In gesprek met Johan van der Ham, speler van OHVV

0
170

Johan van der Ham begint ‘’alweer’’ aan zijn veertiende seizoen bij OHVV. De rechtsbenige middenvelder is 42 jaar, maar dat houdt hem niet tegen om het veld op te gaan. Elke mogelijkheid om op het voetbalveld te staat, die benut hij zo lijkt het wel.

‘’Ik werk full-time in onregelmatige diensten en ben trotse vader van twee kinderen. Mijn zoontje voetbalt ook, bij VV Hellevoetsluis, en daar ben ik ook trainer. Ik ben dus zes dagen in de week op het voetbalveld te vinden’’ Kortom een druk bestaan voor de middenvelder. ‘’Maar ik regel het wel met mijn collega’s om soms iets eerder weg te gaan en soms neem ik voor het voetbal verlof uren op. Dat heb ik er wel voor over, want ik ben helemaal gek van het spelletje en doe het dus graag.’’

De derde en vierde klasse op zondag zijn dit seizoen samengevoegd. De beste helft gaat halverwege het seizoen strijden voor promotie en het kampioenschap, terwijl de onderste helft moet vechten voor lijfsbehoud in de derde klasse. ‘’Bij de eerste zes moeten we zeker eindigen, dat is ook de doelstelling die uitgesproken is. Daarna moeten we hopelijk wel serieus mee kunnen doen  voor daadwerkelijke promotie.’’

Hoewel Johan, zelf toegegeven, op leeftijd is om nog mee te voetballen met het eerste elftal, schort het niet aan motivatie. ‘’Ik heb met mijn nieuwe trainer Mitchell van Gastel gesproken en gelukkig wilde hij me er graag bijhouden. Voetballend gaat het zeker allemaal nog wel, maar conditioneel moet je reëel zijn dat je een jaartje ouder wordt. Toch heb ik inmiddels al weer aardig wat minuten gemaakt. Voor mij zijn alle minuten die ik mee pak weer mooi meegenomen. Als ik mijn steentje weer kan bijdragen ben ik tevreden.’’

‘’OHVV is echt een unieke vereniging, zeker in deze tijd nog. Het is een kleine vereniging, ons kent ons en ook de accommodatie is nog authentiek. Je waant je in een oase van rust in de polder. We noemen het zelf niet voor niets de ‘Oudenhoornse toendra’. Dat is een omgeving waarin ik me heel prettig voel, zeker met al die fusieclubs en hun gelikte accommodaties en grote kantines van tegenwoordig.’’