Brielle
“Ik ga hier nooit meer weg.” Met die zes woorden maakt Alexander van Dommelen (31) duidelijk dat Brielle voor hem het einde van een zwerftocht langs menig voetbalclub is. “Voetballen op niveau, op een paar kilometer van mijn huis. En volgend jaar komt ook mijn broer naar Brielle. Wat wil ik nog meer?”
De inwoner van Zwartewaal – een dorpje op steenworpafstand van Brielle – heeft in de fusieclub van de vestingstad zijn eindbestemming gevonden. “Niet om af te bouwen”, haast hij zich te zeggen. “Wel om op een leuk niveau nog te voetballen en te presteren. En als dat met Brielle kan in de hoofdklasse, graag dan.”
Brielle haalde drie seizoenen geleden geen ‘uitgerangeerde vedette’ binnen. “Ik had wel een leeftijd bereikt waarop voetbal wel belangrijk was, maar niet het allerbelangrijkste. Ik heb een eigen bedrijf en een mooi gezin, om daar een goede balans in te vinden was doorgaan bij ASWH geen optie.”
“Ik hikte op zich niet aan tegen drie keer trainen, wel tegen de afstand en de zaterdag. Als Harkemase Boys op het programma stond, stond je om negen uur op de club en stak je om half elf ’s avonds de sleutel in het slot van de voordeur. Dat ging me tegenstaan.”
Hij heeft een prachtige carrière achter de rug die hem voerde langs gerenommeerde clubs. Na FC Dordrecht speelde hij bij DOTO Pernis (twee seizoenen), Barendrecht (drie seizoenen) en dus ASWH in Hendrik-Ido-Ambacht (vier seizoenen).
“Met Barendrecht hebben we alles gewonnen wat er te winnen viel. De beker, landelijke beker en kampioen van de hoofdklasse A, waardoor we ons plaatsten voor de Topklasse, die toen gevormd werd.”
In die periode ook werd hij ontdekt als aanvaller. Trainer Jack van den Berg zag snel in hem een offensief ingestelde speler. “Hij zag dat ik drang naar voren had. Hij heeft me eerst op de ‘tien’ positie gezet, later werd ik zelfs spits omdat ik steeds meer ging scoren.”
Ook bij ASWH, waar hij getroffen werd door een zware knieblessure maar weer de ‘oude’ werd, vertolkte hij een aanvallende rol. Bij Brielle is hij geen afmaker meer, maar vervult hij een rol van vormgever.
“Ik speel op ‘zes’, waarbij ik meer een opbouwende dan verdedigende functie heb”, verduidelijkt hij. Lachend: “Nóg steeds zal je mij geen sliding zien maken.”
Bij Brielle werd hij met open armen ontvangen. “Mijn maatje Marvin Godschalk speelde hier al, dus was één-plus-één twee.” Hij geeft toe dat hij de eerste maanden moest wennen aan het niveau. “Natuurlijk was het niveau lager, maar je kunt dan twee dingen doen: of chagrijnig rond lopen of de knop om en de jongens helpen beter te worden. De meeste spelers hadden in mijn eerste seizoen niet of nauwelijks de ervaring van hoofd- en eerste klasse.”
Na het ontslag van trainer Ben Spork vond Brielle verrassend snel de weg naar boven in het klassement. “Als een trainer moet vertrekken is dat nooit leuk. Niet voor de club, niet voor de spelers. Wij wonnen de eerste wedstrijden na de trainerswissel en dat zorgde er meteen voor dat de onrust de kop in werd gedrukt. Dat de buitenwacht dan roept dat het aan de trainer ligt, daar ben ik te nuchter voor, denk ik. Als je als speler door de trainer gemotiveerd moet worden, ben je niet goed bezig. Die motivatie moet je van je zelf al hebben.”
Naast die motivatie heeft Van Dommelen ook nog het geloof dat Brielle Sportclub Feyenoord nog kan achterhalen. “We spelen nog twee keer tegen ze. Ik heb gekkere dingen meegemaakt.”
Hij heeft sowieso het leuke vooruitzicht dat hij volgend seizoen wordt herenigd met zijn oudere broer Michael van Dommelen, die van Spijkenisse naar Brielle komt. “Daar verheug ik me weer op. We hebben twaalf jaar samen gespeeld. Alleen de laatste drie jaar niet. Ik ben benieuwd of we elkaar nog steeds blindelings kunnen vinden.”