Gérold van Gessel bouwt aan het oude nest bij TEC

0
586

De ervaring die Gérold van Gessel opdeed in zijn  lange trainerscarrière stelt hij nu tot dienst van ‘zijn’ TEC. Als hoofd jeugdopleidingen zet hij zich in om de ontwikkeling van de Tielse talenten te optimaliseren. Zijn ultieme doel: “Spelers laten doorstromen naar de eerste selectie.”

Hij wordt door mensen rond TEC nog regelmatig herinnerd aan zijn vader, Jan van Gessel, de beste voetballer die TEC ooit had. “Ik vind het mooi dat er mensen zijn die hem nog steeds herinneren, terwijl hij al wat jaartjes geleden in het eerste TEC voetbalde”, lacht hij.

Jan van Gessel maakte furore in de na-oorlogse periode, eind jaren veertig en begin jaren vijftig was hij een goaltjesdief pur sang die destijds de grote ster was van TEC, dat op het hoogste niveau (eerste klasse) speelde. “TEC speelde toen tegen PSV en Feyenoord, want je had drie eerste klassen”, zegt zoon Van Gessel. “Hij is nog uitgekozen voor het Zwaluwen-eftal, zeg maar het B-team van het Nederlands elftal. Daar kom je niet toevallig in. Mijn vader is jaren geleden overleden, maar mijn moeder van 93 volgt nog altijd trouw TEC. Ze is onlangs nog  gehuldigd vanwege het 85-jarig lidmaatschap.”

Gérold van Gessel schopte het bij TEC als speler tot ‘hoofdzakelijk’ het tweede elftal. “Heel lang werd er gezegd: kijk, daar heb je de zoon van Jan. Met die stempel heb ik altijd moeten spelen. Of dat erg vond? Nee hoor, ik vond het juist een geweldige eer voor mijn vader. Ik heb er ook geen last van gehad, ik ben mijn eigen weg gegaan.”

Die weg leidde naar SCP in Puiflijk, waar hij met zijn vriend Cor Ruvers ging voetballen. “Ik speelde er in het eerste, maar ging ook training geven.  Later ben ik assistent geworden van Fred van Deinzen bij AWC in Wijchen en ben ik trainer geweest van JVC Cuijk. In die periode heb ik ook mijn tweede trainersdiploma gehaald en ben ik hoofdtrainer geworden.” Hij was onder meer trainer van de Nijmeegse Brakkenstein en had vier seizoenen GVV onder zijn hoede. “Ik was de eerste trainer van de fusieclub AAC-Olympia in Horssen. Daarna heb ik nog eventjes bij DSZ in Boven Leeuwen gezeten, daar speelde mijn zoon. Ik heb prijsjes gewonnen, kampioenschappen én promoties.”

“Het was mooi geweest”, zegt hij over zijn besluit om te stoppen als hoofdtrainer. Voor een ander avontuur bleek Van Gessel wel degelijk nog te porren. Nadat TEC-voorzitter Johan Verweij hem had benaderd voor de functie van hoofd jeugdopleiding, greep hij de kans op hereniging met zijn eerste liefde met beide handen aan. “Een belangrijke reden om te stoppen als trainer was dat ik minder gebonden wilde zijn. Als trainer weet je dat je twee keer traint en in het weekeinde een wedstrijd speelt. Deze functie geeft mij die vrijheid. Als een weekje weg wil met mijn vrouw kan dat.”

Niet dat er in zijn functie weinig tijd zit. Van Gessel ziet veel trainingen en wedstrijden. “Ik probeer de trainers zo goed mogelijk te ondersteunen. Om de zoveel tijd zitten we met zijn allen om de tafel om over diverse thema’s praten. Mijn wil is heus geen wet. Je hebt te maken met vrijwilligers, het is geen moeten, maar willen.”

Trainers handvatten geven en de talenten zo goed mogelijk begeleiden in hun ontwikkeling, is zijn doel. “We hebben een bescheiden aantal jeugdteams, maar dat wil niet zeggen dat we niks kunnen bereiken. Het is vooral zaak de talenten die er zijn zo goed mogelijk te begeleiden. Gelukkig hebben we met hoofdtrainer Hans van de Haar en Ramon Schenkhuysen, de trainer van de onder 23, twee trainers die daar open voor staan. Zo hebben we in de eerste selectie een aantal stageplekken.”

Klik op TEC voor het laatste artikel over de club.
Klik op TEC voor meer informatie over de club.