Sinds vorig jaar Koningsdag is hij officieel met pensioen, maar Ton Vollebregt heeft zich nog geen dag verveeld. “Een zwart gat? Ik? Ben je mal. Mijn vrije tijd gaat op aan SC Monster.”
Vollebregt mag dan al 66 jaar zijn, een stapje minder hard lopen is er niet bij voor de voormalig kweker. De club kan zijn hulp goed gebruiken. Op het wedstrijdsecretariaat, waar hij al 34 jaar zit – eerst als wedstrijdsecretaris van RKSVM nu van de fusieclub – , en als bestuurslid accommodatiezaken. “Monster is mijn tweede thuis en dit is mijn woonkamer. Ik ben hier heel de zaterdag”, zegt hij als hij een korte rondleiding geeft in de commissiekamer van zijn club. Daar in het rechterhoekje is het epicentrum van het wedstrijdsecretariaat op zaterdag. “Vanuit hier kan ik twee velden in de gaten houden.”
“Kijk, dit zijn alle wedstrijden die vandaag thuis worden gespeeld”, laat hij een A4-tje zien. “De veldindeling doe ik ook. Het is vandaag een volle bak. Het is eigenlijk voor het eerst sinds een maand of twee dat er geen afgelastingen zijn. Als er afgelastingen zijn zorg ik ook voor een schaduwprogramma.” Leiders, trainers en coaches weten bij Monster dat ze bij Vollebregt niet hoeven te zeuren om een voorkeursbehandeling. “De A-categorie, zo schrijft de KNVB voor, gaat altijd voor. Vervolgens probeer ik het zo eerlijk in te delen. Als de natuurgrasvelden eruit liggen, wil iedereen spelen op kunstgras. Dat kan natuurlijk niet. Ik kijk dan naar het totaal aantal wedstrijden dat teams in de competitie hebben gespeeld. Als het zesde er veertien heeft gespeeld en het achtste elf dan speelt het achtste. Aan voorkeursbehandelingen doe ik niet. Steekpenningen zijn altijd welkom, maar mijn besluit staat vast.”
Hij was 31 toen hij stopte met voetballen. “Ik heb er een half jaartje bijgelopen toen ik mogelijkheid kreeg om bij RKSVM het wedstrijdsecretariaat te doen. Destijds had je natuurlijk nog veel minder teams. De werkwijze was niet te vergelijken met nu. Alles is tegenwoordig digitaal. Dat is op een groot aantal punten een vooruitgang, maar het persoonlijke contact is wel veel minder geworden. Vroeger belde je regelmatig met andere secretarissen van de Westlandse clubs. Dat contact verloopt nu veelal via de computer.” Vollebregt, die drie volwassen dochters heeft, moet sowieso niets hebben van de moderne manier van communiceren. “Ik ben voor bellen”, zegt hij. “Voor app’en ben ik allergisch. Ik krijg wel eens een appje van iemand van de club. Ik kan daar niet aan wennen, ik kan me best voorstellen dat het soms makkelijk is, maar het komt heel onpersoonlijk over. Het zal wel aan mijn leeftijd liggen.” Hij heeft zich nooit echt druk gemaakt over het gedoe rond de twee clubs in Monster, waarbij RKSVM en vv Monster tegenover elkaar stonden toen eerstgenoemde club óók op zaterdag wilde gaan spelen. “Ik denk dat het uiteindelijk verstandig is geweest om te fuseren. Tijden zijn aan het veranderen. Tien jaar geleden hadden de clubs samen vijftienhonderd leden, nu zijn dat er nog 950. We moeten onze ogen niet sluiten voor de ontwikkeling. Sport in het algemeen en voetbal in het bijzonder worden nu veel meer gezien als bezigheids- dan als verenigingsactiviteit. Ook wij hebben grote moeite om genoeg vrijwilligers en kader te vinden. Wat dat betreft hou ik mijn hart vast. Er lopen hier aardig wat mensen rond die binnen nu en tien jaar gaan afzwaaien. En wat dan?”