Als trainer van de dames bij Eindhoven 2, leerde Wil Kuijpers afgelopen seizoen die van DSE kennen. Toen bleek eens te meer: het wereldje is maar klein. Dus toen ze in Etten-Leur een nieuwe trainer zochten, wisten ze hem te vinden. “Die meiden horen niet alleen, ze luisteren ook.”
Wat hij daar precies mee bedoelt, is eigenlijk heel simpel. “Horen is alleen weten wat ik bedoel, luisteren is het ook echt uitvoeren.” Daar ligt volgens de 54-jarige Kuijpers dan ook meteen de grootste uitdaging als trainer in het vrouwenvoetbal. “Je moet heel goed communiceren en duidelijk uitspreken wat de bedoeling is. Ze komen echt terug als je wat hebt gezegd.” Bewust zijn van, dus. “Uitspraken moet je heel precies formuleren, ik bedoel eigenlijk dit. Consequent en integer zijn, mannen gaan daar veel makkelijker mee om.” Juist dat, maakt de omgang voor hem zo mooi. “Het is iets moeilijker, maar anders wordt het saai.”
Goed geregeld
Kuijpers kan het weten, want na bijna zeven jaar als trainer bij de jeugdacademie van PSV, weet hij het verschil. Al maakt dat eigenlijk maar weinig uit. “Ik weet niet zo goed wat het is, maar het is zo mooi om te doen.” Sinds 2014 in het vrouwenvoetbal. “Jarenlang heb ik een voetbalschool gehad, met heel veel goede meiden, dia ga je dan volgen. Zo kwam ik bij DIA terecht, daar hadden ze een trainer nodig.” Van het één, kwam het ander.
“Mijn zoontje speelde in die tijd bij PSV, dus in het weekend kon ik eigenlijk niet, maar het beviel zó goed. Toen heb ik maar iets geregeld, zodat ik er op zaterdag toch bij kon zijn.” Vervolgens kwam de Tilburger, die ook nog actief was bij JEKA, dus via Eindhoven, terecht bij het eerste van DSE. “Sinds het eind van de vorige competitie, dit wordt mijn eerste volledige seizoen. Het is een warme club, met een eigen DNA en alles is ontzettend goed geregeld. Wedstrijden met de bus, een vaste fysio, noem maar op. Het wordt echt breed gedragen.”
Samen voetballen
Niet alleen op het veld, ook in het dagelijks leven is Kuijpers omringd door het andere geslacht, zo vertelt hij. “Ik was leidinggevende, maar ben toen overgestapt naar een woonwinkel, met 22 vrouwen.” Waarom? “Ze zeiden dat het ‘moeilijk’ zou worden, dat wil ik dan nog wel eens zien.” Maar tot nu toe, gaat het hem prima af. “Vrouwen komen al hun afspraken na, wij mannen zijn daarin veel slordiger. Dat zie je ook op het veld. Als ze een opstelling moeten maken, duurt dat best even, jongens lopen gewoon naar een positie.”
Toch voelt Kuijpers zich, in dat wereldje, helemaal thuis. “In het meidenvoetbal is de weg naar Oranje of een BVO zo kort, dat is veel makkelijker te bereiken. Als je daar dan je kennis en ervaring in kunt delen, is dat iets moois.” En dat is maar goed ook, want met een kampioenschap en promotie naar de topklasse, wordt er dit seizoen veel gevraagd van DSE. “In die competitie lopen bij iedere ploeg vijf of zes goede speelsters, plus duidelijke patronen, dat moet er bij ons nog een beetje meer in komen.” Kuijpers vervolgt. “Meer samen voetballen. Zonder bal, zijn ze beter dan met bal.”
Pareltjes
Gezamenlijke inzet, schouders eronder en gaan. “Trappen, aannemen, wenden en keren, dat zit bij mij altijd in een training. Harder en zuiverder leren passen. Dan moet ook de handelingssnelheid omhoog.” Net als bij een simpele rondo. “Dan doen we verplicht twee keer raken, snel aannemen en passen. Als we die basis kunnen verfijnen, gaan we daar zeker weten voordeel uithalen. Onderbewust sta je straks dan veel makkelijker op het veld.”
Kuijpers ziet dat, behalve de populariteit, ook het niveau de laatste jaren enorm is gestegen. “Bij DSE hebben we 38 dames voor één en twee, dat is gigantisch. De kwaliteit gaat gewoon omhoog, je krijgt echt specialisten per positie.” Niet heel gek, dat hij daar dan ook op hamert. “Heel vaak vraag ik in gesprekken aan ze: wie ben je als speelster? Het is natuurlijk meer dan talent alleen.” Met die ontwikkeling, is de trainer vanzelfsprekend meer dan verheugd. “De jeugd die nu doorkomt. Daardoor komen steeds meer pareltjes tevoorschijn.”
Interactie
Ook buiten het veld geniet Kuijpers zichtbaar. “Er is meer betrokkenheid dan bij de heren. Dames helpen allemaal mee, die vinden het veel leuker om dingen met elkaar te delen. Daarin zie je dat het breder wordt gedragen.” Daar ligt volgens hem dan ook nog een belangrijke uitdaging, wat betreft ontwikkeling. “Als je op judo gaat, krijg je training van iemand in een judopak. Bij voetbal is het tot een jaar of tien dan toch nog vaak een welwillende ouder, terwijl kinderen juist in de onderbouw ontzettend veel te leren hebben. Dus als we het niveau nog verder omhoog willen, zullen de trainers ook beter moeten.” Daar doet hij zelf, voorlopig nog wel eventjes, in ieder geval alles aan. “Op het veld staan, is het leukste wat er is. De interactie met die speelsters, ik geniet er nog iedere dag van!”
Klik op DSE voor de laatste artikelen over de club.
Klik op DSE voor meer informatie over de club.