Rien Ruijten (70) is al 58 jaar betrokken bij SC Kruisland. Hij is het lijm tussen de selectie en de rest van Kruisland, het aanspreekpunt voor iedereen, maar bovenal een gewaardeerde vrijwilliger. “Maar het moet geen FC Ruijten worden.”
Voetballer, vlagger, penningmeester, secretaris én zelfs verzorger: Rien Ruijten heeft zo’n beetje alle geledingen van de club wel gehad als vrijwilliger. Zelfs als verzorger, dus. “Ik combineerde het vlaggen en verzorgen een tijdje bij het eerste. Dan moest ik bij de scheidsrechter aangeven dat ik mijn vlag in de grond zou steken en de waterzak zou pakken, als een speler geblesseerd op het veld lag.”
Ruijten komt uit een echt Kruislands gezin, met vier jongens en twee meiden. Hij is de oudste. Naast de vele uren die hij in de voetbal stak, had hij 40 jaar lang een baan als administrateur bij Philips. Sinds hij met pensioen is, heeft hij nog meer uren aan Kruisland besteed. Zowel bij het eerste als bij de rest van de vereniging is Ruijten mateloos populair.
Huiskamer
Als voetballer was de nu 70-jarige clubman niet het grootste talent, maar toch schopte hij het tot het eerste. “Ik was altijd paraat, maar zat meestal op de bank. Ik liep vooral in de weg”, zegt hij, met enige zelfspot. Het is ‘Kruisland, Kruisland, Kruisland’ in het leven van Ruijten geweest. Nog steeds zit hij zondags vrijwel altijd in de bestuurskamer. “Ik vind dat nou eenmaal leuk. Die kantine hier voelt als mijn tweede huiskamer, ik voel me daar zó thuis.” Hij probeert niet alles op zich te nemen. “Het moet geen FC Ruijten worden. Als ik overal ‘ja en amen’ op zeg, komt er nooit een einde aan.” Een klein decennium geleden ging het roer om bij Kruisland: een groep enthousiaste jongens uit Roosendaal kwam in het eerste spelen. “Het was jarenlang hartstikke gezellig bij Kruisland, maar het voetbal was enorm slecht. Er zijn seizoenen geweest dat we bij wijze van spreken 12 doelpunten maakten en er 125 tegen kregen. Ik stond dus best open voor die jongens, toen zij bij ons aanklopten.” Het bleek een gouden greep: het gaat beter en beter met de club, met de huidige plek in de top van de tweede klasse als tussenstand. “Er wordt af en toe zo goed gespeeld, de 0-7-overwinning bij Hoeven van afgelopen december was het absolute hoogtepunt. Zulk goed voetbal heb ik nog nooit gezien bij Kruisland. Jammer genoeg is het vooralsnog wat wisselvallig, de ene week spelen we zo’n puike partij, een week later krijgen we klop.”
Jaloezie
Niet iedereen in Kruisland stond direct te springen toen het roer om ging, maar Ruijten wist hen handig van repliek te voorzien. “’Ga jij dan elk seizoen mee naar uitwedstrijden als we in de vijfde klasse spelen?’, vroeg ik dan. Maar nee, daar hadden ze ook geen zin in.” Hij vindt dat mensen eerst eens kennis moeten komen maken met de spelers, voor ze hun mond opendoen. “Het zijn zulke nette en vriendelijke jongens, ze komen iedereen één voor één een hand geven, wie het ook is: van mij tot de partners van bestuursleden. Ik ga heel graag met ze om.” De vooroordelen van andere clubs over het grote geld dat bij Kruisland verdient zou worden, daar heeft hij ook weinig mee. “Ik vind dat vervelend, het slaat nergens op. Het is pure jaloezie.”
Ruijten probeert het stokje langzaamaan over te geven, heeft afstand gedaan van zijn vrijwilligersfuncties, maar blijft zondags wel aanwezig. En hij kijkt mee over de schouders van zijn opvolgers. Een Kruisland zonder Rien Ruijten is ook haast niet voor te stellen.