Martin van Erk heeft van dichtbij meegemaakt hoe het meisjes- en vrouwenvoetbal bij VV Zundert is uitgegroeid tot een volwaardige tak. Inmiddels heeft de club een MO11, MO15, MO17, MO19 en een eerste damesteam. Van Erk houdt zich momenteel bezig met het vlaggenschip, het eerste elftal.
Martin van Erk (54) kwam zelf in aanraking met het meisjes-/vrouwenvoetbal door zijn dochter die ging voetballen. Hij bleef eerst nog trainer van het G-elftal bij VV Zundert, maar stapte een paar jaar later over naar de meisjestak. Hij had een passie ontwikkeld voor het vrouwenvoetbal. “Dat was vier jaar geleden. Als bestuurslid
heb ik me in die periode ook best hard gemaakt voor het meisjes en damesvoetbal. Het was binnen de vereniging maar een klein clubje dat zich bekommerde om die tak, maar ik vond dat we hen wel zo goed mogelijk moesten
faciliteren. Zo speelde het eerste team in die tijd in de derde klasse, best een aardig niveau, dus vroeg ik me af of we geen gekwalificeerde trainer moesten zoeken.”
Vijfde klasse
Dat waren qua seniorenaantallen de hoogtijdagen van het vrouwenvoetbal bij Zundert, de club had zelfs een seizoen lang maar liefst drie elftallen. “Maar dat bleek uiteindelijk wel te veel.” Zeker toen een jaar of 3 geleden het grootste gedeelte van de dames uit het eerste besloot te stoppen, werd het wat krap. “Ze waren net gedegradeerd naar de vierde klasse en ook al wat ouder.” Inmiddels heeft Zundert nog één damesteam, met 22 vrouwen van wie een groot aantal speelsters erg jong is en met Van Erk als trainer. “We spelen in de vijfde klasse,
eindigen daar meestal onderin de middenmoot. Het niveauverschil binnen het team is ook vrij groot. We hangen een beetje tussen het recreatieve en prestatieve niveau in, maar ik vind wel dat we serieus voor de winst moeten gaan in een wedstrijd. Dat gebeurt dan ook.”
Daarnaast ziet Van Erk de toekomst van het eerste elftal van VV Zundert rooskleurig in. “We hebben aardig wat talentvolle speelsters rondlopen in de jeugd. De meiden onder 19 komen er komend seizoen bij en ik verwacht dat we
weer naar twee seniorenteams kunnen gaan. Met die aanvulling moeten we binnen een paar jaar een stapje naar boven kunnen doen. De structuur binnen de vereniging staat er inmiddels ook, dat is belangrijk.”
Samenwerking
Zo heeft VV Zundert inmiddels een eigen MO11 en MO19 en samen met Wernhout een MO15 en MO17. “We hadden allebei in die lichting te weinig meiden om er een elftal van te maken, maar wilden ze wel de kans bieden om samen te spelen. Toen zijn we de samenwerking aangegaan, dat bevalt tot nu toe goed.” Alleen een MO13 ontbreekt nog, daar zijn te weinig speelsters voor. “Dat is een hiaat, die meiden spelen nu in de meiden onder
11 of meiden onder 15.” Van Erk merkt dat het vrouwenvoetbal iets toevoegt aan Zundert. “Het is goed voor het hele sociale gebeuren binnen je vereniging, het brengt een leuke sfeer met zich mee. En sowieso vind ik dat
iedereen die wil voetballen, dat moet kunnen doen.”
Gevraagd naar zijn persoonlijke mening over het vrouwenvoetbal, gooit Van Erk een verrassend balletje op. “Het gaat goed met het vrouwenvoetbal in de gemeente Zundert, dat heeft denk ik met de gezonde concurrentie tussen de clubs te maken. De verenigingen zien bij een ander dat iets goed loopt en willen dan ook meedoen. Er wordt
veel georganiseerd, qua clinics en kennismakingsdagen voor meisjes bijvoorbeeld. Maar ik zou wel een voorstander zijn van één club voor al het vrouwenvoetbal.” Hij legt uit: “We hebben nu allemaal een paar elftallen
met speelsters van allerlei niveaus, maar het zou het mooiste zijn als iedereen op haar eigen niveau kan spelen. Dat kan alleen als je de krachten bundelt.” Socialer, vriendelijker, relaxter. Zelf voelt hij zich voorlopig prima als trainer van het eerste vrouwenteam. “Ik sta zelf al meer dan 20 jaar in verschillende hoedanigheden op donderdagavonden op het trainingsveld. Ik vind het sowieso altijd leuk om met het balletje bezig te zijn. Daarnaast is het damesvoetbal wat socialer en vriendelijker ingesteld dan het mannenvoetbal. Ook vanaf de kant gaat het er relaxter aan toe, dat past beter bij mij.”