De Iniesta en Fischer van Rozenburg

0
116

De één verdeelt het spel, de ander raast langs de flanken. Joris van Driel en Floris van den Heuvel, beiden 22 jaar, zijn uitgegroeid tot belangrijke krachten bij derdeklasser Rozenburg, dat dit seizoen grote plannen heeft. “Dit moet hét seizoen worden.”

Joris van Driel is niet alleen creatief op het veld, maar ook daarbuiten. De jonge Rotterdammer is gitarist. “Ik ben onlangs op het conservatorium in Tilburg begonnen op de Rock Academie. Ik hoop er later mijn beroep van te maken. Ik heb altijd al gespeeld in bandjes. Nu doe ik dat even niet, de band waar ik in speelde is nog niet zo lang geleden uit elkaar gegaan.”

Van Driel en Van den Heuvel bewandelden op voetbalgebied dezelfde weg. Drie seizoenen geleden maakten zij de overstap van Brielle 2 naar Rozenburg. “We hadden een erg succesvol team bij Brielle. We werden kampioen in de eerste klasse, promoveerden naar de hoofdklasse, maar uiteindelijk wil je als voetballer in het eerste elftal spelen”, vertelt Van den Heuvel. “Die kwam echter niet. Daarom was het niet zo moeilijk om ja te zeggen toen Rozenburg aan de telefoon hing.”

Van Driel: “Wij zijn maatjes en met zijn tweeën was de drempel een stuk lager.”

Hun entree bij de ploeg van trainer Dennis Zaal verliep moeizaam. “Ze moesten allebei erg wennen aan fysiekere voetbal van de derde klasse”, zegt de oefenmeester. “Zeker Joris. Die had zijn postuur ook nog niet eens mee.”

De middenvelder, klein van stuk, kan dat slechts beamen. “Ik ben niet groot en moet het niet hebben van mijn duelkracht. Op het niveau van Brielle lag de nadruk op het voetballende deel, in de derde klasse werden we ineens geconfronteerd met ploegen die ook flink de beuk er ingooide. Daar moesten we ons tegen wapenen.”

“Joris was in die beginperiode allesbehalve goed genoeg”, weet Zaal nog. “Maar we zijn met hem hard aan de slag gegaan. Hij is nu onmisbaar.”

“Hij is een fantastische dribbelaar, erg balvast en soms lijkt het alsof de bal aan het touwtje zit bij hem. Hij draait makkelijk weg bij zijn tegenstander, op dit niveau is dat weinig spelers gegeven”, is Zaal vol lof over Van Driel. “Wij noemen hem de blonde Iniesta.”

Van Driel: “Is dat zo? Ze vergelijken mij wel eens met Modric van Real Madrid, maar Iniesta, die had ik nog niet eerder gehoord. Qua spel heb ik inderdaad wel wat weg van ze. Ik probeer ook het spel te verdelen. Ik ben ook veel slimmer geworden. Ik moet de duels ontwijken en niet de strijd aangaan met een gozer van twee meter. Dat win ik toch niet. Ik moet slim zijn in positie én ruimte kiezen.”

Is Van Driel het creatieve brein op het middenveld, Van den Heuvel is een echte buitenspeler. “Een klassieke nog”, zegt Van Driel over zijn maatje. “Hij is rap, kan nog een mannetje passeren en een goede voorzet geven. We voelen elkaar goed aan. Bij Brielle speelde ik eigenlijk iedere bal naar voren naar Floris. Hij heeft zo veel snelheid en diepgang.”

Van den Heuvel paste zich na zijn komst sneller aan, maar raakte aan het begin van  vorig seizoen wel zijn basisplaats kwijt. “We stapten over van een drie- naar een twee spitsensysteem. Daar werd ik de dupe van. Dat was geen makkelijke periode, omdat ik ervan overtuigd was dat ik in de basis hoorde.”

“Uiteindelijk heb ik me weer in de basis teruggeknokt en ben ik samen met Brian van der Laan met vijftien doelpunten nog topscorer van het team geworden.” Zaal: “Dat was wel knap hoe Floris zich terugvocht. En vijftien doelpunten is natuurlijk prima voor een buitenspeler.” en

“Ik wil die lijn dit seizoen doorzetten”, voegt Van den Heuvel toe. Zijn trainer vindt dat hij nog wel wat effectiever moet worden. “In aanname en afwerking.”

“Een echte spits ben ik natuurlijk niet”, is Van den Heuvel eerlijk. “Daar heb ik net te veel kansen voor nodig. Dat weet ik gewoon”, aldus de buitenspeler, die bij zijn oude club Brielle Fischer werd genoemd. “Die speelde toen bij Ajax. Ik ben voor Ajax en ook blond. Vandaar. Geen idee waar hij nu speelt. Hij is een beetje in de vergetelheid geraakt.”

Beiden hebben voor Rozenburg dit seizoen een hoofdrol in gedachten. “De lat ligt het allerhoogst”, geeft Van Driel de ambities weer. “Iedereen is gebleven en we hebben een paar goede spelers erbij gekregen. We zijn echt sterk.”

“Dit moet hét jaar worden”, zegt Van den Heuvel. “Dat gevoel heerst bij iedereen, technische staf en spelers. We willen oogsten.”