Jordy Bollaart van Unitas’30: ‘Mijn hoogtepunt is bereikt’

0
111

Topscorer van Unitas’30, koploper van de eerste klasse is met zijn elftal gepromoveerd naar de hoofdklasse. Genoeg ingrediënten om er nog een jaartje aan vast te plakken, zou je zeggen, maar niet voor Jordy Bollaart van Unitas’30. De spits gaat zich na dit seizoen richten op het trainerschap.


Hoewel de 32-jarige aanvaller net kampioen is geworden, kijkt hij stiekem al reikhalzend uit naar zijn volgende stap. Die van jeugdtrainer. “Ik kreeg van Unitas de kans om trainer te worden van de JO23, daar heb ik enorm veel zin in. UEFA C heb ik al, mocht ik het nou echt zó leuk vinden, ga ik ook B doen.” Helemaal nieuw in het trainerswereldje is Bollaart overigens niet. “Drie jaar lang heb ik de JO14 en JO15 gedaan, dat beviel goed. Jeugd motiveren is mooi om te doen.” Dat zal volgend jaar net een beetje anders zijn. “Het gaat nu echt om spelers afleveren voor het eerste, dan moet je ook tactisch en technisch bezig zijn.”

Voetjes op de grond
Het voetbaldier, zoals hij zichzelf omschrijft, is inmiddels alweer bezig aan zijn twaalfde seizoen bij Unitas’30. “Oorspronkelijk kom ik van Lage Zwaluwe, maar toen mijn ouders naar Etten-Leur verhuisden, kwam ik na een jaartje heen en weer reizen hier terecht. Bij deze club had ik het beste gevoel en dat heb ik nog steeds.” Dat blijkt, lacht Bollaart. “Iedereen denkt vaak dat ik gewoon uit de jeugd kom hier. Ik voel me thuis, het is een soort volksclub, niemand doet uit de hoogte.” Al zou dat gezien de resultaten best een keertje mogen, maar ook Bollaart blijft met beide voetjes op de grond. “We hebben de laatste weken wat punten verspeeld, maar niemand had denk ik verwacht dat we het zo goed zouden doen. Nu kan je maar voor één ding gaan, dat is kampioen worden.”

Een verklaring voor die goede prestaties, heeft de routinier wel. “We zijn een grote vereniging, dat levert goede jeugd op. Die jonge gasten hebben echt kwaliteit.” Maar ook zelf heeft Bollaart, met bijna twintig treffers, een behoorlijk aandeel in het succes. “Ik ging eerst voor vijftien, nu hoop ik op minimaal 25.” Met een klein bedankje voor zijn buitenspelers. “Als spits ben ik niet het type dat drie man gaat passeren, ik ben wel afhankelijk van de ballen die ik krijg. Maar heb niet veel kansen nodig en kan goed koppen.”

Spelletje missen
Maar ondanks die mooie cijfers, komt er na dit seizoen dus een einde aan de voetballoopbaan van Bollaart. “Na een zware wedstrijd op kunstgras, voel ik het gewoon. De selectie is breed genoeg om een ‘nieuwe Jordy’ te vinden.” Al is dat nog niet alles. “Ik wil het moment dat ik op de bank kom te zitten voor zijn. Als ik trainer was, had ik mezelf al een paar keer wissel gezet. Gelukkig heb ik het vertrouwen gekregen en heeft het goed uitgepakt.”

En dus doet hij er de komende tijd, met bezoekjes aan de fysio, nog alles aan om fit te blijven. Aan motivatie geen gebrek. “Het laatste jaar zul je altijd herinneren. Hoe mooi is het om af te sluiten als topscorer en met een kampioenschap?” Wil hij de hoofdklasse dan nog niet even meemaken? “Dat zeggen veel mensen. Maar dan gaan we echt niet alles winnen, wordt de sfeer minder en draait het straks uit op een teleurstelling.” Toch gaat de liefhebber het spelletje enorm missen. “Zolang ik mij kan herinneren, sta ik op een voetbalveld. Een dolletje, potje voetballen, het blijft het leukste wat er is. Dat heeft de huidige generatie toch wat minder.”

Ontdekkingsreis
Die passie hoopt Bollaart komend seizoen over te dragen op zijn spelers van de JO23. “Er staat een mooie selectie, dus daar hoefde ik niet lang over na te denken. De dinsdag en donderdag zijn dan weer gevuld, gelukkig geen zwart gat, haha!” Stiekem is hij daar in zijn achterhoofd al onbewust wat meer mee bezig. “Hoe zet Ajax bijvoorbeeld druk? De laatste jaren kijk ik ook vaker naar trainers, hoe ze dingen oplossen. Negen van de tien keer komt een analyse uit, dat vind ik heel knap.”

Ook voor hem zal het een ontdekkingsreis worden. “Wat voor trainer ik ben? Nog geen idee. Die eigen speelstijl wil ik gaan creëren.” Een paar dingen neemt hij in ieder geval mee, uit zijn ervaring als speler. “Corners. Die zijn in te studeren, daar moet je er zeker drie van hebben en de bezetting voor de goal, als een buitenspeler een voorzet gaat geven.”

Klik op Unitas’30 voor het laatste artikel over de club.