‘Hoe hoger het niveau, hoe meer plezier’ bij Groen Wit

0
555

Hij woonde een groot deel van zijn leven op Curaçao, verhuisde vervolgens naar Nederland en kwam terecht in Princenhage. Op zoek naar een jeugdteam om te trainen, dook Ray Hunte tien seizoenen geleden op bij Groen Wit. En de rest is geschiedenis. “We hebben nu een veel betere naam dan toen.”

Van voetballen op Curaçao, naar training geven in Breda. “Even wat anders! Sinds mijn zesde zat ik op voetbal en later heb ik ook nog tien jaar training gegeven.” Met die ervaring op zak, arriveerde hij in Nederland. “Mijn zwager had contacten bij Groen Wit en ik wilde graag een team trainen. Toen heb ik met Eric (Koenraads) gesproken, er was plek zat.” Met zijn JO16 is de 53-jarige Hunte net weer aan het seizoen begonnen, maar hij begon destijds heel wat lager. “Tien seizoenen geleden, bij de ‘D3’.” Van die stap, heeft de jeugdtrainer allesbehalve spijt. “Het is een heel prettige club, midden in de wijk. Daardoor is het kleinschalig, met de jeugd op loopafstand, dat zorgt voor een sociaal netwerk. Maar twee velden en iedereen kent elkaar.”

GROEIEN
Al is dat laatste best een uitdaging, vertelt Hunte. “Groen Wit had toen ik kwam best een ‘slechte naam’, maar vanaf dat moment zijn ze heel serieus begonnen met de leeuwen en leeuwinnen, het opleiden van de jongste jeugd.” En dat heeft gewerkt. “Er stromen meer spelers door, de opbouw is beter en daardoor krijgen we meer aanmeldingen.
Qua leden zitten we wel aan de max.” Ook het aanleggen van een kunstgrasveld, heeft daaraan bijgedragen, denkt Hunte. “Meer aantrekkingskracht, waardoor de club kon blijven groeien. Het vorige veld werd al snel een zandbak, dat helpt natuurlijk niet!” Die aanpak werpt zijn vruchten af en niet alleen voor de jeugd. “In het eerste elftal loopt heel veel eigen jeugd. Dat is belangrijk, want die mogelijkheid om door te stromen moet je als club kunnen bieden.” Toch ook een beetje dankzij hem, al blijft hij bescheiden.
“Ik begin meestal met een elftal rond de JO13 en dan ga ik mee tot en met de JO17, anders kan ik niet kwijt wat ik ze allemaal weer leren. Op deze manier ben je extra betrokken en heb je de meeste invloed op hun voetbalkwaliteiten.” De middenmoot van de jeugdopleiding, is wat dat betreft dus zijn terrein. “Daar kan ik mijn ei in kwijt. Wat langer onder je hoede, ze beter maken en klaarstomen voor de rest.”

OPLEIDEN
Hunte weet na al die jaren wel hoe. “Ik kijk heel erg naar individuele spelers. Hoe kan ik die inpassen in het systeem? Uiteindelijk moeten ze na twee of drie jaar beter zijn dan ze waren, die ontwikkeling wil je zien. Maar daar hoort ook samenwerken in een team bij.” Fanatiek en vol passie, maar rustig langs de lijn. “Je zult mij nooit zien rennen, schreeuwen of roepen naar de scheids, dat vind ik helemaal niet belangrijk. Ik sta vooral te observeren.” Als lid van de Commissie Voetbal Technische Zaken, weet Hunte dat als geen ander. “Wat willen we met de jeugd, en hoe kunnen we trainers daarbij helpen.
Die willen we begeleiden en opleiden.” Een beleidsplan moet daarbij gaan helpen, maar zoiets kost tijd. “Dat gaat in stapjes. Vaak zijn het ouders die het trainerschap wel op zich willen nemen, die kan je met zo’n plan nog beter meenemen in wat je nou precies wil.” Voor de club zelf, is dat in ieder geval duidelijk. “Jongens klaarstomen voor het eerste en als dat niet lukt, ze toch betrokken laten blijven. Misschien kunnen ze dan zelf wel iets voor de jeugd gaan doen.” Dat blijft Hunte de komende jaren zelf, in ieder geval wel doen. “Trainers begeleiden, dat moet sneller kunnen. Hoe hoger

Klik op Groen Wit voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Groen Wit voor meer informatie over de club.