“Duels zal ik nooit meer vol ingaan”

0
146

“Het is niet meer zoals het vroeger was en dat zal het ook nooit meer worden.” Het zijn de woorden van Len Eversdijk (26), sinds dit seizoen speler van zaterdag-derdeklasser SV Walcheren. Desondanks wil de door blessures geteisterde aanvaller de komende jaren nog genieten van het voetbalspelletje.

Bij veel Zeeuwse voetballiefhebbers staat Eversdijk vooral bekend vanwege zijn rake vrije trappen en strafschoppen voor Groene Ster Vlissingen, waardoor hij een gevreesde speler werd in de Eredivisie van het zaalvoetbalvoetbal. Enkele jaren terug zette Eversdijk, bevriend met Manchester United-speler Daley Blind, een punt achter zijn zaalvoetballoopbaan. Met name ingegeven door zijn fysieke gesteldheid. “Ik ben al drie keer geopereerd aan m’n knie. Twee keer scheurde ik m’n meniscus af en één keer m’n kruisband. Daar blijf je toch last van houden. Duels zal ik nooit meer vol ingaan.”

Kok                                                                                
Eversdijk speelde de afgelopen jaren aan ‘de overkant’. Bij Terneuzense Boys kende hij pieken en dalen, al ziet hij ‘De Boys’ als zijn club. ,,Ik was dus niet altijd fit. Dat is nu gelukkig anders, al moet ik echt op m’n voeding letten aangezien ik best snel aankom. Voor een kok is dat best lastig. Op m’n werk moet ik veel proeven”, lacht Eversdijk. “Ik werk bij een strandtent in Dishoek en eet onregelmatig. Maar ik probeer er echt rekening mee te houden.”

Kwaliteitsinjectie
Etienne Mallie, ook een speler met een Groene Ster-verleden, haalde Eversdijk vorig seizoen over om bij Walcheren te gaan spelen. “Hij stuurde mij een appje. Of ik het niet zag zitten om weer lekker in de buurt te gaan voetballen. Dat wilde ik wel ja.” Ook Maarten van Rosevelt (onder andere ex-NAC-jeugd, Hoek, Goes en Kloetinge) sloot zich aan bij de geelhemden, waardoor de derdeklasser een kwaliteitsinjectie kreeg. “Ook Maarten kende ik al. Hij woonde vroeger een straat achter me. We staan nu in het linkerrijtje maar ik ben er zeker van dat we beter kunnen.”