Na vier seizoenen in dienst van DBGC, is Jordi Smit bezig aan zijn laatste maanden als trainer van de tweedeklasser. Niet vanwege de tegenvallende resultaten, maar door zijn veranderende werksituatie. Want alles wat de oefenmeester doet, gaat met volle overgave. “Dit is iets waar ik ook goed in wil worden, dan moet ik er nog meer tijd en energie insteken.”
Naast de voetbal, heeft Smit sinds vorig jaar namelijk ook een eigen bedrijf. In het helpen van scholen met betrekking tot ‘lastige groepen’. “En die vraag is zo groot, dat ik het eigenlijk niet kan bedienen. Ik ben als ZZP’er begonnen met één dag, maar zit nu al op tweeënhalf.” Dus besloot de 37-jarige inwoner van Middelharnis in de zomer eens na te denken. “Als ik daar beter in wil worden, moet ik er meer uren insteken.” Combineren, wist hij al snel, ging niet. “Op het veld ben je met vijftien tot twintig man bezig, hier is de maatschappelijke impact veel groter. Dan moet je je ego als trainer opzij kunnen zetten en blijft deze keuze over.”
Moeheid
Maar voordat het zover is, heeft Smit nog een flinke klus in handen: handhaven in de tweede klasse. “Het valt qua resultaten heel erg tegen, hadden zeker op meer gehoopt.” Want na de vijfde plaats van vorig seizoen, zette DBGC hoog in. Hoger dan de huidige tiende plek. “Al is deze competitie sterker dan in andere jaren. Er zitten eigenlijk nog nauwelijks zwakke broeders in.” En ook bij de club uit Oude-Tonge zelf, loop het nog allesbehalve soepel. “We hebben vanwege het weer al een keer of vijftien niet kunnen trainen, dat doet wat met je fitheid. En het is lastig om er ritme in te krijgen.” Het zorgt, ook bij Smit, voor een bepaalde moeheid. “Steeds weer uitwijken, naar een zaal of ergens anders oefenen. Daar gaat veel motivatie en energie aan verloren. Daardoor zijn we als groep ook mentaal kwetsbaarder, helemaal als je meer gaat verliezen.” Toch probeert hij de oorzaak bij zichzelf én het team te zoeken. “We moeten ons focussen op de dingen waar we invloed op hebben. Dat is niet het veld.” Maar hoe doe je dat? “Door er veel met elkaar over te praten en die jongens handvaten te geven.” Vooral over wat beter moet. “In aanvallend opzicht is het zoeken. Het veldspel is vaak nog behoorlijk, alleen ontbrak het aan kansen. Dat is nu verbeterd, maar we scoren nog steeds moeilijk.” En dus is het doel, serieus meedoen om promotie, een lastig verhaal. “Vorig jaar zijn we de nacompetitie net misgelopen, nu zijn we slecht gestart.” Sterker nog. “Het is een realistisch scenario dat we in die nacompetitie voor degradatie belanden.”
Plezier
Zorgen maken, doet Smit zich echter niet. “Ik vind absoluut dat DBGC de komende jaren thuishoort in die tweede klasse, alleen is het dit seizoen nog niet goed genoeg.” Al is dat meer dan alleen het benutten van kansen, is hij eerlijk. “Soms moet je fasen herkennen dat het niet lekker loopt. Dan kun je beter gegroepeerd blijven en elkaar steunen.” Daar ontbreekt het nog te vaak aan, vindt Smit. “Aan echt leiderschap. Goede resultaten camoufleren dat. Nu zijn we te afhankelijk van de staf.” Tot zijn eigen ontevredenheid. “Dat was mijn grootste doelstelling toen ik bij DBGC kwam. Zorgen voor hiërarchie op het veld. Elkaar aan durven spreken op ‘negatieve’ dingen. Daar ben ik niet in geslaagd.” Toch kijkt hij met een goed gevoel terug op zijn tijd bij de club. “Ik ben qua punten heel blij met de afgelopen twee volle seizoenen. Maar misschien nog wel belangrijker, het plezier dat we hadden in de manier van voetballen.” En dus is Smit nog altijd blij met de kans. “Uiteindelijk heeft het van mij een completer mens gemaakt. Het was ook voor mij allemaal nieuw. Vier jaar vol uitdagingen.” Vier jaar waarin hij vooral veel spelers beter heeft gemaakt. “Dat is voor mij als trainer wel het leukste. Met goede trainingen en door duidelijke taken mee te geven. Het imago van DBGC was altijd de lange bal op Jeroen Sep. Dat is totaal niet meer. We spelen nu fris en aanvallend voetbal.”
Kunstgras
Wat gaat hij straks het meeste missen? “Een wedstrijd beleven, observeren en tips meegeven. Als je dan resultaat haalt, geeft dat heel veel voldoening. Dat is toch een stukje ego.” Net als met handhaving vertrekken via de voordeur. “De spelers moeten uiteindelijk die noodzaak voelen. Ik ben er volgend seizoen niet meer.” Maar of we de trainer, in het bezit van UEFA B, zelf ooit nog langs de lijn zien? “Ik ga uit van wel! Daarvoor heb ik er te veel plezier in gehad. Maar eerst de balans op orde zien te krijgen.” En daarna een club met kunstgras vinden. “Als ik weer ergens hoofdtrainer word, is dat wel een voorwaarde. Buienradar heeft mij de afgelopen maanden te veel stress bezorgd…”
Klik op DBGC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op DBGC voor meer informatie over de club