Zijn droom om profvoetballer te worden kwam niet uit, maar ook in het amateurwereldje voelt Mitchell de Rooij (22) zich enorm op zijn gemak. De aanvoerder van Right-Oh hoopt met de club uit Geertruidenberg dit seizoen te promoveren naar de derde klasse.
Als de deur van de bestuurskamer van Right- Oh openzwaait, staat Mitchell de Rooij keurig op tijd al te wachten. Hij draagt een chique rode polo met het clubembleem erop en daaroverheen een fraaie grijze jas, eveneens voorzien van het logo van de vereniging uit Geertruidenberg. Met de uitstraling van de selectie van Right-Oh zit het in het algemeen wel goed dus en dat geldt ook specifiek voor de manier waarop de kersverse aanvoerder zich presenteert. Met lange, bedachtzame zinnen vertelt de sympathieke middenvelder openhartig over zijn lange voetbalcarrière, die hem via behoorlijk wat profclubs uiteindelijk bracht naar sportpark Het Bolwerk, waar we ons op dit moment bevinden op deze donderdagavond.
Als klein mannetje begon De Rooij met voetballen bij Veerse Boys en al snel werd hij daar opgemerkt door scouts van RBC Roosendaal. Als zesjarig ventje kon hij logischerwijs niet opboksen tegen de D-pupillen waartegen hij het daar moest opnemen en ook bij Willem II viel hij daarna af na een serie proeftrainingen. Via Veerse Boys belandde de middenvelder uiteindelijk wel bij zijn favoriete club PSV, waar hij een jaartje speelde als D-pupil. “Ik speelde met jongens als Jordy de Wijs en Ray Vloet samen en dat was geweldig. Maar door mijn kleine postuur zag PSV het niet in mij zitten, waardoor ik na één jaar bij RKC Waalwijk terechtkwam”, legt hij uit. In Waalwijk speelde hij als rechtsback maar liefst acht seizoenen, tot hij als B-junior te horen kreeg dat hij moest vertrekken. “Toen stortte mijn wereld even in, had nergens meer zin in”, aldus De Rooij. “Mijn droom viel in duigen, het was een enorme klap die ik moest verwerken.”
Na een tijdje zette De Rooij de knop om en meldde hij zich weer bij Veerse Boys. Hij legde aanbiedingen van grote regionale amateurclubs naast zich neer vanwege zijn maatschappelijke carrière en belandde na twee jaar Veerse Boys 1 en een seizoen Be-Ready uiteindelijk bij Right-Oh, waar hij nu bezig is aan zijn tweede seizoen. “Het was even schakelen om na een profclub in de vierde klasse te voetballen, maar het bevalt me uitstekend”, zegt de middenvelder. “Ik geniet bij Right-Oh, ben hier goed op mijn plek. Ik houd er wel van om met z’n allen een biertje te drinken na afloop en ben met de ets binnen een paar minuten op de club. Dat vind ik erg belangrijk. Ons teamgevoel is sowieso erg sterk. Er wordt veel gelachen, maar tijdens trainingen en wedstrijden is iedereen wel goed gefocust. Ik vind het mooi om onderdeel uit te maken van deze club en van dit elftal. ”
De Rooij is aanvoerder van de bloedfanatieke selectie van coach Leon Hutten, die met zijn ploeg dit seizoen hoopt te promoveren naar de derde klasse. Als captain probeert hij het jonge elftal op een positieve manier op sleeptouw te nemen. “Ik houd mijn hoofd koel, probeer iedereen te coachen en geef nooit op”, zegt hij. “Die mentaliteit heb ik overgenomen van mijn vader Anton, die is topsporter. Hij is 51 en speelde onlangs zijn 700ste wedstrijd als international van het Nederlands elftal van rolstoel basketballers. Hij sport nog altijd vijf keer in de week en ik ben erg trots op hem.”
De middenvelder denkt nog soms aan de mooie toernooien die hij speelde bij RKC Waalwijk, de wedstrijden tegen Borussia Dortmund en die keer dat hij ineens met de ‘reus’ Romelu Lukaku van Anderlecht moest duelleren. Maar niet te vaak. Liever richt hij zich op het heden, want met Right-Oh wil hij meestrijden om promotie naar de derde klasse. Ook heeft hij een wens voor de toekomst. “Mijn broertje Nick speelt nu nog in de JO15-1 van RFC. Over een paar jaar hoop ik samen met hem in één team te spelen. Dat zou ik echt geweldig vinden.”