Gaynio Aarts voelt zich thuis bij Rood Wit

0
251

Bijna vier jaar geleden kwam Gaynio Aarts als ‘vreemdeling’ binnen bij Rood Wit. Na de complete jeugdopleiding te hebben doorlopen bij Zundert, vond de rappe aanvaller het tijd voor iets nieuws. In Sint Willebrord werd hij met open armen ontvangen en voelt hij zich inmiddels helemaal thuis.

Op zeventienjarige leeftijd voerde Aarts al eens een gesprek met de eersteklasser, toen vond hij het nog te vroeg voor een overstap. Die kwam er een aantal seizoenen later dus wel. “Het draaide minder bij Zundert, dus het was voor mij een goed moment om ergens anders te gaan kijken. Ik miste een beetje de ambitie, op zondag wil ik echt gewoon winnen. Bij Rood Wit hadden ze die drive wel.” En dus waagde hij de stap naar Sint Willebrord, helemaal onbekend was hij daar niet. “Mijn moeder komt hier vandaan, dus dan heb je toch dat ‘theikes’ bloed. Kom je makkelijker binnen.” Al is het alleen maar omdat hij ze met Zundert regelmatig tegenkwam, het leverde een bijzondere situatie op, herinnert hij zich nog goed. “We speelden tegen elkaar, Rood Wit werd dat seizoen kampioen, maar wij maakten het met 2-2 nog spannend voor ze. Ik scoorde twee keer en kreeg vanaf de zijkant behoorlijk wat te horen, terwijl ik al in gesprek was met ze. Toen dacht ik nog: dat wordt wat als ik daar volgend jaar speel.”

Bouwbedrijf-Jos-Vrolijk

Moeilijke periode

Inmiddels is hij natuurlijk in de armen van de supporters gesloten, zijn vertrek bij Zundert was niet de makkelijkste. “Je laat wel vrienden achter, maar achteraf is het een heel goede keuze geweest. Dit is ook gewoon een gezellige dorpsclub.” Die gezelligheid was in zijn eerste seizoen, onder toenmalig trainer Jack Sweres, even ver te zoeken voor Aarts. “Ik draaide echt een goede voorbereiding en als nieuwe speler wil je natuurlijk meteen laten zien wat je kan. In een van de eerste wedstrijden scheurde ik na een kwartiertje mijn hamstring af, lag ik er zeven weken uit.” De inwoner van Zundert revalideerde, keerde weer terug in het elftal, tot het opnieuw misging. “Andere hamstring. Pas na de winterstop was ik weer fit, dat was een moeilijke periode. Je gaat op een hoger niveau spelen, probeert jezelf te bewijzen en dan krijg je dit.” Vanaf dat moment werd hem geadviseerd, toch dringend verzocht, een compressiebroek te gaan dragen. “Dat helpt echt. Af en toe heb ik nog een momentje, dat ik denk: toch niet weer? Maar het gaat goed, ik ben ook een positief persoon, dus probeer er niet al te veel aan te denken.” Ondanks een wat stroeve start, voelt Aarts zich helemaal thuis in Willebrord. “Ik wist in eerste instantie niet zo goed wat ik kon verwachten. Je wordt open ontvangen, het is een mooie club, met veel historie.” Dat begint met de bekende mentaliteit. “Altijd willen winnen, vol gas. En als dat niet met mooi voetbal kan, dan maar met strijd. Dat is wel kenmerkend voor Rood Wit.”

Echte klapper

Sinds zijn komst, is er wel het één en ander veranderd, vertelt hij. “De oudere jongens beginnen te stoppen. Jongens als Boy van Steen hebben vanaf de vierde klasse, tot nu eerste klasse, alles bij de club meegemaakt.” De nieuwe spelers hebben een iets andere mentaliteit, heeft Aarts gemerkt. “De jeugd is wat dat betreft wel anders. Minder gemeen als ik het zo kan zeggen.” Niet alleen dat is anders, ook de manier van spelen. Voor de van origine buitenspeler beste even wennen. “We spelen nu 442, dat is natuurlijk niet mijn favoriete opstelling, omdat je dan eigenlijk zonder vleugels speelt. Nu speel ik om de spits heen.” Inmiddels heeft hij daar zijn plekje gevonden. “Je kent de looplijnen, uiteindelijk maakt het je als speler ook alleen maar beter.” In die vier jaar maakte Aarts de nodige mooie momenten mee, al hoopt de vlugge aanvaller dat de echte klapper nog moet komen. “Vorig seizoen begonnen we heel goed, dat was wel een hoogtepunt. En je eerste doelpunt voor een nieuwe club vergeet je natuurlijk ook niet meer. Maar ik hoop dat we met Rood Wit nog eens kunnen verrassen en echt een prijs kunnen pakken, voor mijn gevoel zit dat er wel in.” Voorlopig kent de ploeg van Marco Groeneveld dit seizoen een moeizame start in de eerste klasse, maar zorgen maakt hij zich niet. “Onze doelstelling is middenmoot, zelf zou ik zeggen tussen plek vier en zes, maar Marco zegt vast vier en acht.” Gemakkelijk wordt het zeker niet, erkent hij. “Er zitten een hoop lastige ploegen tussen, verschillende tegenstanders. Een aantal knokploegen. Daar ligt normaal ook onze kracht, op karakter een wedstrijd eruit slepen.”

Fanatiek

Voor zichzelf heeft hij een duidelijk doel voor ogen. “Het klinkt heel cliché, maar ik wil gewoon belangrijk zijn voor het team. Met doelpunten en assists, minimaal tien goals.” Met zijn 25 jaar is er genoeg tijd en ruimte om door te groeien, maar Aarts is zich heel bewust van zijn eigen kwaliteiten. “Ik zit hier heel goed op mijn plek. Eerlijk gezegd zou ik ook niet weten of ik een hoger niveau aan zou kunnen. Halsteren is bijvoorbeeld heel mooi, maar ik denk niet dat ik daarvoor goed genoeg ben. Dat moet je ook van jezelf weten.” En dus hoopt hij nog eens met Rood Wit te kunnen stunten. “Waarom zouden we die hoofdklasse niet kunnen halen? Of een keer nacompetitie? Dat zou fantastisch zijn.” Aan trainer Groeneveld zal het in ieder geval niet liggen, weet hij. “Marco is een gouden vent. Hij is open en eerlijk, je kunt met hem over alles praten.” Toch heeft hij één kritiekpuntje, vertelt hij lachend. “Dat hij 442 speelt! Dat vind ik wel jammer.” Dan serieus. “Voetbalinhoudelijk is Marco sterk, hij leest het spelletje goed, dat merk je tijdens de besprekingen.” Ook in hun gezamenlijke fanatisme vinden ze elkaar. “Ik ben fanatiek, maar Marco is denk ik nog fanatieker. Soms doet hij mee tijdens trainingen of proberen we hem voor de gek te houden tijdens het afwerken, dan kan hij zich behoorlijk opwinden, haha!”

Klik hier voor meer informatie over Rood-Wit
Lees hier meer artikelen over Rood-Wit