Wouter Lagraauw weet de juiste snaar te raken

0
133

Het is een ‘erelijst’ die er wezen mag. Wouter Lagraauw heeft volgens KMD-insiders het kampioenschap aan zijn ‘kont kleven’, want de 25-jarige trainer uit ’s-Gravenzande werd met drie verschillende JO11-1-teams (voorheen de E1) kampioen. “Je moet de juiste vragen stellen”, verklapt hij.

KMD-voorzitter Peter van den Berg zegt dat Wouter Lagraauw ‘iets’ heeft, maar hij weet dat ‘iets’ niet goed te benoemen. “Het is in ieder geval een bijzondere statistiek”, lacht de trainer zelf als hij wordt ‘geconfronteerd’ met zijn drie opeenvolgende titels. “De eer die ik krijg is leuk, maar het zijn wel de jongens die het doen. Als trainer in deze leeftijdscategorie ben je een hulpmiddel, je hebt een begeleidende rol. Het gaat erom de spelertjes er zo veel mogelijk bij te betrekken. Dat doe je door ze zelf oplossingen te laten aandragen. Door de juiste vragen te stellen kan je ze vervolgens krijgen waar je ze hebben wil. Ik hanteer daarbij het principe van de drie w-vragen: Wie? Wat? Waarom? Spelers van die leeftijd vinden het reuze interessant om met magneetjes op het tactiekbord te schuiven.”

Hij noemt zijn manier van werken zelf van een ‘trucje’, maar doet hij zichzelf daarmee niet tekort? “Noem het wat je wil, het gaat erom dat die jongens het idee hebben dat het geen eenrichtingsverkeer is. Dat zie je natuurlijk wel vaak. De trainer bepaalt hoe en wat en de spelers moeten dat maar uitvoeren. Mijn insteek is: laat ze meedenken over tactiek en speelwijze om uiteindelijk door het stellen van de juiste vragen uit te komen wat je als trainer al voor ogen had.”

Lagraauw, die zelf voetballer van KMD 3 is en ook actief is voor de Wateringse club in de zaal, was voordat hij bij KMD neerstreek, vier jaar als trainer werkzaam in de jeugdafdeling van FC ’s-Gravenzande. “Daar ben ik begonnen bij de A- en B-meiden. Ik was techniektrainer, passen, aannemen en trappen deed ik.”

Bij KMD is hij sinds vier jaar hoofdtrainer van de E-lijn. “In totaal zijn dat zes jongens- en een meisjesteam. Bij de F is het vooral lekker ballen. Ook bij ons, bij de E, kunnen ze gerust hun acties maken, maar het ontwikkelen van het tactische basisniveau hoort er ook bij. Dat is een vereiste als de overstap naar de D, naar een groter veld, wordt gemaakt.”

Lagraauw speelt altijd met een systeem. “Je hebt een aantal varianten, maar in principe komt het neer op met het puntje naar voren of naar achteren. Dit seizoen spelen we met een zuivere kerstboom: 1-3-2-1.”

In de training besteedt hij veel aandacht aan passen, trappen en aannemen. “Tactisch gezien probeer je spelers van die leeftijd bewust te maken van een actie. Een verdediger heeft als primaire taak verdedigen, maar als hij de bal na het verdedigen blind naar voren trapt, zal hij opnieuw moeten gaan verdedigen. In dat geval laat ik zien wat de andere oplossing is: de bal spelen naar de rechtsback die vrij staat. Je bent als trainer telkens bezig om te laten zien welke opties er zijn.”

Hij gelooft niet in goede en slechte lichtingen. “Dat zou betekenen dat je kampioen wordt met een goede lichting en laatste wordt met een slechte lichting. Dat is mij te makkelijk.”

Lagraauw heeft ambities als jeugdtrainer. Hij is bezig met zijn TC3-diploma. “Mijn droom? Als jeugdtrainer werken bij een bvo.”