Zijn principe was altijd duidelijk: maximaal twee, heel misschien drie jaar bij dezelfde club werken. Totdat Nico Knol trainer werd bij het eerste elftal van IJzendijke. Vanwege de potentie, het plezier en de vriendenclub die IJzendijke is, heeft hij besloten dat hij ook volgend jaar weer voor de groep staat.
De oud-keeper van Hoek en Breskens begint komend seizoen dan ook alweer aan zijn vierde seizoen bij de club en heeft de absolute ‘drive’ om overal het maximale uit te halen. Zowel uit de club, als uit zijn eigen carrière.
Na zijn actieve voetballoopbaan als keeper, rolde Knol vanzelf in het vak van keeperstrainer. In eerste instantie nooit met de bedoeling om hoofdtrainer te worden, maar toen hij de kans kreeg om toch eens te snuffelen aan die functie bij het tweede van Breskens, was hij verkocht. Dit beviel hem zo goed dat hij meteen zijn TC3 en TC2-papieren bemachtigde, een keuze waar hij tot op de dag van vandaag nog geen spijt van heeft. “Ik vind het geweldig om mij op te laden voor een wedstrijd, kan niet tegen mijn verlies. Als we verliezen ben ik nog steeds twee dagen chagrijnig, er zit een bepaalde ‘drive’ in mijn lichaam en ik vind het geweldig om tussen die gasten te lopen.” Die gedrevenheid probeert hij niet alleen op zijn spelers over te brengen, maar gebruikt hij ook om zijn eigen ambities als trainer na te streven. “Als speler wilde ik altijd het hoogst haalbare bereiken en dat wil ik ook als trainer. Ik wil kijken hoe hoog ik kan komen, de prestatiedrang is er, maar je hebt ook een beetje geluk nodig.”
Vriendenclub
Na wat omzwervingen bij Breskens en Philippine kwam Knol uiteindelijk bij IJzendijke terecht en tot nu toe lijkt dat een erg gelukkig huwelijk te zijn. “IJzendijke is echt een eenheid, iedereen helpt elkaar waar mogelijk en de klik met de spelersgroep is heel goed. Dat, in combinatie met de potentie die ik zie, heeft mij doen besluiten om er nog een jaar aan vast te plakken.” Voor Knol is die potentie belangrijk, omdat hij, naast plezier in het spelletje, ook heel graag wil presteren. Dit jaar viert de club haar honderdjarig jubileum en daar zou Knol volgend seizoen met zijn selectie graag een nieuw feestje aan toe willen voegen. “De gemiddelde leeftijd van de groep is negentien jaar en ik zie die jongens gewoon elke periode groeien. Als we de groep bij elkaar kunnen houden, wil ik volgend jaar meespelen om het kampioenschap in de vierde klasse!”