BSM is hard op weg om bij de jeugdopleiding het eigen succesmodel te bouwen. “We moeten onze sterke punten als kleine speler maximaal benutten”, zegt Xander Frencken, voorzitter van de jeugdcommissie van de Bennebroekse club.
BSM had maar wat graag langer in zee gegaan met Wim de Jong. De oud-speler van Noordwijk was vorig seizoen op sportpark ’t Rottegat werkzaam als technisch jeugdcoördinator. De Jong kreeg echter een mooie aanbieding van FC Rijnvogels, waar hij trainer van de vrouwen, die spelen in de topklasse, kon worden.
“Wim heeft ons verder richting gegeven”, zegt Frencken. “We zijn al een tijdje bezig om een goede structuur neer te zetten. Binnen ons eigen perspectief proberen we dat zo goed mogelijk te doen.”
De strijd aangaan met grootmachten in de buurt als Hoofddorp, HBS, HFC of Hillegom heeft volgens Frencken geen zin. “De schaalgrootte van die clubs is van een geheel andere orde. Wij zijn een dorpsclub. Wij hebben nu 250 jeugdleden en zijn de afgelopen jaren steeds een paar procent gegroeid. Maar Bennebroek blijft een dorp. Garantie dat we verder groeien is er niet. De vijver is hier niet oneindig groot. Als er een paar jaar minder kinderen zijn geboren, voelen wij dat meteen.”
BSM, zo zegt Frencken, heeft zijn eigen ambitie ontwikkeld. “Plezier is bij ons het allerbelangrijkste en het uitgangspunt. Daarbij willen we de kinderen ook nog wat proberen mee te geven op voetbalgebied. Maar wel binnen onze eigen grenzen. We hebben een voetbalvisie, maar wat is 4-33 waard als we bij de JO15 één team hebben van twaalf spelers waarvan er maar twee in de spits kunnen spelen? Dan heeft het geen zin om halsstarrig vast te houden aan die visie.”
BSM heeft de laatste jaren vooral ingezet op (bij)scholen van trainers, die bijna allemaal ook ouders zijn. “Dat doen we vanuit het idee dat we het samen moeten doen. We willen niet dat trainers het gevoel hebben van ‘ze laten het mij maar uitzoeken’. Eens in de zoveel tijd staan we met alle jeugdtrainers op het veld. De trainers van de JO14 bereiden dan bijvoorbeeld een training voor en de andere trainers geven daar feedback op. Door op die manier over voetbal te praten draag je kennis over. Dat willen we graag. Trainers leren van elkaar.”
Onder Wim de Jong is bij de onderbouw nog meer de aandacht te komen liggen op de techniek. Frencken: “Maar de factor plezier blijft essentieel. Wij kiezen altijd voor de bal en niet voor 36 rondjes langs het veld.”
Frencken weet ook wat de volgende stap van zijn club is: betaalde, gediplomeerde trainers. “Vooral in de bovenbouw is daar behoefte aan. Je moet denken aan de JO15, JO17 en JO19, waarbij het groepsproces dynamisch is en tactisch meer wordt gevraagd. Voor beginnende trainers zijn wij de ideale club. Hier verzuipen ze niet, maar krijgen ze alle aandacht.”
Wil je meer informatie over de club BSM? Klik hier.
Lees hier de krant van de Bollenstreek.