Het is maar weinigen gegeven: je eigen afscheidsparty regisseren. Ze hoefden niet te stoppen bij hoofdklasser SV Poortugaal, maar Sven Weeda en Rudy Spekman voelden dat het moment van afscheid nemen aangebroken was. “Nu waren we nog van toegevoegde waarde.”
De laatste wedstrijd van het seizoen tegen het al weken geleden gedegradeerde Rijsoord was dé ideale uitzwaaiwedstrijd voor een viertal spelers. Want naast Weeda en Spekman lag er ook voor trouwe krijgers Niels Versteege (elf seizoenen!) en doelman Dyron Bijl een fraai bloempakket klaar. Waar Versteege bij trainer Peter Klomp in zijn laatste Poortugaalse episode niet altijd kon rekenen op een basisplaats, stonden de namen van Spekman en Weeda veelvuldig in de opstelling van de hoofdmacht van de fusieclub.
De noodzaak voor beiden om aan hun voetbalpensioen te beginnen was er dus niet, maar Weeda en Spekman voelen allebei aan dat nu afscheid nemen het avontuur compleet maakt. “We hebben een fantastische tijd gehad hier”, spreekt Weeda (34) namens hem en zijn collega-centrale verdediger. “We voetbalden met vrienden. Het was vaak een feestje.”
Weeda arriveerde negen seizoenen geleden in Poortugaal, een jaar later volgde Spekman. “Niels Versteege is onze kwartiermaker geweest”, lacht Spekman. “Hij speelde ook eerst bij Barendrecht en is als eerste naar SV Poortugaal gegaan. Hij vertelde hoe leuk het was bij Poortugaal.” Weeda, Spekman en Versteege maakten alle drie in het verleden deel uit van de selectie bij Barendrecht, destijds een goede topklasser. “Het eerste halen was heel moeilijk, voor ons onmogelijk”, zegt Spekman. Het ‘alternatief’ beviel zo goed dat ze er kind aan huis werden en kind van de club.
Ze maakten prachtige voetbaltijden mee op Poortugaals grondgebied en groeiden mee van de eerste klasse op zondag naar de staat van zaterdaghoofdklasser nu. Ze beleefden daarnaast ook de ‘dynamiek’ van de nieuwe vereniging na de fusie tussen Oude Maas en VV Poortugaal. Een fusie, die veel voeten in de aarde had op bestuurlijk en organisatorisch niveau, maar waar op het veld nauwelijks iets van te merken viel. Het plukje spelers van SV Poortugaal, mét Spekman, Weeda en Versteege, integreerde in no-time met het plukje van Oude Maas en het contingent van nieuwe spelers. Al heel snel stond er een nieuw vriendencollectief.
Dat resulteerde ook in mooie resultaten. Poortugaal ging met een straatlengte voorsprong op de concurrentie als nummer één van de eerste klasse de eerste coronalockdown in. Toen de KNVB de competitie onafgemaakt blies leek Poortugaal een promotie ontnomen te worden, maar als beste eersteklasser mochten Weeda, Spekman en consorten toch de promotie in ontvangst nemen. “Volledig terecht natuurlijk”, kijkt Spekman terug op het eerste ‘coronajaar’. “We hadden nog maar een paar punten nodig om kampioen te worden. De promotie is een hoogtepunt, maar ik ervaar dat ook als een dieptepunt. Dat we het kampioenschap niet hebben kunnen vieren, beschouw ik nog steeds als een gemis.”
Al vroeg in dit seizoen maakten Spekman en Weeda de keuze om te stoppen. “Gelukkig hebben we dat kunnen doen met een nagenoeg compleet seizoen”, reageert Weeda. “Nog weer een coronaseizoen had ik niet getrokken.”
Daarom had hij zich voor het seizoen al voorgenomen om bij een nieuwe lockdown af te zien van alternatieve trainingen. “Ik had daar zo mijn buik van vol”, zegt hij terwijl in zijn stem de emotie klinkt. “In groepjes van twee trainen of alleen maar iets kunnen doen buiten de club. Ik had al gezegd: ik doe daar niet meer aan mee. Trainen op de parkeerplaatsen, terwijl het regent en dan in je natgeregende sportkleding in de auto naar huis rijden, nee, daar had ik geen zin in.”
Het kostte hem wel na de hervatting van de competitie half februari wel een paar basisplaatsen. “Daarna ben ik gelukkig weer snel in de basis gekomen.”
Ook Spekman kende geen vlekkeloos seizoen. Een blessure aan de kuit hield hem aan de kant. “Voordat je terug bent en opgetraind, ben je er twee maanden uit.”
Maar ook Spekman keerde weer terug in de basiself van SV Poortugaal, dat een goed en mooi seizoen draaide in de hoofdklasse. Als debutant maakte het een uitstekende indruk die met een achtste plaats werd afgesloten. Bijna tien punten boven de rode degradatiestreep. “Achteraf gezien hadden we nog meer punten kunnen pakken. We hebben een paar wedstrijden onnodig verloren of gelijkgespeeld. Aan de andere kant: we mogen enorm tevreden zijn hoe het seizoen is verlopen.”
Dat vindt Weeda ook. “Onze wedstrijden hebben we gespeeld tegen de betere teams. Dat is niet toevallig, want als we iets kunnen inzakken kwam onze speelwijze het beste tot zijn recht. We hebben veel snelheid voorin en als je daar de ruimte voor creëert, benut je maximaal je mogelijkheden. Dat hebben we gedaan.”
Genietend van het hoofdklasseavontuur voetbalden Weeda en Spekman zich naar het einde van hun Poortugaal-carrière. Zonder spijt namen zij tegen Rijsoord afscheid van blauw en zwart. “Ik koester deze periode”, zegt Spekman. “Ja, we hadden nog een jaar door kunnen gaan, maar je weet niet of je dan nog van toegevoegde waarde bent.”
“Je kan zomaar op de bank komen en dan weet ik niet of we de gezelligsten zijn”, vult Weeda. “Dit is ook echt onze eigen beslissing. De trainer heeft eerder dit seizoen al aangegeven dat hij wil verjongen. Dat is logisch ook, hij moet ook vooruit kijken. Een team met veel dertigers heeft geen toekomst meer. De club heeft ook nooit gezegd dat we weg moesten.”
De kans bestaat dat beide spelers komend seizoen bij Barendrecht terugkeren. Een vriendenteam hengelt naar de diensten van het tweetal. “Niels Versteege gaat naar Meeuwenplaat, waar hij nog selectievoetbal gaat spelen. Dat zie ik niet meer zitten”, zegt Weeda. “Het kan best zijn dat ik straks opduik bij Barendrecht.” Spekman: “Peter de Lange gaat ook voetballen in dat team.”
Met een kersverse junior in de kinderwagen is voor Weeda een nieuwe levensfase aangebroken. “Ik golf ook sinds een jaar. Ik heb inmiddels handicap achttien.”
Klik op SV Poortugaal voor meer artikelen over de club
Klik op SV Poortugaal voor meer informatie over de club