,,Droge oefenvormen zijn redelijk achterhaald bij JVOZ”

0
204

Zes jaar keepte hij er in de jeugd, nu is hij er bezig aan zijn vijfde jaar als trainer. Joshua van Dolder (24) is vergroeid met de JVOZ, waar hij dit seizoen de Onder 12 onder zijn hoede heeft.

Het gesprek met Van Dolder is nog maar net op gang, maar woorden als cognitief, oefenvormen, thema’s en winnaarsmentaliteit zijn dan al meerdere malen de revue gepasseerd. Van Dolder heeft een duidelijke werkwijze die hij graag uiteenzet. Cognitief trainen (werken aan het brein waardoor prikkels makkelijker en sneller kunnen worden verwerkt) vindt Van Dolder belangrijk. En ‘droge oefenvormen’ vindt hij bijvoorbeeld maar niets. ,,Dat vind ik redelijk achterhaald. Bij mij wordt er altijd onder weerstand getraind. Je moet als trainer ook buiten je boekje durven denken; steeds nieuwe oefenvormen vinden. Het is ook niet zo dat ik droge oefeningen helemaal afschrijf. Ik kan er met trainers van de wat oudere stempel zoals John Karelse en Mike But leuke discussies over hebben”, vertelt Van Dolder, die onlangs voor twee jaar heeft bijgetekend bij de opleidingsclub.

Van Dolder is een aanhanger van het gebruik van de zogenoemde thema’s als aanvallen, verdedigen en omschakelen. ,,Alles passeert dan de revue. Zo ook tactische elementen. Ik som dan echt niet alles op, maar doe het vragenderwijs.” Ook vindt Van Dolder dat de winnaarsmentaliteit er al vroeg ingeslepen moet worden. ,,Daar hebben wie hier wel wat trucjes voor. Sowieso moeten de verliezen altijd het materiaal opruimen of extra sprintoefeningen doen. En we doen wekelijks een partijspel waarbij ieder individu punten krijgt. Aan het einde van het seizoen komt daar dan een ranglijst uit.”

De van oorsprong Koudekerkenaar (Van Dolder keept er ook in het eerste van VCK) is in het dagelijks leven werkzaam als regiomanager van een fitnessbedrijf. ,,Ik kan m’n dagen gelukkig zelf indelen. We trainen drie keer per week en ik ben dan om 16.00 uur op de club. Samen met mijn twee assistenten heb ik dan een uur om m’n training voor te bereiden. Wat dat betreft zijn de randvoorwaarden prima. Ik ben ook weleens kritisch op de JVOZ, maar je moet wel reëel blijven. De rode draad binnen de opleiding moet beter zichtbaar worden, maar het is hier organisatorisch gezien juist beter dan toen ik hier als trainer begon.”