elkaar door het vuur en hebben gewoon goede spelers.” Van Splunter zit dan ook op zijn plekje. “Voorlopig wil ik nog niet verder kijken. Eerst een paar jaar hier bepalend zijn.” Maar dromen, doet de mbo-student Economie en Ondernemen natuurlijk wel. “Ik denk dat ik een klasse hoger zou kunnen voetballen!”

Klik op Herkingen’55 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Herkingen’55 voor meer informatie over de club.

Duik in de wereld van voetbalpassie en vintage fashion bij Welovefootballshirts.com

Stap binnen in de wereld van voetbalpassie en nostalgische herinneringen, waar elk stiksel een verhaal vertelt en elke kleur een herinnering oproept. Bij Welovefootballshirts.com in hartje Roosendaal raakt de liefde voor de sport nooit uit de mode. Eigenaar Melvin van Mourik wil de bezoekers verbazen, zodra zij de drempel overstappen.

‘Waar de passie voor voetbalshirts begon in de 90s tijdens verschillende vakantietripjes wist Melvin drie jaar geleden zijn hobby om te zetten in zijn fulltimebaan. “Door steeds weer nieuwe pareltjes toe te voegen aan de collectie kon een steeds bredere doelgroep mijn webshop vinden online waardoor ik een snelle groei kon realiseren. Daarnaast heeft de corona-periode ons goed gedaan met online traffic. Op dit moment zijn we de grootste sport vintage aanbieder in de Benelux.’

‘’De online business via www.welovefootballshirts.com en www.welovesportvintage.com  verliep tijdens corona heel goed, waardoor ik dit als vaste baan kon gaan doen.’’ De 41-jarige eigenaar is blij met de nieuwe toevoeging van de fysieke winkel. ‘’De winkel kan echt een ervaring bieden en daarbij hebben wij veel items die mensen graag willen zien en passen. Dus het is mooi dat de winkel dit kan toevoegen.’’

De vintage kleding is volgens hem steeds meer terug te zien in het straatbeeld en op festivals. Dit zorgt ervoor dat niet al zijn klanten voetballiefhebbers zijn. ‘’De vintage shirts en jackets worden steeds meer gezien als designer item.’’ Volgens hem is de koppeling tussen de producten en de klant vaak niet te vinden. ‘’Drie RKC-shirts naar Zweden en een Willem II shirt naar Australië, je kan het jezelf zo gek niet bedenken.’’

Of je nu op zoek bent naar een authentiek voetbalshirt of gewoon wilt rondsnuffelen tussen de unieke sportieve fashion-items, ga langs bij Welovefootballshirts.com en laat je verrassen!

De dames van Stellendam gaan voor de platte kar

Als er iets is waar Ellis Melissant bij Stellendam van droomt, dan is het wel kampioen worden. En nu het eerste elftal van de dames virtueel koploper is in de vijfde klasse, begint de aanvoerder stiekem al een klein beetje te hopen. “We gaan voor die platte kar!”

En ondanks dat de inmiddels 29-jarige Melissant over de nodige ervaring beschikt, zou dat voor haar een unicum zijn. “Ik ben zelf nog nooit kampioen geweest…” Dus ook niet in de vijftien seizoenen hiervoor. “Begonnen bij WFB en in 2018 samen met een paar meiden naar Stellendam gegaan.” De reden was simpel. “We hadden zó weinig meiden, er bleven maar vijf of zes speelsters over.” Spijt, heeft ze daar geen moment van. “Vroeger was het altijd een beetje haat en nijd tussen WFB en Stellendam, maar we zijn hier heel hartelijk ontvangen. Er waren meteen speelsters, trainers én spullen.”

Leuke feestjes

Voor Melissant werd het persoonlijk nog mooier. “Ik ben toen meteen aanvoerder geworden. Dat was ik in mijn laatste seizoen bij WFB ook. En hier was ik één van de ouderen, dus zeiden ze: word jij het maar!” Een eervolle taak. “Je probeert toch om die meiden een beetje bij elkaar te houden. Door te blijven coachen. Dan probeer je het koppie omhoog te houden. Dat is wel eens lastig.” Helemaal in een team waar de leeftijden nogal uiteenlopen. “Tussen de zestien en 43. De oude keeper van vroeger, hebben we weer overgehaald!”

Met haar eigen leeftijd, zit Melissant er wat dat betreft dus precies mooi tussenin. De liefde voor het spelletje, werd er dan ook al vroeg ingegoten. “Mijn broertje, we zijn een tweeling, speelde al vanaf de F’jes bij WFB. En ik ging altijd mee. Ik vond voetbal heel leuk, alleen was er geen meidenteam. Op dat moment wilde ik niet bij de jongens.” Maar gymnastiek en volleybal, werden het voor haar uiteindelijk ook niet. Dus kwam ze toch weer bij de voetbal terecht. “Gewoon het hele spelletje. Rauzen, ouwehoeren en gezellig na de wedstrijd. Ons team is echt supergezellig.” Ook buiten het veld. “Veel leuke feestjes! De harde kern is altijd in voor gezelligheid.”

Behalve als het slecht weer is, lacht Melissant. “De trainingsopkomst in de winter, is altijd fantastisch. Maar niet heus. Het minimum om te trainen is zes, meestal zijn er tussen de zeven en de tien.” En op zaterdag? “Soms is het wel eens lastig en vragen we onszelf af of we het gaan redden. Gelukkig lukt het tot nu toe altijd.” Mocht de nood echt hoog zijn. “Hebben we een reservelijst, met speelsters die rustend lid zijn. Die kunnen we altijd bellen!”

Pijntjes

Naast het twee, soms één keer trainen, en het spelen van een wedstrijd, heeft Melissant ook nog tijd over voor haar oude club. Waar ze vrijwilligerswerk doet. “Ik woon nog in Ouddorp, dus bij WFB regel ik nu alweer zes jaar de bardiensten. En soms sta ik er zelf achter. Ook daar is de derde helft heel belangrijk.” Maar niet zo belangrijk als de eerste twee, natuurlijk. “Ik begin nu ook wel last te krijgen van pijntjes. Toch sneller spierpijn en langer herstellen. Laatst werd ik door iemand omvergelopen, dan voel ik dat wel even…” Al hebben ze haar nog altijd keihard nodig. “Stellendam is een relatief kleine vereniging, dus de meiden voetballen gewoon tussen de jongens. Bij WFB hebben ze nu wel een meidenteam, maar geen senioren. Daar is het meidenvoetbal nu wel meer in trek, dan in mijn tijd.”

Mede daardoor, hebben ze ook bij haar huidige club, absoluut geen klagen. “Alles is fantastisch geregeld! Jassen, tassen en trainingspakken. Vanuit de vereniging zorgen ze er goed voor dat we er netjes bijlopen.” Aan de randvoorwaarden, kan het dus niet liggen. Nu nog blijven presteren op het veld. “Ik moet het vooral hebben van hard werken en mijn best doen. Ben geen technicus. Vroeger jaren als voorstopper, nu vaker op het middenveld. Al ga ik wel weer een beetje terug. Toch heb ik nog steeds die drang naar voren.” Drang om te stoppen, heeft Melissant eigenlijk nog niet. “Ik zei altijd dat ik op mijn 30ste zou stoppen, maar het spelletje is nog veel te leuk. En als alle meiden doorgaan en het wordt niet sprokkelen, dan moet het goedkomen.” Tenzij. “Bij een kampioenschap hang ik meteen mijn schoenen aan de wilgen. Haha!”

Klik op VV Stellendam voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Stellendam voor meer informatie over de club.

 

‘Er zit echt muziek in deze groep’

Een wat wisselvallig seizoen, met hier en daar goede overwinningen, maar toch het gevoel dat er meer in zit. Manuel Legierse beleeft met vijfdeklasser OFB een grillig jaar. Toch staat de oefenmeester ook na de zomer in Ooltgensplaat voor de groep. “Die keuze was snel gemaakt!”

Want na twee seizoenen bij de club die momenteel middenmoter is in de vijfde klasse, ziet Legierse (45) de toekomst helemaal zitten. “We hebben als OFB al laten zien dat er veel in deze groep zit.” Genoeg potentie vooral, vindt de trainer. “Eerst willen we naar die vierde klasse. En waarom dan over een paar jaar niet naar de derde?” Al komen dat soort prestaties natuurlijk niet vanzelf. “Je moet er wel hard voor werken én iets voor elkaar over hebben. Dan pas komt die potentie eruit. Dat besef is er steeds meer.” Bijvoorbeeld in een stukje ontlading. “Tegenstanders hadden dat na een overwinning of doelpunt vaak wel, dat heb ik bij ons als voorbeeld genoemd. Als groep maken we daar nu stappen in.”

Potentie

Tijd om dat te gaan vertalen naar overwinningen. En dus punten. “Het is een beetje een wisselvallig seizoen. Met goede overwinningen, maar er zat meer in. Alles zit nog dicht bij elkaar.” OFB heeft wat dat betreft nog te maken met een bepaalde grilligheid, merkt Legierse. “Dat is ook de leeftijd. Onze oudste speler is 23…” Het zorgt indirect natuurlijk voor een gebrek aan ervaring. “We beginnen vaak slap aan de wedstrijd, dan is het lastig om zoiets om te draaien.” Toch maakt de trainer zich allesbehalve zorgen. “Er zit echt muziek in deze groep! We kunnen hoger dan die vijfde klasse. Alleen moet je dan constanter worden. Want voorlopig staan we terecht op deze positie.” Zaak om daar de komende weken iets aan te veranderen. “In de eerste periode zijn we te snel afgehaakt, nu willen we écht langer meedoen!”

Met een club waar Legierse zich sinds twee seizoenen helemaal thuis voelt. “Van origine ben ik een ‘FIOS-man’. Dus de wedstrijden tegen OFB, heb ik natuurlijk gezien. Op dat moment was ik gestopt als trainer en begon het toch wel weer te kriebelen.” Mede door het trainen van zijn dochter. “Ik stond op het veld met die meiden en dacht bij mezelf: dit heb ik toch wel enorm gemist. Gewoon ergens samen naartoe werken.” De voldoening halen uit het terugzien van bepaalde dingen, waar je doordeweeks tijd en energie insteekt. En dus was zijn sollicitatie bij de club uit Ooltgensplaat een welbewuste keuze. “Er stond een jonge groep met potentie. Leuke sfeer onderling, veel vrijwilligers én supporters.” Een typische dorpsclub. “Dat ben ik vanuit FIOS natuurlijk wel een beetje gewend. En ik zit er altijd lekker kort en direct op, dat past wel bij jonge gasten.”

Aanwezig

En ondanks dat Legierse bij OFB begon aan zijn eerste echte klus als hoofdtrainer, had de inwoner van Achthuizen maar weinig tijd nodig om te wennen. “Het is alleen wat meer keuzes maken. Daar moet je het met elkaar gewoon eerlijk en open over hebben.” Zodat je samen een goed team kunt zijn. “Op de training ben ik behoorlijk aanwezig in de coaching. Soms is er natuurlijk ruimte voor een dolletje, maar daarna moet de knop weer om. Ik verwacht wel dat er serieus getraind wordt.”

Om dat dan op zaterdag tijdens de wedstrijd, terug te kunnen zien. “We staan compact en spelen dan graag vanuit de omschakeling. Op dit moment zijn we nog niet zo ver dat we tegenstanders onze wil op kunnen leggen. Dat is niks om je voor te schamen.” Toch moet die speelwijze, uiteindelijk tot een promotie gaan leiden. “Als het dit jaar niet lukt, willen we volgend seizoen zéker meedoen.” Met hem aan het roer. “Dat kwam eigenlijk vanuit de spelersgroep zelf! Die jongens wilden graag door. Zoiets is natuurlijk fijn om te horen.” En dus was de keuze voor Legierse, in het bezit van zijn UEFA C, snel gemaakt. “Ooit wil ik nog wel een stapje hoger en de cursus oppakken, maar wanneer dat is, zien we wel!”

Klik op OFB voor de laatste artikelen over de club.
Klik op OFB voor meer informatie over de club.

Neal Kuiper is de Mbappé van NTVV

Kind van de club, topscorer en één van de oudere jongens binnen het team. Van Neal Kuiper wordt bij NTVV veel verwacht. Toch lukt dat met een plek in de onderste regionen van de vijfde klasse, voorlopig nog niet alleraardigst. En dus is er werk aan de winkel. “Ik zou nog wel meer de leiding kunnen pakken.”

Heel gek is dat laatste, gezien zijn leeftijd eigenlijk ook niet. Want wie verwacht dat Kuiper een routinier is van ergens in de dertig, komt bedrogen uit. De doelpuntenmaker van beroep, is zelf ook pas 25. “En ik voel mezelf nog wel iets jonger af en toe, haha! Toch ben ik één van de ouderen. We hebben slechts twee jongens van rond de dertig.” Hun taak is dan ook simpel. “De jonge gasten komen door, die moeten wij een beetje zien op te leiden.” Al is dat niet gemakkelijk, heeft hij inmiddels gemerkt. “Weinig ervaring en veel spelers die studeren. Dan is het lastig om echt iets op te bouwen.”

Derde helft

Ook Kuiper zelf, is vanwege zijn studie Informatica niet altijd aanwezig. “Ik woon in Rotterdam, maar studeer in Leiden. Op dinsdag train ik niet, maar op donderdag ben ik er wel.” Misschien wel mede daardoor, valt de huidige rangschikking een beetje tegen. “We hadden allemaal wel verwacht dat het beter zou gaan.” Helemaal met zijn ervaring. “Wat dat betreft zou ik wel wat meer de leiding kunnen pakken. Ook qua vrijwilligerswerk. Ik moet het toch meer hebben van doelpunten maken.” Wel alleen voor NTVV. “Ik voetbal hier vanaf mijn zesde. In de C’tjes heb ik nog even bij DBGC meegetraind, omdat er bij NTVV misschien geen team zou zijn, maar uiteindelijk ging dat toch door. Daarna ben ik nooit meer ergens anders geweest”, vertelt Kuiper.

“Ook nooit overwogen eigenlijk. Ik heb het hier gewoon goed naar mijn zin.” Waarom? “Dat vraagt mijn moeder ook altijd. Dat is puur NTVV. Mijn vrienden, de mensen. Dat is nou eenmaal heel leuk.” Juist ook als ze in een ander team spelen. “Dan zie je bepaalde jongens van het tweede weer na de wedstrijd. Dat zijn toch je connecties. En natuurlijk is de derde helft altijd gezellig. Ik blijf vaak redelijk lang hangen.” Zelfs als het minder lekker gaat. “NTVV heeft het nooit echt heel goed gedaan, dat scheelt misschien wel iets. Dus dat drukt de pret eigenlijk niet.”

Balletje trappen

Want gezellig, dat is het in Nieuwe-Tonge. “Het spelletje is leuk, maar het blijft wel de laagste klasse. Daarna draait het ook wel om de gezelligheid.” Al willen ze natuurlijk ook presteren. “Onder de vorige trainer moesten we onze verwachtingen uitspreken, toen zeiden we plek vier of vijf. Dan valt dit wel tegen.” Toch houdt Kuiper hoop. “De laatste wedstrijden zit er wel weer strijdlust in, dat was een beetje vergaan. We hebben al een paar keer onnodig verloren, voor ons gevoel.” Tijd om daar iets aan te gaan doen. “Conditioneel kunnen we nog wel stappen maken. Ikzelf ook. En een simpel stukje strijdkracht. Met plezier het veld op.” Vooral dat laatste, is voor hem heel belangrijk. “Het is een simpel spelletje. Lekker buiten met vrienden een balletje trappen. Niet te veel druk.”

Al legt hij zichzelf, die wel een beetje op. “Voor het seizoen heb ik gezegd dat ik er vijftien wil maken. Waarom zou ik nu niet voor twintig gaan? Ik ben al over de helft!” Want als spits of rechtsbuiten, wordt dat tegenwoordig wel een beetje van hem verwacht. “Eigenlijk heb ik overal wel gespeeld. In het tweede stond ik vooral op het middenveld, in de jeugd ben ik zelfs begonnen als ‘back’.” Maar tijden veranderen dus. “Spits vind ik wel het leukste! Vooral omdat daar het moeilijkste voetbal wordt gespeeld, daar moet je nadenken.” Voorlopig gaat hem dat dus goed af. “Ik ben redelijk rap, dat is mijn grootste kwaliteit. Het is altijd hopen op die diepe bal. Een beetje Mbappé op laag niveau, haha.” Al heeft hij nóg meer van zijn voormalig ploeggenoot genoten. “Messi, in zijn tijd bij Barcelona. Ik heb nog geen opvulling voor dat gat gevonden…” Gelukkig hoeven ze zich daar bij NTVV wat hem betreft, geen zorgen om te maken. “Ik ga nooit ergens anders spelen!”

Klik op NTVV voor de laatste artikelen over de club.
Klik op NTVV voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.