Home Blog Pagina 114

‘Als ik er vijftien maak, krijg ik een kratje bier’

Hij begon ooit als een ‘scharminkel’ bij de senioren, maar is inmiddels uitgegroeid tot een volwassen spits. En dus ligt de lat voor Thijs van Splunter bij Herkingen’55 dit seizoen na een weddenschap met de assistent-trainer uitdagend hoog. “Als ik er vijftien maak, krijg ik een kratje bier.”

En met de teller al in de dubbele cijfers, moet dat de twintigjarige Van Splunter wel gaan lukken. Een mooie motivatie, vertelt hij. “Ik was er nooit zo mee bezig, maar nu is het natuurlijk wel leuk. Eerst die vijftien halen, al zou twintig helemaal mooi zijn.” Het vergaat de vierdeklasser dit seizoen dan ook goed. “We zijn wel tevreden! De onderste zes ploegen degraderen dit jaar direct, daar wilden we vooral niet eindigen. Dat hebben we echt met elkaar benadrukt. Daardoor kwam er wel wat extra druk op te liggen.” Maar met een plek bij de eerste vijf, lijkt daar voorlopig geen sprake van. Al staat het nog allemaal dicht bij elkaar. “En we hebben nog een taaie helft te gaan…”

Plezier terug

Toch barst de spits van het vertrouwen. “Op basis van vorig seizoen, toen we net niet via de finale van de nacompetitie promoveerden, gingen we dit jaar positief in. Nu kunnen we naar boven kijken en wie weet écht meedoen. Misschien wel weer voor een periode.” Met de club waar Van Splunter zich inmiddels helemaal thuis voelt. “Ik heb hiervoor altijd bij De Jonge Spartaan in de jeugd gespeeld, maar voelde mij daar op een gegeven moment niet meer op mijn plek. Andere prioriteiten, dus zakte ik in niveau. Terwijl mijn vrienden allemaal nog wel in de eerste teams bleven spelen.”

De doelpuntenmaker van beroep raakte zijn plezier kwijt en belandde via Jim Molenaar, een vriend van de middelbare school, bij Herkingen’55. “Die zei dat ik echt naar hier moest komen. Toen was ik vijftien.” Na lang wikken en wegen, besloot Van Splunter het te doen. “Ik kom uit Sommelsdijk, dus dat was best wel een grote stap. Spartaan is qua club heel groot, Herkingen eigenlijk heel klein.” Maar spijt, heeft de aanvaller allerminst. “Het beviel eigenlijk meteen heel goed! Mijn plezier is ook weer helemaal terug. Achteraf is het een goede keuze geweest.” En niet voor niks, vertelt hij. “Het is een soort vriendenclub. Iedereen is vrienden van elkaar. Daardoor is het misschien wat menselijker én fijner, juist omdat het wat kleiner is.”

Slimmigheidjes

Klein is iets wat Van Splunter zelf, nooit echt is geweest. Al was seniorenvoetbal toch echt behoorlijk anders. “Ik ben altijd wel lang geweest, maar was nooit een sterke gozer. Dat draaide na de jeugd, toen ik drie jaar geleden bij de senioren kwam, snel om. Meer fysiek, alles gaat sneller en je moet slimmer zijn. Vooral in het gebruiken van je lichaam.” Dus besloot de jongeling in het begin vooral heel goed om zich heen te kijken. “Naar hoe onze spits dat deed of juist die van de tegenstander. Daar kon ik veel van leren.” Het bezorgde hem de nodige ervaring. “Even een klein zetje geven, leunen, vastpakken of je kont erin draaien. Dat soort slimmigheidjes pik je dan op.” Want door veel bezoekjes aan de sportschool, komt zijn imposante fysiek niet, lacht hij. “Vroeger waarschijnlijk veel schoppen onder mijn kont gekregen, denk ik.”

En dat is maar goed ook. “Ik ben een balvaste spits, iemand die je met zijn rug naar de goal aan kunt spelen. Vaak doe ik er dan wel iets goeds mee.” Zoals bijvoorbeeld dus scoren. “Scherp én gretig voor de goal, maar ook technisch wel in orde.” Mede door zijn verleden als middenvelder. De verwachtingen zijn wat hem betreft dan ook hoog. En niet alleen voor dat felbegeerde kratje bier. “Hopelijk kunnen we écht bovenin meedoen, voor de top drie. Dan moeten we winnen van onze directe concurrenten en ‘ons ding doen’ tegen de lagere teams. Zakelijk zijn.” Met een vaste basis, die goed op elkaar is ingespeeld. “We kennen elkaars krachten, gaan voor elkaar door het vuur en hebben gewoon goede spelers.” Van Splunter zit dan ook op zijn plekje. “Voorlopig wil ik nog niet verder kijken. Eerst een paar jaar hier bepalend zijn.” Maar dromen, doet de mbo-student Economie en Ondernemen natuurlijk wel. “Ik denk dat ik een klasse hoger zou kunnen voetballen!”

Klik op Herkingen’55 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Herkingen’55 voor meer informatie over de club.

Duik in de wereld van voetbalpassie en vintage fashion bij Welovefootballshirts.com

Stap binnen in de wereld van voetbalpassie en nostalgische herinneringen, waar elk stiksel een verhaal vertelt en elke kleur een herinnering oproept. Bij Welovefootballshirts.com in hartje Roosendaal raakt de liefde voor de sport nooit uit de mode. Eigenaar Melvin van Mourik wil de bezoekers verbazen, zodra zij de drempel overstappen.

‘Waar de passie voor voetbalshirts begon in de 90s tijdens verschillende vakantietripjes wist Melvin drie jaar geleden zijn hobby om te zetten in zijn fulltimebaan. “Door steeds weer nieuwe pareltjes toe te voegen aan de collectie kon een steeds bredere doelgroep mijn webshop vinden online waardoor ik een snelle groei kon realiseren. Daarnaast heeft de corona-periode ons goed gedaan met online traffic. Op dit moment zijn we de grootste sport vintage aanbieder in de Benelux.’

‘’De online business via www.welovefootballshirts.com en www.welovesportvintage.com  verliep tijdens corona heel goed, waardoor ik dit als vaste baan kon gaan doen.’’ De 41-jarige eigenaar is blij met de nieuwe toevoeging van de fysieke winkel. ‘’De winkel kan echt een ervaring bieden en daarbij hebben wij veel items die mensen graag willen zien en passen. Dus het is mooi dat de winkel dit kan toevoegen.’’

De vintage kleding is volgens hem steeds meer terug te zien in het straatbeeld en op festivals. Dit zorgt ervoor dat niet al zijn klanten voetballiefhebbers zijn. ‘’De vintage shirts en jackets worden steeds meer gezien als designer item.’’ Volgens hem is de koppeling tussen de producten en de klant vaak niet te vinden. ‘’Drie RKC-shirts naar Zweden en een Willem II shirt naar Australië, je kan het jezelf zo gek niet bedenken.’’

Of je nu op zoek bent naar een authentiek voetbalshirt of gewoon wilt rondsnuffelen tussen de unieke sportieve fashion-items, ga langs bij Welovefootballshirts.com en laat je verrassen!

De dames van Stellendam gaan voor de platte kar

Als er iets is waar Ellis Melissant bij Stellendam van droomt, dan is het wel kampioen worden. En nu het eerste elftal van de dames virtueel koploper is in de vijfde klasse, begint de aanvoerder stiekem al een klein beetje te hopen. “We gaan voor die platte kar!”

En ondanks dat de inmiddels 29-jarige Melissant over de nodige ervaring beschikt, zou dat voor haar een unicum zijn. “Ik ben zelf nog nooit kampioen geweest…” Dus ook niet in de vijftien seizoenen hiervoor. “Begonnen bij WFB en in 2018 samen met een paar meiden naar Stellendam gegaan.” De reden was simpel. “We hadden zó weinig meiden, er bleven maar vijf of zes speelsters over.” Spijt, heeft ze daar geen moment van. “Vroeger was het altijd een beetje haat en nijd tussen WFB en Stellendam, maar we zijn hier heel hartelijk ontvangen. Er waren meteen speelsters, trainers én spullen.”

Leuke feestjes

Voor Melissant werd het persoonlijk nog mooier. “Ik ben toen meteen aanvoerder geworden. Dat was ik in mijn laatste seizoen bij WFB ook. En hier was ik één van de ouderen, dus zeiden ze: word jij het maar!” Een eervolle taak. “Je probeert toch om die meiden een beetje bij elkaar te houden. Door te blijven coachen. Dan probeer je het koppie omhoog te houden. Dat is wel eens lastig.” Helemaal in een team waar de leeftijden nogal uiteenlopen. “Tussen de zestien en 43. De oude keeper van vroeger, hebben we weer overgehaald!”

Met haar eigen leeftijd, zit Melissant er wat dat betreft dus precies mooi tussenin. De liefde voor het spelletje, werd er dan ook al vroeg ingegoten. “Mijn broertje, we zijn een tweeling, speelde al vanaf de F’jes bij WFB. En ik ging altijd mee. Ik vond voetbal heel leuk, alleen was er geen meidenteam. Op dat moment wilde ik niet bij de jongens.” Maar gymnastiek en volleybal, werden het voor haar uiteindelijk ook niet. Dus kwam ze toch weer bij de voetbal terecht. “Gewoon het hele spelletje. Rauzen, ouwehoeren en gezellig na de wedstrijd. Ons team is echt supergezellig.” Ook buiten het veld. “Veel leuke feestjes! De harde kern is altijd in voor gezelligheid.”

Behalve als het slecht weer is, lacht Melissant. “De trainingsopkomst in de winter, is altijd fantastisch. Maar niet heus. Het minimum om te trainen is zes, meestal zijn er tussen de zeven en de tien.” En op zaterdag? “Soms is het wel eens lastig en vragen we onszelf af of we het gaan redden. Gelukkig lukt het tot nu toe altijd.” Mocht de nood echt hoog zijn. “Hebben we een reservelijst, met speelsters die rustend lid zijn. Die kunnen we altijd bellen!”

Pijntjes

Naast het twee, soms één keer trainen, en het spelen van een wedstrijd, heeft Melissant ook nog tijd over voor haar oude club. Waar ze vrijwilligerswerk doet. “Ik woon nog in Ouddorp, dus bij WFB regel ik nu alweer zes jaar de bardiensten. En soms sta ik er zelf achter. Ook daar is de derde helft heel belangrijk.” Maar niet zo belangrijk als de eerste twee, natuurlijk. “Ik begin nu ook wel last te krijgen van pijntjes. Toch sneller spierpijn en langer herstellen. Laatst werd ik door iemand omvergelopen, dan voel ik dat wel even…” Al hebben ze haar nog altijd keihard nodig. “Stellendam is een relatief kleine vereniging, dus de meiden voetballen gewoon tussen de jongens. Bij WFB hebben ze nu wel een meidenteam, maar geen senioren. Daar is het meidenvoetbal nu wel meer in trek, dan in mijn tijd.”

Mede daardoor, hebben ze ook bij haar huidige club, absoluut geen klagen. “Alles is fantastisch geregeld! Jassen, tassen en trainingspakken. Vanuit de vereniging zorgen ze er goed voor dat we er netjes bijlopen.” Aan de randvoorwaarden, kan het dus niet liggen. Nu nog blijven presteren op het veld. “Ik moet het vooral hebben van hard werken en mijn best doen. Ben geen technicus. Vroeger jaren als voorstopper, nu vaker op het middenveld. Al ga ik wel weer een beetje terug. Toch heb ik nog steeds die drang naar voren.” Drang om te stoppen, heeft Melissant eigenlijk nog niet. “Ik zei altijd dat ik op mijn 30ste zou stoppen, maar het spelletje is nog veel te leuk. En als alle meiden doorgaan en het wordt niet sprokkelen, dan moet het goedkomen.” Tenzij. “Bij een kampioenschap hang ik meteen mijn schoenen aan de wilgen. Haha!”

Klik op VV Stellendam voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Stellendam voor meer informatie over de club.

 

‘Er zit echt muziek in deze groep’

Een wat wisselvallig seizoen, met hier en daar goede overwinningen, maar toch het gevoel dat er meer in zit. Manuel Legierse beleeft met vijfdeklasser OFB een grillig jaar. Toch staat de oefenmeester ook na de zomer in Ooltgensplaat voor de groep. “Die keuze was snel gemaakt!”

Want na twee seizoenen bij de club die momenteel middenmoter is in de vijfde klasse, ziet Legierse (45) de toekomst helemaal zitten. “We hebben als OFB al laten zien dat er veel in deze groep zit.” Genoeg potentie vooral, vindt de trainer. “Eerst willen we naar die vierde klasse. En waarom dan over een paar jaar niet naar de derde?” Al komen dat soort prestaties natuurlijk niet vanzelf. “Je moet er wel hard voor werken én iets voor elkaar over hebben. Dan pas komt die potentie eruit. Dat besef is er steeds meer.” Bijvoorbeeld in een stukje ontlading. “Tegenstanders hadden dat na een overwinning of doelpunt vaak wel, dat heb ik bij ons als voorbeeld genoemd. Als groep maken we daar nu stappen in.”

Potentie

Tijd om dat te gaan vertalen naar overwinningen. En dus punten. “Het is een beetje een wisselvallig seizoen. Met goede overwinningen, maar er zat meer in. Alles zit nog dicht bij elkaar.” OFB heeft wat dat betreft nog te maken met een bepaalde grilligheid, merkt Legierse. “Dat is ook de leeftijd. Onze oudste speler is 23…” Het zorgt indirect natuurlijk voor een gebrek aan ervaring. “We beginnen vaak slap aan de wedstrijd, dan is het lastig om zoiets om te draaien.” Toch maakt de trainer zich allesbehalve zorgen. “Er zit echt muziek in deze groep! We kunnen hoger dan die vijfde klasse. Alleen moet je dan constanter worden. Want voorlopig staan we terecht op deze positie.” Zaak om daar de komende weken iets aan te veranderen. “In de eerste periode zijn we te snel afgehaakt, nu willen we écht langer meedoen!”

Met een club waar Legierse zich sinds twee seizoenen helemaal thuis voelt. “Van origine ben ik een ‘FIOS-man’. Dus de wedstrijden tegen OFB, heb ik natuurlijk gezien. Op dat moment was ik gestopt als trainer en begon het toch wel weer te kriebelen.” Mede door het trainen van zijn dochter. “Ik stond op het veld met die meiden en dacht bij mezelf: dit heb ik toch wel enorm gemist. Gewoon ergens samen naartoe werken.” De voldoening halen uit het terugzien van bepaalde dingen, waar je doordeweeks tijd en energie insteekt. En dus was zijn sollicitatie bij de club uit Ooltgensplaat een welbewuste keuze. “Er stond een jonge groep met potentie. Leuke sfeer onderling, veel vrijwilligers én supporters.” Een typische dorpsclub. “Dat ben ik vanuit FIOS natuurlijk wel een beetje gewend. En ik zit er altijd lekker kort en direct op, dat past wel bij jonge gasten.”

Aanwezig

En ondanks dat Legierse bij OFB begon aan zijn eerste echte klus als hoofdtrainer, had de inwoner van Achthuizen maar weinig tijd nodig om te wennen. “Het is alleen wat meer keuzes maken. Daar moet je het met elkaar gewoon eerlijk en open over hebben.” Zodat je samen een goed team kunt zijn. “Op de training ben ik behoorlijk aanwezig in de coaching. Soms is er natuurlijk ruimte voor een dolletje, maar daarna moet de knop weer om. Ik verwacht wel dat er serieus getraind wordt.”

Om dat dan op zaterdag tijdens de wedstrijd, terug te kunnen zien. “We staan compact en spelen dan graag vanuit de omschakeling. Op dit moment zijn we nog niet zo ver dat we tegenstanders onze wil op kunnen leggen. Dat is niks om je voor te schamen.” Toch moet die speelwijze, uiteindelijk tot een promotie gaan leiden. “Als het dit jaar niet lukt, willen we volgend seizoen zéker meedoen.” Met hem aan het roer. “Dat kwam eigenlijk vanuit de spelersgroep zelf! Die jongens wilden graag door. Zoiets is natuurlijk fijn om te horen.” En dus was de keuze voor Legierse, in het bezit van zijn UEFA C, snel gemaakt. “Ooit wil ik nog wel een stapje hoger en de cursus oppakken, maar wanneer dat is, zien we wel!”

Klik op OFB voor de laatste artikelen over de club.
Klik op OFB voor meer informatie over de club.

Neal Kuiper is de Mbappé van NTVV

Kind van de club, topscorer en één van de oudere jongens binnen het team. Van Neal Kuiper wordt bij NTVV veel verwacht. Toch lukt dat met een plek in de onderste regionen van de vijfde klasse, voorlopig nog niet alleraardigst. En dus is er werk aan de winkel. “Ik zou nog wel meer de leiding kunnen pakken.”

Heel gek is dat laatste, gezien zijn leeftijd eigenlijk ook niet. Want wie verwacht dat Kuiper een routinier is van ergens in de dertig, komt bedrogen uit. De doelpuntenmaker van beroep, is zelf ook pas 25. “En ik voel mezelf nog wel iets jonger af en toe, haha! Toch ben ik één van de ouderen. We hebben slechts twee jongens van rond de dertig.” Hun taak is dan ook simpel. “De jonge gasten komen door, die moeten wij een beetje zien op te leiden.” Al is dat niet gemakkelijk, heeft hij inmiddels gemerkt. “Weinig ervaring en veel spelers die studeren. Dan is het lastig om echt iets op te bouwen.”

Derde helft

Ook Kuiper zelf, is vanwege zijn studie Informatica niet altijd aanwezig. “Ik woon in Rotterdam, maar studeer in Leiden. Op dinsdag train ik niet, maar op donderdag ben ik er wel.” Misschien wel mede daardoor, valt de huidige rangschikking een beetje tegen. “We hadden allemaal wel verwacht dat het beter zou gaan.” Helemaal met zijn ervaring. “Wat dat betreft zou ik wel wat meer de leiding kunnen pakken. Ook qua vrijwilligerswerk. Ik moet het toch meer hebben van doelpunten maken.” Wel alleen voor NTVV. “Ik voetbal hier vanaf mijn zesde. In de C’tjes heb ik nog even bij DBGC meegetraind, omdat er bij NTVV misschien geen team zou zijn, maar uiteindelijk ging dat toch door. Daarna ben ik nooit meer ergens anders geweest”, vertelt Kuiper.

“Ook nooit overwogen eigenlijk. Ik heb het hier gewoon goed naar mijn zin.” Waarom? “Dat vraagt mijn moeder ook altijd. Dat is puur NTVV. Mijn vrienden, de mensen. Dat is nou eenmaal heel leuk.” Juist ook als ze in een ander team spelen. “Dan zie je bepaalde jongens van het tweede weer na de wedstrijd. Dat zijn toch je connecties. En natuurlijk is de derde helft altijd gezellig. Ik blijf vaak redelijk lang hangen.” Zelfs als het minder lekker gaat. “NTVV heeft het nooit echt heel goed gedaan, dat scheelt misschien wel iets. Dus dat drukt de pret eigenlijk niet.”

Balletje trappen

Want gezellig, dat is het in Nieuwe-Tonge. “Het spelletje is leuk, maar het blijft wel de laagste klasse. Daarna draait het ook wel om de gezelligheid.” Al willen ze natuurlijk ook presteren. “Onder de vorige trainer moesten we onze verwachtingen uitspreken, toen zeiden we plek vier of vijf. Dan valt dit wel tegen.” Toch houdt Kuiper hoop. “De laatste wedstrijden zit er wel weer strijdlust in, dat was een beetje vergaan. We hebben al een paar keer onnodig verloren, voor ons gevoel.” Tijd om daar iets aan te gaan doen. “Conditioneel kunnen we nog wel stappen maken. Ikzelf ook. En een simpel stukje strijdkracht. Met plezier het veld op.” Vooral dat laatste, is voor hem heel belangrijk. “Het is een simpel spelletje. Lekker buiten met vrienden een balletje trappen. Niet te veel druk.”

Al legt hij zichzelf, die wel een beetje op. “Voor het seizoen heb ik gezegd dat ik er vijftien wil maken. Waarom zou ik nu niet voor twintig gaan? Ik ben al over de helft!” Want als spits of rechtsbuiten, wordt dat tegenwoordig wel een beetje van hem verwacht. “Eigenlijk heb ik overal wel gespeeld. In het tweede stond ik vooral op het middenveld, in de jeugd ben ik zelfs begonnen als ‘back’.” Maar tijden veranderen dus. “Spits vind ik wel het leukste! Vooral omdat daar het moeilijkste voetbal wordt gespeeld, daar moet je nadenken.” Voorlopig gaat hem dat dus goed af. “Ik ben redelijk rap, dat is mijn grootste kwaliteit. Het is altijd hopen op die diepe bal. Een beetje Mbappé op laag niveau, haha.” Al heeft hij nóg meer van zijn voormalig ploeggenoot genoten. “Messi, in zijn tijd bij Barcelona. Ik heb nog geen opvulling voor dat gat gevonden…” Gelukkig hoeven ze zich daar bij NTVV wat hem betreft, geen zorgen om te maken. “Ik ga nooit ergens anders spelen!”

Klik op NTVV voor de laatste artikelen over de club.
Klik op NTVV voor meer informatie over de club.

‘Ons sportpark lijkt op dat van een BVO’

Kleedkamers schoonmaken, de kantinevloer boenen, sponsors binnenhalen en zorgen dat de velden er als een biljartlakentje bijliggen. Je kunt het zo ‘gek’ niet bedenken, of Peter Vervloed doet het. En dus is De Jonge Spartaan voor de vrijwilliger veel meer dan een voetbalclub. “Ik voel heel veel waardering.”

En dat is gezien de tijd die hij erin steekt, maar goed ook. “Ik ben er iedere dag mee bezig. Misschien wel 25 uur per week.” Want als onderdeel van de werkploeg en lid van de sponsorcommissie, doet de 54-jarige Vervloed dus werkelijk van alles. “In 2012 ben ik mee gaan lopen met Wim van Putten. Sindsdien loop ik hier dagelijks rond.” Met een glimlach dus. “Ik heb een heel fijn gevoel bij de club. Als ik iets vraag, dan kan het!”

Complimenten

In zijn geval, is dat soms best een hoop. “Onze werkploeg bestaat uit een man of vijftien. Die stuur ik aan. Op vrijdag rollen we altijd drie uur lang de velden. Maar het is ook beregenen, maatvoering uitzetten, prikken en het contact met de gemeente. Daarnaast houden we natuurlijk ook het complex bij.” Dat terwijl Vervloed van oorsprong geen echte ‘Spartaan’ is. “Ik heb altijd bij NTVV gezeten, tot ik in Middelharnis kwam wonen. Vanaf 2005 ben ik betrokken, als trainer én leider.” Van zijn zoon. Die nu toevalligerwijs in het eerste speelt. “Mijn dochter heeft ook nog even gevoetbald, maar wilde er al snel weer vanaf. Ik ben zelf helemaal gek van het spelletje.” Ook als het gaat om het binnenhalen van sponsoren. “Eén keer in de zeven weken zitten we bij elkaar. Gelukkig hebben we vreselijk veel sponsoren, misschien wel een stuk of 180.”

En daar plukken ze bij De Jonge Spartaan allemaal de vruchten van. “Alles is heel goed geregeld. Niks is te veel. We hebben tractoren en kunnen al acht jaar lang beregenen. Dat hebben we allemaal zelf bekostigd.” En niet voor niks. “We krijgen constant complimenten: ‘Jeetje mina, dat veld is echt geweldig!’ Ons sportpark lijkt op dat van een BVO.” Sterker nog. “Op het trainingsveld, heb ik van die vakken gemaakt. Om in te kunnen trainen. Dat heb ik een keer bij Ajax op De Toekomst gezien. Zoiets vind ik dan leuk om zelf te doen.” Met behulp van een robotbelijner, want ook die hebben ze bij De Jonge Spartaan. “Eén keer per seizoen komen ze dat doen. Alles in de iPad en gaan.”

Hartaanval

Toch is dat alles, voor Vervloed meer dan een leuke hobby. “Met de ‘Vutters’, onze buitenploeg, eten we ook geregeld samen op de club. Even een praatje met mekander maken, over iets anders dan voetbal. Het is ook iets heel sociaals.” Helemaal voor hem. “Op mijn 41ste heb ik een hartaanval gekregen tijdens het hardlopen. Daar heb ik behoorlijk wat schade aan overgehouden. Werken kan ik niet meer, maar het glas is voor mij halfvol. Ik ben meteen gaan kijken wat ik wel kon. Ik moet alleen stress zien te vermijden.” Gelukkig lukt dat laatste, best aardig. “In onze ploeg is alles dubbel bezet. Het is dan wel vrijwillig, maar niks is vrijblijvend. De dingen moeten toch gebeuren.”

Wat Vervloed betreft met liefde. “Als ik ‘s ochtends wakker word, weet ik nog niet wat ik ga doen. Dat is een ongekende luxe. Het beste medicijn, is voor mij om gewoon bezig te zijn.” En bezig, dat is de inwoner van Middelharnis. “Dingen bestellen, de sleutels beheren, kantjes snijden, onkruid wieden of reclameborden schoonmaken. Noem maar op.” Al gaat dat alles, niet vanzelf. “Mijn grootste tegenstander, is het weer. Als het te warm is, moet ik even rust houden. Dan moet het hartje veel harder werken.” Maar zijn ‘formule’ werkt geweldig. “Ik noem dat altijd de ‘keukentafelgesprekken’. Zo is onze groep bij elkaar gekomen. Het wordt breed gedragen. Genoeg mensen willen wat doen.” En dus koesteren ze, wat ze hebben. “Het is een mooie club, die enorm is gegroeid. De Jonge Spartaan is eigenlijk een soort bedrijf. Samen met het bestuur, loopt dat heel lekker.” Zolang Vervloed zich goed voelt, blijft hij het logischerwijs dan ook doen. “Er staat nu niks in de weg om zo door te gaan!”

Klik op De Jonge Spartaan voor de laatste artikelen over de club.
Klik op De Jonge Spartaan voor meer informatie over de club.

Stoop geniet van het spelletje bij DVV’09: ‘Dat gun ik een ander ook’

Lekker voor je ‘cluppie’ bezig zijn en de boel gezellig maken. Dat is precies wat Ilonka Stoop als vrijwilliger bij DVV’09 doet. Want ondanks dat ze zelf onlangs besloot te stoppen met voetballen, is haar liefde voor het spelletje geen moment minder geworden. “Samen zorgen dat mensen met plezier naar de club komen.”

Iets wat ze zelf ondertussen al meer dan dertig jaar doet. “Op mijn 21ste vroegen ze of ik wilde helpen met het clubblad, omdat ik handiger was met de ‘typemachine’. Niet veel later ben ik bij het jeugdbestuur aangesloten. Daar groei je vanzelf in. En het is leuk om te doen!” Net als zelf voetballen, overigens. “Ik ben ooit begonnen bij Dirksland. Toen was ik veertien jaar oud. Een vriendin wilde op voetbal, zo is het balletje gaan rollen. Hebben we zelf meiden gezocht en een team opgericht. Mijn moeder werd leidster en ik heb zelfs nog met haar gevoetbald!”

Oude rugnummer

De inmiddels 52-jarige Stoop maakte vervolgens uitstapjes naar SNS en Melissant, voordat ze opnieuw als speelster bij DVV’09 terechtkwam. “Dat kriebelde toch, voetballen op eigen dorp. In de tussentijd ben ik ook nog moeder geworden, maar acht weken later voetbalde ik weer.” Toch is de ‘laatste vrouw’ en middenvelder, onlangs dus gestopt. “Ik liep al jaren met een brace, had ooit mijn knie verdraaid. Mijn meniscus zat dubbel, die kregen ze niet meer recht.” Sterker nog. “Mijn kruisband bleek ook af. En de hechting van mijn meniscus hield het niet. Lag ik er anderhalf jaar uit.”

Dit seizoen kwam er een einde aan haar tijd bij de Vrouwen 30+, die ze samen met haar schoonzusje had opgericht. “Een tegenstander verdraaide haar knie, dat was foute boel. Toen dacht ik wel bij mezelf: wat als er bij mij ook weer iets gebeurt? Dat risico vond ik te groot.” En dus speelde ze afgelopen november, haar laatste toernooi. “In het oude Dirksland-tenue, met mijn oude rugnummer. Dat was zo mooi!” Een prachtig afscheid, maar natuurlijk niet voor altijd. “Iedereen kent iedereen. En iedereen doet zijn ding. Met z’n allen proberen we het leuk en gezellig te maken.” Als leider, supporter én begeleider van het schoolvoetbal, droeg Stoop de voorbije jaren haar steentje bij. “Je wilt die ‘kids’ leuk leren voetballen en met plezier naar de club laten komen.”

Sociaal bezig

En dus heeft ze het er als wedstrijdsecretaris voor de jeugd, lid van de jeugdcommissie en als coördinator, maar druk mee. “Gelukkig kun je sommige dingen ook vanuit huis doen. Appen en mailen, gaat soms toch makkelijker.” Al is Stoop natuurlijk geregeld, wél op de club. “Op donderdag hang ik altijd de indeling op, zodat iedereen dat weet. En ik ben natuurlijk vaste supporter van het eerste én van het tweede, het team van mijn zoon Mike. Vanaf dat hij bij de F’jes zat, ga ik al met hem mee. Ook als leidster. Dan is het leuk om van al die jongens hun ontwikkeling te zien.”

Genieten, doet Stoop sowieso wel. “Je moet iets doen in je vrije tijd. Ik ben gewoon graag sociaal bezig. Het geeft ook veel voldoening als alles op rolletjes loopt.” Zoals het gametoernooi voor de jeugd of LED-voetbal op de maandagavond. “We hebben een leuke groep vrijwilligers, vol met enthousiaste heren en dames. Vooral dat laatste vind ik heel gezellig.” Haar inzet en dat van man Lex, voormalig voorzitter van Dirksland, wordt dan ook gewaardeerd. “Hij is erelid en ik ben lid van verdienste.” Toch blijft Stoop zelf vooral nuchter. “We proberen het zo goed mogelijk te doen. Sinds vorig seizoen hebben we ook een Hoofd jeugdopleiding, die probeert de jeugd qua structuur steeds meer op poten te zetten.”

En ook op haar, kunnen ze bij DVV’09 voorlopig rekenen. Gewoon op het fietsje. “Je moet wel blijven sporten, hè? Zolang mijn gezondheid het toelaat, blijf ik het doen. Ik kan het gewoon niet laten.” Dus geniet ze nog altijd net zo van het spelletje. “Ik heb het zelf altijd met zoveel liefde, passie en plezier gedaan. Dat gun ik een ander ook!”

Klik op DVV’09 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op DVV’09 voor meer informatie over de club.

‘Ik ben echt begaan met die jongens’

Voorkomen is altijd beter dan genezen. En dus is dat wat blessures betreft precies wat verzorgster Lisette IJpelaar bij vijfdeklasser Flakkee probeert te doen. Maar stiekem is ze als ‘moeder van de selectie’ veel meer dan dat. “Ik ben echt begaan met die jongens, dat maakt het leuk!”

Ook als ze op vakantie is, begint de 43-jarige IJpelaar te lachen. “Dan mis ik de voetbal en houd ik toch altijd even bij wat ze gedaan hebben.” Want juist dat, maakt het voor haar zo leuk. “Als ik die binding niet had gehad, had ik het ook niet zo lang volgehouden. Het zijn echt allemaal aardige jongens.” Voor het derde seizoen op rij. “In 2019 heb ik mijn diploma Sportmassage gehaald, omdat ik al jarenlang interesse had voor het lichaam, spieren en het medische. Een jaar later kwam dit op mijn pad, toen zochten ze bij het eerste een nieuwe verzorgster.”

Massagetafel

Niet geheel onlogisch, vertelt ze. “Mijn vader komt al sinds jaar en dag bij de club. Dus als klein meisje ging ik iedere zondag mee naar Flakkee.” Toch begonnen haar eigen kinderen ergens anders met voetballen. “We wonen in Achthuizen, dus dan ga je naar FIOS en later Den Bommel. Daarna zochten we een andere vereniging, dan is Flakkee een logische keuze.” Ook voor haarzelf. “Ik heb met mijn diploma ook nog een tijdje wat aan huis gedaan, maar dat was niks. Het is leuk om er op deze manier toch nog wat mee te kunnen doen en zo je kennis bij te houden.” Want haar ‘normale’ werk als officemanager mag dan voornamelijk achter een bureau zijn, bij de voetbal staat ze liever aan een massagetafel.

Ook vanwege de sfeer. “Gemeenschappelijk en gezellig. Ik voel me daar thuis. Van huis uit heb ik Flakkee natuurlijk altijd een fijne club gevonden.” Wanneer komt ze als verzorgster in actie? “Eigenlijk niet tijdens wedstrijden, dan ben ik er vaak niet bij. Vooral omdat ik meer waarde zie in het spelers fit op het veld krijgen.” Bijvoorbeeld door massages te geven bij spierpijn of lichte blessures. “En ik beoordeel of spelers naar de fysio moeten. Soms doe ik oefeningen met ze of geef ik er een aantal mee.” Daarnaast is ze verantwoordelijk voor de warming-up. “Dat is inmiddels een vaste routine geworden, voornamelijk met loopvormen.”

Betrokken

Toch is dat nog lang niet alles. “Ik verzamel ook de kleding die kwijtraakt, leg de spullen klaar en regel andere dingen. Zoals het water.” De moeder van de selectie, wordt ze dan ook gekscherend genoemd. IJpelaar kan er zelf smakelijk om lachen. “Dat voel ik ook wel een beetje zo. Ik ben echt begaan met die jongens. Dat is ook het leukste eraan. Naast ze helpen van blessures af te komen.” Of het organiseren van een trainingskamp. Want ook dat doet IJpelaar. “Vanuit mijn werk, een eigen bedrijf samen met mijn man, ben ik een soort regelneef. Dat vind ik leuk om te doen. Dit seizoen zijn we in de buurt van Barneveld geweest.” Goed voor de teambuilding, vertelt ze. “Het is jammer dat we van onder staan, want iedereen traint echt keihard. Die jongens willen allemaal werken voor elkaar en het is een hechte groep. Dan gun je ze meer punten.”

Ook voor haar eigen fanatisme. “Ik ben wel fanatiek met de resultaten bezig. Nu is het toch steeds een teleurstelling.” Al doet dat aan haar liefde voor het spelletje, gelukkig niks af. “Natuurlijk omdat ik het zelf, bij FIOS, ook heb gedaan. Je doet het met z’n allen. Dat is het mooie van een teamsport. Alleen ben je nu op een andere manier betrokken.” In haar geval dus op dinsdag en donderdag vóór de training. “En bijna altijd op zaterdag voor de wedstrijd. Alleen tijdens niet.” De spelers van Flakkee zijn bij IJpelaar dus in goede handen. “Door middel van bijscholing probeer ik alles bij te houden. Daarvoor moet je ook licentiepunten halen, die staan in mijn hoofd al op de planning.” Want ook volgend seizoen, is ze er gewoon weer bij. “Ik heb het ontzettend naar mijn zin, dus er is geen reden om weg te gaan!”

Klik op MSV & AV Flakkee voor de laatste artikelen over de club.
Klik op MSV & AV Flakkee voor meer informatie over de club.

Breederveld is ook buiten de kleedkamer weer belangrijk

Na een dominant kampioenschap in de vierde klasse, knokt Stellendam dit seizoen een niveautje hoger voor wat het waard is. En logischerwijs, valt dat niet altijd mee. Heeft ook routinier Bram Breederveld de afgelopen maanden wel gemerkt. “Een jong team heeft tijd nodig.”

Tijd om te leren én om te wennen, begint de 36-jarige Breederveld te vertellen. “Vooral qua fysieke kracht is het een groot verschil. En kleine foutjes worden afgestraft. Dat is ook een beetje mentaal.” Toch boekte de ploeg onlangs een belangrijke overwinning, op hekkensluiter Alliance. “Daar zaten we wel een beetje tegenaan te hikken. Als je wel goed speelt, maar te weinig punten pakt…”

Jongens helpen

En te weinig punten, heeft Stellendam. Want met een positie die aan het einde van het seizoen nacompetitie voor degradatie betekent, moet de formatie onder leiding van Dennis en Robin Bredius nog flink aan de bak. Niet zo gek, vindt Breederveld. “We hebben een jonge groep, die nog moet leren. Maar dat heeft tijd nodig. Dat merk je in de omschakeling en op het middenveld.” Een gebrek aan ervaring dus, iets waar de verdediger op zijn beurt dan weer voor moet zorgen. Al had hij het, vooral vorig seizoen, ook zelf wel even lastig. “In de voorbereiding brak ik mijn pols. Daarna kwam ik weer terug en ben ik eigenlijk als invaller bij de groep gebleven.”

Inmiddels weer in de basis, blikt Breederveld terug op die periode. “Dat was in eerste instantie best lastig. Zeker op mijn leeftijd. Is het dan klaar en moet je stoppen?” Gelukkig voor zichzelf én Stellendam, deed hij dat uiteindelijk dus niet. “Ik kon op een bepaalde manier toch belangrijk zijn in de kleedkamer. Een beetje die jonge gasten helpen.” Nu, weer helemaal fit, lukt dat natuurlijk nog beter. “Door blessures kwam ik er weer in, daarna heb ik mijn plek vastgehouden.” Als oudste van het team dus. “Dat is eigenlijk wel leuk! Ik speel nu met jongens die ik in de ‘F en E’ nog training heb gegeven. Ze kijken toch een beetje tegen je op. En ik word geaccepteerd. Ook als ik een keer een training over moet slaan. Dat is nooit een probleem.”

Zakelijk zijn

Maar als Breederveld er is, zullen ze dat ook horen, begint hij te lachen. “Het is geen speeltuin, soms worden er andere dingen van je gevraagd. Dan moet je zakelijker zijn, om een overwinning over de streep te trekken. Dat probeer ik er wel in te krijgen.” Want, zo weet de Stellendammer inmiddels: “Voetballend kunnen we leuk mee, doen we zeker niet onder voor 85 procent van de teams. Alleen qua zakelijkheid en fysiek, komen we nog wel tekort. Dat is een extra aandachtspunt.” Helemaal als ze hun doelstelling willen behalen. “Handhaving is ons streven. Ik heb er alle vertrouwen in dat het gaat lukken. Zeker als we niet te veel blessures krijgen…” En dus kijkt Breederveld, het liefste gewoon omhoog. “Zeker met de kwaliteiten die we hebben, moet je positief zijn. Die jongens worden natuurlijk ook steeds ouder.”

Net als hij. “Ik speel vanaf mijn vijfde bij Stellendam. Het is een familie, klein en ons kent ons. Je komt hier een soort van thuis. Iedereen ken je, het is gezellig en altijd druk langs de lijn. Dat is gewoon heel leuk!” Zelfs bij verre uitwedstrijden. “Ook dan gaan er een hoop mee.” Om hem te zien schitteren. Als centrale verdediger. “Vroeger was ik altijd spits. Sinds een jaar of vier, sta ik achterin. Je wordt wat ouder en Arie (Bravenboer) is een veel betere spits.” Van hardwerkende spits, naar leider in het hart van de defensie. “Met mijn ervaring probeer ik nu de boel aan te sturen. Neerzetten, coachen en het ‘zootje’ bij elkaar houden.” Een fijne positie, zo in zijn nadagen. “Lekker om af te bouwen! Tegenstander uitschakelen en sterk zijn in de kopduels.”

Dat lukt hem naar eigen zeggen vrij aardig. “Omdat je zelf spits bent geweest, weet je toch een beetje wat ze gaan doen.” De vraag is nog voor hoelang. “Ik ken Leo (de Geus), onze nieuwe trainer voor volgend jaar, goed. Die heb ik al twee keer gehad. Dus als ik fit blijf, ga ik waarschijnlijk nog een jaartje door!”

Klik op VV Stellendam voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Stellendam voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.