Home Blog Pagina 105

‘Op die manier zorgen we voor aanwas’

Toen ze twee jaar geleden bij Sparta’30 een trainer voor het damesteam zochten, voelde John Canzano zich wel geroepen. Inmiddels is de inwoner van Zaltbommel ook verantwoordelijk voor de MO15 en richt hij zich volledig op de toekomst van de club. “Als het aan mij ligt blijf ik hier voor een langere tijd.”

Het zorgt sinds dit seizoen voor goedgevulde avonden, vertelt de 61-jarige Canzano. “Ik train eerst de MO15, daarna ga ik door naar de dames. Op zaterdag kan ik er bij de jeugd helaas niet bij zijn.” Toch maakt dat voor zijn beleving gelukkig niks uit. “Het is een geweldige club! De mensen zijn eerlijk en iedereen praat tegen je. Echt een dorpsclub.” Eén waarmee hij in zijn eerste jaar meteen kampioen werd. Iets wat de oefenmeester na het kennismakingsgesprek al had gezien. “Dat klikte meteen goed!”

Gezelliger

En niet voor niks, legt Canzano uit. “In het verleden heb ik vaker dames getraind. Het is heel anders, maar ik vind het persoonlijk leuker.” Waarom? “Je kunt ze meer leren, ze reageren op een andere manier en het is gezelliger.” De voormalig voetballer van GVV’63 zit dan ook helemaal op zijn plek in Andel. “Het is een hechte groep. De leeftijden liggen een beetje tussen de twintig en 33 jaar.” Al kunnen er altijd wel een paar bij, vindt hij. “Als we meer meiden hebben, kunnen we straks een tweede elftal maken. Dat zou ik wel prettig vinden!” Want soms, is het best lastig om er genoeg te hebben, volgens Canzano. “Je moet vijftien jaar oud zijn, anders mag je niet bij Dames 1 spelen.” Mede daarom, riep Sparta’30 dit seizoen een MO15 in het leven. “Om te zorgen voor aanwas. Die groep moet over twee jaar eigenlijk naar het eerste gaan.” Met de populariteit zit het wat hem betreft gelukkig dan ook wel goed. “We zijn daar eerst begonnen met een negental, nu hebben we er in totaal al zestien.”

Toekomst

Een mooi aantal, om lekker te kunnen trainen. “Op dinsdag doen we vaak eerst iets van conditie, daarna afwerken, positiespel en partij. Donderdag is meestal een wat langere partij, gericht op zaterdag.” Met Canzano voorlopig aan het roer. “Ik blijf volgend seizoen het eerste én de MO15 doen. Als het aan mij ligt, blijf ik voor een langere tijd.” Alles gericht op de toekomst. “De club wil ook een Vrouwen 30+ beginnen. Het zou mooi zijn als we van de MO15 straks het eerste kunnen maken. En misschien krijgen we ook wel ooit een tweede!”

Klik op Sparta’30 voor de clubpagina.

Geslaagd BBB toernooi bij S.V. Capelle

Zaterdag 8 juni vond op het Mandemakers Sportpark van S.V. Capelle al weer de 8e editie plaats van het 5 tegen 5 miniveld voetbaltoernooi om de Bier Buiken Bokaal. Net als de eerdere edities was ook dit toernooi weer zeer geslaagd.

‘s Ochtends begonnen 23 teams aan het toernooi. Na de poulewedstrijden werden aan het einde van de middag de finales gespeeld. De Bier Buiken Bokaal werd gewonnen door de “MM Groep”, die in de finale het team van “De Tobbers” versloegen. De teams “Kom een klein beetje feesten op veld 3” en “Café Heistreet” legden beslag op de gedeelde 3e plaats. Naast het voetbaltoernooi was er ook nog een beerpong spel dat gewonnen werd door team “Lekkerkerk”. De sportiviteitsprijs ging naar team “Bork en Pia”. Na het toernooi volgde nog een gezellige feestavond.

S.V. Capelle bedankt de organisatie van de Bier Buiken Bokaal / Vriendenclub van S.V. Capelle voor de goede organisatie van dit toernooi. Ook gaat dank uit naar de betrokken vrijwilligers / scheidsrechters / kantinepersoneel en de vele sponsoren.

foto’s: S.V. Capelle

Klik op SV Capelle voor de nieuwe clubpagina.

Barry Perk heeft zijn laatste goal gemaakt

Na dertig jaar in een eerste elftal en bijna 650 wedstrijden verder, vindt Barry Perk het aan het einde van het seizoen mooi geweest. De topschutter van vijfdeklasser HSC’28 zet er over een paar weken na een indrukwekkende carrière ‘eindelijk’ een punt achter. “Het is wel een keer goed geweest, hè?”

Zelfspot is de 45-jarige Perk wat dat betreft dan ook niet vreemd. “Het is inderdaad toch een keer tijd om de stoppen.” Waarom nu wel? “Ook vanwege de pijntjes. Twee jaar geleden heb ik met mijn enkel een waarschuwing gehad, lag ik er enkele maanden uit. Die was gewoon versleten.” De spits besloot toch door te voetballen, en niet voor niks. “Ik ben heel trots op die dertig jaar en 650 wedstrijden. Op mijn leeftijd, mag je dan echt in je handjes klappen.” Mede door de situatie thuis. “Met al die verplichtingen, heb ik het toch altijd maar mogen doen. Daar ben ik ze dankbaar voor. Nu kunnen we eens een weekendje weg of verre reizen maken.”

Mooie mijlpaal

Tussen het werken door, lacht de schilder van beroep. “Ook de werkzaamheden met mijn eigen bedrijf worden steeds meer.” Een goed moment om het qua voetballen wat rustiger aan te gaan doen, vertelt de oud-speler van Cluzona en Roosendaal. “Dat roep ik al een jaar of acht, maar dit is wel echt een mooie mijlpaal nu. Met het aantal wedstrijden dat ik heb gespeeld.” Zo rond de winterstop, hakte Perk de knoop voor zichzelf door. “Toen heb ik het die jongens ook verteld, natuurlijk nadat ik het thuis had besproken. Die geloofden mij niet meer, dat zeg je al jaren, riepen ze. Maar nu kan ik tenminste nog lekker fit stoppen.” Al had dat twee jaar geleden dus zomaar anders kunnen zijn. “Er zat slijtage in het bot van mijn enkel. Een operatie was niet nodig, oefeningen doen wel. Zat ik daar op mijn bedrand, rondjes met mijn voet te draaien.” Zitten is iets wat de inwoner van Wouw dit seizoen naar eigen zeggen sowieso iets te veel deed. “Je gaat minder minuten maken en komt meer op de bank. Dat was ik niet gewend. Na een tijdje is dat wel beter te accepteren.” Ook de teller, loopt daardoor nog niet al te hard door. “Ik heb er pas één, maar sta nu ook wat meer ‘op tien’.”

Verenigingsmens

Bij de club waar het als vijfjarige allemaal voor hem begon. “Op mijn vijftiende maakte ik mijn debuut in het eerste van HSC’28. In 2008, toen was ik 28, ging ik naar Roosendaal. Onder Kees de Rooij.” Na vier mooie jaren, vertrok Perk naar Cluzona. Om vervolgens zijn eerdere belofte in te lossen. “Ik had beloofd om hier terug te keren, voor één jaar. Dat zijn er zeven geworden…” En dus, maakte de routinier alles in zijn voetballeven wel zo’n beetje mee. “Gepromoveerd, gedegradeerd, nacompetitie en de Zilveren Schoen gewonnen. Daar ben ik nog steeds trots op.” Spijt, heeft Perk niet van bepaalde dingen. “Ooit ben ik gevraagd door Halsteren, maar ik ben een verenigingsmens, houd van die gezelligheid om me heen. Dus dat kon ik gewoon niet.” Doelpunten maken kon hij wel. Ongeveer 250 in totaal. Eentje steekt er voor hem met kop en schouders bovenuit. “In de wedstrijd tegen Goes, met Roosendaal. Een volley van puntje ’16’. Dat vergeet je niet. Kwam zelfs Gérard de Nooijer, trainer van de tegenstander, een complimentje geven.” Een verdiend complimentje, voor iemand met zijn staat van dienst. “Ik was altijd een balvaste spits, iemand die vaak op de juiste positie stond en redelijk kon koppen. Eigenlijk een soort Luuk de Jong.” Want ook zijn zwaktes, kende Perk maar al te goed. “Was zeker geen man van de actie!”

Niks doen

Trots op wat hij heeft bereikt, maar altijd op zoek naar meer. Zo ook dit seizoen. Met HSC’28 in de vijfde klasse dus. “Voetballend horen we bij de top drie, alleen scorend laten we het een beetje afweten. Toch heb ik het geloof dat we die nacompetitie kunnen halen.” En dat zou alleen maar goed zijn voor de club, zo denkt Perk. “Het is belangrijk om te promoveren, om spelers aan te kunnen trekken en de vereniging omhoog te houden. Er zijn best wat jongens die stoppen, dus dat gaat me wel aan het hart. Straks bestaat HSC’28 honderd jaar en is er geen eerste meer. Dat zou zonde zijn.” Perk blijft dan ook lid. “Mocht er wat zijn, wil ik ‘mijn cluppie’ altijd uit de nood helpen. Maar ik ga eerst proberen een jaartje niks te doen en een beetje wedstrijdjes te kijken.” Voor een lager elftal of 35+, voelt hij zich nog veel te fanatiek. “Dat moet ik eerst nog een beetje laten zakken.” Een nieuwe wereld gaat dan ook voor hem open. “Padel spreekt me aan, al ga ik de humor in de kleedkamer en de spanning op zondag natuurlijk wel missen. Dat is toch een bepaald soort adrenaline.” Iets dat hem dus, in ieder geval jarenlang, fysiek op de been heeft gehouden. “Fit zijn, zit ook in het koppie. Als schilder ben je veel in beweging, dan herstel je snel. Als ik op een kantoor had gezeten, was ik denk ik vaker veel stijver geweest…”

Klik op HSC’28 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op HSC’28 voor meer informatie over de club.

‘Nu moet ik achter een hekje blijven staan’

Je bent nooit te oud, om vrijwilligerswerk te doen. Dat bewijst Vlasta Hornícek als voormalig clubscheidsrechter bij Kruisland. Want nadat zijn kleinkinderen begonnen met voetballen, ging het ook bij hem een aantal jaar geleden weer kriebelen. “Soms floot ik er wel drie achter elkaar.”

En dat begon voor de inmiddels 80-jarige Hornícek eigenlijk allemaal al heel lang geleden. “In 1988 heb ik mijn scheidsrechtersdiploma gehaald, daarna heb ik altijd bij Steenbergen gefloten én in de zaal.” Tot zijn kleinkinderen in 2006 bij Kruisland gingen voetballen. “Toen ben ik de JO7 gaan fluiten. Aan het einde van afgelopen seizoen, ben ik gestopt. Bij de JO13. Groot veld werd te groot, letterlijk en figuurlijk.”

Veel plezier

Vandaar ook dat Hornícek lang actief was in het zaalvoetbal. “Op het veld werd er vaak ruw gehandeld, dat werd voor mij te veel. In de zaal heb ik zelfs nog hoofdklasse gefloten!” En dat niet alleen. “Zelfs Pierre van Hooijdonk.” Tot een hartinfarct hem op zijn 50ste noopte te stoppen. “Dat moest toen, maar later ben ik weer begonnen.” Eenmaal toch zijn fluit aan de wilgen te hebben gehangen, kwamen zijn kleinkinderen om de hoek kijken. “Die gingen voetballen, toen begon het bij mij toch wel weer te kriebelen.” Ingegeven door schoonzoon Idriss Hassani. “Die was trainer én scheidsrechter van de JO7, dus vroeg hij mij om hulp.” En gelukkig maar, lacht Hornícek. “Ik heb altijd veel plezier gehad. Gewoon de manier van voetballen en met die kindjes bezig zijn.” De voormalig inwoner van Steenbergen, tegenwoordig woont hij in Roosendaal, is dan ook een groot liefhebber van het spelletje. “De zaal vond ik eigenlijk leuker dan het veld, daar had je nauwelijks lichamelijk contact. En het was nooit koud!” Zijn eigen tijd als voetballer, onder andere bij Steenbergen, herinnert hij zich nog goed. “Een positie was toen helemaal niet belangrijk, dat was heel anders. Ik voetbalde nog op leren voetbalschoenen met houten noppen. En je had leren ballen.”

Vrijwilligers

Fluiten doet Hornícek tegenwoordig dus niet meer, zijn kleinzoons aanmoedigen wel. “Ik ga iedere zaterdag kijken. Je moet wat doen, hè?” Alleen vindt hij dat nog niet zo makkelijk, lacht de voormalig arbiter. “Nu moet ik achter zo’n hekje blijven staan. Dan zie je ze fluiten en denk je: sjonge jonge. Dan mis ik het toch wel behoorlijk.” Bij een club die voor Hornícek inmiddels voelt als thuis. “De mensen zijn vriendelijk en de sfeer is gemoedelijk.” Toch maakt hij zich, net als Hassani, af en toe wel een beetje zorgen. “Vrijwilligers zijn er bijna niet, dat is in deze tijd heel moeilijk.” Zijn schoonzoon, eveneens bestuurslid bij Kruisland, vult hem aan. “Dat was voor mij ook de reden om hem te vragen, naast dat het natuurlijk heel leuk is. Het zorgt voor binding én gespreksstof met zijn kleinkinderen. Het was eigenlijk gewoon een leuk uitje.” Als onderdeel van de voorbereiding en eigenlijk ook nabeschouwing. “Dan kun je dat soort dingen toch samen delen.” Een voorbeeld voor velen. “Gewoon even samen koffiedrinken, met andere ouders, opa’s of oma’s. Ook dat zorgt voor saamhorigheid.” Een mooi verhaal, vindt Hassani. “Vlasta was 73 op het moment dat hij begon, toen was het natuurlijk best spannend of hij het nog kon. Gelukkig werd het breed gedragen door zowel vereniging als spelers.” Zag ook Hornícek. “Het is heel belangrijk om vrijwilliger te zijn, omdat je ziet dat de club het daar moeilijk mee heeft. Dan wil je de jeugd toch helpen?”

Altijd eerlijk

Hij dus in ieder geval wel. “Ik voelde me heel gemotiveerd om het te doen. Keek er ook iedere keer weer naar uit.” Iedereen bij de club, wist hem dan ook te vinden. “Kunt u deze wedstrijd ook even fluiten? Vroegen ze dan. Soms deed ik er wel drie achter elkaar.” En altijd eerlijk. “Ik kon natuurlijk niet expres vóór ze gaan fluiten.” Sterker nog, vult Hassani aan. “Hij was meer tegen.” Ook toen Hornícek een keer zijn eigen schoonzoon moest fluiten. “Toen had ik al snel door: ik moet niet al te veel tegen hem zeggen, haha!” Het laat maar zien, hoe leuk die betrokkenheid kan zijn, vindt de jongste van de twee. “Daarom ben je nooit te oud om die stap te maken. Uiteindelijk zijn er alleen maar winnaars.” Waar Hornícek er jarenlang dus eentje van was. “Ik heb er zoveel plezier uit gehaald!”

Klik op SC Kruisland voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SC Kruisland voor meer informatie over de club.

‘Heel bijzonder voor een dorpje als Moerstraten’

Geen school, weinig aanwas en daardoor eigenlijk nauwelijks jeugd. En toch bestaat Moerstraten dit seizoen 50 jaar. Tijd voor een feestje, vinden onder meer Angela Veraart en Adri Godschalk als onderdeel van de jubileumcommissie. “Het is heel bijzonder, zeker voor zo’n klein dorpje.”

En dus staat 17 augustus volledig in het teken, van dát jubileum. In de vorm van een feestdag, vertelt Veraart (53). “We beginnen met een kindermiddag, vol voetbalactiviteiten en dingen zoals een springkussen. Daarna spelen we om 17:00 uur een wedstrijd tegen FC de Rebellen.” Met een team vol bekende gezichten, aan Moerstraten zijde. “Iedereen van ons die mee wil doen, mag meedoen!” Gevolgd door een receptie én bijbehorende feestavond. “Daar zijn we nu volop alles voor aan het regelen. Van een tent tot aan de loterij.”

Verenigingsleven

Het bestuurslid is als vanzelfsprekend trots op het 50-jarig bestaan van haar club. “Het is bijzonder dat we het toch hebben gered. Moerstraten is klein, maar het verenigingsleven is heel groot. We staan altijd voor elkaar klaar.” Zo ook de 69-jarige Godschalk. Tegenwoordig penningmeester bij de vereniging. “Ik zit al bijna 30 jaar in het bestuur. Onder meer als secretaris, jeugdcoördinator of hoofd van het veldonderhoud. Dat is zo gegroeid, want mijn vrouw voetbalde hierzo.” Zelf was Godschalk een stuk minder van het voetballen, vertelt hij. “Pas op mijn 42ste sloot ik aan bij Moerstraten, daarvoor voetbalde ik in het ‘wild’ of in de zaal.” Ook zijn collega, was allesbehalve ‘voetbalminded’. “Ik was eigenlijk altijd anti-voetbal, tot mijn zoon en twee dochters gingen voetballen. Bij de jongste ben ik jarenlang jeugdleider geweest en een paar jaar geleden, begon ik als notulist.” En dat doet ze nog steeds. “Verder sta ik in de kantine en regel ik alles voor de jeugd.” Het leverde haar onlangs een mooie onderscheiding op. “Op Koningsdag heb ik de Roosenspeld gekregen, voor al mijn vrijwilligerswerk bij verschillende verenigingen in Moerstraten.”

Toekomst

Tegenwoordig gelukkig dus ook bij de voetbal. “Ik vind het ontzettend leuk, vooral omdat mijn kinderen hier nu zitten. Daardoor is het hartstikke gezellig.” Al maakt Veraart, wonend op steenworpafstand van het sportpark, zich wel zorgen. “De toekomst is twijfelachtig, het is afwachten wat die brengt. Zolang er geen jeugd komt, weten we dat we niet nog eens tien jaar zullen bestaan.” Ook Godschalk ziet het wat dat betreft somber in. “Onze accommodatie is prachtig, maar als je geen jeugdelftallen meer op de been kunt brengen…”

Klik op FC Moerstraten voor de laatste artikelen over de club.
Klik op FC Moerstraten voor meer informatie over de club.

‘Je komt met veel mensen in contact’

Als onderdeel van de jeugdcommissie, bemoeit Mike Boshouwers zich sinds een jaar of twee met de indelingen van de teams. Maar als aanspreekpunt van de jongste jeugdelftallen én trainer van de JO10, doet de inwoner van Wouw stiekem nog veel meer. “Ook de aanmeldingen vallen onder mijn verantwoordelijkheid.”

Een mooie manier om extra betrokken te zijn, vertelt de 40-jarige voetbalvader. “Mijn zoontjes zitten op de voetbal, daarom vind ik het leuk om een functie te vervullen.” Dus toen twee mensen van de jeugdcommissie besloten te stoppen, stapte Boshouwers in. “Je komt met veel mensen, vooral ouders, regelmatig in contact. Daardoor bouw je een sociale kring op.” Ook als jeugdtrainer. “Met die spelers bezig zijn en ze iets proberen te leren. Ik heb zelf altijd gevoetbald, moest stoppen door een kruisbandblessure, dan kun je op deze manier toch je steentje bijdragen.”

Eigen onderdeel

Want als voetballer, liep het iets minder soepel, vertelt Boshouwers. “Mijn andere knie was ook heel slecht, dus ben ik uit voorzorg gestopt. Ik had geen zin om weer dat lange traject in te gaan.” De oud-speler van het eerste hield het op zijn 28ste voor gezien. “Op het veld heb ik vanaf mijn vijfde alleen maar bij Cluzona gevoetbald.” Een klassieke linksbuiten, memoreert hij. “Linksbenig. Op snelheid buitenom erlangs. Dat zie je nu niet veel meer, het spelletje is enorm veranderd.” Tegenwoordig is Boshouwers dus actief als aanspreekpunt van de JO7 tot en met de JO9, daarvoor was hij ook nog twee jaar lang leider van het tweede. “Onze jeugdcommissie bestaat uit vijf man en in principe hebben we eigenlijk allemaal ons eigen onderdeel. Regelmatig zitten we bij elkaar, samen met de trainers. Die willen we er zoveel mogelijk bij betrekken, om transparant te blijven.”

Typerend

Als jeugdtrainer, weet Boshouwers natuurlijk als geen ander waar hij over praat. “Bij ons eigen team zijn we nu heel erg bezig met overspelen. Er is onderling best een verschil in wat ze kunnen, maar voetballen doe je niet alleen. Dus hameren we enorm op overspelen.” Ook buiten het veld, heeft Boshouwers het meer dan goed naar zijn zin. “Het sociale, vriendelijke en gezellige, is wel typerend voor Cluzona. Of het nu goed of slecht gaat, er is altijd wel een feestje. En de omgang met mensen is gewoon heel fijn.” Reden voor hem, om nog wel een tijdje door te gaan. “Zolang mijn zoontjes in de jeugd spelen, blijf ik nauw betrokken!”

Klik op Cluzona voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Cluzona voor meer informatie over de club.

Luc Gijzen proeft bij DIOZ van het eerste

Als speler van de O23, mocht Luc Gijzen dit seizoen al proeven van minuten bij het eerste. En die kansen, smaken voor de middenvelder van vijfdeklasser DIOZ zeker naar meer. Dus is hij vastberaden om er alles uit te halen. “Vaak speel je twee wedstrijden in één weekend.”

Want de samenwerking tussen het eerste en de oudste jeugdploeg, is heel nauw, vertelt de achttienjarige Gijzen. “Op dinsdag trainen we altijd samen, met een mannetje of 23. Donderdags is het dan vaak wat meer apart. Dan worden de selecties gemaakt. Met de O23 spelen we zelf ook gewoon competitie.” Toch maakte hij vorig seizoen, bij het vlaggenschip al zijn debuut. “En ook dit jaar heb ik al een paar wedstrijden meegedaan. Ik vind dat zelf heel leuk, je draagt toch een soort verantwoording van de club.”

Sterker

Al is het vaak best wel even wennen, lacht Gijzen. “Het eerste is een groot verschil met de O23, qua voetbal en fysiek. Gelukkig is het wel te doen, maar zeker in het begin was het aanpoten.” Helemaal toen hij pas zeventien was. “Dan merk je wel dat ze allemaal wat sneller zijn. En handiger.” Even schakelen dus. “Juist door die wedstrijden te spelen, maak je stappen.” Dus zit Gijzen er tegenwoordig meer dan lekker in. “Fysiek ben ik sterker geworden, maar technisch ook. Daardoor ben je rustiger aan de bal. Nu is het nog zaak om goed en meer om me heen te kijken.” Bij de vereniging waar de inwoner van Rucphen eigenlijk al zijn hele leven komt. “Sinds mijn zesde voetbal ik bij DIOZ. Ook nooit ergens anders. Wat dat betreft ben ik wel een jongen van de club.” En niet voor niks. “De gezelligheid en saamhorigheid, dat is DIOZ. Daar moet je ook een beetje van houden.” Serieus én gezellig, vertelt Gijzen. “Met sommige jongens voetbal ik al zó lang, dat zijn allemaal vrienden geworden.” Een groot voordeel, zo vindt hij. “Het is fijn om van elkaar te weten wat iemand kan hebben, daardoor kunnen we soms echt wel ‘boos’ op elkaar worden. Tegen gasten waar ik al sinds mijn zesde mee speel, kan ik alles roepen. Bij iemand anders houd je er misschien toch iets meer rekening mee. Dat je ook wat terug kunt verwachten.”

Nadeel

Zijn ‘dubbelfunctie’ zorgt bij Gijzen dus voor drukke weekenden. “De laatste tijd zit ik ieder duel ook bij het eerste op de bank, nadat ik heb gespeeld met de O23. Dan speel je dus eigenlijk twee wedstrijden. Bijna altijd wel 120 minuten. Dat is misschien een beetje het nadeel van een kleine club.” Hij is dan ook met allebei de resultaten volledig bezig. “Bij het eerste staan we zevende, daar had wel iets meer ingezeten. We hebben het een aantal keer ongelukkig weggeven. Net een tegengoal of onnodig verliezen.” Want, zo vertelt Gijzen. “Voor de winterstop stonden we een stukje hoger en had iedereen een goed gevoel. Maar daarna werden de resultaten minder en kak je een beetje in. Dat merk je.” Toch zijn ze bij DIOZ van nature positief ingesteld, volgens hem. “Uiteindelijk willen we ook echt allemaal beter worden. Daar haal je motivatie uit.” En dat geldt ook voor de middenvelder zelf. “Ik hoop volgend jaar definitief naar het eerste te gaan. Ook omdat het maar de vraag is of we genoeg man hebben voor een O23.” Aan hem zal het in ieder geval niet liggen.

Klik op VV DIOZ voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV DIOZ voor meer informatie over de club.

Na twee promoties moet MOC’17 vol aan de bak voor handhaving

Na de promotie in 2022 en het kampioenschap een jaar later moet MOC’17 in de tweede klasse vol aan de bak voor handhaving. Het seizoen heeft niet gebracht wat Rick van Loon (21) en zijn ploegmakkers ervan hadden gehoopt. ‘Dat we nu nog moeten strijden in de nacompetitie was niet wat we voor ogen hadden na ons kampioenschap.’ 

Hele lullige tegengoals, te weinig zelf de kansen afgemaakt én verzuimd om de broodnodige punten te pakken op de momenten dat het moest gebeuren. “Dat is in het kort inderdaad wel de juiste samenvatting van ons seizoen tot nu toe. Jammer dat we, zeker nadat we kampioen werden vorig jaar, het ons nu tot op het allerlaatste moment zo moeilijk hebben gemaakt. Rechtstreekse handhaving was vooraf onze doelstelling, realistisch ook gezien de kwaliteit in onze selectie, maar daarvan zijn we heel erg ver verwijderd gebleven.”

Met MZV’11 en Heinenoord zijn er volgens de middenvelder twee topteams die er ver bovenuit steken qua niveau, met Yerseke daar iets achter. “Daarna komen er een aantal teams waarmee we ons met wat geluk en de juiste instelling zeker moeten kunnen meten. Maar als je bekijkt dat we tegen WHS over twee duels maar één puntje pakken…. We zijn natuurlijk wel in twee jaar tijd van vierde naar tweede klasse gepromoveerd. Je merkt dat aan alles. Van vierde- naar derde klasse is de stap nog redelijk te doen, maar het voetballende niveau in tweede klasse is echt heel hoog. Elk foutje wordt afgestraft en elke kans die je mist is dodelijk. Dat blijkt ook als je ziet hoe we sommige wedstrijden hebben verloren of verzuimden om toch minimaal een puntje te pakken. Dan sta je dus terecht op de plek waar je staat.”

Voor Van Loon, die al zijn gehele leven uitkomt voor de MEVO-Olympia Combinatie, was het overigens wel op heel veel vlakken leerzaam. “We hebben, op enkele ervaren gasten na, een heel jonge selectie. Dit soort seizoenen heb je liever niet misschien maar je leert er als voetballer wel heel erg veel van. Sneller handelen, betere keuzes maken en ook dat je niet op halve kracht of inzet wedstrijden kan winnen op dit niveau. Dat moeten we meenemen in de rugzak met ervaringen met z’n allen.”

Tweede klasse was en blijft voor de grootste club uit West-Brabant nog altijd het doel. “Men wilde twee keer promoveren in drie jaar en dat hebben we in twee jaar voor elkaar gekregen. We lopen dus eigenlijk een jaar voor op schema, maar het zou zonde zijn mochten we nu een terugval maken. Dat moeten we met z’n allen zien te voorkomen in elk geval.”

De afgelopen jaren had Van Loon te maken met een reeks aan blessures aan spieren en gewrichten waardoor hij een hoop wedstrijden moest missen. “Ik speel al sinds mijn vijftiende in het eerste, destijds nog als B- en A—junior. De laatste vier jaar vast bij het eerste en, mits ik fit was, speelde ik ook altijd. Maar een kruisbandblessure kostte me een half jaar en daarna kreeg ik nog een blessure aan de enkelbanden en hamstrings. Op dit moment probeer ik terug fit te worden vanwege een blessure aan dezelfde knie.”

De toekomst van MOC’17 zal er komend seizoen sowieso anders uit gaan zien. Ervaren jongens als Robin Hanssler, Tom Sanen, Hein Loman en Gijs Wijnmaalen stoppen. Joshua Becht vertrekt evenals trainer Remco van Haaren. “Dat zal kwalitatief maar zeker qua ervaring een aderlating worden. Toch heb ik er met de aankomende jeugd en toch ook tweede selectie vertrouwen in. Zelf ga ik zeker door en dat hoop ik hier nog flink wat seizoenen te kunnen spelen.”

Klik op MOC’17 voor meer artikelen over de club.
Klik op MOC’17 voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.