Hij verdiende zijn sporen als voetballer van De Graafschap, maar vooral ‘zijn’ DOVO. Freek Wittenrood (58) is een leven lang aan voetbal verbonden. GVV profiteert al sinds 2020 van de passie van de oefenmeester uit Veenendaal.
“Ik kom net thuis”, zegt Wittenrood op een doordeweeks dag aan de telefoon. “We hebben een pup en die is nogal opgewonden en enthousiast als er één van ons binnenkomt.”
Vol energie zit Wittenrood ook nog steeds. Overdag werkt hij als vertegenwoordiger van een bedrijf uit Lienden dat food- en non-food-produkten verkoopt, drie keer in de week stuurt hij zijn auto van Veenendaal naar Geldermalsen, waar hij de selectie van GVV traint. Heel af en toe doet hij dat hardlopend, zoals die keer in coronatijd toen de club uit Geldermalsen wel een financieel steuntje in de rug kon gebruiken en Wittenrood zich voor de gelegenheid liet sponsoren. Het zegt veel over het Veenendaalse voetbaldier, dat begaan is met de lot van zijn verenigingen. “Trainers zijn passanten zeggen ze vaak. Dat klopt, maar ik ben het type trainer dat ook graag op de hoogte wil zijn van het wel en wee binnen een club. Trainen en daarna snel weer weg, zo ben ik niet.”
Als jonge buitenspeler werd Wittenrood midden jaren tachtig opgepikt door De Graafschap, dat toen in de eerste divisie speelde. Het was de tijd dat shirtreclame nog pas net was toegestaan en dat de commerciële kant van het voetbal niet werd uitgebuit. Wittenrood speelde vier seizoenen in de Achterhoek en kwam daar tot een zeer acceptabel aantal optredens in dienst van de ‘Superboeren’. “Het was een mooie tijd, met Henk van Brussel en Pim Verbeek als trainer. Beiden zijn helaas overleden. Pim Verbeek was jong en stond toen nog aan het begin van zijn carrière. Ik weet nog dat we met De Graafschap meespeelde om de titel. FC Den Haag, Heracles. RKC, dat een paar jaar daarvoor de stap vanuit de amateurs had gemaakt, werd op een gegeven moment kampioen.”
Na vier seizoenen hield het profavontuur op voor Wittenrood. “Pim Verbeek zei dat hij het over een andere boeg wilde gooien. Ik kreeg geen contract meer. Ik was een jaar of 24. Tegenwoordig zou je verkassen naar een andere club in het betaalde voetbal, toen was dat minder. Mijn vrouw, toen mijn vriendin, en ik hadden ons net een beetje gesetteld in Veenendaal. In die tijd was je ook semi-prof. Je werkte tot drie uur en daarna ging je trainen. De amateurclubs stonden wel in de rij, maar ik ben teruggegaan naar DOVO.”
Bij ‘zijn’ club speelde hij in totaal twintig jaar in het eerste elftal. De ‘rooien’ uit Veenendaal speelden destijds op het hoogste zaterdagamateurniveau. “Ik heb een prachtige tijd meegemaakt en ben vijfmaal met DOVO kampioen geworden.”
Op zijn 39ste stopte hij en ging een versnelde trainingscursus doen voor oud-profs. “Frank Arnesen zat ook in mijn groepje, kan ik me herinneren. Ik ben snel daarna trainer geworden van Candia’66. Daarna ben ik weer gaan voetballen bij VV Achterberg. Ik dacht: een jaartje afbouwen prima, maar dat werden meer jaartjes. Ik heb tot mijn 47ste/48ste in het eerste elftal gespeeld. Ik was fit en voetballend was het nooit een probleem om mee te komen.”
“Toen vroeg Erik Assink, de trainer van GVVV, of ik analist wilde worden. Hij is een vriend van mij, dat heb ik gedaan. Een DOVO-man die voor GVVV de tegenstanders analyseerde, dat gaf wel even beroering. Bij GVVV heb ik ook van alles gedaan voor de sponsorcommissie. Ze hebben mij bij mijn afscheid daar nog hartelijk voor bedankt, haha.”
Wittenrood bleef in totaal zeven jaar in het analistenvak. Na drie seizoenen GVVV was hij een seizoenen werkzaam voor DVS’33. Drie seizoenen geleden werd hij bij het bescheiden GVV trainer. “De club zocht een trainer voor het tweede elftal. Het idee was om dat twee jaar te doen, maar na het eerste seizoen besloot de vorige hoofdtrainer te vertrekken. De club vroeg mij of ik interesse had om hoofdtrainer te worden. Vorig seizoen hebben we een goed jaar gedraaid. We hebben een periodetitel gepakt en de nacompetitie gespeeld.”
Dat zit er dit seizoen niet in, is Wittenrood realistisch. “Er zijn vijf ervaren spelers gestopt en lager gaan spelen. De selectie is sowieso erg smal. We hebben veel blessures gehad in de eerste competitiehelft en vaak hadden we maar twaalf man. Ik ben veel vrijdagen bezig geweest om nog wat jongens op te trommelen. Die doen dat gelukkig graag, maar ideaal is het natuurlijk niet. Het zou mooi zijn als we wat ruimer in de spelers komen te zitten. Het is nou eenmaal de situatie. Als je trainer bent van een vierdeklasser neem je dat op de koop toe. Dat we door blessures met minder spelers konden trainen is voor mij ook een gegeven. Ook als we met twaalf man zijn, moet een trainer leuk en goed zijn. Ik hou zelf van pittig trainen.”
Klik op GVV Geldermalsen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op GVV Geldermalsen voor meer informatie over de club.